Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Vestering over interne analyses en afwegingen aangaande de gaswinning Ternaard en de aanleg van een elektrische stroomkabel onder de Wadden
Vragen van de leden Van Raan en Vestering (beiden PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over interne analyses en afwegingen aangaande gaswinning bij Ternaard en de aanleg van een elektrische stroomkabel onder de Wadden (ingezonden 24 november 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
            van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Economische Zaken
            en Klimaat (ontvangen 6 december 2021).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Noardeast Fryslan roept Den Haag opnieuw op gaswinning Waddenzee
               niet toe te staan»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u aangeven welke veranderingen er zijn aangebracht naar aanleiding van ingediende
               zienswijzen? Kunt u aangeven van wie deze zienswijzen afkomstig waren?
            
Antwoord 2
            
Van vrijdag 27 augustus tot en met donderdag 7 oktober 2021 hebben het ontwerpinpassingsplan
               met de ontwerpuitvoeringsbesluiten, het milieueffectrapport (MER) en de onderliggende
               stukken voor de gaswinning Ternaard ter inzage gelegen. Op de ontwerpbesluiten zijn
               binnen de zienswijzentermijn 110 zienswijzen van particulieren en belangenorganisaties
               binnengekomen, waarvan 49 unieke zienswijzen, en 3 reacties van overheden.
            
De ingediende zienwijzen en reacties zullen, tezamen met het advies van de Commissie
               voor de milieueffectrapportage op het MER, zorgvuldig worden bestudeerd en betrokken
               bij de definitieve besluitvorming, thans voorzien in maart 2022. Hierop kan niet vooruit
               worden gelopen. Alle schriftelijk ingebrachte zienswijzen en reacties worden beantwoord
               in een Nota van Antwoord die tezamen met de definitieve besluiten ter inzage zal worden
               gelegd.
            
De zienswijzen en reacties op het ontwerpinpassingsplan, de ontwerpuitvoeringsbesluiten
               en het MER zijn integraal opgenomen in de inspraakbundel «Zienswijzen en reacties
               op ontwerpbesluiten Gaswinning Ternaard». Deze bundel is in te zien op https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecte…, waarbij de zienswijzen van burgers zijn geanonimiseerd.
            
Transparantie vormt een belangrijk uitgangspunt bij de uitvoering van de vergunningsprocedure
               op basis van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Alle beschikbare informatie omtrent
               het project gaswinning Ternaard binnen de RCR-procedure wordt steeds beschikbaar gesteld
               via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Bureau Energieprojecten.
               Aanvullend is binnen de Pilot Omgevingsproces Ternaard, die in 2016 is gestart, gekeken
               hoe informatie samenhangend kan worden gepresenteerd en op een laagdrempelige manier
               kan worden gedeeld. Hier is onder meer invulling aangegeven via de verspreiding van
               nieuwsbrieven en het organiseren van informatiebijeenkomsten. Ik ben me er echter
               van bewust dat ook vanuit mijn ministerie nog verdere verbeteringen mogelijk zijn
               als het gaat om het eenduidig aanbieden van alle relevante informatie.
            
Vraag 3
            
Heeft de beoogde «operator» (Nederlandse Aardolie Maatschappij) een zienswijze over
               het concept-instemmingsbesluit ingediend? Zo ja, kunt u deze delen met de Kamer?
            
