Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2022
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 880
                   LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
            
Vastgesteld 5 januari 2022
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
                     de Ministers Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
                     over de brief van genoemde Ministers van 5 november 2021 inzake de Nederlandse bijdrage
                     aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2022 (Kamerstuk
                     27 925, nr. 868).
                  
De Ministers Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
                     hebben deze vragen beantwoord bij brief van 7 december 2021. Vragen en antwoorden
                     zijn hierna afgedrukt.
                  
De fungerend voorzitter van de commissie, Wilders
De griffier van de commissie, Westerhof
1
Kan het kabinet een indicatie geven wanneer het onderzoek van de commissie-Sorgdrager
                        inzake de Nederlandse wapeninzet in Hawija (Irak) wordt afgerond?
Antwoord
Nee, de onafhankelijke commissie is ingesteld voor de duur van het onderzoek. Het
                     kabinet kan geen uitspraken doen over het voorziene moment van afronding.
                  
2
Kan het kabinet aangeven in welke mate precisiemunitie is gebruikt door Nederland
                        in de 2100 luchtaanvallen tegen ISIS? Is enkel geleide munitie ingezet of deels ook
                        ongeleide? Wat zijn hier de verhoudingen?
3
Kan het kabinet uitleggen waarom het type munitie dat door Nederland in de luchtcampagne
                        tegen ISIS is ingezet operationeel gevoelige informatie betreft? (bron: Beantwoording
                        vragen commissie over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en brede veiligheidsinzet
                        Irak, Kamerstuk 27 925, nr. 786, antwoord 4)
4
Waarom is in het verleden wel preciezere informatie gedeeld over het type munitie
                        dat door Nederland in militaire missies is ingezet, zoals tijdens de oorlog tegen
                        Afghanistan en Joegoslavië (in 1999)?
Antwoord op vraag 2, 3 en 4
In alle aanvallen die door Nederlandse F-16»s zijn uitgevoerd in de strijd tegen ISIS
                     is precisiemunitie gebruikt, die geleid naar het doel is ingezet. Het verstrekken
                     van operationele gegevens over het type munitie dat is gebruikt in openbare bronnen
                     is gevoelig en onwenselijk, omdat daarmee de werkwijze van de militaire inzet wordt
                     weggegeven.
                  
Het kabinet maakt daarom deze operationele informatie niet openbaar. De situaties
                     in Afghanistan en Joegoslavië zijn onvergelijkbaar met die in Irak. De munitie was
                     toentertijd minder geavanceerd, waardoor destijds met het vrijgeven van informatie
                     slechts in geringe mate operationele gegevens werden vrijgegeven.
                  
5
Wat is de exit-strategie voor deze missie en welke lessen zijn geleerd uit Afghanistan?
                        Worden deze lessen reeds toegepast?
6
Wat is de exit-strategie uit deze politieke situatie? Wat heeft uw voorkeur voor een
                        exit-strategie? Is dit de exit-strategie?
7
Wat is het tijdpad naar stoppen met advisering aan troepen van de Irakese regering
                        en KAR, waarbij zij het zelf kunnen?
15
Welke relevante lessen worden er getrokken uit de inzending in Afghanistan? Zijn we
                        voldoende voorbereid indien een vergelijkbare situatie zich voordoet?
Antwoord op vraag 5, 6, 7 en 15
De strijd tegen ISIS is een proces van lange adem. ISIS is weliswaar territoriaal
                     verslagen, maar is nog geenszins verdwenen en opereert nu ondergronds. Gaandeweg ontwikkelen
                     de Iraakse en Koerdische strijdkrachten zich met steun van de coalitie, de NAVO en
                     Nederland tot een effectievere strijdmacht. Dat betekent dat de focus van de Nederlandse
                     bijdragen aan de anti-ISIS coalitie, de NAVO-missie, de EU Adviesmissie en hervormingen
                     in de Koerdistan Autonome Regio, stapsgewijs verder zijn verschoven naar meer institutionele
                     en structurele capaciteitsopbouw. In dat kader zal de NAVO-missie uitgebreid worden
                     en een aantal taken van de anti-ISIS coalitie over gaan nemen. De focus van de inzet
                     ligt op advisering ten behoeve van de versterking en hervorming van de Iraakse veiligheidssector,
                     zodat Irak in de toekomst zijn eigen veiligheid kan waarborgen. Het is op dit moment niet duidelijk hoe lang en in welke samenstelling Operation Inherent Resolve (OIR) – dat zich in de laatste fase van de campagne bevindt – in Irak actief blijft.
                        Het uitgangspunt is dat OIR op termijn helemaal wordt afgebouwd. Het kabinet zet in
                        op heldere planning en duidelijkheid over de criteria waaraan moet zijn voldaan om
                        de inzet af te ronden. Dit geldt eens te meer, omdat de NAVO-missie in Irak (NMI)
                        conform het aangepaste operatieplan uitbreidt en anticipeert op een zelfstandig opererende
                        missie op de middellange termijn. Op dit moment is NMI nog grotendeels afhankelijk
                        van OIR voor wat betreft force protection en zogenaamde enabling-capaciteiten (bijvoorbeeld logistieke en medische ondersteuning). Als OIR verder
                        afbouwt moet NMI deze taken zelf gaan uitvoeren. Afstemming tussen de beide missies
                        is noodzakelijk om een zorgvuldige overdracht van taken mogelijk te maken. Het kabinet
                        maakt zich hier hard voor.
Voorts geldt in bredere zin dat altijd duidelijk is geweest dat alleen militaire inspanningen
                        onvoldoende zijn om ISIS duurzaam te verslaan en de voedingsbodem voor extremisme
                        te verkleinen. Het kabinet blijft daarom inzetten op een geïntegreerde benadering
                        in Irak, waarbij militaire, diplomatieke en OS-middelen gezamenlijk worden ingezet
                        om veiligheid en stabiliteit in Irak in de breedte te bevorderen.
Met betrekking tot geleerde lessen uit Afghanistan geldt dat de inzet in Afghanistan
                        uitgebreid onafhankelijk zal worden geëvalueerd en onderzocht. Uiteraard beziet het
                        kabinet ook zelf in hoeverre lessen uit Afghanistan kunnen worden getrokken, die mogelijk
                        relevant zijn voor andere missies, zoals in Irak. Daarbij moeten we echter waken om
                        overhaast conclusies te trekken, onder meer omdat er sprake is van zeer verschillende
                        contexten. Wat in ieder geval duidelijk is geworden uit de inzet in Afghanistan, is
                        dat er in conflictsituaties geen quick fixes zijn; een bijdrage leveren aan een duurzame
                        oplossing vergt uithoudingsvermogen. Daarbij is een realistisch ambitieniveau noodzakelijk,
                        en dient ook sprake te zijn van voldoende lokaal eigenaarschap. Garanties op succes
                        zijn er niet, maar niets doen brengt nog grotere risico’s met zich mee. Met deze aandachtspunten
                        houdt het kabinet rekening bij de huidige verlenging van de inzet in Irak. Het is aan een nieuw kabinet om te besluiten over de toekomstige (meerjarige) inzet
                     van Nederland in het kader van de strijd tegen ISIS. Relevante lessen uit de inzet
                     in Afghanistan zullen daarin worden meegewogen.
                  
