Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat zelfstandige klinieken graag meer patiënten zouden behandelen die op inhaalzorg wachten, maar daarvoor niet de ruimte krijgen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zelfstandige klinieken graag meer patiënten zouden behandelen die op inhaalzorg wachten, maar daarvoor niet de ruimte krijgen (ingezonden 24 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 december
2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat zelfstandige klinieken graag meer patiënten zouden
behandelen die op inhaalzorg wachten, maar daarvoor niet de ruimte krijgen?1
Antwoord 1
Zorgaanbieders en zorgverzekeraars moeten samenwerken om de capaciteit die er is,
optimaal beschikbaar te maken. Dit hebben partijen ook met elkaar afgesproken in het
«Kader passende inhaalzorg msz».2 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet er op toe dat de afspraken uit het kader
worden uitgevoerd. Ik ben bekend met de signalen van zelfstandige behandelcentra (zbc’s)
dat ze onvoldoende een rol zouden spelen bij de afspraken over de inhaalzorg. Naar
aanleiding van de signalen zijn zorgverzekeraars de afgelopen periode in gesprek geweest
met Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). De NZa doet daarnaast naar aanleiding
van deze signalen een uitvraag bij de zorgverzekeraars over de manier waarop zorg
bij de zelfstandige klinieken wordt ingekocht. In verband met de zorgplicht van verzekeraars
is het van belang dat zij hierbij aangeven hoe zij tijdige zorg voor hun verzekerden
borgen. De resultaten van deze gesprekken zal de NZa bespreken met ZKN en de zorgverzekeraars.
Vraag 2
Klopt het dat er op jaarbasis nog 100.000 patiënten extra kunnen worden geholpen bij
zelfstandige behandelcentra (zbc’s)?
Antwoord 2
In 2020 bedroeg het aandeel van de zorg van zbc’s ruim 5%3 van de totale medisch-specialistische zorg in Nederland. Uit de monitor «Toegankelijkheid
van zorg» van de NZa blijkt de zelfstandige klinieken inmiddels meer zorg leveren
dan voor de coronacrisis en de verwijzingen naar deze klinieken zijn gestegen.4 Van de operaties die tijdens de coronacrisis in de ziekenhuizen zijn uitgesteld,
is circa 10% inmiddels in een zbc ingehaald. Een groter deel van alle patiënten die
verwezen worden door de huisarts voor medisch specialistische zorg wordt nu verwezen
naar zelfstandige klinieken. De schatting dat de zbc’s op jaarbasis 100.000 patiënten
extra kunnen helpen kan ik niet beoordelen. Zelfstandige klinieken leveren voor een
groot aantal specialismen voornamelijk planbare zorg en de (inhaal)zorgvraag sluit
niet altijd aan bij het aanbod van klinieken. Ook zijn er mensen die willen wachten
op hun eigen dokter. De planbare zorg is immers over het algemeen niet urgent.
Vraag 3
Klopt het dat de inhaalzorg momenteel minder in zbc’s plaatsvindt dan mogelijk zou
zijn doordat zorgverzekeraars dan dubbel zouden betalen voor deze zorg? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord 3
De huidige afspraken en het beleid zijn erop gericht om de capaciteit die er is optimaal
beschikbaar te maken. We zien dat de productie van zbc’s verhoogd is en dat zij daarmee
een bijdrage leveren aan het leveren van inhaalzorg. Het is aan zorgverzekeraars om
de zorg in te kopen zodat ze aan hun zorgplicht kunnen voldoen, waarbij het ook aan
de verzekeraars is om te bepalen hoe en waar dat gebeurt – uiteraard rekening houdend
met de afspraken uit het kader passende inhaalzorg – en het is aan de NZa om hierop
toe te zien. Dat geeft de NZa onder meer vorm met de uitvraag die genoemd is in het
antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Zo ja, welke mogelijke oplossingen bestaan er voor dit probleem?
Antwoord 4
Zoals ik in antwoord op vraag 1 heb aangegeven, doet de NZa momenteel een uitvraag
bij zorgverzekeraars over de manier waarop zorg bij zelfstandige klinieken wordt ingekocht.
De NZa ziet ook toe op de uitvoering van het kader inhaalzorg. Als de NZa een probleem
constateert, verwacht ik dat de NZa daarop acteert.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat in de huidige situatie, waarin vele patiënten wachten op
het moment dat hun uitgestelde operatie kan plaatsvinden, zoveel mogelijk van deze
operaties zo spoedig mogelijk zouden moeten worden uitgevoerd?
Antwoord 5
We bevinden ons sinds 26 november jl. in fase 2d van het «Opschalingsplan COVID-19»
van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Dat betekent dat de zorgcontinuïteit
in ernstig gevaar is en dat de planbare zorg in de ziekenhuizen volledig moet worden
afgeschaald. De toezichthouders hebben de zbc’s opgedragen om de VVT niet te belasten
en waar mogelijk de ziekenhuizen te ondersteunen. Dat betekent helaas dat er opnieuw
operaties van patiënten moeten worden uitgesteld. Dat is nodig om zorgpersoneel in
te kunnen zetten voor het leveren van de kritiek planbare en (semi)-acute zorg.
Vraag 6
Zo ja, waarom wordt er dan nog geen gebruik gemaakt van de capaciteit bij de zbc’s?
Antwoord 6
Er wordt op dit moment gebruik gemaakt van de capaciteit van zbc’s, zoals beschreven
in voorgaande antwoorden.
Vraag 7
Wat bent u van plan te doen om ervoor te zorgen dat patiënten die wachten op uitgestelde
operaties niet langer moeten wachten, doordat capaciteit bij de zbc’s niet kan worden
gebruikt om financiële redenen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 1, 3 en 4.
Vraag 8
Bent u bereid om deze vragen voor het eerstvolgende debat over de ontwikkelingen rondom
het coronavirus te beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.