Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021 (Kamerstuk 32317-723)
2021D48104 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
                  voorgelegd over de Geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 723), Verslag van de formele JBZ-raad van 7-8 oktober 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 722), Negende editie van het door de Europese Commissie jaarlijks gepubliceerde Europees
                  Justitie Scorebord (EJS) (Kamerstuk 22 112, nr. 3199) en Fiche: Commissie aanbeveling inzake de bescherming van journalisten (Kamerstuk
                  22 112, nr. 3233).
               
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen
Adjunct-griffier van de commissie, Burger
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
1.
Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
2
2.
Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
3
3.
Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
4
4.
Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie
6
                         
                         
                         
                         
II.
Reactie van de bewindspersonen
8
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
               
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda voor de JBZ-raad van 9 en 10 december 2021. Zij stellen graag nog enkele vragen
                  over deze agenda.
               
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021
NextGeneration EU – voorkomen van infiltratie door georganiseerde criminaliteit
De leden van de VVD-fractie vinden het een zorgelijke ontwikkeling dat criminelen
                     misbruik maken van Europese fondsen die bedoeld zijn om de schade van de coronacrisis
                     te herstellen. Kunt u nader duiden op wat voor manier zij dit doen? Heeft u signalen
                     ontvangen dat dit in Nederland ook gebeurt en zo ja, op welke schaal?
                  
Voornoemde leden vinden het positief dat deze problematiek tot een integrale aanpak
                     noopt. Zij lezen onder andere over onderlinge gegevensdeling tussen EU-organen maar
                     ook tussen bevoegde nationale autoriteiten. In hoeverre belemmert nationale wetgeving
                     deze gegevensdeling? Zijn er andere lidstaten die hier tegenaan lopen?
                  
Is de aanpak op dit moment sluitend? Zo nee, welke EU-lidstaten bemoeilijken die sluitende
                     aanpak? Betekent dit voorts dat Operatie Sentinel niet actief is in die lidstaten?
                     Wat wordt er in dat geval gedaan om de aanpak wel sluitend te maken, opdat alle EU-lidstaten
                     fraude met Europees belastinggeld gaan aanpakken?
                  
Verslag van de formele JBZ-raad van 7-8 oktober 2021
De leden van de VVD-fractie hebben de antwoorden van de bewindspersonen met interesse
                  gelezen en hebben daarover nog enkele vragen.
               
Deze leden lezen dat de Europese Commissie (EC) zorgen heeft over het feit dat nog
                  niet alle lidstaten wetgeving hebben aangenomen om hun nationale justitiële systemen
                  aan te passen voor de implementatie van de verordening inzake het Europees Openbaar
                  Ministerie (EOM-verordening). Hoe verloopt de implementatie van de EOM-verordening
                  in Nederland? Welke lidstaten lopen achter met deze implementatie? Wat wordt er gedaan
                  om deze lidstaten te activeren deze wetgeving wel aan te nemen?
               
Voornoemde leden lezen over de Europese inzet in de strijd tegen (seksueel) kindermisbruik
                  en verwelkomen deze inzet. Is de aangekondigde wetgeving inmiddels gepresenteerd?
                  Hoe sluit de Europese inzet aan op de Nederlandse inzet in de strijd tegen seksueel
                  kindermisbruik? Maakt Europese wetgeving het beter mogelijk om in Nederland gevestigde
                  hostingbedrijven aan te pakken?
               
2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
               
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda voor de JBZ-Raad op 9 en 10 december 2021 te Brussel. Zij hebben hierover nog
                  enkele kritische vragen.
               
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021
Samenwerking tussen de contraterrorisme autoriteiten
De leden van de D66-fractie lezen dat de EU contraterrorisme coördinator (EUCTC) Ilkka
                     Salmi tijdens een bezoek aan Nederland op 15 en 16 november jl. zijn prioriteiten
                     heeft toegelicht. Kunt u toelichten in hoeverre de genoemde prioriteiten overeenkomen
                     met de prioriteiten in het Nederlandse contra-terrorisme beleid?
                  