Antwoord 3
            
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft geen zienswijze ingediend.
Vraag 4
            
Refereerde u, toen u tijdens het commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 15 september
               2021 meedeelde dat u zoals gebruikelijk de juridische positie heeft laten beoordelen
               door de eigen juristen, aan een juridische beoordeling ter voorbereiding van uw beslissing
               om op 27 augustus 2021 een concept-instemmingsbesluit te publiceren voor het winnen
               van aardgas onder de Waddenzee bij Ternaard of refereerde u aan een andere interne
               juridische beoordeling? Zo ja, aan welke andere juridische beoordeling refereerde
               u en kunt u deze met de Kamer delen? Zo nee, waar verwees u dan naar en kunt u dit
               met de Kamer delen?2
Antwoord 4
            
Hierbij verwees ik naar de interne juridische beoordeling door de juristen van de
               Ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
               (LNV) met betrekking tot de rechtmatigheid van het door mij te nemen besluit ter instemming
               met het winningsplan Ternaard op basis van de Mijnbouwwet en het door de Minister
               van LNV te nemen besluit met betrekking tot het verlenen van een vergunning op basis
               van de Wet natuurbescherming (Wnb). Deze juridische beoordeling is opgenomen in het
               op 27 augustus 2021 ter inzage gelegde ontwerpinstemmingsbesluit winningsplan Ternaard
               en de ontwerp Wnb-vergunning gaswinning Ternaard. Beiden zijn te raadplegen via https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecte….
            
Naar aanleiding van mijn toezegging tijdens het commissiedebat heb ik deze interne
               juridische beoordeling met de Kamer gedeeld in mijn brief met betrekking tot de vergunningverlening
               gaswinning Ternaard van 27 september 20213, zoals ook vermeld in de door mij beantwoorde Kamervragen van het lid Van Raan van
               8 oktober 20214 en de door de Minister van LNV beantwoorde Kamervragen van het lid Vestering van
               3 november 20215.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat u tijdens het bovengenoemde commissiedebat alleen verwees naar een «beoordeling
               van de juridische positie door de eigen juristen», die gemaakt werd voorafgaand aan
               de publicatie van het concept-instemmingsbesluit op 27 augustus 2021? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 5
            
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
            
Is er een (andere) juridische beoordeling gemaakt door zowel de juristen van het Ministerie
               van Economische Zaken en Klimaat als door juristen van het Ministerie van Landbouw,
               Natuur en Voedselkwaliteit? Zo nee, wat voor beoordeling is er gedaan? Zo ja, kunt
               u beide beoordelingen delen met de Kamer?
            
Antwoord 6
            
Er is geen andere interne juridische beoordeling gemaakt dan genoemd in het antwoord
               op vraag 4.
            
Vraag 7
            
Erkent u dat de brief «Vergunningverlening gaswinning Ternaard», waar u naar verwijst
               in antwoorden op vragen van de Partij voor de Dieren niet dezelfde is als de «beoordeling
               van de juridische positie door de eigen juristen» gemaakt vóór 27 augustus 2021, zoals
               u meedeelde tijdens het commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 15 september 2021? Zo
               ja, klopt het dat de brief gebaseerd is op een interne juridische analyse? Zo nee,
               waarom niet?6, 7
Antwoord 7
            
De juridische beoordeling in de Kamerbrief van 27 september 2021 over de vergunningverlening
               gaswinning Ternaard is gebaseerd op de interne juridische beoordeling die ten grondslag
               ligt aan het ontwerpinstemmingsbesluit met het winningsplan Ternaard en de ontwerp
               Wnb-vergunning gaswinning Ternaard die op 27 augustus 2021 ter inzage zijn gelegd.
            
Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat8 is de Kamerbrief vergunningverlening gaswinning Ternaard aangevuld met een interne
               juridische beoordeling van de mogelijkheden om op basis van de artikelen 9, 18, 21
               en 49 van de Mijnbouwwet een winningsvergunning te weigeren of in te trekken en de
               mogelijkheid om op basis van artikel 7a van de Mijnbouwwet een omgevingsvergunning
               voor de gaswinning Ternaard te weigeren.
            
Vraag 8
            
Kunt u alle interne juridische beoordelingen (en gevraagde achterliggende onderzoeken)
               door eigen juristen delen met de Tweede Kamer, ruimschoots voor het commissiedebat
               Wadden van 7 december 2021? Zo nee, kunt u aangeven waarom de eigen beoordeling van
               het departement wel relevant is om te noemen in een debat maar niet aan de Kamer gestuurd
               wordt, wanneer de Kamer daarom vraagt?
            
