Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kat over het bericht ‘Door schuldhulpverlener kampen Arnhemmers met nieuwe schulden: ‘Dit moet binnen een week zijn opgelost’’
Vragen van het lid Kat (D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Door schuldhulpverlener kampen Arnhemmers met nieuwe schulden: «Dit moet binnen een week zijn opgelost»» (ingezonden 23 november 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Wiersma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
8 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van de Gelderlander «Door schuldhulpverlener kampen
Arnhemmers met nieuwe schulden: «Dit moet binnen een week zijn opgelost»» van 7 november
2021?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met het door u aangehaalde bericht en vind dat de schulden, die deze
inwoners van Arnhem door fouten bij de gemeentelijke schuldhulpverlening hebben opgelopen,
moeten worden opgelost.
Vraag 2
Zijn er meer gemeenten waar PLANgroep dienstverlening aan verleent waar dezelfde of
soortgelijke problemen spelen?
Antwoord 2
Ongeveer zestig gemeenten hebben schuldhulpverlening uitbesteed aan PLANgroep. In
deze gemeenten ondervinden de cliënten voor wie PLANgroep het budgetbeheer doet dezelfde
of soortgelijke problemen. PLANgroep heeft contact met deze cliënten opgenomen om
de problemen op te lossen.
Vraag 3
Aan welke normen zou volgens het Rijk getoetst moeten worden om te bepalen of een
marktpartij schuldhulpverlening kwalitatief goed kan aanbieden?
Antwoord 3
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat gemeenten de nodige maatregelen
nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening
wordt uitgevoerd (artikel 2, vierde lid). Dit geldt ongeacht of gemeenten zelf schuldhulpverlening
aan hun inwoners aanbieden, dit geheel of gedeeltelijk uitbesteden of samen met andere
gemeenten de schuldhulp geven. Om te zorgen dat overal in Nederland duidelijk is wat
mensen met schulden van de gemeente kunnen verwachten, heeft de VNG bestuurlijke uitgangspunten
geformuleerd voor de toegang en de kwaliteit van schuldhulpverlening.2 Deze uitgangspunten zijn het vertrekpunt voor het Kwaliteitskader van de NVVK (vereniging
financiële hulpverleners), waaraan sinds dit jaar gemeenten en hun uitvoeringsorganisaties
worden getoetst.3 In het kader van de Brede Schuldenaanpak heeft het Ministerie van SZW de ontwikkeling
en de implementatie van het Kwaliteitskader financieel ondersteund.4 Het Kwaliteitskader is de actualisatie van de al veel langer bestaande Gedragscode
en Modules Schuldhulpverlening van de NVVK.
Vraag 4
Op welke wijze worden prestatieafspraken gemaakt en gecontroleerd?
Antwoord 4
De NVVK ontwikkelt en onderhoudt het Kwaliteitskader voor schuldhulpverlening. De
controle vindt plaats door auditoren, die bij erkende certificerende instellingen
werken. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad zijn verantwoordelijk
voor de kwaliteitsborging.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat gemeenten bij het aanbestedingstraject één partij selecteren
voor de uitvoering van budgetbeheer en één partij voor de uitvoering van schuldhulpverlening
en daarbij alleen het gunningscriteria hanteren van de economisch meest voordelige
aanbieding?
Antwoord 5
Het is aan gemeenten om te kiezen of en zo ja, welke onderdelen van schuldhulpverlening
zij uitbesteden. Als gekozen wordt voor uitbesteden, gelden de (Europese) aanbestedingsregels.
Deze regels bieden voldoende ruimte om kwaliteit mee te laten wegen in het aanbestedingsproces.
Ik vind dat de kwaliteit geborgd moet worden ongeacht de wijze van organisatie.
Vraag 6
Welke kwalitatieve eisen worden er gesteld aan uitvoeringspartijen van schuldhulpverlening
en op welke wijze wordt hier toezicht op gehouden?
Antwoord 6
Voor uitvoeringspartijen gelden dezelfde kwaliteitseisen als voor de gemeenten zelf.
