Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer en aanbieding ILT signaalrapportage (Kamerstuk 28684-668)
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 673
                   VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
            
Vastgesteld 30 november 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
                  voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief
                  van 30 september 2021 over o.a. de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19
                  opslag en vervoer en aanbieding ILT signaalrapportage (Kamerstuk 28 684, nr. 668).
               
De vragen en opmerkingen zijn op 27 oktober 2021 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
                  en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 29 november 2021 zijn de vragen beantwoord.
               
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Meijer
1. Vragen VVD-fractie over TSVC-19 opslag en vervoer
               
De leden van de VVD-fractie hebben vanuit de vuurwerkbranche geluiden ontvangen dat
                     het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vlak voor het openstellen van de
                     Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19, gemeld zou hebben dat bij het
                     voorleggen van de regeling aan Brussel een fout is gemaakt. Er zou daardoor aan Brussel
                     een ander bedrag zijn voorgelegd dan met de vuurwerkbranche en de Kamer is gecommuniceerd.
                     Het gevolg hiervan zou zijn dat het uitbetaalde bedrag van de regeling meer dan 20%
                     lager zou liggen dan in eerste instantie was afgesproken. Deze leden hebben vanuit
                     de branche begrepen dat de Staatssecretaris inmiddels zou hebben toegezegd dat deze
                     fout hersteld zal worden en dat het bedrag wordt aangepast. Deze leden vragen of de
                     Staatssecretaris kan bevestigen of de oorspronkelijke kosten en de verdeling van de
                     vergoedingen, zoals eerder overeengekomen, blijven gehandhaafd. Daarnaast vragen deze
                     leden wanneer goedkeuring daarover vanuit Brussel wordt verwacht.
Antwoord
De Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19/opslag en vervoer is voor akkoord
                     voorgelegd aan de Europese Commissie (EC) op 13 juli 2021 en het akkoord is ontvangen
                     op 21 september 2021. Na ontvangst bleek dat de rekenfactor 2 zoals opgenomen in de
                     regeling die naar de EC is gestuurd voor de transportkosten lager was dan de eerdere
                     factor 2,5 die schriftelijk was gedeeld met de vuurwerksector. Deze omissie is voor
                     het openstellen van de subsidieregeling met de vuurwerksector gedeeld en daarbij is
                     ambtelijk aangegeven dat de EC zal worden gevraagd om akkoord te gaan met een rekenfactor
                     2,5 voor transportkosten zodat de fout wordt hersteld. Dit verzoek is inmiddels onderbouwd
                     en gedaan. Op 12 november jl is de EC hiermee akkoord gegaan.
                  
Ik vind het belangrijk dat de vuurwerksector wordt ondersteund in de gevolgen van
                  het tijdelijke vuurwerkverbod van vorig jaar. De steun bestaat zowel uit de reguliere
                  maatregelen in verband met coronamaatregelen als de tijdelijke subsidieregeling die
                  specifiek is voor de kosten van de vuurwerksector. Bij elkaar ligt er een goed steunpakket
                  dat rekening houdt met de bijzondere omstandigheid van de driedaagse verkoop van consumentenvuurwerk
                  tegen het einde van het jaar. Ook dit jaar zal het kabinet, gezien het nieuwe tijdelijke
                  vuurwerkverbod, zorgdragen voor een passende compensatie voor de branche.
               
2. Vragen SP-fractie over CE-markering
               
De leden van de SP-fractie constateren tot hun grote schrik dat volgens het onderzoek
                     van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat het systeem voor een Europees
                     Keurmerk, de CE-markering, niet deugt. Deze leden zien dat ook in deze sector de fabrikanten
                     hun eigen producten beoordelen en winst boven veiligheid stellen.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Staatssecretaris in de brief van 30 september
                     2021(Kamerstuk 28 684, nr. 668) aangeeft dat hij indringend gaat spreken met importeurs. Ook gaat de Staatssecretaris
                     de mogelijkheid verkennen of er boetes mogelijk zijn bij het niet voldoen aan veiligheidseisen
                     en zal hij de Kamer daarover begin 2022 informeren. Dat lijkt deze leden te laat.
                     Zij zijn van mening dat er geen risico genomen mag worden met potentieel onveilig
                     vuurwerk. Is de Staatssecretaris bereid hier extra druk achter te zetten, zodat in
                     de campagne opgenomen kan worden dat bij overtredingen fors beboet gaat worden?
Antwoord
De kwaliteit van consumentenvuurwerk voldoet voor een aanzienlijk deel niet aan de
                     eisen die daar vanuit veiligheid aan worden gesteld. Dit is een bekend probleem dat
                     blijkt uit de jarenlange testrapporten van de Inspectie leefomgeving en transport
                     (ILT). Importeurs/fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van het vuurwerk
                     dat ze verkopen. Hoge afkeurpercentages van vuurwerk moet reden zijn voor wijzigingen
                     in het bestellen van vuurwerk of het gebruik dat wordt gemaakt van buitenlandse keuringsinstanties
                     voor vuurwerk.
                  
