Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over suïcide onder agenten waarbij het dienstwapen is gebruikt
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over suïcide onder agenten waarbij het dienstwapen is gebruikt (ingezonden 11 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 december 1021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 506.
Vraag 1 en 2
Zijn er binnen de politie afspraken over het mee naar huis nemen van het dienstwapen
als sprake is van psychische problemen? Zo ja, welke afspraken zijn dit? Zo nee, waarom
is dit wel toegezegd in 2017 en is daar geen gevolg aan gegeven?1
Klopt het dat er een duidelijke vraag is vanuit de politieorganisatie zelf naar dit
soort regels? Zo ja, wordt hier nu wel daadwerkelijk aan gewerkt? Wanneer kunnen we
deze richtlijnen verwachten en kunt u ons informeren als dat het geval is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 1 en 2
In navolging van de toezegging in 2017 en in lijn met de behoefte binnen de politieorganisatie
is er een uniforme richtlijn opgesteld voor het innemen en teruggeven van het dienstwapen.
Deze richtlijn is vastgelegd in de «handleiding leidinggevende Beheer (gewelds)bevoegdheid
en -middelen». Hierin staat beschreven dat de leidinggevende het dienstwapen dient
in te nemen op grond van drie categorieën van redenen, namelijk 1) als de politiemedewerker
de vereiste opleiding niet haalt, 2) als de politiemedewerker niet meer bevoegd is
om geweldsmiddelen te dragen wanneer de certificering is verlopen en 3) op basis van
fysieke, mentale of morele redenen. Omstandigheden van de laatste genoemde reden zijn
langdurig verlof, verzuim door ziekte, plichtsverzuim, zwangerschap en fysieke of
mentale belemmeringen anders dan verzuim. Ook als een politiemedewerker psychische
problemen ondervindt, hetgeen uit een gesprek met de leidinggevende naar voren kan
komen of door andere omstandigheden aan het licht is gekomen, kan de leidinggevende
op basis van deze richtlijn het dienstwapen in te nemen.
Bij inname en teruggave van het dienstwapen, kan de leidinggevende zich bij het inschatten
van psychosociale problematiek laten adviseren door de eenheidspsycholoog en een psycholoog
uit het landelijk expertise team.
Daarnaast is er ter ondersteuning van de leidinggevende een gespreksleidraad ontwikkeld
met handvatten voor een gesprek met de politiemedewerker over het innemen van het
dienstwapen. In het voorjaar van 2022 wordt deze gespreksleidraad binnen het korps
gedeeld. Ook worden er suïcidepreventietraining aan leidinggevenden gegeven en wordt
suïcidepreventie door de eenheidspsychologen in alle voorlichtingen en trainingen
over psychosociale thema’s aan de orde gesteld. Voorbeelden hiervan zijn de training
vroegsignalering psychosociale problematiek en de voorlichting PTSS.
Vraag 3
Klopt het dat er in eerste instantie een onderzoek door de Rijksrecherche zou plaatsvinden
of de politie als werkgever goed heeft gehandeld in relatie tot het feit dat een agent
met psychische problemen een dienstwapen mee naar huis kon nemen? Klopt het dat dit
onderzoek nooit is uitgevoerd? Zo nee, waarom is het onderzoek aangepast?
Antwoord 3
Op grond van de Aanwijzing taken en inzet Rijksrecherche2 valt een onderzoek naar de handelwijze van de politie als werkgever, in relatie tot
het feit dat een agent in casuïstiek als deze een dienstwapen mee naar huis kon nemen
niet onder de taak van de Rijksrecherche. Om deze reden is er dan ook geen onderzoek
uitgevoerd door de Rijksrecherche.
Vraag 4
Klopt het dat de Inspectie Justitie en Veiligheid een onderzoek heeft uitgevoerd naar
de vraag of de regels voor wapenbezit zijn gevolgd? Zo ja, klopt het dat dit onderzoek
niet is vastgelegd en, zo ja, waarom is dat? Kunt u in dat geval de conclusies alsnog
vastleggen en delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft op verzoek van de nabestaande, van de gezinsmoord
met een dienstwapen in Dordrecht op 9 september 2019, deze zaak meegenomen in haar
regulier toezicht. Aangezien dit toezicht onderdeel is van een continue proces is
er geen onderzoeksrapport opgesteld. Naar aanleiding van het regulier toezicht was
er geen reden om een vervolg onderzoek in te stellen. Gezien de ernst van de gebeurtenis
en het leed van de nabestaanden heeft er een nader gesprek plaatsgevonden tussen de
Inspectie Justitie en Veiligheid en de nabestaande en zijn de uitkomsten van dit regulier
toezicht, betreffende de casus, met haar en haar raadsvrouw mondeling gedeeld.
