Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ceder, Jasper van Dijk, Piri, Ellemeet, Koekkoek en Teunissen over het bericht over mogelijke push back van een groep van 27 vluchtelingen op het Griekse eiland Lesbos
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie), Jasper van Dijk (SP), Piri (PvdA), Ellemeet (GroenLinks), Koekkoek (Volt), Teunissen (PvdD) en Simons (BIJ1) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht over mogelijke push back van een groep van 27 vluchtelingen op het Griekse eiland Lesbos (ingezonden 21 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 december 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 655.
Vraag 1
Kent u het het bericht van Aegean Boat Report ABR van dinsdag 12 oktober 2021 over
een groep van 27 vluchtelingen, waaronder een groot aantal minderjarigen en een hoogzwangere
vrouw, die zich, opgesplitst in drie groepjes, schuilhield in de bossen en bergen
op Lesbos uit angst om teruggestuurd te worden (pushback) door de Griekse autoriteiten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Heeft u kennisgenomen van de uitspraken van de Nederlandse kunstenaar Katinka Simonse
(Tinkebell) in de radiouitzending van De Nieuws BV van 19 oktober jl. waarin zij zegt bewijs in handen te hebben waaruit blijkt dat
tenminste één minderjarige jongen uit de hierboven genoemde groep die aantoonbaar
reeds op Lesbos was aangekomen, alsnog door de Griekse autoriteiten terug op zee is
gezet en nu weer in Turkije is? Bent u van plan hier opheldering over te vragen aan
uw Griekse collega?
Kunt u nagaan bij de Griekse autoriteiten of de 13 leden van de groep van 27 vluchtelingen
die niet in het vluchtelingenkamp zijn aangekomen de gelegenheid hebben gekregen asiel
aan te vragen en opvang hebben gekregen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u bevestigen dan wel ontkrachten dat hier sprake was van een pushback op zee
door de Griekse autoriteiten van tenminste één persoon die al op Grieks grondgebied
was? En bent u het er mee eens dat als dit inderdaad heeft plaatsgevonden, dit mensen
in levensgevaar heeft gebracht?
Antwoord 2, 3 en 4
Van deze uitspraken heb ik kennisgenomen. Het standpunt van het kabinet ten aanzien
van pushbacks is uw Kamer bekend. De Griekse regering is van mening dat, naast de
openbaar aanklager, ook nationale instanties als de Ombudsman, de Nationale Transparantie-autoriteit
en de interne opsporings- en vervolgingsautoriteit van de Griekse politie en kustwacht
(SIASC) een rol kunnen vervullen bij het onderzoeken van vermeende pushbacks. Bij
het ontbreken van eigenstandige informatie wacht ik de resultaten van dergelijke onderzoeken
af. Daarnaast zet het kabinet zich actief in voor een onafhankelijk EU monitoringsmechanisme.
Ik verwijs verder naar antwoord 8.
Vraag 5
Kunt u navragen bij de Griekse autoriteiten waarom de Nederlandse kunstenaar Katinka
Simonse samen met enkele anderen korte tijd is vastgehouden door de Griekse autoriteiten?
Zo nee, waarom niet?2 Bent u van plan opheldering te vragen bij de Griekse autoriteiten over de verklaringen
van Simonse dat haar en een andere vrouwelijke metgezel werd opgedragen zich naakt
uit te kleden en een optische genitale inspectie te ondergaan, terwijl hun mannelijke
metgezel daartoe niet gedwongen werd, en dat dit bovendien onrechtmatig gebeurde omdat
er géén sprake was van een formele arrestatie noch van een officiële tenlastelegging
van een strafbaar feit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Nederlandse ambassade is op de hoogte gesteld van het incident, maar er is geen
formele hulpvraag ontvangen van Katinka Simonse. Het staat betrokkenen vrij om naar
aanleiding van het incident via hun advocaat een klacht in te dienen.
Vraag 6
Klopt het dat recente Griekse wetgeving het helpen – onderdak verlenen, vervoer, het
geven van kleren, eten en drinken – van nieuw aangekomen vluchtelingen die nog niet
geregistreerd zijn, strafbaar stelt? Klopt het ook dat door de meest recente wetgeving
van september vluchtelingen het recht is ontnomen een vertaler te krijgen? Bent u
het met ons eens dat het geven van hulp zoals eten en drinken aan vluchtelingen nergens
in de Europese Unie strafbaar zou mogen zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De Griekse wet verbiedt het faciliteren van de irreguliere aankomst van onderdanen
van derde landen op het Griekse territorium en het faciliteren van hun illegale verblijf.
