Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over de compensatie van de eigen bijdrage voor kinderopvang vanwege de sluiting door Corona
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de compensatie van de eigen bijdrage voor kinderopvang vanwege de sluiting door Corona (ingezonden 8 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Wiersma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
29 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 78.
Vraag 1
Klopt het dat alle ouders die gebruik maken van kinderopvang, ongeacht of ze recht
hebben op kinderopvangtoeslag of niet, recht hebben op compensatie van de eigen bijdrage
hiervoor tijdens de verplichte sluiting door Corona? Zo nee, wanneer hebben ouders
hier geen recht op?1
Antwoord 1
Ja, ouders met kinderopvangtoeslag hebben een tegemoetkoming van de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) ontvangen, op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO (TTKO). Ouders
die gebruik maken van kinderopvang die gesubsidieerd is door de gemeente (voorschoolse
educatie, kortdurend peuteraanbod of op basis van een sociaal medische indicatie),
hebben hun eigen bijdrage teruggekregen via hun gemeente of kinderopvangorganisatie.
Voor personen die kinderopvang geheel zelf betalen was een aparte tegemoetkomingsregeling.
Zij konden volgens de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding
(TTKZO) tot 16 juli 2021 een tegemoetkoming aanvragen bij de SVB.
Vraag 2
Hebben ouders ook recht op compensatie voor de eigen bijdrage die betaald wordt over
de uren kinderopvang waar zij geen kinderopvangtoeslag over krijgen, terwijl zij daar
wel recht op zouden hebben? Zo ja, hoe kunnen ouders dit aanvragen? Zo nee, waarom
niet en wat is het verschil met ouders die compensatie krijgen terwijl zij geen recht
hebben op kinderopvangtoeslag?
Antwoord 2
Ouders hebben op basis van de TTKO geen recht op tegemoetkoming van de uren kinderopvang
waar zij geen kinderopvangtoeslag over hebben gekregen. De tegemoetkoming voor ouders
met kinderopvangtoeslag is gebaseerd op kinderopvangtoeslaggegevens waarover Belastingdienst/Toeslagen
beschikte op de gehanteerde peildata. De tegemoetkoming is grosso modo gelijk aan
de eigen bijdrage; sommige ouders hebben te veel tegemoetkoming gehad en sommige te
weinig. Opgetreden verschillen ontstaan doordat ouders het juiste aantal uren kinderopvang
en/of het inkomen – op of voorafgaand aan de peildatum – niet hebben (kunnen) doorgegeven
bij Belastingdienst/Toeslagen. Een ouder kan meer kinderopvanguren hebben afgenomen
dan op de peildatum bekend was of het inkomen kan naderhand hoger blijken dan aanvankelijk
opgegeven.
Over het algemeen kunnen we stellen dat de regeling is geslaagd: ouders hebben binnen
enkele maanden een tegemoetkoming gehad, zonder hier iets te voor te hoeven regelen,
en zijn over het algemeen tevreden over de regeling. Het aantal bezwaren en beroepen
is beperkt (minder dan 1%) en de sector is ongeschonden door de crisis gekomen.
Desalniettemin heeft een kleine groep ouders een substantieel lagere tegemoetkoming
ontvangen. Dat vind ik onwenselijk; aan ouders is immers de oproep gedaan om de eigen
bijdrage te blijven betalen ten tijde van de twee sluitingen van de kinderopvang.
Ouders hebben massaal gehoor gegeven aan deze oproep. Bovendien hebben enkele rechtbanken
geoordeeld dat sommige ouders een te lage tegemoetkoming hebben ontvangen. De rechterlijke
uitspraken en het feit dat sommige ouders een financieel nadeel hebben van soms enkele
honderden euro’s zijn voor mij aanleiding om de regeling kritisch tegen het licht
te houden om te bezien hoe deze ouders nader kunnen worden tegemoetgekomen. De Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane en ik hebben besloten om de tegemoetkomingsregeling
te herzien en voorts om geen hoger beroep in te stellen tegen de hierboven bedoelde
rechterlijke uitspraken.
Tot slot geldt dat – in de situatie dat ouders te weinig kinderopvangtoeslag hebben
ontvangen – zij met terugwerkende kracht hun kinderopvangtoeslagaanvraag kunnen aanpassen
naar de feitelijk afgenomen uren kinderopvang. Ouders hadden tot medio 2021 de mogelijkheid
om voor de kinderopvangtoeslag het aantal kinderopvanguren voor het kalenderjaar 2020
aan te passen, indien het daadwerkelijk aantal afgenomen en betaalde uren afwijkt
van het aantal opgegeven uren. Ook voor het kalenderjaar 2021 hebben ouders de ruimte
om wijzigingen van de kinderopvanguren aan te passen via het portaal van de dienst
Toeslagen. Dit kunnen ouders doen voordat er een definitieve beschikking van de kinderopvangtoeslag
is afgegeven. In de situatie dat voor minder uren kinderopvangtoeslag wordt ontvangen
dan ouders afnemen en dit nog wordt doorgegeven, ontvangen ouders bij de definitieve
toekenning van de kinderopvangtoeslag een nabetaling van kinderopvangtoeslag. Daarnaast
is voor toeslagjaar 2020 en 2021 de koppeling gewerkte uren criterium tijdelijk verruimd
zodat ouders kinderopvangtoeslag kunnen ontvangen voor alle afgenomen uren kinderopvang
(tot maximaal 230 uur per maand). Dit om te voorkomen dat ouders die door het coronavirus
thuis zaten en minder uren konden werken, te maken zouden krijgen met een daling van
de hoogte van hun recht op kinderopvangtoeslag. Het recht op kinderopvangtoeslag is
namelijk mede afhankelijk van het aantal gewerkte uren.
Vraag 3
Kunt u specifiek ingaan op de onderhands meegestuurde bron en waarom deze ouders geen
recht zouden hebben op volledige compensatie? Indien zij hier wel recht op hebben,
bent u bereid dit alsnog recht te zetten?
Antwoord 3
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Heeft u meer signalen ontvangen dat ouders nog niet volledig gecompenseerd zijn voor
de eigen bijdrage voor de kinderopvang ten tijde van de verplichte sluiting door corona,
terwijl zij wel recht hadden op compensatie? Zo ja, bent u bereid ervoor te zorgen
dat ook deze ouders gecompenseerd worden?
Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.