Deze leden merken op dat drie ideologieën in de geannoteerde agenda genoemd worden:
                     jihadisme, rechts- en links extremisme. Zijn deze drie ideologieën genoemd door de
                     EUCTC als zijnde de drie grootste dreigingen? Zo ja, verschilt de dreiging in Europa
                     daarin van die in Nederland, waar de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en
                     Veiligheid (NCTV) het jihadisme en het rechts-extremisme als grootste dreigingen aanduidt?
                     Hoe verklaart u dat?
                  
Ministeriële conferentie over het tegengaan van seksueel kindermisbruik
De leden van de D66-fractie onderschrijven dat internetdiensten een grote verantwoordelijkheid
                  dragen in de strijd tegen online seksueel kindermisbruik. Hoe zou die verantwoordelijkheid
                  volgens u vorm moeten krijgen? Hoe zou een gezamenlijke Europese aanpak daaraan bij
                  kunnen dragen?
               
EU toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat de onderhandelingen inzake de toetreding
                  van de EU tot het EVRM zijn hervat en er inmiddels meerdere onderhandelingsronden
                  hebben plaatsgevonden. Zij lezen dat er over het algemeen een constructieve houding
                  is en de meeste niet-EU-leden van de Raad van Europa (RvE) bereidheid tonen om mee
                  te denken. Kunt u aangeven welke EU-leden en welke niet-EU leden van de RvE in deze
                  onderhandelingen minder constructief zijn? Wat zijn hun bezwaren? Wat gaat u doen
                  om bij deze staten een bereidwillige houding te creëren? Voorts lezen deze leden dat
                  de EU parallel aan de onderhandelingsronden op raadswerkgroepniveau aan de uitwerking
                  van interne regels werkt die de lidstaten en de EU onderling moeten vaststellen. Waarover
                  gaan deze interne regels? Kunt u aangeven wat hierbij de inzet van het kabinet is?
               
Geleerde lessen Covid-19 noodwetgeving
De leden van de D66-fractie steunen de gedachtewisseling over geleerde lessen ten
                  aanzien van de Covid-19-noodwetgeving. Zij lezen dat u tijdens de Raad het belang
                  en de noodzaak van parlementaire en rechterlijke controle bij noodwetgeving zal onderstrepen.
                  Zij vragen welke lessen u namens Nederland bij deze gedachtewisseling zal inbrengen
                  en op welke gebieden/onderwerpen u denkt te kunnen leren van andere lidstaten.
               
Tegengaan haatmisdrijven en haatzaaien
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen
                     van de EC om de lijst met eurocrimes uit artikel 83 VWEU uit te breiden met haatmisdrijven
                     en haatzaaien. Zij lezen dat Nederland vanwege gebrek aan haalbaarheid van dit voorstel
                     graag alternatieve of aanvullende voorstellen ziet.
                  
Aan welke voorstellen wordt daarbij gedacht? Wat maakt dat die voorstellen wel haalbaar
                     zouden zijn? Op welke wijze zoekt Nederland daarbij de samenwerking op met Frankrijk,
                     gegeven dat het tegengaan van haatmisdrijven en haatzaaien een prioriteit is van het
                     inkomende Franse Voorzitterschap?
                  
Stand van zaken Europees Openbaar Ministerie
De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat het EOM afgaande op de eerste
                  berichten een voortvarende start lijkt te maken. Kunt u aangeven hoeveel geld de rechtszaken
                  bij het EOM de EU zullen opleveren? Bent u bereid de Kamer elk kwartaal te informeren
                  over dit bedrag? Deze leden lezen voorts dat er nog trajecten voltooid moeten worden
                  voor het EOM volledig operationeel kan zijn. Kunt u aangeven welke trajecten dit zijn?
                  Kunt u aangeven hoe het – na het vonnis van de Sloveense bestuursrechter van 5 oktober
                  – staat met de voordracht van Slovenië voor het EOM? Kunt u bij de aankomende JBZ-raad
                  wederom aandacht vragen voor deze kwestie bij zijn Sloveense evenknie?
               