Vraag 5
Hoeveel zelfdodingen onder politiemensen hebben plaatsgevonden in de jaren 2016 tot
heden? Bij hoeveel van deze zelfdodingen is een dienstvuurwapen gebruikt?
Antwoord 5
Tussen 2016 tot en met 2020 hebben 24 suïcides plaatsgevonden onder politiemedewerkers
waarvan 9 met het dienstvuurwapen.
Vraag 6
Hoeveel geestelijk verzorgers werken er bij de politie? Hoeveel agenten zijn er per
geestelijk verzorger? Klopt het dat er minder geestelijk verzorgers beschikbaar zijn
bij de politie dan bij Defensie en, zo ja, waarom is dit?
Antwoord 6
Politiewerk brengt voor de politiemedewerkers ingrijpende situaties en daaruit
voortvloeiende morele afwegingen met zich mee. Daarom is het belangrijk dat er naast
aandacht voor fysieke en mentale weerbaarheid ook aandacht is voor zingeving.
Geestelijke verzorging bij de politie vertrekt vanuit het politievakmanschap en richt
zich op de ethische en existentiële vragen die opkomen in- en door het politiewerk.
De capaciteit, die is ingericht voor geestelijke verzorging, is uitgebreid tot 15
fulltime-equivalenten (fte). Gezien de gewenste toegankelijkheid voor iedere medewerker
betreft dit tenminste 1 fte per eenheid. In de eenheid Oost-Nederland is er 2 fte
ingericht, vanwege de geografische grootte van die eenheid. Voor de politiemedewerkers,
bestaande uit 62.297 fte3, is 1 fte geestelijke verzorger op circa 4150 fte beschikbaar.
Binnen de politie zijn inderdaad minder geestelijke verzorgers beschikbaar dan binnen
Defensie. Dit verschil komt voort uit het feit dat de politie pas recent besloten
heeft tot de invoering waarbij het uitgangspunt één geestelijk verzorger per eenheid
is. Daarnaast is de aard van het werk verschillend en zo ook de afweging tot een specifiek
aantal geestelijk verzorgers te komen. Zo richt het basiswerk binnen Defensie zich
vooral op oefeningen en (buitenlandse) uitzendingen. Vanwege deze werkzaamheden kunnen
de betreffende defensiemedewerkers maar beperkt gebruik maken van hun eigen geestelijke
verzorger van het gebedshuis dicht bij huis.
Vraag 7
Kunt u zich vinden in de analyse van de advocaat die agenten met PTSS bijstaat, dat
er een groot verschil is tussen de theorie en de praktijk als het gaat om de nazorg
bij PTSS? Zo ja, wat is daarvoor uw verklaring? Zo nee, waar baseert u dit op?
Antwoord 7
Samen met de politie, de vakorganisaties en Centrale Ondernemingsraad zijn wij hard
aan het werk om een nieuw stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen
neer te zetten ter verbetering van de (na)zorg voor politiemedewerkers. Mede op basis
van een evaluatie van dit stelsel is geconstateerd dat een herziening van dit stelsel
nodig is. Hierbij staat vereenvoudiging en meer aandacht voor de menselijke maat en
zorg centraal. In dit stelsel wordt onderscheid gemaakt tussen de voorzieningen die
ondersteunend zijn aan de preventie, het herstel en de re-integratie van politiemedewerkers
en de nazorg in de afwikkeling van schade die daarna nog rest. Het is een complex
en daardoor een tijdsintensief traject.
Met de medewerkers die nu een restschadezaak hebben lopen en onder het huidige stelsel
vallen, worden gesprekken gevoerd over de zorg die zij op dit moment nodig hebben
en over de afdoening van de restschade.
Vraag 8
Kunt u aangeven bij hoeveel agenten in de afgelopen vijf jaar de diagnose PTSS is
vastgesteld?
Antwoord 8
Vanwege de medisch vertrouwelijke informatie is er geen informatie beschikbaar over
het aantal politiemedewerkers waarbij in de afgelopen vijf jaar de diagnose PTSS is
vastgesteld. In onderstaande tabel vindt u het aantal erkenningen beroepsziekte PTSS
bij de politie.
Jaar
2017
2018
2019
2020
2021
Aantal
224
266
224
313
2231
X Noot
1
Prognose voor 2021 is 267.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.