Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over “de aanhoudende kindermarketing en onderwijsbeïnvloeding door de fossiele industrie”
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de aanhoudende kindermarketing en onderwijsbeïnvloeding door de fossiele industrie (ingezonden 17 september 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 30 november 2021).
Vraag 1
Kent u de recente pogingen van Shell om kinderen te ronselen voor hun «kinderraad»
in Moerdijk en Pernis?1 2
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de in de vraag aangehaalde tweets waarin Shell leerlingen
van basisscholen in de buurt van Shell Pernis en Shell Moerdijk uitnodigt deel te
nemen aan een zogeheten Kinderraad.
Vraag 2
Klopt het dat ExxonMobil op scholen cadeautjes uitdeelt die kinderen een positief
beeld moeten geven van dit bedrijf?3
Antwoord 2
In de in deze vraag aangehaalde tweet waarin hieraan gerefereerd wordt, wordt aangegeven
dat (letterlijk citaat) «een mevrouw vandaag bij mijn jongste in de klas over haar
werk kwam vertellen. En ook nog kadotjes mee had genomen.» De context waarbinnen dit
heeft plaatsgevonden is ons niet bekend.
Vraag 3
Op hoeveel scholen is deze fossiele kindermarketing verspreid?
Antwoord 3
Blijkens online beschikbare informatie van Shell is informatie over de zogeheten «Kinderraden»
gericht op leerlingen van basisscholen in de buurt van Shell Pernis (Vlaardingen,
Schiedam, Pernis, Hoogvliet, Spijkenisse, Poortugaal en Rhoon) en Shell Moerdijk (Moerdijk,
Zevenbergen, Fijnaart en Klundert)4 Dat zijn enkele tientallen scholen. Het is mij niet bekend hoeveel van die scholen
gebruik maken van deze informatie. Over het in vraag 2 genoemde voorbeeld van ExxonMobil
heb ik geen nadere informatie.
Vraag 4
Erkent u dat zowel Shell als ExxonMobil al in de jaren ’70 van de vorige eeuw op de
hoogte waren van de catastrofale gevolgen van hun fossiele verdienmodel en dat ook
in de jaren daarvoor al veel wetenschappelijke kennis is ontwikkeld over het schadelijke
effect van broeikasgassen?4 5 6
Antwoord 4
De genoemde bronnen suggereren dat de Exxon Mobil en Shell al eerder op de hoogte
waren van de mogelijke consequenties van het voortgaand gebruik van fossiele brandstoffen
op het klimaat.
Vraag 5
Bent u er van op de hoogte dat zowel Shell als ExxonMobil in de daaropvolgende decennia
het klimaatbeleid actief hebben gesaboteerd?7
Antwoord 5
De vragensteller verwijst naar het oprichten van de zogenaamde Global Climate Coalition
in 1989 door een aantal Amerikaanse oliebedrijven. Shell is ook lid geworden van deze
organisatie. Het is bekend dat de Global Climate Coalition lange tijd steun heeft
gegeven aan sceptische wetenschappers.
Vraag 6
Erkent u dat zowel Shell als ExxonMobil zo toekomstige generaties bewust hebben opgezadeld
met de klimaatcrisis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Er is al enige tijd een breed gedeelde consensus – ook binnen het bedrijfsleven –
over klimaatverandering, de rol van de mens hierin en dat wij er iets aan moeten doen.
De historische uitstoot van CO2 is niet alleen de verantwoordelijkheid van de oliemaatschappijen, maar komt door
de inzet van fossiele grondstoffen sinds 1900 wereldwijd als energiebron en grondstof,
waarbij niet alleen olie en gas, maar ook de inzet van kolen een belangrijke rol speelt,
recentelijk met name in landen als China en India. Daarnaast heeft ook de mondiale
ontbossing en de landbouw aan de toename van de uitstoot van CO2 en methaan bijgedragen. Het is daarom goed dat er in Parijs in 2015 en nu in Glasgow
wereldwijd afspraken worden gemaakt om de uitstoot van CO2 en methaan door het gebruik van fossiele brandstoffen en ontbossing te verminderen.
Hieraan zullen ook bedrijven als Exxon en Shell moeten bijdragen. De uitstoot die
Shell met haar installaties in Nederland veroorzaakt moet Shell reduceren in lijn
met het ETS-systeem en de doelstellingen van het Nederlandse klimaatbeleid. Ook wereldwijd
heeft het bedrijf investeringen aangekondigd in hernieuwbare energie en alternatieve
energiebronnen zoals waterstof.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het moreel verwerpelijk is dat bedrijven zoals Shell en ExxonMobil,
die bewust gekozen hebben voor het aantasten van de leefbaarheid op aarde voor kinderen
en toekomstige generaties, diezelfde kinderen proberen wijs te maken dat er niets
mis zou zijn met deze bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Wat betreft de keuze van scholen voor leermiddelen hecht het Kabinet aan een zuivere
verantwoordelijkheidsverdeling. Vrijheid van onderwijs, autonomie van scholen en professionele
ruimte van leraren zijn fundamenten van het Nederlandse onderwijs(-beleid). De rijksoverheid
is daarom zeer terughoudend in het stimuleren of juist ontmoedigen van het gebruik
van bepaalde materialen in het onderwijs. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt op
het niveau van de school. Het is dus belangrijk dat dáár het gesprek hierover gevoerd
wordt.