Ten slotte buigt het kabinet zich over onder andere de evacuatieplannen en wordt er
                        bij bondgenoten – met de gebeurtenissen in Afghanistan in het achterhoofd – aangedrongen
                        op nauwe afstemming om vergelijkbare situaties te voorkomen.
8
Wat wordt er verstaan onder «duurzaam verslaan»?
Antwoord
Onder duurzaam verslaan wordt in deze context bedoeld: het verminderen van de voedingsbodem
                     voor extremisme en bijdragen aan de capaciteiten van de Irakese (veiligheids-) autoriteiten
                     om de dreiging van ISIS het hoofd te bieden, waarmee de slagkracht van ISIS wordt
                     gemarginaliseerd en de stichting van een nieuw ISIS-kalifaat wordt voorkomen. Met
                     uitsluitend militaire middelen worden deze doelstellingen niet behaald. Het kabinet
                     blijft daarom inzetten op een geïntegreerde benadering in Irak, waarbij militaire,
                     diplomatieke en OS-middelen gezamenlijk worden ingezet om de veiligheid en stabiliteit
                     in den breedte te bevorderen.
                  
9
Wat houdt «de door operationele redenen ingegeven taakuitbreiding aan de inzet» precies
                        in?
45
Wat maakt het noodzakelijk dat het Nederlandse takenpakket met betrekking tot de force protection van OIR-adviseurs en medewerkers wordt uitgebreid?
Antwoord op vraag 9 en 45
Dat houdt in dat dit verzoek is gedaan vanuit een situatie waarin er operationele
                     vraag bestaat naar een bepaalde inzet. In dit geval betreft het een verzoek dat is
                     gedaan door de commandant van OIR om het tekort aan force-protection-capaciteit ter bescherming van OIR-adviseurs en -medewerkers tijdens hun werkzaamheden in de Koerdische Autonome Regio
                     (KAR) op te vangen, waardoor de werkbezoeken toch kunnen doorgaan.
                  
10
Waarom is besloten tot verlenging van een jaar en wat is de te verwachten politieke
                        situatie aan het eind van 2022? Wat is de planning om verlenging in 2023 overbodig
                        te maken?
Antwoord
Met deze technische verlenging van één jaar blijft Nederland als betrouwbare partner
                     bijdragen aan de steeds evoluerende strijd tegen ISIS. Het is aan een nieuw kabinet
                     om te besluiten over de toekomstige (meerjarige) inzet van Nederland in het kader
                     van de strijd tegen ISIS, onder meer rekening houdend met relevante ontwikkelingen
                     en mogelijk relevante lessen die getrokken worden uit de inzet in Afghanistan. Ook
                     blijft de duur en vorm van de Nederlandse inzet afhankelijk van de ontwikkelingen
                     in de bredere campagne van de anti-ISIS coalitie en de politieke situatie in Irak.
                  
Over de politieke situatie in Irak aan het eind van 2022 en de daarmee gepaarde vraag
                     over de visie van een nieuwe Iraakse regering ten aanzien van internationale (militaire)
                     presentie is op dit moment niets met zekerheid te zeggen.
                  
11
Wat houdt de hervorming van de Koerdische veiligheidssector in concreto in?
29
Heeft de militair adviseur bij het Ministry of Peshmerga Affairs ook een mandaat om tegen de inzet van Peshmerga's te adviseren tegen andere Koerdische
                        strijdgroepen? Zo nee, hoe beoordeelt het kabinet het risico dat Nederland indirect
                        betrokken raakt bij de Turkse operaties in het noorden van Koerdische Administratieve
                        Regio?
55
Wat wordt bedoeld met «verdere integratie van de Peshmerga-milities»?
56
Wat houdt de hervormingsstrategie van de Nederlandse bijdrage in KAR in?
Antwoord op vraag 11, 29, 55 en 56
Op verzoek van de autoriteiten van de Koerdische Autonome Regio (KAR) worden de strijdmachten
                     van de twee grootste politieke (coalitie)partijen (PUK en KDP) verenigd en ondergebracht
                     bij het Ministry of Peshmerga Affairs (MoPA), met het doel om het grondgebied van de KAR in Noord-Irak tegen externe dreigingen
                     te kunnen beschermen en daarmee de regionale stabiliteit en veiligheid te helpen garanderen.
                     Hoewel er momenteel zeventien brigades en een eenheid zware wapens onder het MoPA
                     vallen, beschikken de politieke partijen PUK en KDP nog immer over omvangrijke, eigen
                     Peshmerga-eenheden. Beide partijen hebben uitgesproken deze eenheden te willen integreren
                     onder eerder genoemd ministerie. Deze verdere integratie is eveneens van belang voor
                     het versterken van de stabiliteit in de KAR en de bredere regio, alsook voor het verbeteren
                     van de samenwerking met de Iraakse strijdkrachten.
                  
De hervormingsstrategie is een breder, door zowel het MoPA als de Koerdische regionale
                  regering geaccordeerd, plan dat ziet op de hervorming en modernisering van het MoPA.
                  Die strategie behelst 26 projecten die worden begeleid door adviseurs uit Duitsland,
                  het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Nederland. Tezamen vormen zij de Multinational Advisor Group (MNAG). Naast een aantal gedeelde projecten, begeleidt de Nederlandse adviseur een
                  viertal projecten op het gebied van: digitale betaling van de salarissen van Peshmerga’s,
                  het realiseren van één geïntegreerde financiële afdeling, rekrutering en carrière
                  ontwikkeling en hervorming van het ministerie zelf. Deze activiteiten zijn gericht
                  op het ondersteunen van de institutionele hervormingsstrategie en hebben derhalve
                  geen relatie met de daadwerkelijke operationele inzet van Peshmerga-strijdkrachten.
               