Antwoord 8
            
Hierbij verwijs ik naar het antwoord op vraag 4 en 5, en de Kamerbrief van 27 september
               20219.
            
Vraag 9
            
Klopt het dat de Landsadvocaat niet door u is betrokken bij de beoordeling van de
               juridische positie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, voorafgaand
               aan de terinzagelegging van het concept-instemmingsbesluit, zoals u aangaf in het
               commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 15 september 2021? Zo ja, waarom niet? Zo nee,
               wat was het oordeel van de Landsadvocaat?
            
Antwoord 9
            
Dat is juist. Zoals ik heb aangegeven in het commissiedebat is het gebruikelijk om
               de juridische positie te laten beoordelen door de eigen juristen en niet door de landsadvocaat.
               Hierbij verwijs ik naar de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid De Groot
               door de Minister van Rechtsbescherming10 waarin is aangegeven dat als uitgangspunt geldt dat de Staat en zijn bestuursorganen
               ervoor zorg dragen dat voldoende juridische deskundigheid aanwezig is binnen de Rijksoverheid,
               zodat gepaste terughoudendheid kan worden betracht bij het inschakelen van de landsadvocaat
               en andere externe juridische bijstandsverleners in zaken waarin bijstand niet in de
               wet is voorgeschreven.
            
Nadien hebben de Minister van LNV en ik besloten om de landsadvocaat advies te vragen
               als reflectie op de door de Kamer gevraagde juridische analyses van de Rijksuniversiteit
               Groningen en de Waddenacademie. Deze adviezen zijn aan de Kamer gezonden per brief
               van 26 november 202111.
            
Vraag 10
            
Als de Landsadvocaat niet betrokken is geweest, waarom achtte u het dan nodig om tijdens
               het debat te wijzen op de gevoeligheden van een advies door de Landsadvocaat over
               aardgaswinning onder de Waddenzee «wanneer er processen te verwachten zijn en wij,
               of we dat nou wel of niet willen, procespartij zijn»?12
Antwoord 10
            
In een mogelijke beroepsprocedure bij de Raad van State op basis van de definitieve
               besluitvorming over de vergunningverlening voor de gaswinning Ternaard kan de Staat
               zich laten vertegenwoordigen door de landsadvocaat. De overheid moet, net als elke
               andere procespartij, vrijelijk kunnen spreken met de advocaat die haar vertegenwoordigt
               in (toekomstige) rechterlijke procedures, zonder het risico dat adviezen die in dat
               verband worden gegeven openbaar worden. Dit zou immers betekenen dat ook juridische
               risicotaxaties en processtrategische afwegingen openbaar worden die de positie van
               de overheid in een rechterlijke procedure ernstig kunnen benadelen.
            
Vraag 11
            
Klopt het dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij gebruik kan maken van de verhoogde
               investeringsaftrek voor gaswinning op de Noordzee? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer
               zal deze aanvraag gedaan kunnen worden?
            
Antwoord 11
            
Ja, de NAM kan voor zover het de gaswinning op de Noordzee betreft gebruik maken van
               de verhoogde investeringsaftrek. De verruimde aftrekmogelijkheden gelden met terugwerkende
               kracht sinds 1 januari 2020. Dat betekent dat bedrijven die na die datum investeringen
               in de opsporing of winning van aardgas op de Noordzee hebben gedaan of nog gaan doen,
               gebruik kunnen maken van een generieke aftrek van 40%. De investeringsaftrek ziet
               echter uitsluitend op het opsporen of winnen van aardgas op de Noordzee. In het Convenant
               investeringsaftrek kleine velden op land13 is door het kabinet met de operators van de kleine velden op land (inclusief de Waddenzee)
               afgesproken dat zij vrijwillig afzien van de investeringsaftrek. Alle (mede) vergunninghouders
               voor kleine velden op land hebben het convenant ondertekend. De NAM kan dus voor de
               gaswinning Ternaard geen gebruik van maken van de investeringsaftrek.
            
