Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de uitzondering gedupeerde leerlingen vermist examenwerk
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 501 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 10 december 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
over de brief van 8 juni 2021 over postbezorging examenwerk (Kamerstuk 31 289, nr. 467) en over de brief van 9 juni 2021 over uitzondering gedupeerde leerlingen vermist
examenwerk (Kamerstuk 31 289, nr. 469).
De vragen en opmerkingen zijn op 14 september 2021 aan de Minister voor Basis- en
Voortgezet Onderwijs en Media voorgelegd. Bij brief van 3 december 2021 zijn de vragen
beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, De Jong-van de Graaf
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
3
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
4
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
4
II
Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
4
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brieven rondom de signalen
met betrekking tot vermissing of vertraging van examenpost 2021 en hebben hierover
nog enkele vragen.
De leden lezen in de brief dat de Minister naar aanleiding van de ontstane situatie
gaat bezien hoe de verantwoordelijkheid van scholen voor verzending van examenwerk
aangescherpt kan worden. Dit gaat de Minister doen in afstemming met betrokken partijen,
zoals de VO-raad. Heeft deze afstemming inmiddels plaatsgevonden? Wat kwam hieruit?
Op welke manier gaat de Minister de verantwoordelijkheid van scholen voor verzending
van examenwerk aanscherpen, zo vragen de leden.
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Minister ook in 2019 en 2020 onderzoek
heeft gedaan naar het verbeteren van de verzending van examenwerk van scholen, destijds
ook naar aanleiding van verloren postzakken met gemaakt examenwerk. Toen kwam uit
onderzoek dat het inzetten van digitalisering bij de verzending van het correctiewerk
van de papieren ce’s1 een enorme organisatie- en uitvoeringslast voor scholen meebrengt. Is het standpunt
van de Minister, na het incident in 2021, hierover gewijzigd? Is de Minister van mening
dat digitalisering van het correctieproces tussen scholen een oplossing is bij het
voorkomen van het verliezen van postzakken examenwerk? Zo ja, waarom? Welke gevolgen
heeft dit voor de organisatie- en uitvoeringslast van scholen? Zo nee, welk aanvullend
onderzoek heeft de Minister dit jaar gedaan, boven op het onderzoek uit 2020, waaruit
blijkt dat de huidige inspanningen van scholen toch afdoende zijn, zo vragen de leden.
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre het mogelijk is om fysieke verzending
van examens via postservice in combinatie met digitale verzending mogelijk te maken.
Hoe kijkt de VO-raad2 naar deze suggestie? Is het standpunt van de VO-raad hierin ongewijzigd ten opzichte
van mei 2020? Toen informeerde de Minister de Kamer erover dat de VO-raad hier geen
voorstander van was, aangezien deze optie veel extra organisatielast en administratieve
last voor scholen oplevert. Zorgt het incident met de examenpost 2021 voor een ander
standpunt bij de VO-raad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het nieuwe standpunt
van de VO-raad en de Minister hierin, zo informeren deze leden.
Tot slot merken de leden op dat de Minister de Kamer in april 2021 informeerde over
de voortgang van het implementatieplan digitale examens vmbo. In 2021 is een grootschalige
pilot gepland met het afnemen van digitale examens in het vmbo-bb3 en -kb4. De leden vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot deze pilot en wanneer
de Kamer de uitkomsten hiervan kan verwachten.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Kamerstukken
ten behoeve van het schriftelijk overleg Examenwerk. Zij hebben nog enkele vragen
en opmerkingen over het tweede en derde tijdvak en over het voortgezet speciaal onderwijs.
Tweede tijdvak
De leden van de D66-fractie betreuren het dat bij een aantal scholen het examenwerk
kwijt is geraakt in het eerste tijdvak. Eerder stelden deze leden hier schriftelijke
vragen over en meldde de Minister dat 150 leerlingen hier de dupe van waren. Deze
leden zijn er positief over dat de Minister er toen voor gekozen heeft deze leerlingen
hun cijfer te laten ontvangen op basis van de eerste correctie, of dat zij de keuze
hadden het examen opnieuw af te leggen in het tweede tijdvak, zodat de getroffen leerlingen
van deze fout de minst mogelijke hinder hebben ondervonden. Graag vernemen de voornoemde
leden hoe de bezorging van examens in het tweede en derde tijdvak is verlopen. Zijn
er in de overige tijdvakken examens kwijtgeraakt? Zo ja, hoeveel? Is dit op dezelfde
manier opgelost? Welke afspraken heeft de Minister gemaakt met PostNL voor de komende
jaren om dergelijke situaties te voorkomen, zo vragen de leden.