Verder verbiedt de wet het verhuren van eigendom aan onderdanen van derde landen die
geen reisdocument hebben met een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning.
Het is mij niet bekend dat er restricties zijn opgenomen ten aanzien van het recht
op een vertaler. Wat het kabinet betreft is het van belang dat asielzoekers toegang
hebben tot basisvoorzieningen zoals ook is vastgelegd in het Unierecht. Het is aan
de Europese Commissie, als hoedster van de verdragen, om erop toe te zien dat de Griekse
wetgeving verenigbaar is met het Unierecht.
Vraag 7
Klopt het dat Griekse lokale advocaten en buitenlandse advocaten die op de eilanden
voor juridische niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) met vluchtelingen werken,
nu strafbaar zijn wanneer ze contact hebben met nieuw aangekomen vluchtelingen, al
is het telefonisch, en daardoor hun licentie kunnen verliezen? Bent u het met ons
eens dat dit het werk van advocaten met nieuw aangekomen vluchtelingen onmogelijk
maakt en de rechtspositie van vluchtelingen in gevaar brengt, net zoals het feit dat
ze nu niet meer door een vertaler mogen worden bijgestaan? Gaat u dit bij uw Europese
collega’s aankaarten en met welke reactie zult u pas tevreden zijn?
Antwoord 7
De recent aangenomen wetswijziging vereist van leden of werknemers van Griekse of
internationale vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke organisaties en non-gouvernementele
organisaties (ngo’s) dat zij zich registeren in de «Registry of Greek and Foreign Non-Governmental Organizations» van het Ministerie van Migratie. Zonder registratie mogen zij niet actief zijn op
het terrein van migratie en asiel. Een recente wetswijziging voegt daar aan toe dat
dit ook geldt voor ngo’s die opereren ten aanzien van thematiek vallend onder «de
bevoegdheid van de kustwacht». Advocaten actief voor dergelijke ngo’s vallen hier
volgens de letter van deze wet ook onder. Tegelijkertijd echter genieten Griekse advocaten
ook bescherming onder de algemene Griekse advocatenwetgeving. De ambassade is niet
bekend met gevallen van vervolging van advocaten op basis van de bovengenoemde ngo-wetgeving.
Ik heb vernomen dat bij de Griekse Raad van State een rechtszaak loopt tegen deze
wetgeving. Als het vermoeden bestaat dat Griekenland in strijd met het Unierecht handelt
is het in de eerste plaats aan de Europese Commissie om eventuele verdere stappen
te zetten.
Vraag 8
Waarom heeft u tijdens het commisiedebat over de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
op 6 oktober jl. de Kamer gezegd dat de Griekse regering het onafhankelijke EU-monitoring mechanism dat moet toezien op het respecteren van mensenrechten aan de EU-grenzen zal accepteren
en opzetten, en dat allang geleden heeft toegezegd, terwijl de Griekse Minister van
Asiel en Migratie precies een week daarvoor, op 29 september, zelf heeft ontkend dat
Griekenland dat ooit heeft toegezegd en het, aangezien er volgens Griekenland geen
pushbacks plaatshebben, niet zal accepteren?3 Hoe gaat u uw Griekse collega daar op aanspreken en wat gaat u doen als hij dat blijft
weigeren?
Antwoord 8
Mijn uitspraken zijn gebaseerd op die van de Europese Commissie. In het voortgangsrapport
op het gebied van asiel en migratie dat de Commissie op 29 september jl. publiceerde
en waarover uw Kamer via het verslag van de JBZ-raad van 8 en 9 oktober jl. is geïnformeerd4, stelt de Commissie dat het met verschillende lidstaten waaronder Griekenland in
gesprek is over de ontwikkeling en implementatie van een onafhankelijk en geloofwaardig
monitoringsmechanisme.
Ik heb vernomen dat de Europese Commissie nog steeds in gesprek is met de Griekse
regering over het opzetten van een onafhankelijk EU monitoringsmechanisme. In mijn
contacten met mijn Griekse collega benadruk ik het belang van een dergelijk mechanisme.