De vuurwerksector is de afgelopen jaren erop aangesproken de productkwaliteit van
                  consumentenvuurwerk te verhogen vanuit haar verantwoordelijkheid als producent en
                  importeur van vuurwerk.
               
De vuurwerksector heeft verbeteringen aangekondigd voor nieuwe bestellingen van consumentenvuurwerk.
                     Veel overgebleven vuurwerkvoorraden van vorig jaar zijn nog niet verkocht. Deze voorraden
                     worden momenteel risicogericht getest door de ILT. De ILT maakt aan het eind van het
                     jaar de resultaten van de testen van dit jaar bekend.
                  
Consumentenvuurwerk dat is afgekeurd moet door de producent worden hersteld of vernietigd
                     om de veiligheid te waarborgen. De ILT laat risicogericht consumentenvuurwerk testen
                     om daarbij maximaal bij te dragen aan de veiligheid. Dit neemt niet weg dat de producent
                     van vuurwerk verantwoordelijk is voor de veiligheid van de verkochte producten en
                     daarin verbetering moet brengen.
                  
Sanctionering bestaat op dit moment uit een vernietigingsplicht voor consumentenvuurwerk
                  dat niet aan de eisen voldoet. De kosten van vernietiging zijn voor de producent vergelijkbaar
                  of hoger dan een boete. Daarnaast heeft vernietiging als voordeel dat het onveilige
                  consumentenvuurwerk van de markt wordt gehaald.
               
3. Vragen GroenLinks-fractie over algemeen Vuurwerkverbod
               
De leden van de GroenLinks-fractie hebben al vaker benadrukt dat zij groot voorstander
                     zijn van een algemeen verbod op consumentenvuurwerk met ruimte voor professionele
                     vuurwerkshows. De resultaten van het tijdelijk verbod van vorig jaar hebben veel positieve
                     resultaten laten zien: 70% minder vuurwerkincidenten, twee derde minder gemeten fijnstof
                     door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), een kwart minder aanhoudingen,
                     minder inzet van de brandweer, minder verdacht aangeleverd bij het Openbaar Ministerie
                     (OM) en er was geen verschuiving naar illegaal vuurwerk. Ook uit het stakeholderonderzoek
                     van het adviesbureau Royal Haskoning blijkt dat de veiligheidswinst en handhaafbaarheid
                     het grootst is bij een algemeen verbod. Met het geplande gedeeltelijke verbod zal
                     nog steeds een groot aantal vormen siervuurwerk legaal blijven, ondanks dat de helft
                     van de vuurwerkslachtoffers bij de jaarwisseling van 2019/2020 een gevolg was van
                     het afsteken van siervuurwerk. Bovendien is siervuurwerk volgens het RIVM een stuk
                     vervuilender dan knalvuurwerk. Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat een algemeen
                     vuurwerkverbod de enige manier is om winst te behalen op het gebied van veiligheid,
                     handhaafbaarheid, gezondheid én milieu? Zo nee, kan de Staatssecretaris per punt uiteenzetten
                     waarom niet.
Antwoord
Zoals in de brief van mijn voorganger van 14 mei 2021 staat, is het aan een nieuw
                     kabinet om keuzes te maken in de toekomstige beleidsrichtingen van het vuurwerkbeleid.1  Het vuurwerkbeleid heeft tot doel om de veiligheid van alle activiteiten met vuurwerk
                     te waarborgen, het gaat daarbij om de handel, de opslag, het bewerken, het transport
                     en het afsteken van vuurwerk. De handhaafbaarheid van het vuurwerkbeleid wordt verder
                     verbeterd met de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit die in procedure is
                     gebracht.
                  
