Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar de vliegramp in Faro, waarbij 56 mensen omkwamen en 106 mensen zwaargewond raakten
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar de vliegramp in Faro, waarbij 56 mensen omkwamen en 106 mensen zwaargewond raakten. (ingezonden 11 oktober 2021).
Antwoord van Minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 1 december
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 543.
Vraag 1
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger op 18 augustus 2020 de OVV verzocht heeft
om naar aanleiding van de uitzending van EenVandaag van 16 januari 2016, het deskundigenonderzoek
en het eindvonnis in de rechtszaak (waarbij de staat voor 20% aansprakelijk is gesteld
voor de onvergoede schade) nader onderzoek te doen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat de rechtbank keihard oordeelde over de Raad voor de Luchtvaart,
de rechtsvoorganger van de OVV, toen zij vonniste en wel als volgt: «…de Raad [heeft]
onzorgvuldig en onrechtmatig gehandeld. De Raad heeft in het onderzoek naar de oorzaken
van de ramp te stellig naar voren gebracht dat een zogenaamde windshear (plotseling
optredende verandering in windsnelheid en windrichting) als primaire oorzaak van het
ongeval moest worden beschouwd. In het definitieve Rapport van Ongeval van de Portugese
Onderzoeksraad is windshear echter niet als oorzaak erkend»?2
Antwoord 2
Ik heb kennis genomen van de uitspraak van de Rechtbank Den Haag3 in de rechtszaak over de schade van de vliegramp in Faro waarbij de Rechtbank concludeerde
dat de Raad voor de Luchtvaart op onderdelen een te stellige dan wel onjuiste conclusie
heeft getrokken en/of de slachtoffers en nabestaanden onjuist dan wel onvolledig heeft
geïnformeerd; en bepaalde dat de Staat voor 20% aansprakelijk is voor schade van eisers
voor zover deze schade nog niet is vergoed onder de vaststellingsovereenkomsten en
de aansprakelijkheidslimiet van het Verdrag van Warschau niet overschrijdt. Over deze
uitspraak is uw Kamer op 11 mei 2020 nader geïnformeerd (Kamerstukken 2019–2020, 24 804, nr. 130).
Vraag 3
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger op 18 augustus 2020 expliciet scheef: «Per
brief van 5 oktober 2017 is additioneel verkregen informatie van de Portugese onderzoeksinstantie
overgedragen aan de OVV. Ik verzoek u ook deze informatie te betrekken in uw onderzoek.»?
Antwoord 3
Ja. Zie het antwoord op vraag 10 voor een toelichting op de informatie die is overgedragen
aan de OVV.
Vraag 4
Bent u zich ervan bewust van dat de Staat als eigenaar van het toestel een belang
had bij de uitkomst van het onderzoek dat werd uitgevoerd door de Raad voor de Luchtvaart,
die toen onderdeel was van het ministerie?
Antwoord 4
De Staat was weliswaar eigenaar van het toestel, echter op het moment van het ongeval
werd deze onder volledige verantwoordelijkheid van Martinair geopereerd. De Staat
had hiermee geen belang bij de uitkomst van het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd
door de Portugese Onderzoeksraad, de Raad voor de Luchtvaart heeft overeenkomstig
het Verdrag van Chicago voor de internationale burgerluchtvaart een bijdrage geleverd
aan het onderzoek.
Vraag 5
Zijn er nog relevante zaken bekend over het ongeval (over de aanschaf en de eigendom
van het vliegtuig, over de contracten waarmee Martinair het vliegtuig van de staat
terug huurde, over politieke of andere bemoeienis bij het onderzoek) die wel bekend
zijn bij de regering maar nog niet naar buiten gebracht zijn? Zo ja, wilt u die hierbij
aan de Kamer melden?