12
Wat is de beoordeling van het kabinet van de Turkse operaties in het noorden van Irak?
                        Deelt het kabinet de opvatting dat de recente vluchtelingenstroom van Koerden naar
                        Wit-Rusland mede ingegeven is door de constante aanvallen van de Turkse krijgsmacht?
                        Zo ja, is het kabinet bereid er bij de Turkse autoriteiten op te dringen om te stoppen
                        met deze interventies?
Antwoord
Turkije voert al decennia regelmatig aanvallen uit over lucht en grond in het noorden
                     van Irak, gericht op de PKK, een organisatie die door onder andere de EU en Nederland
                     als terroristische organisatie is bestempeld. Er wonen verschillende etnische groepen
                     in dit gebied, voornamelijk Koerden.
                  
Turkije beroept zich bij die aanvallen op het recht op zelfverdediging en stelt dat
                     de operaties gericht zijn op het veiligstellen van de grens en het tegengaan van aanvallen
                     door de PKK op Turks grondgebied. In het kader hiervan heeft Turkije ook het aantal
                     militaire basissen in Noord-Irak over de jaren uitgebreid.
                  
In het kader van de bilaterale dialoog tussen Nederland en Turkije komt de Turkse
                     rol in de regio zo nodig aan de orde. Ten aanzien van acties benadrukt Nederland het
                     belang van optreden binnen de kaders van het internationaal recht.
                  
Het klopt dat de irreguliere migratiestroom via Belarus naar de EU voor een groot
                     deel bestaat uit Iraakse staatsburgers. Het kabinet kent ook de berichten dat veel
                     van deze mensen van Koerdische afkomst zijn. Het kabinet beschikt echter niet over
                     betrouwbare informatie over de precieze herkomst van deze groep migranten uit Irak,
                     en hun beweegredenen om Irak te verlaten. Daarom kan het kabinet hier ook geen verdere
                     uitspraken over doen.
                  
13
In de brief wordt aangegeven dat het op dit moment afwachten is hoe de nieuw te vormen
                        Iraakse regering zich zal opstellen ten aanzien van de internationale militaire aanwezigheid
                        in Irak. Mocht de Iraakse regering zich negatief opstellen ten aanzien van de internationale
                        militaire aanwezigheid in Irak, wat is dan het gevolg voor de Nederlandse bijdrage
                        aan de anti-ISIS-coalitie in Irak? Wat is het directe gevolg voor de veiligheid van
                        de troepen die op dat moment in Irak zijn?
16
Wat zou het voor zowel de anti-ISIS-coalitie als de NATO Mission Iraq (NMI) betekenen
                        indien de Iraakse regering haar uitnodiging betreffende hulp bij de strijd tegen ISIS
                        intrekt?
Antwoord op vraag 13 en 16
Zoals vermeld in de artikel 100-brief wordt de rechtsgrond voor het optreden van de
                     Nederlandse militairen in Irak gevormd door het verzoek van Irak tot internationale
                     militaire inzet op het eigen grondgebied. Mocht deze toestemming wegvallen, dan vervalt
                     de rechtsgrond voor de aanwezigheid van de Nederlandse militairen in Irak en zal die
                     aanwezigheid heroverwogen moeten worden. Het kabinet is van mening dat OIR en NMI,
                     zoals deze nu vorm hebben, alleen succesvol kunnen zijn met instemming en medewerking
                     van de Iraakse autoriteiten. Nederland hecht daarom aan een herbevestiging van deze
                     Iraakse wens door de nieuw te vormen Iraakse regering.
                  
14
Wat wordt er op dit moment gedaan op het ontwikkelings- en diplomatieke spoor?
Antwoord
Als onderdeel van de brede, geïntegreerde Irak-strategie is de Nederlandse inzet in
                     Irak erop gericht een bijdrage te leveren aan het creëren van legitieme duurzame stabiliteit.
                     Binnen deze benadering is de inzet van het kabinet op het ontwikkelingsspoor specifiek
                     gericht op het aanpakken van de grondoorzaken van conflict en instabiliteit.
                  
De belangrijkste terreinen voor de Nederlandse stabilisatie-inzet in Irak zijn ontmijning,
                  accountability, sociale cohesie, institutionele capaciteitsopbouw, herstel kritieke
                  infrastructuur, en sociale vooruitgang, met gender en migratie als dwarsdoorsnijdende
                  thema’s. Op het diplomatieke spoor spant het kabinet zich in bilateraal en multilateraal
                  verband voor bovenstaande thema’s in.
               
17
Met hoeveel financiële middelen en waarnemers heeft Nederland bijgedragen aan de internationale
                        en lokale verkiezingswaarnemingsmissies?
20
Welke lokale organisaties financierde Nederland in het kader van de lokale verkiezingswaarneming
                        en voor welke bedragen? Op welke wijze hebben deze organisaties verantwoording afgelegd
                        over hun werkzaamheden?
Antwoord op vraag 17 en 20
Op verzoek van de Iraakse regering heeft Nederland deelgenomen aan de internationale
                     verkiezingswaarnemingsmissie. Nederland heeft EUR 3.750.000 bijgedragen aan UNAMI
                     voor de capaciteitsopbouw van de Iraakse Kiesraad en VN-verkiezingsmonitors. Aan de
                     EU Election Observer Mission (EOM) nam één Nederlandse long-term observer (LTO) en negen diplomaten van de ambassade in Bagdad en het consulaat-generaal in
                     Erbil deel. Aan de UNAMI-verkiezingsmonitoringsmissie namen vier Nederlandse waarnemers
                     deel.
                  
Verder heeft Nederland de Iraakse NGO Shams gefinancierd in het kader van lokale verkiezingswaarneming.
                     De totale bijdrage betrof EUR 42.856. Shams dient middels een inhoudelijke en financiële
                     eindrapportage verantwoording af te leggen over de uitgevoerde werkzaamheden. De ambassade
                     onderhoudt nauwe contacten met de organisatie.
                  