Vraag 8
Herinnert u zich dat Shell meermaals op de vingers is getikt vanwege het verspreiden
van misleidende reclame en kindermarketing?8 9
Antwoord 8
Dat is ons bekend.
Vraag 9
Deelt u de mening dat fossiele bedrijven niets te zoeken hebben in het onderwijs?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Voorop staat dat bedrijven en andere (al dan niet commerciële) organisaties hooguit
een bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs, als dat op initiatief, onder regie en onder verantwoordelijkheid
van de school en leraren die daar werken plaatsvindt. Als een school of leraar meerwaarde
ziet in het uitnodigen van partijen van buiten de school, is dat mogelijk. De school
is hier dan op aanspreekbaar.
Vraag 10
Erkent u dat het vrijblijvende convenant over sponsoring in het basisonderwijs en
voortgezet onderwijs voor de jaren 2020–2022 niet heeft kunnen voorkomen dat bedrijven
als Shell en ExxonMobil hun fossiele kindermarketing nog steeds weten te verspreiden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het Sponsorconvenant onderwijs bevat, aanvullend op de wetgeving over sponsoring,
spelregels voor scholen op het moment dat een school in ruil voor een materiële of
geldelijke bijdrage een tegenprestatie aan een derde (commerciële) partij levert.
Dit lijkt in deze casus niet aan de orde. Niettemin geldt ook bij het gebruiken van
informatie van bedrijven als Shell en ExxonMobil dat het belangrijk is dat een school
hierover de regie heeft. Het is aan de school om te beoordelen of het lesmateriaal
past binnen de kaders van de wet en het programma van de school, en of het doel en
de betrokkenheid van derde partij transparant is voor alle betrokkenen. Als bijvoorbeeld
de beschikbaar gestelde informatie aantoonbaar onjuist is, kan degene die dit verspreidt
hierop worden aangesproken, zoals bijvoorbeeld het geval was bij de in vraag 8 aangehaalde
uitspraak van de Reclame Code Commissie. De wetgeving en het convenant zijn er dan
ook niet op gericht om op voorhand bepaalde lesmaterialen of informatie categorisch
te verbieden, maar om ervoor te zorgen dat scholen zorgvuldige en transparante besluiten
nemen, bijvoorbeeld in overleg met de medezeggenschapsraad.
Vraag 11
Waarom heeft u, ondanks herhaalde waarschuwingen over de werkwijze van o.a. de fossiele
industrie, gedurende uw ambtstermijn niets wezenlijks gedaan om kinderen beter te
beschermen tegen kindermarketing door bedrijven met een ontwrichtend verdienmodel?
Antwoord 11
In mijn ambtstermijn is het Sponsorconvenant onderwijs aangescherpt. Het is aan scholen
en leraren om al dan niet gebruik te maken van het beschikbare aanbod van (les-)materialen.
Hieruit volgt dat de rijksoverheid zeer terughoudend is in het stimuleren of juist
ontmoedigen van het gebruik van bepaalde leermiddelen.
Vraag 12
Deelt u de mening dat er scherp toezicht nodig is op de lespakketten, gastlessen,
kinderraden, techniekfestivals, excursies en andere educatieve vormen die worden aangeboden
door de fossiele industrie en andere bedrijven met een destructief verdienmodel? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit organiseren?
Antwoord 12
Nee, zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 13
Welke aanvullende maatregelen gaat u nemen om scholen en ouders beter te ondersteunen
in het weren van verkapte kindermarketing door bedrijven met een destructief verdienmodel?
Antwoord 13
Wij blijven onder de aandacht brengen dat scholen en leraren altijd zelf mogen en
moeten kiezen of en zo ja hoe zij bij hun onderwijs gebruik maken van materialen die
door (al dan niet commerciële) derden worden aangeboden, en dat zij daarop ook aanspreekbaar
zijn. Ook via bijvoorbeeld de PO-raad en de VO-raad en (vakinhoudelijke) verenigingen
voor leraren wordt die boodschap voor het voetlicht gebracht.
Vraag 14
Welke stappen gaat u zetten om kinderen eindelijk beter te beschermen tegen kindermarketing
van bedrijven met een destructief verdienmodel?
Antwoord 14
Een belangrijke taak van het funderend onderwijs is ervoor te zorgen dat kinderen
en tieners zich ontwikkelen tot geïnformeerde en kritische burgers. In het curriculum
van het funderend onderwijs is dan ook aandacht voor kritisch denken; deze aandacht
blijft gewaarborgd bij (toekomstige) ontwikkelingen ten aanzien van het curriculum
in het funderend onderwijs.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.