Toekomstige justitie-onderwerpen
De leden van de D66-fractie lezen dat de EC in het voorjaar van 2022 zal beoordelen
                  in hoeverre de convergentie op het terrein van voorlopige hechtenis en detentieomstandigheden
                  kan bijdragen aan de verbetering van betere grensoverschrijdende justitiële samenwerking.
                  Zij lezen dat er steun is van de lidstaten om goede praktijken uit te wisselen, maar
                  geen draagvlak voor convergentie van standaarden. Deze leden vragen of u naar aanleiding
                  van de presentatie van de EC hierover expliciet aandacht wil vragen voor het naleven
                  van minimumstandaarden voor detentieomstandigheden door andere lidstaten. Dat is van
                  belang voor de effectieve uitvaardiging en uitvoering van het Europees arrestatiebevel
                  (EAB). Daarvoor is ook van belang dat de nationale instantie die beslist over het
                  EAB onafhankelijk is. Deze leden wijzen u erop dat de instantie die daartoe in Nederland
                  is aangewezen, het Openbaar Ministerie, daar niet aan voldoet, omdat u in concrete
                  strafzaken een aanwijzingsbevoegdheid heeft. Deze leden wijzen erop dat deze aanwijzingsbevoegdheid
                  dient te vervallen om te voldoen aan de EU-vereisten. Graag vragen zij u hierop te
                  reageren.
               
Jaarlijkse rapportage EU-Handvest van de grondrechten
De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling uit naar het rapport over de
                  toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten in een digitaal tijdperk in lidstaten
                  en de toelichting daarop van de EC. Deze leden zijn van mening dat het Handvest alleen
                  haar potentieel kan benutten als dit document voldoende bekendheid geniet binnen de
                  lidstaten. Zij constateren dat de bekendheid nog altijd kan verbeteren. Deze leden
                  vragen u daarom of u aandacht kunt vragen voor de bekendheid van het Handvest als
                  het rapport over de toepassing van het EU-Handvest besproken wordt.
               
3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
               
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda. Dit leidt tot enkele vragen bij deze leden. Daarnaast hebben zij nog enkele
                  vragen over andere Europese aangelegenheden op het terrein van binnenlandse zaken
                  en justitie.
               
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021
De leden van de SP-fractie lezen dat de EC een nieuwe Prüm-verordening zal presenteren.
                  Daarover hebben zij de volgende vragen. Het kabinet geeft in de geannoteerde agenda
                  aan dat Prüm voortaan met een centrale router gaat werken. Wat houdt dat in? Daarnaast
                  lezen deze leden dat de EC voornemens is om Europol rechtstreeks toegang te geven
                  tot de Prüm-gegevens. In de consultatie van de EC gaf het kabinet nog aan te onderzoeken
                  wat het betekent om Europol toegang te geven tot deze gegevens. Bent u inmiddels tot
                  een standpunt gekomen hieromtrent en zo ja, wat is dat standpunt? Vindt u het wenselijk
                  wanneer Europol op eigen houtje deze gevoelige, justitiële gegevens kan inzien? Als
                  laatste zijn de leden van de SP-fractie bijzonder gefascineerd door het toevoegen
                  van politiegegevens aan Prüm. Om welke gegevens gaat het hier precies en wat vindt
                  u hiervan? Gaat dit er uiteindelijk tot leiden dat de Letse autoriteiten precies weten
                  wanneer iedere Nederlander met de politie in aanraking is geweest?
               
Dan hebben de aan het woord zijnde leden nog vragen over het tegengaan van haatmisdrijven
                  en haatzaaien. Met de toenemende polarisatie in de maatschappij onderstrepen deze
                  leden het belang van deze strijd. Maar de leden van de SP-fractie lezen in de geannoteerde
                  agenda dat de EC voornemens is om artikel 83 van het VWEU uit te breiden met haatmisdrijven
                  en haatzaaien. Voornoemde leden merken op dat dit een ingrijpend besluit is dat de
                  EU competenties geeft om zich in te spannen tegen deze misdrijven. U spreekt uw teleurstelling
                  uit over de verwachting dat het voorstel om haatmisdrijven en haatzaaien niet op de
                  benodigde unanimiteit van de Europese Raad kan rekenen. Kunt u toelichten waarom zij
                  het nodig acht en het subsidiair en proportioneel vindt om haatmisdrijven en haatzaaien
                  toe te voegen aan artikel 83 VWEU? Kunt u toelichten waarom Nederland in de strijd
                  tegen haatmisdrijven en haatzaaien samenwerking met andere lidstaten nodig acht? Kunt
                  u een overzicht geven van welke verordeningen en richtlijnen op het terrein van binnenlandse
                  zaken en justitie gebaseerd zijn op artikel 83 VWEU?
               