De overlast, schade en incidenten die het afsteken van consumentenvuurwerk veroorzaakt,
                     heeft tot diverse maatregelen geleid om de veiligheid te verbeteren. Dit gaat zowel
                     om landelijke maatregelen, zoals een verbod op het afsteken van knalvuurwerk, losse
                     vuurpijlen en enkelschotsbuizen als om gemeentelijke maatregelen, zoals het gebiedsgericht
                     reguleren van het afsteken van vuurwerk of het organiseren van centrale vuurwerkshows.
                     Daarnaast zijn in verband met de coronacrisis vorig jaar en dit jaar aanvullende maatregelen
                     getroffen met betrekking tot vuurwerk. Enkele geplande vuurwerkshows zijn door gemeenten
                     afgelast en het kabinet heeft besloten dat ook dit jaar een landelijk vuurwerkverbod
                     nodig is om de zorg te ontlasten. Van al deze maatregelen verwacht ik een positief
                     effect.
                  
De milieulast die veroorzaakt wordt door vuurwerk is beperkt (RIVM- onderzoek naar
                  milieulast van vuurwerk2). Vanuit een «worst case scenario» is berekend wat de risico’s zijn. Uit dat onderzoek
                  is gebleken dat op piekmomenten over het algemeen de berekende cijfers onder de gestelde
                  maximale normen blijven, maar een enkele keer worden de normen overschreden. De toename
                  als gevolg van vuurwerk op jaarbasis is verwaarloosbaar. Het algemene beeld dat uit
                  deze studie naar voren komt, is dat de milieulast door vuurwerk beperkt lijkt te zijn3. Desalniettemin is het van belang de milieudruk zo veel mogelijk verder te beperken.
               
Het tijdelijke vuurwerkverbod van vorig jaar in verband met de maatregelen om de corona
                  pandemie te bestrijden heeft onder andere laten zien dat dit een positief effect heeft
                  op de veiligheid en het milieu. Gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus heeft
                  het kabinet op 19 november jl. besloten om opnieuw te komen tot een tijdelijk vuurwerkverbod
                  voor eindejaarsvuurwerk tijdens de komende jaarwisseling.
               
4. Vragen CU-fractie over toezicht vuurwerk
               
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het zeer opmerkelijk om te lezen dat 75%
                     van het geteste vuurwerk volgens de meest recente signaalrapportage van de ILT niet
                     aan de gestelde eisen voldoet. In voorgaande jaren betrof het aandeel vuurwerkslachtoffers
                     van legaal vuurwerk 80% van het totale aantal slachtoffers. Gezien legaal vuurwerk
                     voor het overgrote deel ook niet aan de veiligheidseisen voldoet, kunnen deze leden
                     dat goed plaatsen. De Staatssecretaris geeft aan dat internationale actie nodig is
                     om het een en ander structureel te verbeteren, en dat hij tot die tijd inzet op intensieve
                     controle door de ILT. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel vuurwerk in 2019 is
                     gecontroleerd en afgekeurd door de ILT? Kan hij daarnaast uiteenzetten hoe zich dat
                     verhoudt tot de totale hoeveelheid consumentenvuurwerk in 2019? Hoeveel consumentenvuurwerk
                     dat niet aan de veiligheidseisen voldeed was er volgens de Staatssecretaris destijds
                     in omloop? Zijn er volgens de Staatssecretaris extra investeringen nodig bij de ILT
                     om de hoeveelheid onveilig consumentenvuurwerk te verminderen, of ziet hij nog andere
                     mogelijkheden om op korte termijn de veiligheid van de consument te verbeteren?
Antwoord
De kwaliteit van consumentenvuurwerk moet voldoen aan Nederlandse en Europese veiligheidseisen
                     en het is primair de verantwoordelijkheid van de producent en de importeur van vuurwerk
                     om daaraan te voldoen. De vuurwerkbranche realiseert zich dat op dit punt verbetering
                     nodig is en werkt daaraan. Mijn rol is om erop toe te zien dat de kwaliteit verbetert
                     en daarbij werk ik samen in Europees verband.
                  
Het testen van vuurwerk is gericht op bepaalde vuurwerkartikelen van verschillende
                  importeurs en biedt geen inzicht in de relatie tussen afgekeurd vuurwerk en de totale
                  vuurwerkmarkt. Het testen van consumentenvuurwerk door de ILT levert relatief veel
                  afgekeurd vuurwerk op dat zorgen oproept over de veiligheid van consumenten. Het afkeurpercentage
                  is het hoogst bij het recent geteste typen vuurwerk van categorie F1 dat het hele
                  jaar door verkocht mag worden. Het consumentenvuurwerk wordt risicogericht getest,
                  dat wil zeggen dat het testen vooral is gericht op artikelen met een ingeschat/ervaren
                  verhoogd risico op ernstige gevolgen. De afkeurpercentages van consumentenvuurwerk
                  zijn daarmee niet eenduidig, maar zijn in ieder geval te hoog voor artikelen die zijn
                  bedoeld voor de consumenten.
               