18
Op welke manier heeft het kabinet in de beslissing om de Nederlandse bijdrage in Irak
                        te verlengen de overweging meegenomen dat fysieke aanwezigheid van Nederlandse militairen
                        op Iraaks grondgebied ook contraproductief kan werken op het bestrijden van ISIS,
                        omdat ISIS diezelfde fysieke aanwezigheid kan gebruiken om draagvlak te creëren voor
                        haar strijd?
26
Hoe beoordeelt het kabinet het risico dat Nederlandse fysieke aanwezigheid ook in
                        coalitieverband juist de draagkracht voor radicalisering, aanslagen en (raket)aanvallen
                        vergroot?
32
Worden er ook terroristische aanvallen op buitenlandse troepen gepleegd
Antwoord op vraag 18, 26 en 32
ISIS heeft de afgelopen 12 maanden geen aanslagen gepleegd op buitenlandse troepen
                     in Irak en Syrië. Wel gebruikt ISIS de Nederlandse deelname aan de anti-ISIS Coalitie
                     af en toe in haar propaganda in een poging aanhang in Nederland te vergroten c.q.
                     te behouden.
                  
Aan Iran gelieerde sjiitische milities in Irak zien in de aanwezigheid van de Coalitie
                     een legitimering om aanslagen te plegen op locaties en materieel van de Coalitie.
                     Deze aanslagen zijn gericht tegen de Coalitie als geheel en niet Nederlandse eenheden
                     in het bijzonder. Er zijn geen aanwijzingen dat het draagvlak voor deze aanslagen
                     toeneemt.
                  
Voor het kabinet staat de stabiliteit van de bredere regio en de aanpak van instabiliteit
                     aan de grenzen van Europa voorop. Het belang van het bestrijden van ISIS en de Nederlandse
                     bijdrage aan die strijd, op uitnodiging van de Iraakse autoriteiten, weegt voor het
                     kabinet dan ook zwaarder dan de mogelijke effecten hiervan op het draagvlak onder
                     delen van de bevolking voor de strijd van ISIS.
                  
19
Hoe staat het met de Nederlandse oproep tot een gedegen strafrechtelijk onderzoek
                        jegens de Iraakse en de Iraaks-Koerdische autoriteiten en de Nederlandse oproep in
                        de VN-Mensenrechtenraad aan de Iraakse regering om haar inspanningen te intensiveren
                        om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren?
21
In de brief wordt gemeld dat Nederland op 22 juni jl. namens 28
                     lidstaten haar zorgen heeft uitgesproken in een verklaring in de VN-Mensenrechtenraad
                        over het toenemende geweld tegen mensenrechtenactivisten en journalisten in Irak,
                        en de Iraakse regering heeft opgeroepen haar inspanningen te intensiveren om de mensenrechtensituatie
                        in het land te verbeteren. In hoeverre gaat de Nederlandse bijdrage aan deze missie
                        bijdragen aan het verbeteren van de mensenrechtensituatie in Irak?
Antwoord op vraag 19 en 21
Nederland blijft zich bilateraal en multilateraal inzetten voor de verbetering van
                     de mensenrechtensituatie in Irak. Nederland blijft in de contacten met de autoriteiten
                     aandringen op verbetering van de mensenrechtensituatie en het tegengaan van straffeloosheid.
                     Nederland ondersteunt daarnaast verschillende mensenrechtenorganisaties. Voortgang
                     op deze dossiers is echter moeizaam.
                  
Binnen NMI en EUAM Irak zijn meerdere Nederlandse civiele experts actief om de Iraakse
                     autoriteiten te adviseren op het terrein van mensenrechten en gender- en conflict-sensitieve
                     benaderingen.
                  
22
Hoeveel procent van de Iraakse bevolking is onderdeel van de Sjiitische gemeenschap?
Antwoord
Tussen de 60 en 65% van de Iraakse bevolking is onderdeel van de Sjiitische gemeenschap.
23
Wat wordt verstaan onder de «Peace Spring-zone»?
Antwoord
Dit is het gebied in Noord-Syrië – grofweg tussen de steden Tel Abyad en Ras al-Ain
                     – waarover Turkije en zijn gelieerde Syrische strijdgroepen sinds eind 2019 controle
                     hebben.
                  
24
Zijn er omstandigheden, bijvoorbeeld een bepaald type werkzaamheden, dat de Irakese
                        regering bereid is te accepteren van de Amerikaanse (Westerse) troepen?
Antwoord
Uit de verschillende rondes van de Strategische Dialoog tussen Irak en de VS is gebleken
                     dat de behoefte aan Iraakse zijde ligt bij advies, training en mentoring. Mede vanuit
                     die gedachte is overeengekomen de Amerikaanse gevechtstroepen voor het einde van dit
                     jaar terug te trekken. Met de overgebleven troepen richt de VS zich in de toekomst
                     dan ook op adviestaken. Dit past binnen het campagneplan van OIR en sluit aan bij
                     de doelstellingen van andere adviesmissies, zoals NMI en EUAM Irak.
                  
25
Op welke manier heeft het kabinet het sentiment van het Iraakse parlement, dat begin
                        2020 opriep tot terugtrekking van buitenlandse troepen uit Irak, meegenomen in de
                        beslissing om de Nederlandse bijdrage in Irak toch te verlengen, zeker nu de Amerikaanse
                        gevechtstroepen voor 31 december 2021 Irak verlaten?
Antwoord
Het kabinet heeft de Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS technisch met één jaar
                     verlengd. Daarbij heeft het kabinet aangegeven dat de duur en vorm van de Nederlandse
                     inzet onder meer afhankelijk blijft van de politieke situatie in Irak. De gevoeligheid
                     van de aanwezigheid van met name Amerikaanse troepen in Irak blijft daarbij een punt
                     van aandacht. Negatieve sentimenten leven voornamelijk onder delen van de Sjiitische
                     gemeenschap. Het is afwachten hoe de nieuw te vormen Iraakse regering zich zal opstellen.
                     De samenwerking met de Iraakse autoriteiten gaat momenteel ongewijzigd door.»
                  
27
In hoeverre is er een overweging geweest om een balans te vinden waarbij Nederlandse
                        militaire aanwezigheid zo min mogelijk publiekelijk in beeld is, maar toch kan bijdragen
                        aan de missie in Irak zonder haar geloofwaardigheid te verliezen als partner?
Antwoord
Het kabinet maakt een zorgvuldige afweging voor het een besluit neemt over een Nederlandse
                     militaire bijdrage. De veiligheid van uitgezonden personeel vormt altijd een belangrijke
                     afweging bij dat besluit. In hoeverre de Nederlandse militaire aanwezigheid publiekelijk
                     in beeld wordt gebracht, wordt bepaald op basis van operationele en veiligheidsoverwegingen.
                  