Voortgezet speciaal onderwijs
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen met betrekking tot de examens
in het voortgezet speciaal onderwijs. Zo hebben niet alle scholen in het voortgezet
speciaal onderwijs een examenlicentie, waardoor leerlingen vaak het staatsexamen afleggen.
Deze leerlingen maken hetzelfde centraal schriftelijk examen als leerlingen in het
regulier onderwijs, maar zij krijgen hun cijfers pas na hun mondelinge examen zes
weken later. Dit betekent dat leerlingen in het regulier onderwijs kunnen anticiperen
op zwakke vakken aan de hand van hun schoolexamencijfer, terwijl dit voor scholieren
in het vso5 niet mogelijk is bij aanvang van hun mondeling examen. Hoe kijkt de Minister naar
dit verschil tussen het vso en het regulier onderwijs? Is hij van mening dat hier
sprake is van een ongelijkwaardige situatie? De leden vragen of hij de mening deelt
dat leerlingen in het vso ook een kans verdienen om zich optimaal voor te bereiden
in de examenperiode.
Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie de Minister of hij al besloten heeft
de motie van het lid Van Meenen c.s. over deelcertificaatkandidaten in vso en vavo
de aankomende twee jaar twee herkansingen bieden6, volgend jaar gewoon uit te voeren. Deze leden vragen de Minister hetzelfde in het
kader van de motie van het lid Van Meenen c.s. over deelcertificaatkandidaten in vso
en vavo minimaal twee jaar toegang geven tot de duimregeling7. Welke stappen heeft de Minister bijvoorbeeld tot op heden gezet om genoeg capaciteit
te creëren om de twee herkansingen te bieden, zo vragen de voornoemde leden.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brieven over het examenwerk.
Zij hebben hier nog enkele vragen over.
Allereerst willen de leden opmerken dat zij het erg vervelend vonden voor de betreffende
leerlingen dat hun examenwerk vermist raakte. De leden vragen of deze leerlingen ook
daadwerkelijk allemaal een passende oplossing hebben gekregen in de vorm van de opties
die de Minister aanbood. Hoeveel leerlingen zijn uiteindelijk niet geslaagd vanwege
het vermist raken van hun examenwerk? De Minister heeft twee opties aangeboden om
leerlingen tegemoet te komen, namelijk een cijfer op basis van eerste correctie of
het examen opnieuw afleggen in het tweede tijdvak. Dat was bij hoge uitzondering,
tevens vanwege de bijzondere omstandigheden afgelopen schooljaar. Wat gebeurt er indien
dit schooljaar opnieuw examenwerk vermist raakt? Krijgen die gedupeerde leerlingen
dan ook deze opties om uit te kiezen of geldt voor hen dan een andere regel, zo vragen
de leden.
Daarnaast zijn de leden van de SP-fractie benieuwd naar hoe vaak het in het verleden
al is voorgekomen dat examenwerk vermist raakte bij de post. Welke alternatieven zijn
er om ervoor te zorgen dat examenwerk niet meer vermist kan raken? Hoe kijkt de Minister
bijvoorbeeld aan tegen het op een beveiligde digitale manier verzenden van gemaakt
examenwerk? Wat zijn hier de voor- en nadelen van? Wordt deze optie ook meegenomen
in de gesprekken over de aanscherping van de verzending van examenwerk, in afstemming met betrokken partijen? Welke andere opties overweegt de Minister
zelf om dit in de toekomst te voorkomen, zo informeren de leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de onderhavige brieven.
Ongeveer 150 leerlingen werden de dupe van vermissing van gemaakt examenwerk en kregen
bij wijze van hoge uitzondering de keuze om ofwel hun cijfer te krijgen op basis van
de eerste correctie, ofwel het examen opnieuw af te leggen in het tweede tijdvak.