De gemeente blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,
ook als de uitvoering is uitbesteed. In de casus die aanleiding is voor deze schriftelijke
vragen heeft de gemeente dan ook de fouten erkend en zorgt de uitvoeringspartij dat
de fouten worden rechtgezet.
Vraag 7
Welke risico’s ziet u bij het uitbesteden van diensten zoals schuldhulpverlening aan
commerciële partijen, bijvoorbeeld als het gaat om de mogelijkheid van faillissement,
een gebrek aan continuïteit van dienstverlening of de druk van marktwerking op de
kwaliteit van de uitvoering?
Antwoord 7
Commerciële schuldbemiddeling is verboden in Nederland. Schuldbemiddeling, het namens
de schuldenaar in contact treden met de schuldeisers om de schulden op te lossen,
mag alleen gedaan worden door bij wet aangewezen organisaties, zoals gemeenten, gemeentelijke
kredietbanken of instellingen, die zich in opdracht van en voor rekening van gemeenten
met schuldbemiddeling bezighouden.5
Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om de kwaliteit en de continuïteit van
de schuldhulpverlening te borgen. Deze verantwoordelijkheid kan afhankelijk van de
lokale situatie juist reden zijn voor uitbesteden aan een gespecialiseerde instelling
of voor samenwerking met andere gemeenten, omdat deze manieren van uitvoering de kwaliteit
en continuïteit ten goede kunnen komen. U kunt hierbij denken aan een kleine gemeente
met beperkte uitvoeringscapaciteit of aan de schuldhulpverlening aan zelfstandig ondernemers
waar specifieke kennis voor nodig is. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft
daarnaast voor dat het alleen uitbesteed mag worden aan een organisatie die zich «blijkens
haar doelstelling of werkzaamheden richt op schuldhulpverlening».6
Vraag 8
Hoe beoordeelt u het risico dat commerciële schuldhulpverleners personen met een complexe
schuld minder snel helpen ten opzichte van personen die eenvoudiger te helpen zijn?
Antwoord 8
Schuldhulpverlening is breed toegankelijk voor inwoners met schulden. Ongeacht of
schuldhulpverlening is uitbesteed of niet is de complexiteit van de schuldenproblematiek
geen reden om iemand hulp te weigeren. Sinds 1 januari 2021 is expliciet opgenomen
in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, dat ook bij een afwijzing een gemotiveerde
beschikking afgegeven moet worden, zodat een inwoner daartegen in bezwaar kan gaan.7
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat kwetsbare mensen met financiële problemen afhankelijk zijn van
een app om actueel inzicht te hebben in hun financiën en of ze wel of niet genoeg
leefgeld hebben?
Antwoord 9
Ik vind dat goed gekeken moet worden naar de individuele persoon met schulden. Apps
en andere informatie- en communicatiemiddelen vereenvoudigen en versnellen de hulpverlening,
maar mogen niet in de plaats komen van persoonlijk contact als iemand daar behoefte
aan heeft.
Vraag 10
Wat kunnen mensen het beste doen zodra ze erachter komen dat de schuldhulpverlener
facturen te lang heeft laten liggen, waardoor nieuwe schulden zijn ontstaan? Klopt
het dan dat de schuldhulpverlener deze nieuwe schulden moet overnemen?
Antwoord 10
Als cliënten fouten ontdekken van een hulpverlener of om een andere reden niet tevreden
zijn over de hulp, kunnen zij het beste contact opnemen met hun hulpverlener. Als
dat onvoldoende verbetering oplevert, kunnen cliënten een klacht indienen bij de gemeente.
Dat geldt ook als de gemeente de schuldhulpverlening heeft uitbesteed. Als de cliënt
financiële schade heeft door een fout van de hulpverlener, ligt het voor de hand dat
die schade wordt vergoed.
Vraag 11
Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat Armoede- en schuldenbeleid
van 15 december 2021?
Antwoord 11
Ik ben graag bereid deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat Armoede- en
schuldbeleid van 15 december 2021.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.