De snelste manier om de kwaliteit van consumentenvuurwerk te verbeteren ligt bij de
                  importeurs van vuurwerk. De importeurs laten het vuurwerk in het buitenland produceren
                  of bestellen het bij een andere vuurwerkproducent en stellen daarbij producteisen
                  gericht op de Nederlandse/Europese markt. De inzet van meer overheidstoezicht en aanscherping
                  van de regels heeft daarop een aanvullende werking, maar komt niet in de plaats van
                  de primaire verantwoordelijkheid van de producent/importeur.
               
Onveilig gedrag is ook een belangrijke oorzaak van vuurwerkletsel en daarom zetten
                  we normaliter een publiekscampagne in om vooral de jongeren te wijzen op het belang
                  van voorzorgmaatregelen bij het afsteken van vuurwerk.
               
5. Vragen Denk-fractie over het Vuurwerkbesluit
               
De leden van de DENK-fractie vragen de Staatssecretaris of de brancheorganisatie haar
                     wensen en bedenkingen kenbaar heeft kunnen maken, voordat dit ontwerpbesluit bij de
                     Kamer werd voorgelegd. Kan de Staatssecretaris een samenvatting maken van deze wensen
                     en bedenkingen en deze aan de Kamer doen toekomen? Deze leden vragen of de Staatssecretaris
                     dit kan toesturen voordat een eventueel tweeminutendebat over dit onderwerp wordt
                     gehouden.
De leden van de DENK-fractie vragen welke soorten vuurwerk van categorie F3 door de
                     wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (Ract) niet langer
                     zijn aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier
                     gebruik. Welk soort F2-vuurwerk zal verboden worden bij ministeriële regeling? Waarom
                     wordt het vuurwerkverbod deels bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) en deels
                     bij ministeriële regeling geregeld? Deze leden ontvangen graag een reactie van de
                     Staatssecretaris.
De leden van de DENK-fractie zijn benieuwd wanneer de wijzigingen in werking zullen
                     treden. Verwacht de Staatssecretaris dat de Omgevingswet nog steeds op 1 juli 2022
                     in werking zal treden? Zo niet, welke gevolgen heeft dit dan voor deze AMvB?
De leden van de DENK-fractie maken zich zorgen over de strafrechtelijke handhaafbaarheid
                     van de begripswijzigingen in het stelsel van de Omgevingswet. Hoe wil de Staatssecretaris
                     de strafrechtelijke handhaafbaarheid van de begripswijzigingen in het stelsel van
                     de Omgevingswet borgen?
De leden van de DENK-fractie maken zich ook zorgen over de communicatie en begrijpelijkheid.
                     Welke communicatiestrategie en communicatiemiddelen heeft de Staatssecretaris voor
                     ogen om de uitvoering van het vuurwerkbeleid met de begripswijziging zo min mogelijk
                     te bemoeilijken? Tot slot vragen deze leden hoe de Staatssecretaris wil borgen dat
                     het vuurwerkbeleid begrijpelijk blijft voor de burger.
Antwoord
Iedereen is tijdens de voorhangperiode van de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit
                     in de gelegenheid geweest om een reactie op het in de Staatscourant gepubliceerde
                     voorstel in te dienen. In de reguliere gesprekken met de vuurwerksector is dit wijzigingsvoorstel
                     aangekondigd en op hoofdlijnen toegelicht. De vuurwerksector heeft daarbij de wens
                     geuit dat de opslageisen voor consumentenvuurwerk worden versoepeld, in die zin dat
                     aangewezen en niet aangewezen consumentenvuurwerk in dezelfde opslaglocaties mag worden
                     opgeslagen. Hierbij merk ik op dat uit het oogpunt van handhaving het ongewenst is
                     om consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk te vermengen in dezelfde opslaglocaties.
                     Daar komt bij dat de opslageisen voor professioneel vuurwerk aanzienlijk zwaarder
                     zijn dan de eisen voor consumentenvuurwerk.
                  