De Minister zou naar aanleiding van de ontstane situatie bezien hoe de verantwoordelijkheid
van scholen voor de verzending van examenwerk kan worden aangescherpt. De leden vragen
of de Minister kan melden of postbezorging ten behoeve van de tweede en derde termijn
wel geheel vlekkeloos is verlopen. Kan hij specificeren tot welke aanscherpingen hij,
in afstemming met de betrokken partijen, is gekomen? Heeft de Minister ook de scholierenorganisatie
LAKS hierbij gerekend tot de betrokken partijen? Hoe oordeelt deze over deze aanscherpingen,
zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
Ik dank de leden van uw Kamer voor de vragen en opmerkingen naar aanleiding van de
Kamerbrieven over vermist examenwerk in 2021. In de vragen van de fracties komt een
aantal thema’s prominent naar voren. Daarom zal ik de vragen zoveel mogelijk met een
thematische samenhang beantwoorden. Onder A. Verzending examenwerk beantwoord ik de
vragen die zijn gesteld over de verzending van het examenwerk in het afgelopen schooljaar
en daarvoor. Binnen dit eerste blok ga ik achtereenvolgens in op vragen over: verloop
verzending examenwerk in het verleden; hoe de verzending in 2021 is verlopen en over
de gekozen noodoplossing in 2021. Onder B. Aanpak verzending examenwerk beantwoord
ik vragen die zijn gesteld over de uitkomsten van de afstemming die heeft plaatsgevonden;
de voorgestelde aanpak voor 2022 e.v.; en de werkwijze bij kwijtraken examenwerk in
2022. Onder C. Overig ga ik in op de overige thema’s, te weten het voortgezet speciaal
onderwijs en de pilot digitale examens vmbo-bb en -kb.
A. Verzending examenwerk
De leden van de SP-fractie vragen hoe vaak het in het verleden is voorgekomen dat
examenwerk vermist raakte bij de post.
In het Eindexamenbesluit VO (hierna: EB VO) is geregeld in artikel 41 dat scholen
verantwoordelijk zijn voor de uitwisseling van gemaakt examenwerk om te kunnen komen
tot een goede en snelle uitvoering van de eerste én tweede correctie. Dat was de afgelopen
examenperiode extra ingewikkeld omdat de beschikbare tijd hiervoor beperkt was door
de maatregelen rond de examens. De tijdvakken waren korter zodat er ook minder tijd
was het werk uit te wisselen. De verzending van het examenwerk is daarbij niet voorbehouden
aan één (markt)partij. Scholen hebben de ruimte om de wijze van verzending zelf te
kiezen. Zo kunnen scholen bijvoorbeeld kiezen voor het gebruikmaken van een koeriersdienst,
maar ook kiezen voor verzending via een postservice. In de praktijk maken zeer veel
scholen gebruik van die laatste optie. Naar schatting wordt het meeste examenwerk
verzonden via PostNL. Dat zou gaan om vele tienduizenden zendingen die over het algemeen
goed verlopen. Navraag wijst uit dat in het verleden enkele zendingen zijn kwijtgeraakt
die het gemaakte examenwerk van één of meer scholen bevatten. Een exact landelijk
cijferbeeld hiervan is er eveneens niet, maar de signalen die er zijn duiden op incidenten
van beperkte omvang. Dit beeld wordt door de inspectie beaamd, met als negatieve uitschieter
het jaar 2019. Toen informeerde ik u in antwoord op Kamervragen dat een zestal gevallen
bekend was waarin examenwerk was kwijtgeraakt.8 Daarvan bleek dat een deel gestolen was, een deel weer terecht kwam en een deel niet
werd teruggevonden. Leerlingen wiens examenwerk niet volledig gecorrigeerd was, moesten
toen het examen opnieuw afleggen in het tweede tijdvak.
De leden van de SP-fractie vragen of de leerlingen die geraakt waren in 2021 door
het kwijtgeraakte examenwerk een passende oplossing hebben gekregen in de vorm van
de opties die de Minister aanbood. Ook vragen zij hoeveel leerlingen uiteindelijk
niet geslaagd zijn vanwege het vermist raken van hun examenwerk.
Afgelopen jaar is er één zending kwijtgeraakt dat het werk van drie scholen bevatte.