28
Wat zijn uw verwachtingen wat betreft de opstelling van de nieuw te vormen Iraakse
                        regering en de blijvende negatieve sentimenten onder delen van de Sjiitische gemeenschap
                        jegens de VS en de coalitie in Irak?
Antwoord
Het valt moeilijk te voorspellen wat de uitkomst van de formatie in Irak zal zijn
                     en hoe de nieuw te vormen Iraakse regering zich zal opstellen jegens de VS en de coalitie
                     in Irak. Alhoewel de formatie achter de schermen al is begonnen, zal deze pas na de
                     bekendmaking van de uitslag en de ratificatie door de Iraakse Hoge Raad officieel
                     van start gaan. De sjiitisch-nationalistische Muqtada al-Sadr, winnaar van de verkiezingen,
                     heeft meermaals aangegeven een meerderheidsregering te willen vormen en spreekt nu
                     relatief gematigd over buitenlandse aanwezigheid. De overige sjiitische partijen zijn
                     verenigd binnen het Shia Coordination Framework, incl. de pro-Iraanse sjiitische Fatah Alliance die tegen de aanwezigheid van de
                     VS en de coalitie in Irak is, en hebben een uitgesproken voorkeur voor een consensusregering
                     waar zij onderdeel van uitmaken.
                  
30
Kan het kabinet een inschatting geven van het aantal terreurgroeperingen in Noordwest
                        Syrië, hun sterkte in aantallen strijders en hoe dit zich ontwikkelt gegeven de constatering
                        dat er in die regio een toename van geweld is?
Antwoord
Noordwest-Syrië kent aanhoudend een variëteit aan jihadistische en niet-jihadistische
                     strijdgroepen. De dominante jihadistische strijdgroep in Noordwest-Syrië is Hayat
                     Tahrir al-Sham (HTS). Deze is er in de afgelopen jaren in geslaagd om andere, zowel
                     jihadistische als niet-jihadistische strijdgroepen goeddeels naar zijn hand te zetten,
                     te marginaliseren of te verdrijven. De schattingen over het aantal jihadistische strijders
                     in dit gebied variëren sterk, maar liggen doorgaans rond de 15.000 personen. Sinds
                     maart 2020 zijn er vrijwel dagelijks in tijd en plaats beperkte schermutselingen tussen
                     het bewind – gesteund door Russische luchtoperaties – en de algehele gewapende oppositie.
                     ISIS heeft naar inschatting weinig aanslagcapaciteit in Noordwest-Syrië. Vermoedelijk
                     gebruikt ISIS het bewuste gebied vooral om te recupereren en als smokkelroute voor
                     mensen en middelen.
                  
31
Hoe schat het kabinet het strategische belang van Erbil International Airport in? Wanneer dit als hoog wordt ingeschat, betekent dit dat deze luchthaven een mogelijk
                        doelwit kan zijn van (raket)aanvallen zoals genoemd?
Antwoord
De militaire basis van de anti-ISIS coalitie is ondergebracht op Erbil International
                     Airport. Deze basis is het centrale punt van waaruit OIR adviseert en capaciteitsopbouw
                     uitvoert. Deze basis is daarom van strategisch belang. In het verleden zijn al enkele
                     beschietingen geweest. Het is niet uit te sluiten dat dit in de toekomst weer zal
                     gebeuren. Om de gevolgen van mogelijke beschietingen te beperken zijn en worden over
                     de gehele basis extra beschermende infrastructurele maatregelen getroffen.
                  
33
Heeft het Amerikaanse besluit de gevechtstroepen uit Irak terug te trekken invloed
                        op beschikbare luchtsteun, of kan die van afstand worden ingevuld met onbeperkte toegang
                        tot het Irakese luchtruim?
38
Betekent het voornemen van de VS om per 31 december 2021 geen gevechtstroepen meer
                        te hebben in Irak ook dat aan de Amerikaanse luchtsteun een einde komt? Zo ja, welke
                        landen binnen de coalitie hebben dan voldoende vliegend materieel ter plaatse om Nederlandse
                        militairen luchtsteun te geven indien noodzakelijk?
Antwoord op vraag 33 en 38
Nee. OIR garandeert dat voldoende luchtsteun in de regio aanwezig zal blijven. Het
                     kabinet kan geen specifiekere uitspraken doen over de precieze militaire bijdragen
                     van andere landen.
                  
34
Voorziet het kabinet een wijziging van de rechtsgrond, omdat het kabinet in de brief
                        spreekt van «vooralsnog» in de zin «de rechtsgrond voor optreden van Nederlandse militairen
                        in Irak is vooralsnog ongewijzigd het verzoek van Irak»? Zo ja, wanneer?
Antwoord
Nee. De bewoording «vooralsnog» ziet op de mogelijkheid dat een nieuwe regering in
                     Irak een ander standpunt over de toestemming voor de aanwezigheid van de Nederlandse
                     militairen in Irak zou kunnen innemen.
                  
35
Welke circa 30 landen leveren momenteel een bijdrage aan de militaire coalitie tegen
                        ISIS?
Antwoord
De volgende landen leveren momenteel een bijdrage aan de anti-ISIS coalitie: Australië,
                     België, Canada, Tsjechië, Duitsland, Denemarken, Spanje, Estland, Finland, Frankrijk,
                     het Verenigd Koninkrijk, Kroatië, Hongarije, Italië, Zuid-Korea, Nederland, Noorwegen,
                     Nieuw-Zeeland, Polen, Roemenië, Slowakije, Zweden, Slovenië en de Verenigde Staten.
                  
36
Heeft de gedeeltelijke terugtrekking van Amerikaanse militairen als gevolg van de
                        Strategische Dialoog tussen Irak en de VS gevolgen voor de dagelijkse leiding van
                        Erbil International Airport, die nu nog in Amerikaanse handen ligt?
Antwoord
Nee. De terugtrekking van de Amerikaanse troepen, zoals in de Strategische Dialoog
                     overeengekomen, ziet op troepen die rechtstreeks betrokken zijn bij gevechtshandelingen
                     in de strijd tegen ISIS. De dagelijkse leiding in Erbil draagt alleen zorg voor een
                     beveiligde omgeving van waaruit de adviseurs hun werk kunnen doen. Zij worden niet
                     tot de gevechtstroepen gerekend en zetten hun activiteiten voort.
                  