Vraag 12
            
Kunt u de uitkomsten van de Passende Beoordeling ten aanzien van gaswinning bij Ternaard
               met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 12
            
De Passende Beoordeling is onderdeel van de aanvraag Wnb-vergunning gaswinning Ternaard
               en te raadplegen via https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecte….
            
Vraag 13
            
Kunt u aangeven wat het standpunt van de noordelijk provincies en de Waddeneilanden
               is ten aanzien van gaswinning bij Ternaard? Kunt u de gespreksverslagen hierover delen
               met de Kamer? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 13
            
Als onderdeel van het Omgevingsproces Ternaard14 hebben mijn voorgangers en ik intensief gesproken met decentrale overheden over de
               voorgenomen gaswinning Ternaard. Van deze gesprekken zijn geen gespreksverslagen gemaakt.
               Wel hebben decentrale overheden schriftelijk hun standpunt inzake de voorgenomen gaswinning
               aan mij kenbaar gemaakt.
            
De provincie Fryslân heeft per brief van 5 oktober 202115, in lijn met eerdere brieven en het Fries manifest van begin 2016, in reactie op
               de terinzagelegging van de ontwerpbesluiten ten behoeve van de voorgenomen gaswinning
               Ternaard aangegeven nog steeds tegen nieuwe gaswinning te zijn en adviseert niet in
               te stemmen met de gaswinning Ternaard en het instemmingsbesluit met het winningsplan
               Ternaard niet af te geven alsmede het bijbehorende inpassingsplan met onderliggende
               adviezen en besluiten niet vast te stellen.
            
De provincies Noord-Holland en Groningen hebben per brief van respectievelijk 30 september
               2021 en 7 oktober 2021 verzocht te stoppen met het verlenen van vergunningen die de
               natuur op het Wad belasten, zoals gas- en zoutwinning en te stoppen met gaswinning
               uit kleine velden in en nabij de Waddenzee.
            
Op 6 februari 2021 hebben volksvertegenwoordigers uit de Waddenprovincies een manifest
               aan mij aangeboden waarin zij ervoor pleiten om te stoppen met de winning van diepe
               delfstoffen onder de Waddenzee en nieuwe gas- en zoutwinningen in het Waddengebied
               niet toe te staan.
            
Op 18 juni 2018 heeft het Samenwerkingsverband van de Waddeneilanden per brief opgeroepen,
               in lijn met de hierboven beschreven standpunten van de Waddenprovincies, vanwege de
               unieke kenmerken van het Waddengebied en de Waddenzee als Werelderfgoed de gaswinning
               in en rondom het Waddengebied niet op te voeren maar juist af te bouwen.
            
Vraag 14
            
Klopt het dat noordelijke provincies en de Waddeneilanden hun wensen met betrekking
               tot de aanlanding van de stroomkabel bij het Rijk kenbaar hebben gemaakt? Zo ja, wat
               zijn de wensen van de provincies en van de Waddeneilanden? Kunt u de wensen in uw
               beantwoording uitsplitsen per bevoegdheid?
            
Antwoord 14
            
Ja, dit hebben zij bekendgemaakt in het gezamenlijke Regioadvies Net op zee Ten Noorden
               van de Waddeneilanden. Dit is in te zien op https://www.rvo.nl/sites/default/files/2021/01/Regioadvies_Net_op_zee_T….
            