Met de drie getroffen scholen is direct contact gelegd, ook over de keuze en afhandeling
van de noodoplossing die werd geboden. Aan alle 139 leerlingen die het betrof is de
keuze voorgelegd: het opnieuw afleggen van het verloren geraakte examen of de uitslag
laten vaststellen op basis van de scores voortkomend uit de eerste correctie door
de eigen docent. Van de 139 leerlingen hebben er 10 gekozen voor de eerste mogelijkheid
en 129 voor de tweede mogelijkheid. Hoe dit incident effect heeft gehad op de uitslag
van elk van de leerlingen is niet te zeggen. De bepaling van de uitslag is afhankelijk
van de samenloop van vele factoren die er per leerling anders uitziet.
De leden van de D66-fractie en van de PvdA-fractie vragen beiden in hoeverre de postbezorging
in de overige tijdvakken in 2021 vlekkeloos is verlopen, en of er nog examens zijn
kwijtgeraakt, en zo ja hoeveel en hoe dat is opgelost.
Ik heb noch van scholen, noch van de inspectie, het examenloket of van PostNL signalen
ontvangen dat er in het tweede of derde tijdvak examenwerk is kwijtgeraakt. Het is
daarmee gebleven bij die ene kwijtgeraakte zending na het eerste tijdvak, die het
examenwerk van drie scholen bevatte.
B. Aanpak verzending examenwerk
Uitkomst afstemming over verzending examenwerk
De leden van de VVD-fractie vragen of afstemming met de VO-Raad over dit onderwerp
heeft plaatsgevonden en de leden van de PvdA-fractie vragen of ik LAKS hier ook bij
heb betrokken.
Naar aanleiding van het kwijtgeraakte examenwerk in 2021 ben ik opnieuw met een aantal
partijen in gesprek gegaan, zijnde: de VO-raad, het LAKS, de FvOv, het Platform Examensecretarissen
(hierna: PLEXS), en de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). Dit ging over
de mogelijkheden en onmogelijkheden om de verzending van het examenwerk soepeler te laten verlopen.
De leden van de SP vragen welke alternatieven er zijn om ervoor te zorgen dat examenwerk
niet meer vermist kan raken, bijvoorbeeld door beveiligde digitale verzending. Zij
vragen zich af of de voor- en nadelen worden meegenomen in gesprekken over verbeteringen
in het verzendproces van het examenwerk. De leden van de VVD-fractie wijzen op eerder
verdwenen examenpost en de uitkomsten van onderzoek dat daarop eerder is gedaan. Zij
vragen of mijn standpunt ten aanzien van de organisatie- en uitvoeringslast door het
incident van het afgelopen examenjaar is gewijzigd. Ook vragen de leden of ik van
mening ben dat digitalisering van het correctieproces tussen scholen een oplossing
is om het kwijtraken van postzakken te voorkomen. En zo ja waarom. Zo nee, welk aanvullend
onderzoek dit jaar is gedaan, boven op het onderzoek uit 2020, waaruit blijkt dat
de huidige inspanningen van scholen toch afdoende zijn. De leden van de VVD vragen
ook in hoeverre het mogelijk is om fysieke verzending van examens via postservice
in combinatie met digitale verzending mogelijk te maken. Ze zijn ook geïnteresseerd
in het standpunt van de VO-raad hierin en of dit is gewijzigd ten opzichte van 2020
en of het incident van 2021 daarin een rol speelt. Zo nee, waarom niet, zo ja, wat
is het nieuwe standpunt?
Begin 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van mijn eerdere verkenning
met de VO-raad en PLEXS over mogelijkheden voor het digitaal verzenden van examenwerk
voor de uitvoering van de correctie.9 Ik gaf toen aan dat digitale verzending van examenwerk in het huidige examenproces
geen simpel alternatief is voor de papieren verzending. Het vraagt bijvoorbeeld dat
per vak al het examenwerk op elke school gescand moet worden. Daarvoor moeten niet
alleen docenten of andere medewerkers beschikbaar zijn, maar ook voldoende machines
die scans maken van goede kwaliteit. Daarnaast stelt de digitale opslag en een digitale
uitwisseling van correctiewerk hoge eisen aan de veiligheid en betrouwbaarheid van
de digitale infrastructuur van vo-scholen.