Antwoord 5
Voor zover ik heb kunnen nagaan binnen het Ministerie van IenW zijn over bovengenoemde
onderwerpen geen zaken naar voren gekomen welke niet al met de OVV zijn gedeeld ten
behoeve van het onderzoek. De bij IenW bekende informatie met betrekking tot het onderzoek
naar de Faro-ramp is in 2010 overgedragen aan het Nationaal Archief. Het betreft met
name het archief van de Raad voor de luchtvaart en de Rijksluchtvaartdienst. Zoals
ook aangeven in het antwoord op vraag 10 heeft de OVV volledige toegang gehad bij
het Nationaal Archief tot de betreffende dossiers.
Vraag 6
Hoe is geborgd dat de OVV een onafhankelijk onderzoek doet naar het handelen van de
rechtsvoorganger van de OVV?
Antwoord 6
De OVV is sinds 1 februari 2005 de rechtsopvolger van de Raad voor de Transportveiligheid,
die in 1999 mede taken van de Raad voor de Luchtvaart heeft overgenomen. De Raad voor
de Luchtvaart was onderdeel van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de rechtsvoorganger
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In tegenstelling tot de Raad
voor de Luchtvaart is de OVV opgericht als een zelfstandig bestuursorgaan onafhankelijk
van mijn ministerie. Deze ZBO valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van
de Minister van JenV.
De onafhankelijkheid van de OVV wordt mede geborgd door de Rijkswet Onderzoeksraad
voor veiligheid. Deze is voor onderhavig onderzoek van toepassing als mede ook de
daaronder hangende regelgeving.
Vraag 7
Heeft u de OVV gevraagd om een uitgebreider onderzoek te doen en in ieder geval ook
de zaken rondom de motoren mee te nemen en het Portugese rapport, naar aanleiding
van het feit dat de OVV in een brief aan u op 14 september 2020 aangaf een beperkt
onderzoek te doen, alleen naar het landingsgestel en dat dat onderzoek begin 2021
klaar zou zijn?
Antwoord 7
Tot het onderzoek en de daarbij te overleggen onderzoeksvraag is besloten naar aanleiding
van het vragenuur in uw Kamer op 19 januari 2016. Tijdens dit vragenuur heeft de toenmalige
Staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu, naar aanleiding van de uitzending van
EenVandaag op 16 januari 2016 over de vliegramp in Faro en vragen van Kamerlid Monasch,
toegezegd bereid te zijn om de OVV te verzoeken om nader onderzoek te doen naar eventuele
nieuwe feiten. Op 16 februari 2016 is uw Kamer vervolgens per brief geïnformeerd over
het eveneens op 16 februari verzonden verzoek aan de voorzitter van de OVV (Kamerstuk
24 804, nr. 88). In dit kader zijn ook schriftelijke vragen beantwoord van de leden Omtzigt en Van
Helvert (zie Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2040).
In het verzoek van 16 februari 2016 aan de OVV is, rekening houdend met hetgeen aan
de orde is gekomen in het bovenbedoelde vragenuur van 19 januari 2016, verzocht om
te onderzoeken of op basis van hetgeen in de uitzending van EenVandaag van 16 januari
2016 is gepresenteerd, sprake is van nieuwe feiten en zo ja, of deze feiten een ander
licht werpen op het ongeval en het toentertijd uitgevoerde ongevalsonderzoek. De OVV
heeft naar aanleiding van het verzoek van 16 februari 2016 aangegeven eerst de uitkomst
van het in de rechtszaak betrokken deskundigenonderzoek af te willen wachten. Na de
uitspraak van de Rechtbank Den Haag heeft de OVV het nader onderzoek op verzoek van
de Minister van IenW alsnog opgepakt. In dat kader heeft de OVV op 14 september 2020
aangegeven een beperkt onderzoek te zullen uitvoeren.
De OVV heeft op donderdag 18 november 2021 haar onderzoeksresultaten gepubliceerd.
De OVV geeft aan dat zij om inzicht te krijgen in het uitgevoerde onderhoud, naast
beantwoording van de specifieke vraag over de status van het landingsgestel, zich
ook een beeld gevormd heeft over de status van het algehele onderhoud van het toestel.