Verslag van de formele JBZ-raad van 7-8 oktober 2021
De leden van de SP-fractie lezen in het verslag van de vorige JBZ-Raad dat er geen
                  minimumstandaarden voor detentie vast zijn gesteld. Daarentegen heeft de EC wel aangekondigd
                  financiering beschikbaar te stellen voor detentie. Voornoemde leden hebben daarover
                  de volgende vragen. Uit welk fonds of potje gaat de EC dit bekostigen? Welke voorwaarden
                  worden er aan dit geld gesteld? Waarom zijn lidstaten eigenlijk niet in staat om de
                  detentieomstandigheden in hun eigen land op orde te stellen? Kunnen enkele lidstaten
                  de financiële verantwoordelijkheid niet aan om voor degelijke detentie te betalen
                  waardoor de EC nu bij moet schieten? Gaat Nederland nu meebetalen aan de gevangenissen
                  in Roemenië terwijl de werkdruk bij onze eigen Dienst Justitiële Instellingen al te
                  hoog is? Of gaat Nederland hier ook geld uit putten? Zo nee, waarom niet? Als Slowakije
                  hier geld voor vraagt dan kan u wellicht ook een bijdrage krijgen voor uw plannen
                  in Vlissingen, Lelystad en Vught. Deze leden ontvangen op dit punt graag een reactie.
               
Negende editie van het door de Europese Commissie jaarlijks gepubliceerde Europees
                     Justitie Scorebord (EJS)
De leden van de SP-fractie hebben, zoals inmiddels gebruikelijk, aandacht voor de
                  staat van de rechtsstaat in de diverse lidstaten. Lidstaten zijn daar zelf primair
                  voor verantwoordelijk. Toch lijken diverse lidstaten er een loopje mee te nemen. Voornoemde
                  leden constateren dat in Nederland landen zoals Hongarije en Polen het publieke debat
                  domineren. Maar deze leden merken op dat ook andere lidstaten het minder nauw nemen
                  met de rechtstaat, zij denken onder andere aan Roemenië, Malta en Tsjechië. Kunt u
                  toelichten over welke lidstaten u zorgen heeft over de situatie van de rechtsstaat
                  en hoe u daar aandacht voor vraagt in de diverse gremia?
               
De leden van de SP-fractie ontkomen er niet aan om opnieuw stil te staan bij Polen.
Het Poolse Constitutionele Hof heeft Artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten
                     van de Mens in strijd met de Poolse Grondwet verklaard.1 Kunt u op dit nieuwe dieptepunt reageren? Vindt u nog altijd dat er sprake is van
                     «wederzijds vertrouwen» in de rechtsstaat van Polen? Zo nee, welke conclusies verbindt
                     u hier aan?
                  
4. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie
               
Geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021
Richtlijn kritieke entiteiten (CER-richtlijn)
De leden van de Volt-fractie constateren dat een voor het kabinet belangrijk punt
                     ten aanzien van de Richtlijn kritieke entiteiten een uitzonderingsclausule voor nationale
                     veiligheid is. Waarom houdt u vast aan een algemeen geformuleerde uitzonderingsclausule?
                     Ziet u ruimte voor andere vormen van uitzonderingsclausules? Zoals een specifieke
                     uitzonderingsclausule? Zo nee, waarom niet?
                  
Hoe kan Europese samenwerking bijdragen aan het vergroten van nationale veiligheid?
Uitvoering interoperabiliteit
Ten aanzien van de uitvoering interoperabiliteit vragen de leden van de Volt-fractie
                  of het mogelijk is dat u niet instemt met de aangepaste planning omtrent de uitvoering
                  interoperabiliteit. Zo ja, waar hangt dit van af? Onder welke voorwaarden bestaat
                  die mogelijkheid?
               