Vanuit het belang van leerlingen blijft het door hun origineel gemaakte examenwerk
de basis vormen voor de beoordeling en het inzagerecht dat zij hebben. Dat stelt eveneens
eisen aan de mogelijke digitalisering waarbij kwaliteitsverlies tot discussies kan
leiden. Het is zo dat als er alleen nog digitaal wordt verzonden er geen postzakken
met examens meer kwijtraken. Tegelijkertijd kunnen op digitaal vlak zaken mislopen
die eveneens de uitvoering van de correctie bemoeilijken en daarmee leerlingen kunnen
duperen. Uit de afstemming die ik afgelopen tijd heb gehad met de VO-raad, PLEXS,
en FvOv blijkt dat digitale verzending nog altijd niet zonder meer wordt gezien als
een goed alternatief voor papieren verzending of in verplichte combinatie met papieren
verzending. Mogelijk dat volledige digitale centrale examinering op termijn ook uitkomst
biedt voor de vraagstukken over verzending van examenwerk. Daarmee wordt nu ervaring
opgedaan binnen de pilot digitale examens vmbo-bb/-kb. Hierover wordt uw Kamer na
komende examenperiode nader geïnformeerd.
Naast het op termijn digitaliseren van het verzendproces, zijn er ook andere mogelijkheden
om het huidige verzendproces te optimaliseren en risico’s te reduceren. Hieronder
ga ik in op een tweeledige aanpak hiervoor met het oog op komend examenjaar.
Tweeledige aanpak voor verbetering verzending examenwerk
De leden van de VVD en PvdA vragen op welke manier ik de verantwoordelijkheden van
scholen op dit punt zou willen aanscherpen en hoe de betrokken partijen, waaronder
het LAKS, daarover oordelen. De leden van D66 vragen welke afspraken ik heb gemaakt
met PostNL om in de toekomst dergelijke situaties te voorkomen.
Uit de afstemmingsronde met de genoemde partijen komt enerzijds een aanpak voor de
verbetering van het bestaande proces in 2022 en anderzijds een nadere verkenning naar
de impact van het verplicht kopiëren of scannen van gemaakt examenwerk. Die laatste
maatregelen roepen nadrukkelijk zorgen op over de impact hiervan op scholen, docenten
en leerlingen. De vraag in hoeverre het werkbare oplossingen zijn, zeker gezien de
opgave waar het onderwijs nu voor staat, maakt dat verder uitwerking van consequenties
nodig is. Ik licht de tweeledige aanpak in 2022 hieronder nader toe. Deze wordt gesteund
door de betrokken partijen.
Verbetering bestaand proces in 2022
In 2022 zet ik in op de verbetering van het bestaande proces van verzending door in
2022 gericht te communiceren richting scholen wat zij daarin kunnen doen. Dit doe
ik samen met de VO-raad, PLEXS, FvOv en de daarvoor bestaande kanalen, zoals via de
protocollen, nieuwsbrieven en via gerichte communicatie aan directeuren en examensecretarissen
via Examenblad. In deze berichtgeving wordt scholen gewezen op het bewust kiezen voor
het geregistreerd verzenden van examenwerk. Dat wil zeggen minstens aangetekende verzending
via de post of via een koeriersbedrijf. In het geval dat scholen gebruikmaken van
PostNL wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd om de aangescherpte verzendinstructies
beter op te volgen om het risico op uitval van poststukken te verkleinen. Ook handhaaf
ik in de communicatie het advies om een back-up te maken van het examenwerk, mits
dit op een verantwoorde manier uitgevoerd kan worden en de directeur hier zorg voor
draagt. Tot slot wordt aangegeven wat scholen kunnen doen als in 2022 toch examenwerk
kwijtraakt en wat dit voor leerlingen betekent.
Naast deze gerichte communicatie aan scholen heeft PostNL aangegeven te streven naar
het doorvoeren van een aantal verbeteringen in het examenpostproces voor het examenjaar
2022 en daarna. De examenpost wordt zoals ieder jaar door PostNL aangetekend verwerkt.
