Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kwint en Van Nispen over de aanhoudingen van journalisten tijdens demonstraties
Vragen van de leden Kwint en Van Nispen (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over opgepakte journalisten bij demonstraties (ingezonden 15 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 2 december 2021). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 548.
Vraag 1
Klopt het dat er drie journalisten zijn opgepakt in de afgelopen week bij demonstraties
voor een beter klimaatbeleid?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de toegevoegde waarde van een perskaart als journalisten alsnog opgepakt worden
als ze verslag doen van een demonstratie?
Antwoord 2
Het beschikken over een (politie-)perskaart kent een journalist extra rechten en vrijheden
toe. De journalist is echter ook aan (gedrags-)regels gebonden.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke regels en protocollen er zijn als journalisten kenbaar maken
tijdens een aanhouding dat zij journalist zijn? Zijn die in deze gevallen voldoende
in acht genomen?
Antwoord 3
De politie hanteert interne aanwijzingen om de vrijheden en rechten van journalisten
te borgen. In gevallen dat de openbare orde verstoord wordt of dreigt te worden verstoord
kan de politie overgaan tot aanhouding van de aanwezigen op een bepaalde plaats. Bij
grootschalige verstoringen van de openbare orde, of dreigingen hiertoe, kan het zijn
dat de journalistieke status van een aanwezige pas later kan worden uitgezocht dan
op het moment van aanhouding, waarbij er naderhand een beoordeling plaatsvindt van
de aanhouding. In de voornoemde zaken is gebleken dat de aanhouding rechtmatig was.
Bij de beoordeling tot vervolging zal de journalistieke status altijd worden meegewogen.
In voornoemde zaken is besloten géén verdere vervolging in te stellen.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het belangrijk is in een vrije democratie dat journalisten
niet belemmerd worden in een goede uitvoering van hun werk? Hoe beoordeelt u in dat
licht deze incidenten?
Antwoord 4
De journalistieke vrijheid is een groot goed, hier zetten wij ons met volle toewijding
voor in. Dit laat onverlet dat er ook grenzen zitten aan de vrijheid van een journalist
bij de uitoefening van zijn vak.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het op z’n minst ongelukkig is dat, zeker in een tijd waarin
de bedreiging tegen journalisten toeneemt, er in korte tijd journalisten worden opgepakt
door de overheid bij de uitvoering van hun werk?
Antwoord 5
Zie de antwoorden op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 6
Bent u bereid deze incidenten met onder andere de politie te bespreken in het kader
van PersVeilig? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u ons hierover informeren?
Antwoord 6
De Nederlandse Vereniging van Journalisten, het Genootschap van Hoofdredacteuren,
de politie en het openbaar ministerie werken samen in de stuurgroep PersVeilig. In
die stuurgroep wordt onder andere gesproken over veiligheidsvraagstukken met betrekking
tot journalisten. Ik ga ervan uit dat dit onderwerp daar ook geagendeerd wordt, en
dat betrokken daar met elkaar van gedachten wisselen hoe dergelijke situaties op een
goede manier aangepakt kunnen worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.