Hierbij merk ik overigens wel op dat het primair aan de Europese Commissie is om eventueel
verdere stappen te zetten in het geval dat er sprake is van een eventuele schending
van het Europese acquis.
Vraag 9
Bent u bekend met het feit dat de Griekse ombudsman, die volgens u de pushbacks allang onderzoekt, zelf klaagt over het feit dat hij niet in staat is de pushbacks grondig te kunnen en mogen onderzoeken omdat de huidige regering hem niet voldoende
mandaat daarvoor geeft waardoor hij eigenlijk niets mag en kan onderzoeken?5 Bent u het met ons eens dat dit onderzoek, waarbij de Griekse Ombudsman alleen «klachten
over pushbacks die de politie en kustwacht heeft aangenomen», mag onderzoeken en die
bovendien dateren van voor 2019, geen accuraat beeld van de huidige situatie op gaat
leveren?
Antwoord 9
Op verschillende momenten heb ik uw Kamer geïnformeerd over de onderzoeken die zowel
in Griekenland als in Europa hebben plaatsgevonden of nog lopen naar aanleiding van
de berichtgeving over pushbacks. Daarbij heb ik gewezen op een onderzoek van de Europese
ombudsman in relatie tot de vermeende betrokkenheid van Frontex. Ik hecht eraan dat
dergelijk onafhankelijk onderzoek plaatsvindt. In het geval van lopende Griekse onderzoeken,
heb ik uw Kamer o.a. geïnformeerd over het onderzoek naar 177 vermeende incidenten
waartoe de aanklager van het Griekse Hoger Gerechtshof de openbare aanklagers in verschillende
regio’s heeft opgedragen.6 Ook aan het uitvoeren van de onderzoeken van de Griekse ombudsman hecht ik waarde.
Bij het ontbreken van eigenstandige informatie wacht ik de resultaten van deze onderzoeken
af.
Vraag 10 en 11
Bent u het eens met Europees Commissaris Johansson die zegt niet te zullen accepteren
dat de Grieken depush backs niet gaan onderzoeken?7 Hoe lang bent u nog bereid te wachten op onderzoek dat hierover uitsluitsel geeft?
Staat u, in het licht hiervan en van de hierboven genoemde ontkenning van uw Griekse
Minister, nog steeds achter uw uitspraak tijdens het commissiedebat van 6 oktober
over de JBZ-raad waarin u zei dat de Grieken de hier serieus naar kijken? Zo ja, waarom?
Kent u de berichten van de Noorse NGO Aegean Boat Report (ABR) over de door de Griekse
kustwacht uitgevoerde pushbacks op de Middellandse Zee die inmiddels gebruikelijke praktijk zouden zijn?8 Wat is uw reactie hierop? Deelt u de conclusie die op basis van de verschillende
onderzoeken die inmiddels in de media zijn gepubliceerd9, dat pushbacks inmiddels geen incidenten maar gangbare praktijk zijn? Zo nee, hoe komt u tot een
andere conclusie? Hoe gaat u bijdragen aan het beëindigen van deze praktijk?
Antwoord 10 en 11
Ik steun de oproep van Commissaris Johansson. De uitvoering van het onderzoek naar
de meest recente meldingen van pushbacks staat voorop. Lidstaten zijn primair verantwoordelijk
voor de uitvoering van grenstoezicht. Hoewel voor lidstaten met een buitengrens dit
niet altijd eenvoudig is, staat voorop dat optreden aan de grens altijd in lijn moet
zijn met Europees en internationaal recht. Het is uw Kamer bekend dat ik, samen met
andere leden van het kabinet, actief en mede op verzoek van leden van uw Kamer in
Europese overleggen en bilaterale contacten het belang van het respecteren van fundamentele
rechten aan de buitengrenzen onderstreep.
Net als uw Kamer, neem ik ook kennis van de aanhoudende berichtgeving over vermeende
pushbacks. De stelling dat door de aanhoudende berichtgeving sprake is van een gebruikelijke,
gangbare praktijk deel ik echter niet. Zowel de Europese Commissie, als andere lidstaten
waaronder Nederland, blijven benadrukken dat dit niet in lijn is met de Europese standaarden.
Het zetten van eventuele vervolgstappen is primair aan de Europese Commissie, als
hoedster van de verdragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.