37
Kan het kabinet toelichten wat de vier fasen van de campagne inhouden?
Antwoord
Het begin van Operation Inherent Resolve (OIR, fase 1: Degrade) zag op het aanvallen van ISIS door de anti-ISIS-coalitie om uitbreiding naar en
                     binnen Irak af te remmen en om de slagkracht van de terreurorganisatie te verminderen.
                     Eind 2015 ging de campagne over naar fase 2 (Counterattack). In deze fase ondersteunde de anti-ISIS-coalitie de Iraakse troepen en de samenwerkende
                     troepen in Syrië bij de aanvallen om grondgebied en burgers onder controle van ISIS
                     te bevrijden. Fase 3 (Defeat) zag op (ondersteuning bij) aanvallen op ISIS met als doelstelling het territoriaal
                     verslaan van de terreurorganisatie. De samenwerkende troepen bevrijdden de twee hoofdsteden
                     van het ISIS-kalifaat, Raqqah in Syrië en Mosul in Irak. De huidige fase 4 (Normalize) ziet op stabilisatie en de normalisering van die stabiliteit. De anti-ISIS-coalitie
                     richt zich binnen die fase met name op capaciteitsopbouw, advisering en mentoring.
                  
39
Hoeveel Nederlandse Special Operation Forces zijn de komende inzetperiode aanwezig in Irak?
Antwoord
De inzet van Nederlandse Special Operation Forces betreft vooralsnog twee personen. Zij zijn verantwoordelijk voor het adviseren, coachen
                     en mentoren van de ongeveer 150 stafleden van de Counter Terrorism School in Bagdad.
                  
40
De VS zullen vanaf 31 december 2021 geen gevechtstroepen meer gestationeerd hebben
                        in Irak. Welke gevolgen heeft dit voor de veiligheid van de Nederlandse troepen in
                        Irak? Hoe wordt deze terugtrekking in personele zin ondervangen?
41
Hoe denkt het kabinet het risico dat Nederlandse fysieke aanwezigheid ook in coalitieverband
                        juist de draagkracht voor aanslagen en (raket)aanvallen vergroot, onder andere rond
                        het Erbil International Airport gebied, te kunnen mitigeren?
58
In de aanvullende artikel 100-brief van 20 november staat dat bij escalatie rondom
                        Erbil International Airport kan worden teruggevallen op zowel de Koerdische en Amerikaanse
                        militairen die het vliegveld tevens beveiligen en beschikken over zwaar(der) kaliber
                        wapens. Wordt vanaf 2022 het wegvallen van de zwaardere Amerikaanse wapens opgevangen?
                        Zo ja, hoe?
Antwoord op vraag 40, 41 en 58
Ter bescherming van de Nederlandse troepen zijn passende veiligheidsmaatregelen genomen.
                     Om de gevolgen van mogelijke beschietingen van Erbil International Airport te beperken zijn en worden over de gehele basis extra beschermende infrastructurele
                     maatregelen getroffen. Ook ten aanzien van de Nederlandse Ground Movement Teams worden passende maatregelen genomen. Vanwege de operationele veiligheid kan het kabinet
                     hier niet in detail op ingaan.
                  
42
Op welke manier heeft het kabinet een eventuele escalatie bijvoorbeeld in de vorm
                        van aanvallen door Sjiitische milities meegenomen in de beslissing om de Nederlandse
                        bijdrage in Irak te verlengen?
Antwoord
Aan Iran gelieerde sjiitische milities in Irak zien in de aanwezigheid van de Coalitie
                     een legitimering om aanslagen te plegen op locaties en materieel van de Coalitie.
                     Deze aanslagen zijn gericht tegen de Coalitie als geheel. De veiligheid van uitgezonden
                     personeel vormt altijd een belangrijke afweging bij het besluit van het kabinet om
                     een militaire bijdrage te verlengen. Zie ook het antwoord op vraag 26.
                  
43
Is er afgezien van «vergrote flexibiliteit voor de commandant» in een jaar nog iets
                        veranderd in de (politieke, militaire en operationele) omstandigheden dat Nederlandse
                        militairen nu wel de buitenste ring zullen bewaken van het vliegveld van Erbil?
Antwoord
Nee, deze verandering is het gevolg van operationele overwegingen en de gevraagde
                     inzet is nog steeds benodigd.
                  
44
Welke veiligheidsinstituties liggen niet in Erbil en omgeving, maar moeten de Operation
                        Inherent Resolve (OIR)-adviseurs en medewerkers klaarblijkelijk wel bezoeken voor
                        hun werkzaamheden?
Antwoord
De adviseurs van het Joint Operation Advisory Team-North adviseren de 18 Regional Guard Brigades die in verschillende sectoren binnen de Koerdische Autonome regio (KAR) zijn gevestigd.
46
Welke extra veiligheidsrisico’s brengt de nieuwe Ground Movement Teams (GMT)-taak met zich mee?
Antwoord
Verplaatsing buiten een beveiligde omgeving biedt een potentiële tegenstander de mogelijkheid
                     tot het leggen van hinderlagen of het plaatsen van bermbommen. De kans hierop wordt
                     als laag ingeschat.
                  
47
Valt onder (na)zorg naast medische (na)zorg ook psychische zorg?
Antwoord
Ja, psychische zorg is ook onderdeel van (na)zorg. Gedurende de inzet in Irak wordt
                     ten behoeve van het Nederlandse personeel voorzien in de aanwezigheid in het missiegebied
                     van een Nederlandse geestelijk verzorger en bedrijfsmaatschappelijk werker. Daarnaast
                     staat ook een psycholoog in Nederland op afroepbasis gereed. De behandeling van personeel
                     met medische klachten (in brede zin, waaronder ook psychische klachten), wordt op
                     regelmatige basis besproken in het sociaal medisch team. Direct na vertrek uit het
                     uitzendgebied neemt het personeel deel aan een verplichte adaptatieperiode. Die vindt
                     plaats buiten het inzetgebied. Na enkele maanden volgt er een terugkeergesprek met
                     een bedrijfsmaatschappelijk werker en vullen het personeel en hun thuisfront, binnen
                     6 maanden na uitzending, een digitale nazorgvragenlijst in met betrekking tot hun
                     welbevinden in de periode na de uitzending.
                  