De OVV komt tot de conclusie dat het toestel voldeed aan alle onderhoudseisen en bij
vertrek uit Amsterdam voor de vlucht naar Faro luchtwaardig was. Dit rapport heb ik
ook per brief aan de Kamer op 23 november aangeboden.
Vraag 8
Beoordeelt u de onderzoeksvraag van het OVV als volledig of niet?
Antwoord 8
Zoals ook toegelicht in het antwoord op vraag 6 is de OVV een zelfstandig bestuursorgaan.
Met betrekking tot onderzoeksvragen heeft de OVV een onderzoeksbevoegdheid, waarbij
dit orgaan zelfstandig bepaalt of en hoe zij onderzoeksvragen van de regering overneemt.
In dit geval heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de OVV het volgende
verzocht (zie Kamerstuk 24 804, nr. 88): «Ik verzoek u te onderzoeken of op basis van hetgeen in betreffende uitzending
van EenVandaag is gepresenteerd, sprake is van nieuwe feiten en zo ja, of deze feiten
een ander licht werpen op het ongeval en het uitgevoerde ongevalonderzoek.» Hierop
heeft de OVV als volgt geantwoord4: «De Onderzoeksraad zal een beperkt onderzoek doen dat is gericht op de technische
vragen over het landingsgestel.»
Vraag 9
Indien de OVV de vraag van de regering niet wilde overnemen, is daarover dan overleg
geweest met de OVV en is ingestemd met de nieuwe vraag?
Antwoord 9
Zoals toegelicht in mijn antwoord op vraag 8 bepaalt de OVV zelfstandig of en hoe
zij onderzoeksvragen van de regering overneemt.
Vraag 10
Kunt u een overzicht geven van alle stukken die de staat ter beschikking gesteld heeft
aan de OVV voor dit onderzoek?
Antwoord 10
Ten behoeve van het onderzoek heeft de OVV de volgende informatie ter beschikking
gekregen:
a) De van de Portugese Onderzoeksraad ontvangen informatie heb ik per brief op 5 oktober
2017 aan de Onderzoeksraad gestuurd, inclusief 15 bijlagen5;
b) Volledige toegang bij het Nationaal Archief, nummer archiefinventaris: 2.16.107: 2608-2636
Stukken betreffende het ongeluk met de PH-MBN, McDonnell Douglas DC-10 op 21 december
1992 te Faro, Portugal6, 7;
Ingevolge Bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago en de Rijkswet Onderzoeksraad voor
veiligheid, kunnen de bovengenoemde stukken niet openbaar gemaakt worden.
Vraag 11
Zijn er ook relevante stukken over de vliegramp, die nog niet ter beschikking gesteld
zijn de OVV? Zo ja, welke?
Antwoord 11
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 12
Zijn er stukken staatsgeheim verklaard in deze zaak? Zo ja welke en kan de Kamer daarvan
een afschrift ontvangen?
Antwoord 12
Geen van de stukken zijn als staatsgeheim aangemerkt. Wel is bij de ten behoeve van
het OVV onderzoek ter beschikking gestelde informatie, sprake van informatie die ingevolge
Bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago en de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
niet openbaar gemaakt kan worden. De informatie kan ik wel vertrouwelijk met uw Kamer
delen als u daartoe verzoekt.
Vraag 13
Is de OVV ooit op enig moment aangelopen tegen een beperkte medewerking van de staat
in het onderzoek? Zo ja, bij wie en waarover?
Antwoord 13
Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden heb ik contact opgenomen met de OVV. Zij
bevestigen per e-mail dat «in de loop van dit onderzoek alle betrokken partijen volledige
medewerking hebben verleend».
Vraag 14
Kunt u aangeven wanneer de OVV verwacht het onderzoek af te ronden?
Antwoord 14
De OVV heeft op 18 november 2021 de conclusies van haar onderzoek gepubliceerd.
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 15
De vragen zijn één voor één beantwoord. Helaas is het vanwege de benodigde afstemming
niet gelukt om de vragen binnen drie weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.