Dit type verzending geeft de examenpost tijdens de centrale eindexamens een nog meer
urgente en zorgvuldige status. PostNL gaat extra aandacht geven aan een correcte verzendwijze
door scholen, zodat de examenpost bij verzending onmiddellijk het juiste postproces
ingaat. Denk hierbij aan een aangepaste examen-envelop waarbij de kans op beschadigen
of verkeerd gebruik (te vol) verder wordt teruggebracht. Ook zal PostNL de scholen
een mal toesturen. Past de envelop hier doorheen dan is deze ook het juiste formaat
voor postale verwerking. Daarnaast vindt er momenteel actief overleg plaats met de
betrokken stakeholders. Naast bovengenoemde verbeteringen is onderwerp van gesprek
bijvoorbeeld het gezamenlijk verbeteren van de zichtbare track & trace informatie
ten aanzien van de examenzendingen. Zo kan beter worden gevolgd waar een examenpoststuk
zich bevindt en wanneer het verwacht kan worden.
Nadere verkenning van impact aanpassing verzendproces examenwerk
Het LAKS heeft aangegeven dat het in haar ogen vooral belangrijk is dat het werk van
leerlingen snel en volledig wordt nagekeken en dat de leerling het werk niet opnieuw
hoeft te maken doordat het in de post verloren raakt. Het is wat het LAKS betreft
de bedoeling dat een verplichting van het maken van een back-up niet ten koste gaat
van deze uitgangspunten. De VO-raad, PLEXS, en FvOV herkennen deze belangen maar hebben
nadrukkelijk aangegeven zorgen te hebben over wat een eventuele verplichting tot het
maken van een back-up van al het examenwerk zou betekenen voor de organisatie- en
uitvoeringslast van de schoolorganisatie en van docenten. Dit geldt voor zowel het
maken van een fysieke als een digitale back-up. Net als bij het vraagstuk over het
digitaliseren van examenverzending moet er bij het maken van een back-up veel extra
inspanning worden gepleegd door scholen in een correctieproces, waarin doorlooptijden
kort zijn, om leerlingen zo snel mogelijk van een uitslag te voorzien. Momenteel kunnen
scholen er zelf voor kiezen om dit te doen. Ook moeten de randvoorwaarden binnen de
school op orde zijn om de grote hoeveelheid kopieer- of scanwerk te verrichten, dit
van goede kwaliteit te laten zijn en het beveiligd op te kunnen slaan op de school.
De betrokken partijen hebben aangegeven dat de impact van een dergelijke maatregel
nader verkend zou moeten worden alvorens een besluit te nemen over mogelijke maatregelen.
Daar ben ik het mee eens, daarom vorm ik samen met de VO-raad, PLEXS, FvOv en LAKS
een werkgroep om in 2022 een nadere verkenning uit te voeren naar de impact van het
maken van een back-up en de stappen op weg naar een digitaal verzendproces. Op basis
van deze verkenning kan dan mogelijk worden toegewerkt naar een digitaal verzendproces.
De verkenning brengt twee dingen in kaart. Ten eerste wat het verplicht kopiëren of
scannen van al het gemaakte examenwerk, met als doel het voorhanden hebben van een
back-up, aan inspanning- en organisatielast vraagt van scholen. Daarbij krijgen we
ook zicht op het verschil tussen het verzorgen van een fysieke en digitale back-up.
Die laatste is nodig voor een digitaal verzendproces. Ten tweede biedt de verkenning
inzicht in de stappen die scholen nog te zetten hebben, en de impact daarvan, naar
het digitaliseren van het proces van verzending van examenwerk. Er wordt een beperkt
aantal scholen gevraagd die impact in 2022 in kaart te brengen. Hierbij zal worden
gevraagd naar hoe groot de impact is in termen van extra werklast, organiseerbaarheid,
het kunnen voldoen aan randvoorwaarden van veilige opslag en verzending, etc. Daarmee
zet ik een eerste stap in het digitaal uitwisselen voor de correctie van het gemaakte
examenwerk. Dit is bewust een eerste stap zodat we voorkomen dat er onvoorziene risico’s optreden voor de kandidaten die komend jaar examens
maken. Daarbij weegt mee dat er ook dit jaar veel op scholen afkomt vanwege de pandemie.
Werkwijze bij kwijtraken examenwerk in 2022
De leden van de SP vragen wat er in 2022 gebeurt indien er opnieuw examenwerk vermist
raakt, en of dezelfde mogelijkheden worden geboden als in 2021.