48
Kunt u onderbouwen waarom de dreiging voor de Nederlandse militairen die actief zijn
                        in KAR als laag wordt geschat?
49
Welke scenario’s zijn er uitgedacht om een potentiële escalatie in goede banen te
                        leiden?
50
In de brief wordt genoemd dat het nog altijd niet (kan) worden uitgesloten dat gedurende
                        de inzetperiode (opnieuw) sprake zal zijn van verhoogde spanningen en/of escalatie
                        tussen Iran en de Verenigde Staten. Dit kan volgens de brief binnen een kort tijdsbestek
                        leiden tot een verhoogde activiteit van Iraakse milities met banden met Iran, dan
                        wel van Iran zelf, jegens Amerikaanse doelen in Irak, inclusief de Koerdische regio.
                        Zijn er scenario’s dat deze mogelijke escalatie tussen Iran en de VS een dreiging
                        vormt voor de Nederlandse bijdrage in Irak? Zo ja, is Nederland hierop voorbereid?
Antwoord op vraag 48, 49 en 50
ISIS heeft geringe capaciteiten en de afgelopen jaren geen aanslagactiviteiten uitgevoerd
                     tegen coalitietroepen in de KAR, waardoor de dreiging als laag wordt beoordeeld.
                  
Iran-gelieerde sjiitische milities hebben waarschijnlijk geen permanente presentie
                  in de KAR. De Koerden beschouwen de sjiitische milities als een bedreiging voor de
                  KAR en zijn fel gekant tegen hun aanwezigheid. In 2021 is de militaire Coalitiebasis
                  Erbil Airbase aangevallen, waarschijnlijk door sjiitische milities. Dit gebeurde met indirect vuur
                  (artillerie) en de inzet van gewapende drones. Deze twee specifieke bedreigingen worden
                  als significant beoordeeld op basis van een sterke intentie, aanzienlijke capaciteiten
                  en matige activiteiten.
               
Het kabinet kan verder niet ingaan op scenario’s om met potentiële geweldsescalatie
                  op tactisch niveau om te gaan. De Nederlandse eenheid is uitgerust en opgeleid om
                  met geweldsescalatie om te gaan. Daarnaast kan worden teruggevallen op de Koerdische
                  strijdkrachten en de OIR Quick Reaction Force.
               
51
Bestaat de medische voorziening op trainingslocaties uit een Role-1, of wordt die
                        anders ingevuld?
Antwoord
Al het uitgezonden Nederlandse personeel in Irak heeft toegang tot Role-1 eerstelijns
                     zorg. Alleen in Erbil verzorgt Nederland zelf deze Role-1 capaciteit. Op de overige
                     locaties maakt Nederlands personeel gebruik van de medische faciliteiten van coalitiepartners.
                  
52
Betekent een sluitende medische afvoerketen dat er voorzien is in chirurgische zorg
                        binnen twee uur? Zo ja, is in het vervoer voorzien per helikopter op ambulance?
Antwoord
Al het uitgezonden Nederlandse personeel in Irak kan binnen twee uur terugvallen op
                     chirurgische zorg. Voor het inrichten van de geneeskundige operationele afvoerketen
                     wordt gebruik gemaakt van de planningsrichtlijnen van de NAVO. Voor het vervoer naar
                     de medische faciliteiten kan zowel een ambulance of helikoptercapaciteit worden gebruikt.
                     Nederland beschikt in Irak niet over eigen middelen, maar is daarvoor aangewezen op
                     Amerikaanse aeromedische helicapaciteit.
                  
53
Zijn er aanvallen geweest op trainingslocaties in de Koerdische Autonome Regio (KAR),
                        aangezien het kabinet schrijft dat er geen aanvallen zijn geweest op dynamische doelen
                        zoals konvooien?
Antwoord
Er is het kabinet geen informatie bekend over aanvallen op trainingslocaties in de
                     KAR in de afgelopen jaren van de zijde van ISIS dan wel andere terreurorganisaties
                     of -milities.
                  
54
Waaruit bestaan de passende maatregelen die ten aanzien van de Nederlandse Ground Movement Teams (GMT’s) worden genomen met het oog op drones? Betekent dit dat de GMT’s beschikken
                     over eigen middelen om drones te detecteren en te verstoren of neer te halen?
Antwoord
Het gebruik van gepantserde voertuigen en het toepassen van bepaalde procedures hebben
                     als gevolg dat de effectiviteit van dergelijke drone systemen zoveel mogelijk geminimaliseerd
                     wordt.
                  
57
Kan wat meer beeld gegeven worden bij de NATO Mission Iraq (NMI)? Wat is de omvang
                        van deze missie, welke landen leveren een bijdrage aan de NMI en welke resultaten
                        zijn reeds behaald? Welke concrete bijdragen leveren de Nederlandse civiele en militaire
                        adviseurs binnen deze missie aan het hervormen van de Iraakse veiligheidssector?
Antwoord
Doel van NMI is institutionele versterking van de Iraakse veiligheidssector om ervoor
                     te zorgen dat Irak in de toekomst zelf weerstand kan bieden aan (een terugkeer van)
                     ISIS en andere bedreigingen van de stabiliteit van Irak.
                  
Vrijwel alle NAVO-leden en -partners leveren (personele) capaciteit aan NMI.NMI is
                  op verzoek van de Iraakse autoriteiten aan het uitbreiden in zowel omvang als reikwijdte.
                  Momenteel worden ca. 300 van de 557 functies binnen NMI vervuld. Het gaat hierbij
                  met name om civiele- en militaire adviseurs. Het commando van NMI ligt momenteel bij
                  Denemarken. Nederland levert naast 13 civiele en militaire adviseurs voor de derde
                  keer de hoogste civiele vertegenwoordiger van de missie: de Senior Civilian. Nederland zendt experts uit op verschillende prioritaire beleidsterreinen, zoals
                  Human Rights, Building Integrity en SSR.
               
59
Welke landen leveren de Quick Reaction Forces van Operation Inherent Resolve (OIR)?
Antwoord
Binnen OIR leveren verschillende landen in wisselende samenstelling de Quick Reaction Force (QRF). Nederland vervult momenteel op Erbil Air Base de rol van QRF. Buiten de basis
                     wordt de QRF-taak door andere landen van de coalitie uitgevoerd.
                  
60
Wat wordt bedoeld met «organieke eenheid» en «samengestelde eenheid»?
Antwoord
Als een eenheid specifiek voor een taak of missie wordt samengesteld en getraind,
                     dan is de eenheid een «samengestelde eenheid». Een organieke eenheid is een eenheid
                     zoals die regulier is samengesteld.
                  