Verder pleit ik ervoor om deze technische wijziging niet te belasten met inhoudelijke
                  beleidswensen om een snelle inwerkingtreding van de voorgenomen verbeteringen van
                  de handhaafbaarheid van het Vuurwerkbesluit te waarborgen. Voor de volledigheid voeg
                  ik daaraan toe dat de opslageisen voor vuurwerk na de invoering van de Omgevingswet
                  niet langer deel uitmaken van het Vuurwerkbesluit en dat een eventuele wijziging van
                  de opslageisen voor vuurwerk in het Besluit activiteiten leefomgeving moeten worden
                  verwerkt.
               
Vorig jaar is een wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
                  (Ract) in werking getreden per 1 december 2020, waarbij knalstrengen en enkelschotsbuizen
                  in categorie F3 niet langer zijn aangewezen als consumentenvuurwerk. Daarnaast zijn
                  het knalvuurwerk en knalstrengen, de losse vuurpijlen en de losse enkelschotsbuizen
                  in categorie F2 niet langer aangewezen als consumentenvuurwerk. Kort gezegd zijn knalvuurwerk
                  en vuurpijlen verboden en de enkelschotsbuizen die veel als knalvuurwerk worden gebruikt
                  door jongeren.
               
In de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit wordt mijn bevoegdheid om vuurwerk
                  aan te wijzen als consumentenvuurwerk beperkt tot vuurwerk van categorie F2. Daarmee
                  wordt vastgelegd dat vuurwerk van categorie F3 niet meer zal worden aangewezen als
                  consumentenvuurwerk. De bevoegdheid in het Vuurwerkbesluit en de Ract zijn daardoor
                  met elkaar in overeenstemming.
               
De inwerkingtreding van de technische wijziging van het Vuurwerkbesluit is voorzien
                  zo spoedig mogelijk na de invoering van de wetgeving van de Omgevingswet, omdat de
                  wetsteksten daarop aansluiten. De invoering van de Omgevingswetgeving is gepland voor
                  1 juli 2022. De procedure tot vaststelling van de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit
                  wordt vervolgd met het vragen van advies aan de Raad van State en de EU-notificatie.
                  De wijziging zal z.s.m. na inwerkingtreding van de Omgevingswet in werking treden.
                  Een eventueel uitstel van de Omgevingswetgeving heeft daarmee tot gevolg dat dit voorstel
                  ook later in werking treedt.
               
De begrippen consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk die met de invoering van
                  de Omgevingswet komen te vervallen, worden met de Technische wijziging teruggebracht
                  in het Vuurwerkbesluit om de strafrechtelijke handhaafbaarheid van het Vuurwerkbesluit
                  te waarborgen. Het herstel van deze ingeburgerde begrippen dient ook de begrijpelijkheid
                  van het vuurwerkbeleid voor de burgers. Het Openbaar Ministerie heeft nadrukkelijk
                  aandacht gevraagd voor het belang van een goed en begrijpelijk onderscheid tussen
                  toegestaan en verboden vuurwerk voor consumenten en dit is gehonoreerd in het wijzigingsvoorstel.
                  Ik ga ervan uit dat met het behoud van de bestaande begrippen consumentenvuurwerk
                  en professioneel vuurwerk de begrijpelijkheid voor de burgers is geborgd, omdat deze
                  begrippen al ongeveer 20 jaar in gebruik zijn en geen problemen opleveren voor de
                  uitvoeringspraktijk.
               
