Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over uitspraken van de Griekse premier Mitsotakis over het Stabiliteits- en Groeipact
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Financiën over het bericht dat «[the] Greek PM [is] confident EU fiscal rules will change» (ingezonden 19 november 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 7 december 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht in de Financial Times: «Greek PM confident EU fiscal rules will change»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van Grieks premier Kyriakos Mitsotakis dat de EU op termijn de begrotingsregels
binnen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) zal versoepelen?
Antwoord 2
De Europese consultaties over de toekomst van het SGP zijn net van start gegaan met
de Commissiemededeling van 19 oktober jl.2. Ik zal nader ingaan op de Nederlandse positie voor deze consultaties in de reeds
toegezegde brief hierover, die u nog deze maand zal ontvangen. In juli volgend jaar
trekken de Ecofinraad en Eurogroep naar verwachting conclusies uit de consultatiesessies.
Op basis hiervan zal de Commissie daarna eventuele wetsvoorstellen doen voor aanpassing
van het SGP. De positiebepaling ten aanzien van de conclusies uit de consultatiesessies
en eventuele wetsvoorstellen voor aanpassing van het SGP is aan het volgende kabinet.
Vraag 3
Bent u voorstander van het versoepelen van de begrotingsregels binnen het SGP?
Antwoord 3
Kerndoelstelling van het SGP is het bewaken van de houdbaarheid van de publieke financiën,
met het oog op stabiliteit en economische groei. Houdbare overheidsfinanciën zijn
een vereiste om de financiële stabiliteit in de EMU te waarborgen en negatieve spillover-effecten
tussen lidstaten te voorkomen. Op nationaal niveau zijn gezonde overheidsfinanciën
een vereiste om duurzame groei te realiseren en veerkrachtig te zijn, zodat economische
en financiële schokken opgevangen kunnen worden. Door het opbouwen van buffers in
gunstige economische tijden kunnen landen in slechte economische tijden hun economie
ondersteunen zonder dat dit ten koste gaat van de schuldhoudbaarheid. Voorstellen
voor aanpassing van het SGP zullen door het kabinet steeds worden beoordeeld op de
bijdrage aan het bereiken van het doel van het SGP.
Vraag 4
Hebt u kennisgenomen van het formatiedocument (versie 26-09-2021) dat onlangs gelekt
is, dat stelt dat de VVD en het CDA voorstander zijn van het «moderniseren van het
SGP»? Bent u ook voornemens het SGP te «moderniseren»?
Antwoord 4
Van dit document heb ik kennisgenomen. In mijn brief van december 20203 heb ik verschillende punten benoemd waarover het kabinet van mening is dat de regels
van het SGP verbeterd kunnen worden.
Vraag 5
Wat zou «het moderniseren van het SGP» volgens u concreet betekenen?
Antwoord 5
De Europese begrotingsregels kunnen volgens het kabinet op meerdere manieren gemoderniseerd
worden. Het SGP is in de loop der jaren steeds complexer geworden, waardoor de regels
nu moeilijk uitlegbaar zijn en de handhaving door de Commissie en de Raad ondoorzichtig
is geworden. Zoals ook in de brief van 14 december 2020 is omschreven, laat de overmatige
complexiteit van de regels met allerlei uitzonderingsgronden veel ruimte om ze soepel
toe te passen onder politieke druk, zonder dat nog duidelijk is of dat echt gerechtvaardigd
is. Verder is duidelijk geworden in de jaren voor de COVID-19 crisis dat het SGP onvoldoende
in staat gebleken om schuldafbouw te realiseren in tijden van economische groei. Hierover
heeft het kabinet zich meermaals kritisch uitgelaten. Om het SGP te moderniseren en
de effectiviteit te vergroten, kunnen de regels simpeler en transparanter. In de brief
van 14 december 2020 heb ik meerdere voorbeelden hiervan gegeven, waaronder het terugdringen
van het aantal flexibiliteitsclausules in de preventieve arm. Ook kan er een grotere
rol worden toegekend aan de uitgavenregel, omdat deze vereiste in vergelijking met
het structureel saldo voor stabielere doelstellingen zorgt, die in sterkere mate anticyclisch
zijn.
Vraag 6
Bent u voornemens om de SGP-norm van 60 procent te versoepelen? Indien ja, naar welk
hoger percentage?
Antwoord 6
Zoals ook beschreven in de kamerbrief van 14 december 2020, bestaat er discussie over
de vraag of de schuldnorm van 60% bbp het juiste niveau is om de schuldhoudbaarheid
te waarborgen. Er is onder economen geen consensus over wat een adequaat schuldniveau
is. Tegelijk maakt een structureel hoge staatsschuld lidstaten – en daarmee de gehele
eurozone – kwetsbaar als de rentes in de toekomst stijgen. Ik zal hier nader op ingaan
in de reeds toegezegde brief.
Vraag 7
Bent u van mening dat de 207 procent aan Griekse staatsschuld een probleem is voor
de stabiliteit van de eurozone?
Antwoord 7
Griekenland heeft in de afgelopen tien jaar veel maatregelen genomen om economie en
overheidsfinanciën te versterken. In het kader van de financiële steunprogramma’s
zijn leningen verstrekt met een zeer lange looptijd en tegen lage rentepercentages.
Daardoor zijn de jaarlijkse financieringslasten van de staatsschuld voor Griekenland
aanzienlijk beperkt. Dat neemt niet weg dat lidstaten met hoge schulden, waaronder
ook Griekenland, de komende jaren met consistente en geloofwaardige stappen de overheidsschuld
als percentage van het bbp significant moeten reduceren om de schuldhoudbaarheid ook
op de (middel)lange termijn te waarborgen en buffers op te bouwen om met toekomstige
schokken om te kunnen gaan.
Vraag 8
Bent u van mening dat Griekenland zijn torenhoge schulden kan reduceren naar de SGP-norm
van 60 procent? Indien ja, op welke termijn verwacht u dat Griekenland dit lukt?
Antwoord 8
Op basis van het huidige schuldpercentage van Griekenland is het niet de verwachting
dat Griekenland dat binnen afzienbare tijd zal kunnen reduceren tot 60%. Wel is het
mogelijk dat met voldoende budgettaire discipline, het voltooien van de hervormingen
zoals afgesproken in het kader van verscherpt toezicht en de hervormingen en investeringen
zoals opgenomen in het Griekse RRF-plan, de risico’s voor de schuldhoudbaarheid op
(middel)lange termijn verder af kunnen nemen.
Vraag 9
Bent u bereid elke vraag afzonderlijk te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.