61
Welke positieve en negatieve effecten heeft de Europese Adviesmissie (EUAM) in Irak
                        tot nu toe gehad op de civiele aspecten van de Iraakse veiligheidssector?
Antwoord
EUAM Irak heeft sinds de oprichting eind 2017 de Irakese binnenlandse veiligheidsdiensten
                     geadviseerd bij de implementatie van de nationale veiligheidsstrategie. Daarnaast
                     adviseert EUAM Irak ten behoeve van de capaciteitsopbouw en professionalisering van
                     het Iraakse Ministerie van Binnenlandse Zaken. Op dit vlak zijn onder meer stappen
                     gezet op onderwerpen zoals contraterrorisme, mensenrechten, georganiseerde misdaad
                     en veiligheidswetgeving.
                  
62
Hoe moet lokale capaciteitsopbouw er volgens het kabinet voor zorgen dat spanningen
                        tussen lokale gemeenschappen en terugkerende ontheemden worden voorkomen/verminderd?
Antwoord
Het re-integratie proces van intern ontheemden is, gezien de sluiting van meerdere
                     ontheemdingskampen, een randvoorwaarde voor duurzame stabiliteit in Irak. Door nauw
                     samen te werken met de Iraakse regering en lokale autoriteiten, als ook met (lokale)
                     Ngo’s en maatschappelijke partnerorganisaties, zet het kabinet in op het versterken
                     van de lokale weerbaarheid om terugkerende ontheemden op te vangen. Zo draagt de partnerorganisatie
                     IOM bij aan capaciteitsopbouw van de Iraakse (lokale) overheden, met als doel dat
                     IOM’s sociale cohesie interventies na verloop van tijd door hen zelf kunnen worden
                     overgenomen. Op deze wijze hoopt Nederland de kwaliteit en duurzaamheid van de ontwikkelingsinterventies
                     gericht op re-integratie te verbeteren.
                  
63
Met welk bedrag draagt Nederland bij aan de Funding Facility for Stabilisation? Welke andere landen zijn de topdonoren en hoeveel dragen zij bij?
Antwoord
Nederland heeft sinds 2016 EUR 92.5 miljoen aan de UNDP Funding Facility for Stabilisation (FFS) bijgedragen (FFS loopt tot 2023). De Verenigde Staten (USD 405 miljoen) en
                     Duitsland (USD 353 miljoen) zijn de grootste donoren (FFS 2020 Annual Report).
                  
64
Hoeveel jonge Iraakse ondernemers zijn tot nu toe geholpen door de Orange Corners?
Antwoord
De 4e cohort van de Orange Corners programma’s in Bagdad en Erbil is inmiddels gestart.
                     In iedere cohort zitten 20 jonge Iraakse ondernemers, waardoor er in totaal 160 zijn
                     geholpen door Orange Corners.
                  
65
Hoeveel geld is er beschikbaar gesteld voor het Sustainable Development Goals Partnership?
Antwoord
Met financiering vanuit het Sustainable Development Goals Partnership Facility (SDGP) wordt in de Koerdische Autonome Regio in Irak momenteel de inceptiefase van
                     het project Value Chain Development for Potato Production and Processing uitgevoerd. Het totale subsidiebedrag bedraagt EUR 2.931.450. Daarnaast is er met
                     financiering vanuit het SDGP programma ook een incidentele subsidie uitgezet in centraal
                     Irak, ten zuiden van Bagdad. Het subsidiebedrag voor dit project bedraagt EUR 500.000.
                  
66
De brief stelt dat op sommige plekken groeiende spanning bestaat tussen Syrische vluchtelingen
                        en gastgemeenschappen en een toenemende druk vanuit de overheden om terug te keren
                        naar Syrië. Nederland zet zich daarom in de buurlanden van Syrië, zoals Libanon, Turkije,
                        Irak en Jordanië, in voor het bieden van ontwikkelingsperspectief aan langdurig ontheemden
                        en kwetsbare gastgemeenschappen, evenals aan intern ontheemden in Irak. Is deze Nederlandse
                        inzet voor opvang in de regio voldoende om nieuwe vluchtelingenstromen richting Europa
                        te voorkomen?
Antwoord
Met een brief van 25 januari 2021 (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 52) is uw Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor opvang in de regio, de geboekte
                     resultaten en de voornaamste uitdagingen. Veel van de genoemde uitdagingen zijn er
                     nog steeds. Het aantal ontheemden en hun noden nemen toe, terwijl de situatie van
                     vluchtelingen, intern ontheemden en ook de gastgemeenschappen uiterst precair blijven.
                     In 2020 werd aan slechts 53% van de financieringsbehoefte van het Syria Regional Refugee and Resilience Plan (3RP) voldaan, waardoor noodzakelijke hulp voor velen uitbleef. Van de Syrische intern
                     ontheemden en vluchtelingen in de regio van herkomst leeft inmiddels meer dan de helft
                     onder de armoedegrens. Alhoewel de situatie significant verschilt per opvangland,
                     blijft voor vluchtelingen in de gehele regio het perspectief op duurzame oplossingen
                     zeer beperkt: veilige en waardige terugkeer naar Syrië is voor velen geen optie. Lokale
                     integratie stuit op weerstand van opvanglanden wier economieën tevens onder druk staan.
                     En minder dan 5% van de vluchtelingen die hervestiging behoeven worden hervestigd
                     gezien het beperkt aantal plekken. Zonder perspectief op dergelijke duurzame oplossingen
                     kan een langdurig en uitzichtloos verblijf in tijdelijke opvanglocaties leiden tot
                     meer armoede, instabiliteit, doorreis en radicalisering.
                  
Nederland behoort tot de tien grootste donoren voor opvang van vluchtelingen in de
                  Syrië-regio. Nederlandse steun maakt een wezenlijk verschil o.a. via het Prospects partnerschap dat bijdraagt aan de beoogde transformatie naar een meer ontwikkelingsgerichte
                  aanpak van ontheemding. Desondanks blijven de noden het hulpaanbod overstijgen. Duurzame
                  oplossingen moeten daarom centraal blijven staan. Dit vraagt om blijvende solidariteit.
                  Nederland zal de huidige inzet intensief blijven monitoren om zo effectief mogelijk
                  bij te dragen aan opvang in de regio.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Geert Wilders, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 A.W. Westerhoff, griffier
 
          