Afgelopen examenjaar was er sprake van een uitzonderlijk examenjaar in meerdere opzichten.
De invloed van corona zorgde voor een jaar met onzekerheid over het verloop van de
examens. Daarom heb ik maatregelen genomen zoals het kunnen spreiden van examens over
twee tijdvakken en een extra derde tijdvak op de scholen. Het gevolg van deze maatregel
was dat de reguliere doorlooptijden in de examenperiode fors teruggebracht werden,
zo ook voor de uitvoering van de correctie. Dat maakte dat het kwijtraken van examenwerk
extra impact had en ik daarom eenmalig toestond dat alleen de eerste correctie voor
de getroffen leerlingen voldoende was. Het is op dit moment nog niet duidelijk wat
eventuele examenmaatregelen voor volgend jaar zijn. Hierover wil ik uw Kamer uiterlijk
in december informeren. Als er in 2022 geen aanpassingen worden gedaan aan het examenrooster
die een grote impact hebben op de doorlooptijden van de uitvoering van de correctie
zie ik geen aanleiding om opnieuw een noodoplossing te bieden. Juíst in het algemene
belang van alle leerlingen vind ik het belangrijk dat de verplichte eerste en tweede
correctie worden uitgevoerd. Indien het examenrooster toch aangepast wordt, zal ik
in mijn brief over de maatregelen dit punt opnieuw adresseren.
C. Overig
Voortgezet speciaal onderwijs
De leden van de D66-fractie vragen hoe ik kijk naar het verschil in examenplanning
voor leerlingen in het regulier onderwijs en het vso, en daarmee naar de verschillen
in uitgangspositie bij het centraal examen. Er wordt mij gevraagd of er sprake is
van een ongelijkwaardige situatie. De leden vragen of ik vind dat leerlingen in het
vso ook een kans verdienen om zich optimaal voor te bereiden in de examenperiode.
Ik streef ernaar uw Kamer nog dit jaar een brief over het staatsexamen vo te sturen,
waarin ik in zal gaan op de stand van zaken op diverse moties over het staatsexamen
en de resultaten van het staatsexamen 2021. In deze brief zal ik tevens ingaan op
de door de leden gestelde vragen hierover.
De leden van de D66-fractie vragen naar de stand van zaken van twee moties, te weten,
de motie-Van Meenen c.s. over deelcertificaatkandidaten in vso en vavo de aankomende
twee jaar twee herkansingen bieden10 en de motie-Van Meenen c.s. over deelcertificaatkandidaten in vso en vavo minimaal
twee jaar toegang geven tot de duimregeling.11 Ook vragen ze welke stappen tot op heden zijn gezet om genoeg capaciteit te creëren
om de twee herkansingen te bieden, zo vragen de voornoemde leden.
Zoals ik uw Kamer eerder heb laten weten neem ik de genoemde moties mee in de integrale
afweging over de besluitvorming van eventuele maatregelen voor het komende examenjaar.
In december wordt u hierover nader geïnformeerd.
Pilot digitale examens vmbo-bb en -kb
De leden van de VVD-factie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de
pilot digitale examens vmbo-bb en -kb en wanneer de definitieve uitkomsten komen.
De pilot digitale examens vmbo-bb en -kb heeft enige vertraging opgelopen vanwege
het vervallen van de centraal examens in 2020. In dat examenjaar zou een vervolg worden
gegeven aan het verder opschalen van het aantal deelnemende scholen dat binnen de
pilot het in 2019 geïntroduceerde correctiesysteem voor flexibele digitale examens
verder zou testen. Dit is in examenjaar 2021 weer opgepakt. In 2021 hebben 170 scholen
voor bb en kb met succes de tweede correctie in een pilot uitgevoerd, waarna besloten
is om het correctiesysteem in examenjaar 2022 voor alle deelnemende scholen verplicht
te stellen. Dit levert de benodigde informatie op voor het uitwerken van het eerder
toegezegde implementatieplan voor het regulier maken van de digitale examens in het
vmbo-bb en -kb. Ik verwacht uw Kamer in de zomer van 2022 hierover verder te kunnen
informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
D. de Jong-van de Graaf, adjunct-griffier