In het Regioadvies hebben de betrokken partijen de tracéalternatieven afgewogen op
               basis van vijf criteria:
            
1. Maatschappelijk draagvlak;
2. Draagvlak van lokale en regionale stakeholders;
3. Ruimtelijke inpassing, omgevingskwaliteit en milieu & gezondheid;
4. Conflicterende belangen in toekomstig ruimtegebruik en netcapaciteit;
5. Meekoppelkansen.
Op basis hiervan geven de betrokken partijen gezamenlijk aan dat zij een voorkeur
               hebben voor het tracé Eemshaven Oost. Vanwege de technische complexiteit en lastige
               vergunbaarheid daarvan kan Eemshaven West ook worden overwogen als voorkeursalternatief,
               aldus de regiopartijen. Hieraan hebben de regiopartijen enkele voorwaarden gesteld.
               Dit betreft een gedragen gebiedsproces, een gebiedsfonds, een corridor in de Waddenzee
               om toekomstige verstoringen zoveel mogelijk te voorkomen, het beschikbaar stellen
               van HDD-boringen (horizontale boringen), het behouden van de Noord-Groningse kuststrook
               als hoogwaardig landbouwgebied, onderzoek naar de impact van laagfrequent geluid,
               monitoring en compensatie van verzilting, en mitigatie en/of compensatie van negatieve
               gevolgen voor de bodemstructuur van het kwelderlandschap.
            
Eemshaven West is in januari 2021 vastgesteld als voorkeursalternatief. De afgelopen
               periode hebben wij samen met de regiopartijen aan de uitwerking van de randvoorwaarden
               gewerkt. Zoals de Staatssecretaris van EZK heeft toegelicht in de Kamerbrief Verkenning
               aanlanding wind op zee 2030 (VAWOZ)16, heeft zij besloten om de aanlanding van het windpark Ten Noorden van de Waddeneilanden
               in een gezamenlijk proces met de aanlanding van Windgebied 5-oost op te pakken. Hierin
               zullen ook de randvoorwaarden verder worden uitgewerkt.
            
Vraag 15
            
Wat is het standpunt van de noordelijke provincies en de Waddeneilanden aangaande
               de impact van de stroomkabel op de natuur?
            
Antwoord 15
            
In hun afweging tussen de verschillende kabeltracés hebben de regiopartijen vijf criteria
               meegewogen.Ruimtelijke inpassing, omgevingskwaliteit en milieu & gezondheid betreft één van deze criteria.
            
Daarnaast vragen de regiopartijen specifiek aandacht voor de aantasting van de kwelders,
               het beschikbaar stellen van HDD-boringen en de meekoppelkans natuurontwikkeling. In
               de optimalisering van het Eemshaven West tracé het afgelopen half jaar is dit meegenomen.
               Dit heeft geleid tot een geoptimaliseerd tracé waarbij de kwelders worden ontzien
               door HDD-boringen toe te passen.
            
De regiopartijen hebben eveneens gevraagd om de afweging over de aanlanding zoveel
               mogelijk integraal en toekomstbestendig te doen. Daarom heeft de Staatssecretaris
               van EZK besloten om de aanlanding van het windpark Ten Noorden van de Waddeneilanden
               in een gezamenlijk proces met de aanlanding van Windgebied 5-oost op te pakken, waarbij
               ook toekomstige aanlandingen worden meegenomen. In dit programma neemt de Staatssecretaris
               van EZK de opgedane kennis mee.
            
Vraag 16
            
Kunt u de gespreksverslagen over de stroomkabel delen met de Kamer? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 16
            
Ja, deze gespreksverslagen zijn als bijlage bijgevoegd17.
Vraag 17
            
Kunt u deze vraag een voor een beantwoorden, voorafgaand aan het commissiedebat Wadden
               op 7 december 2021, zonder daarbij te verwijzen naar eerdere antwoorden?
            
Antwoord 17
            
Ja. Wel heb ik bij de beantwoording van een aantal vragen een verwijzing opgenomen
               naar eerdere antwoorden wanneer dit nuttig is om de geschiedenis van de communicatie
               hierover met de Kamer te duiden ofwel aan te geven waar nadere context kan worden
               gevonden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.