Samenwerking tussen de contraterrorisme autoriteiten
Hoewel u geen discussie verwacht ten aanzien van de EU contraterrorisme coördinator
                  (EUCTC), vragen de leden van de Volt-fractie wat de voornaamste prioriteiten van Nederland
                  zijn voor de komende periode van de EUCTC. Spreekt u hierover met andere EU-lidstaten?
                  Zo ja, met welke lidstaten? Voor zover er de mogelijkheid bestaat om vragen te stellen
                  aan de Counter Terrorism Group (CTG), welke vragen zal u dan stellen?
               
Politiesamenwerkingscode
De leden van de Volt-fractie lezen dat u verwacht dat de politiesamenwerkingscode
                  naar verwachting zal zien op de modernisering van informatie-uitwisseling en communicatie.
                  Welke belemmeringen in de informatie-uitwisseling en communicatie tussen de lidstaten
                  en grensoverschrijdende operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving
                  ervaart Nederland op dit moment? Heeft u ideeën over hoe de politiesamenwerkingscode
                  verbeterd kan worden? Zo ja, welke?
               
Prüm
Hoe staat u tegenover de van de EC verwachtte uitbreiding van de gegevenscategorieën
                  die kunnen worden uitgewisseld, met gezichtsbeelden en politiebestanden? Hoe oordeelt
                  u over dit voorstel in het kader van mensenrechten, met name het recht op bescherming
                  van persoonsgegevens en het recht op bescherming van het privéleven, en de Europese
                  privacywetgeving? Onder welke voorwaarden acht u het gebruik van deze gegevenscategorieën
                  toelaatbaar? Welke criteria worden daarbij afgewogen?
               
Verordening e-evidence
De leden van de Volt-fractie lezen dat los van de onderhandelingen over de e-evidence
                  verordening internationaal wordt onderhandeld over een overeenkomst tussen de EU en
                  de VS inzake de overlevering van elektronisch bewijsmateriaal. Onder meer het ontbreken
                  van een akkoord over de e-evidence verordening is een complicerende factor in deze
                  onderhandelingen. In hoeverre spelen AVG-regels omtrent doorgifte van persoonsgegevens
                  een rol in het bereiken van een overeenkomst tussen de EU en de VS? Welke waarborgen
                  worden getroffen om eventuele risico’s zoveel mogelijk te mitigeren? Ziet u daar risico’s?
                  Wordt daar tussen de lidstaten op dit moment nog over gesproken? Zo ja, waarover precies?
               
EU toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
U spreekt uit voorstander te zijn van een zo snel mogelijke toetreding van de EU tot
                  het EVRM. De leden van de Volt-fractie sluiten zich daarbij aan. Daarom de vraag:
                  hoe zet u zich actief in voor het werk aan de EU-interne regels parallel aan de onderhandelingen
                  in Straatsburg? Welke politieke en juridische belemmeringen zijn er op dit moment?
               
Geleerde lessen Covid-19 noodwetgeving
Ten aanzien van de geleerde lessen Covid-19 noodwetgeving geeft u aan in te zetten
                  op het belang van een goed functionerende rechtsstaat en de noodzaak van parlementaire
                  en rechterlijke controle bij noodwetgeving. Volgens de leden van de Volt-fractie hoort
                  daar ook bij dat (vrijheidsbeperkende) maatregelen worden ingetrokken zodra zij niet
                  langer proportioneel zijn. Onderstreept u dit?
               
Tegengaan haatmisdrijven en haatzaaien
Ten aanzien van het bestrijden van haatmisdrijven en haatzaaien vragen de leden van
                  de Volt-fractie welke aanvullende of alternatieve voorstellen om het probleem aan
                  te pakken Nederland zelf zou voorstellen. Daarnaast de vraag of, en zo ja, hoe u zich
                  inzet om tot een gezamenlijk besluit te komen op het gebied van seksuele gerichtheid
                  en bredere LHBTIQ-problematiek. Bent u daarover in dialoog met andere lidstaten? Zo
                  ja, met welke lidstaten en wat is daarbij de Nederlandse inzet?
               
Stand van zaken Europees Openbaar Ministerie
Ten aanzien van het EOM vragen de leden van de Volt-fractie wat de eerste ervaringen
                  zijn met het functioneren van het EOM en of u kunt toelichten of u de ruimte ziet
                  voor een eventuele uitbreiding van het mandaat van het EOM.
               
II. Reactie van de bewindspersonen
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.