6. Vragen BBB-fractie over diverse onderwerpen
               
Het lid van de BBB-fractie vindt het van belang dat er op een veilige manier vuurwerk
                     afgestoken kan worden. Een goede etikettering en omschrijving is belangrijk, maar
                     het is de vraag of dit voldoende helpt om onveilig vuurwerk uit te bannen. Dit lid
                     ziet dit als een stap in de goede richting. Van de ongevallen met vuurwerk waarbij
                     mensen op de spoedeisende hulp (SEH) terechtkomen blijkt echter dat 50% van de ongevallen
                     veroorzaakt wordt door illegaal vuurwerk. Kan de staatsecretaris aangeven hoe deze
                     wijzing van het vuurwerkbesluit bijdraagt aan minder illegaal vuurwerk? En aanvullend:
                     is er een plan om meer in te zetten op het aanpakken van illegaal vuurwerk?
Het lid van de BBB-fractie is verbaasd over het feit dat de steunmaatregelen voor
                     de ondernemers die getroffen zijn door het vuurwerkverbod tijdens de jaarwisseling
                     van 2020–2021 nu pas hun beslag krijgen. Kan de staatsecretaris aangeven wat de reden
                     is dat dit zolang duurt?
Het lid van de BBB-fractie wil ook nog graag reageren op de Tijdelijke subsidieregeling
                        vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer en de aanbieding van de signaalrapportage
                        van de ILT. De regeling is inmiddels (bijna een jaar na het verbod) opengesteld (en
                        weer gesloten) en aanvragen zijn ingediend. Dit lid hoopt op een spoedige uitbetaling
                        en afronding. Kan de Staatssecretaris de Kamer op korte termijn informeren over de
                        status van de afhandeling hiervan? Dit lid verzoekt de Staatssecretaris daarbij concreet
                        te zijn met cijfers over het aantal en omvang van de aanvragen en het aantal en de
                        omvang van de afgehandelde aanvragen (in cijfers). Kan de staatsecretaris daarnaast
                        aangeven wat de reden is dat de afhandeling zo lang duurt? De jaarwisseling van 2020–2021
                        is immers al tien maanden geleden.
Het lid van de BBB-fractie vraagt tot slot of de eerder toegezegde vergoedingen voor
                        de vuurwerkbranche nu in stand blijven.
Antwoord
Er zijn geen gegevens voorhanden over de hoeveelheid illegaal vuurwerk dat in omloop
                     is. De invloed van deze wijziging van het Vuurwerkbesluit op de hoeveelheid illegaal
                     vuurwerk is niet te duiden. Wel wordt in een aantal artikelen de handhaafbaarheid
                     verbeterd bijv. door de definities van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk
                     te herstellen en ook misleidende aanbiedingen voor vuurwerk op internet aan te kunnen
                     pakken. De verwachting is dat deze verbeteringen de bestrijding van illegaal vuurwerk
                     ten goede komt. De opsporing en handhaving van illegaal vuurwerk is een taak van de
                     politie en het Openbaar Ministerie en de inzet daarop heeft vorig jaar geresulteerd
                     in de inbeslagname van 122.815 kg illegaal vuurwerk. Dit jaar is tot en met 14 november
                     147.210 kg in beslag genomen. Bij de bestrijding van illegaal vuurwerk wordt nauw
                     samengewerkt met onze buurlanden.
                  
Ieder jaar zet de politie onder gezag van het Openbaar Ministerie stevig in op de
                  opsporing van illegaal vuurwerk. De opsporing vindt plaats door informatie gestuurd
                  op zoek te gaan naar aanbieders van vuurwerk. Dit betreft zowel de online als offline
                  handel. Daarnaast controleert de politie steekproefsgewijs auto’s in de grensgebieden
                  op illegaal vuurwerk dat Nederland wordt ingebracht.
               
Het ontwerpen van een subsidieregeling en het regelen van de uitvoering daarvan kost
                  veel tijd mede door de beoordeling door de Europese Commissie. De daadwerkelijke uitvoering
                  van de regeling vindt binnen de reguliere termijnen plaats. Het eerste deel van de
                  subsidieregeling voor de detailhandelaren is voor de zomer opengesteld, afgerond en
                  inmiddels uitbetaald. In totaal hebben 875 aanvragers subsidie ontvangen.
               
Het tweede deel van de subsidieregeling voor de opslag en vervoer van consumentenvuurwerk
                     was van 1 tot 18 oktober jl. opengesteld. Deze openstelling heeft langer op zich laten
                     wachten, omdat vanwege de hoogte van de subsidie een toets op verboden staatssteun
                     door de Europese Commissie nodig was. In totaal zijn er 32 aanvragen binnengekregen.
                     Rvo is inmiddels gestart met het uitbetalen van de voorschotten.
                  
Ik ben blij met deze spoedige voortgang en ik ga ervan uit dat het totale pakket aan
                     maatregelen de ondernemers ondersteunt bij het doorstaan van de coronacrisis.
                  
Ook dit jaar zal het kabinet, gezien het nieuwe tijdelijke vuurwerkverbod, zorgdragen
                  voor een passende compensatie voor de branche. Ondernemers kunnen voor een tegemoetkoming
                  ook aanspraak maken op de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19. Daarnaast
                  komt het kabinet met een tegemoetkoming specifiek voor de branche. De verdere invulling
                  wordt de komende tijd nader uitgewerkt, waarbij ook rekening zal worden gehouden met
                  het specifieke karakter van de sector, te weten dat de verkoop van dit vuurwerk slechts
                  gedurende drie dagen per jaar mag plaatsvinden.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier