Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer en aanbieding ILT signaalrapportage (Kamerstuk 28684-668)
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 673
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 30 november 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief
van 30 september 2021 over o.a. de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19
opslag en vervoer en aanbieding ILT signaalrapportage (Kamerstuk 28 684, nr. 668).
De vragen en opmerkingen zijn op 27 oktober 2021 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 29 november 2021 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Meijer
1. Vragen VVD-fractie over TSVC-19 opslag en vervoer
De leden van de VVD-fractie hebben vanuit de vuurwerkbranche geluiden ontvangen dat
het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vlak voor het openstellen van de
Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19, gemeld zou hebben dat bij het
voorleggen van de regeling aan Brussel een fout is gemaakt. Er zou daardoor aan Brussel
een ander bedrag zijn voorgelegd dan met de vuurwerkbranche en de Kamer is gecommuniceerd.
Het gevolg hiervan zou zijn dat het uitbetaalde bedrag van de regeling meer dan 20%
lager zou liggen dan in eerste instantie was afgesproken. Deze leden hebben vanuit
de branche begrepen dat de Staatssecretaris inmiddels zou hebben toegezegd dat deze
fout hersteld zal worden en dat het bedrag wordt aangepast. Deze leden vragen of de
Staatssecretaris kan bevestigen of de oorspronkelijke kosten en de verdeling van de
vergoedingen, zoals eerder overeengekomen, blijven gehandhaafd. Daarnaast vragen deze
leden wanneer goedkeuring daarover vanuit Brussel wordt verwacht.
Antwoord
De Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19/opslag en vervoer is voor akkoord
voorgelegd aan de Europese Commissie (EC) op 13 juli 2021 en het akkoord is ontvangen
op 21 september 2021. Na ontvangst bleek dat de rekenfactor 2 zoals opgenomen in de
regeling die naar de EC is gestuurd voor de transportkosten lager was dan de eerdere
factor 2,5 die schriftelijk was gedeeld met de vuurwerksector. Deze omissie is voor
het openstellen van de subsidieregeling met de vuurwerksector gedeeld en daarbij is
ambtelijk aangegeven dat de EC zal worden gevraagd om akkoord te gaan met een rekenfactor
2,5 voor transportkosten zodat de fout wordt hersteld. Dit verzoek is inmiddels onderbouwd
en gedaan. Op 12 november jl is de EC hiermee akkoord gegaan.
Ik vind het belangrijk dat de vuurwerksector wordt ondersteund in de gevolgen van
het tijdelijke vuurwerkverbod van vorig jaar. De steun bestaat zowel uit de reguliere
maatregelen in verband met coronamaatregelen als de tijdelijke subsidieregeling die
specifiek is voor de kosten van de vuurwerksector. Bij elkaar ligt er een goed steunpakket
dat rekening houdt met de bijzondere omstandigheid van de driedaagse verkoop van consumentenvuurwerk
tegen het einde van het jaar. Ook dit jaar zal het kabinet, gezien het nieuwe tijdelijke
vuurwerkverbod, zorgdragen voor een passende compensatie voor de branche.
2. Vragen SP-fractie over CE-markering
De leden van de SP-fractie constateren tot hun grote schrik dat volgens het onderzoek
van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat het systeem voor een Europees
Keurmerk, de CE-markering, niet deugt. Deze leden zien dat ook in deze sector de fabrikanten
hun eigen producten beoordelen en winst boven veiligheid stellen.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Staatssecretaris in de brief van 30 september
2021(Kamerstuk 28 684, nr. 668) aangeeft dat hij indringend gaat spreken met importeurs. Ook gaat de Staatssecretaris
de mogelijkheid verkennen of er boetes mogelijk zijn bij het niet voldoen aan veiligheidseisen
en zal hij de Kamer daarover begin 2022 informeren. Dat lijkt deze leden te laat.
Zij zijn van mening dat er geen risico genomen mag worden met potentieel onveilig
vuurwerk. Is de Staatssecretaris bereid hier extra druk achter te zetten, zodat in
de campagne opgenomen kan worden dat bij overtredingen fors beboet gaat worden?
Antwoord
De kwaliteit van consumentenvuurwerk voldoet voor een aanzienlijk deel niet aan de
eisen die daar vanuit veiligheid aan worden gesteld. Dit is een bekend probleem dat
blijkt uit de jarenlange testrapporten van de Inspectie leefomgeving en transport
(ILT). Importeurs/fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van het vuurwerk
dat ze verkopen. Hoge afkeurpercentages van vuurwerk moet reden zijn voor wijzigingen
in het bestellen van vuurwerk of het gebruik dat wordt gemaakt van buitenlandse keuringsinstanties
voor vuurwerk.
De vuurwerksector is de afgelopen jaren erop aangesproken de productkwaliteit van
consumentenvuurwerk te verhogen vanuit haar verantwoordelijkheid als producent en
importeur van vuurwerk.
De vuurwerksector heeft verbeteringen aangekondigd voor nieuwe bestellingen van consumentenvuurwerk.
Veel overgebleven vuurwerkvoorraden van vorig jaar zijn nog niet verkocht. Deze voorraden
worden momenteel risicogericht getest door de ILT. De ILT maakt aan het eind van het
jaar de resultaten van de testen van dit jaar bekend.
Consumentenvuurwerk dat is afgekeurd moet door de producent worden hersteld of vernietigd
om de veiligheid te waarborgen. De ILT laat risicogericht consumentenvuurwerk testen
om daarbij maximaal bij te dragen aan de veiligheid. Dit neemt niet weg dat de producent
van vuurwerk verantwoordelijk is voor de veiligheid van de verkochte producten en
daarin verbetering moet brengen.
Sanctionering bestaat op dit moment uit een vernietigingsplicht voor consumentenvuurwerk
dat niet aan de eisen voldoet. De kosten van vernietiging zijn voor de producent vergelijkbaar
of hoger dan een boete. Daarnaast heeft vernietiging als voordeel dat het onveilige
consumentenvuurwerk van de markt wordt gehaald.
3. Vragen GroenLinks-fractie over algemeen Vuurwerkverbod
De leden van de GroenLinks-fractie hebben al vaker benadrukt dat zij groot voorstander
zijn van een algemeen verbod op consumentenvuurwerk met ruimte voor professionele
vuurwerkshows. De resultaten van het tijdelijk verbod van vorig jaar hebben veel positieve
resultaten laten zien: 70% minder vuurwerkincidenten, twee derde minder gemeten fijnstof
door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), een kwart minder aanhoudingen,
minder inzet van de brandweer, minder verdacht aangeleverd bij het Openbaar Ministerie
(OM) en er was geen verschuiving naar illegaal vuurwerk. Ook uit het stakeholderonderzoek
van het adviesbureau Royal Haskoning blijkt dat de veiligheidswinst en handhaafbaarheid
het grootst is bij een algemeen verbod. Met het geplande gedeeltelijke verbod zal
nog steeds een groot aantal vormen siervuurwerk legaal blijven, ondanks dat de helft
van de vuurwerkslachtoffers bij de jaarwisseling van 2019/2020 een gevolg was van
het afsteken van siervuurwerk. Bovendien is siervuurwerk volgens het RIVM een stuk
vervuilender dan knalvuurwerk. Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat een algemeen
vuurwerkverbod de enige manier is om winst te behalen op het gebied van veiligheid,
handhaafbaarheid, gezondheid én milieu? Zo nee, kan de Staatssecretaris per punt uiteenzetten
waarom niet.
Antwoord
Zoals in de brief van mijn voorganger van 14 mei 2021 staat, is het aan een nieuw
kabinet om keuzes te maken in de toekomstige beleidsrichtingen van het vuurwerkbeleid.1 Het vuurwerkbeleid heeft tot doel om de veiligheid van alle activiteiten met vuurwerk
te waarborgen, het gaat daarbij om de handel, de opslag, het bewerken, het transport
en het afsteken van vuurwerk. De handhaafbaarheid van het vuurwerkbeleid wordt verder
verbeterd met de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit die in procedure is
gebracht.
De overlast, schade en incidenten die het afsteken van consumentenvuurwerk veroorzaakt,
heeft tot diverse maatregelen geleid om de veiligheid te verbeteren. Dit gaat zowel
om landelijke maatregelen, zoals een verbod op het afsteken van knalvuurwerk, losse
vuurpijlen en enkelschotsbuizen als om gemeentelijke maatregelen, zoals het gebiedsgericht
reguleren van het afsteken van vuurwerk of het organiseren van centrale vuurwerkshows.
Daarnaast zijn in verband met de coronacrisis vorig jaar en dit jaar aanvullende maatregelen
getroffen met betrekking tot vuurwerk. Enkele geplande vuurwerkshows zijn door gemeenten
afgelast en het kabinet heeft besloten dat ook dit jaar een landelijk vuurwerkverbod
nodig is om de zorg te ontlasten. Van al deze maatregelen verwacht ik een positief
effect.
De milieulast die veroorzaakt wordt door vuurwerk is beperkt (RIVM- onderzoek naar
milieulast van vuurwerk2). Vanuit een «worst case scenario» is berekend wat de risico’s zijn. Uit dat onderzoek
is gebleken dat op piekmomenten over het algemeen de berekende cijfers onder de gestelde
maximale normen blijven, maar een enkele keer worden de normen overschreden. De toename
als gevolg van vuurwerk op jaarbasis is verwaarloosbaar. Het algemene beeld dat uit
deze studie naar voren komt, is dat de milieulast door vuurwerk beperkt lijkt te zijn3. Desalniettemin is het van belang de milieudruk zo veel mogelijk verder te beperken.
Het tijdelijke vuurwerkverbod van vorig jaar in verband met de maatregelen om de corona
pandemie te bestrijden heeft onder andere laten zien dat dit een positief effect heeft
op de veiligheid en het milieu. Gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus heeft
het kabinet op 19 november jl. besloten om opnieuw te komen tot een tijdelijk vuurwerkverbod
voor eindejaarsvuurwerk tijdens de komende jaarwisseling.
4. Vragen CU-fractie over toezicht vuurwerk
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het zeer opmerkelijk om te lezen dat 75%
van het geteste vuurwerk volgens de meest recente signaalrapportage van de ILT niet
aan de gestelde eisen voldoet. In voorgaande jaren betrof het aandeel vuurwerkslachtoffers
van legaal vuurwerk 80% van het totale aantal slachtoffers. Gezien legaal vuurwerk
voor het overgrote deel ook niet aan de veiligheidseisen voldoet, kunnen deze leden
dat goed plaatsen. De Staatssecretaris geeft aan dat internationale actie nodig is
om het een en ander structureel te verbeteren, en dat hij tot die tijd inzet op intensieve
controle door de ILT. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel vuurwerk in 2019 is
gecontroleerd en afgekeurd door de ILT? Kan hij daarnaast uiteenzetten hoe zich dat
verhoudt tot de totale hoeveelheid consumentenvuurwerk in 2019? Hoeveel consumentenvuurwerk
dat niet aan de veiligheidseisen voldeed was er volgens de Staatssecretaris destijds
in omloop? Zijn er volgens de Staatssecretaris extra investeringen nodig bij de ILT
om de hoeveelheid onveilig consumentenvuurwerk te verminderen, of ziet hij nog andere
mogelijkheden om op korte termijn de veiligheid van de consument te verbeteren?
Antwoord
De kwaliteit van consumentenvuurwerk moet voldoen aan Nederlandse en Europese veiligheidseisen
en het is primair de verantwoordelijkheid van de producent en de importeur van vuurwerk
om daaraan te voldoen. De vuurwerkbranche realiseert zich dat op dit punt verbetering
nodig is en werkt daaraan. Mijn rol is om erop toe te zien dat de kwaliteit verbetert
en daarbij werk ik samen in Europees verband.
Het testen van vuurwerk is gericht op bepaalde vuurwerkartikelen van verschillende
importeurs en biedt geen inzicht in de relatie tussen afgekeurd vuurwerk en de totale
vuurwerkmarkt. Het testen van consumentenvuurwerk door de ILT levert relatief veel
afgekeurd vuurwerk op dat zorgen oproept over de veiligheid van consumenten. Het afkeurpercentage
is het hoogst bij het recent geteste typen vuurwerk van categorie F1 dat het hele
jaar door verkocht mag worden. Het consumentenvuurwerk wordt risicogericht getest,
dat wil zeggen dat het testen vooral is gericht op artikelen met een ingeschat/ervaren
verhoogd risico op ernstige gevolgen. De afkeurpercentages van consumentenvuurwerk
zijn daarmee niet eenduidig, maar zijn in ieder geval te hoog voor artikelen die zijn
bedoeld voor de consumenten.
De snelste manier om de kwaliteit van consumentenvuurwerk te verbeteren ligt bij de
importeurs van vuurwerk. De importeurs laten het vuurwerk in het buitenland produceren
of bestellen het bij een andere vuurwerkproducent en stellen daarbij producteisen
gericht op de Nederlandse/Europese markt. De inzet van meer overheidstoezicht en aanscherping
van de regels heeft daarop een aanvullende werking, maar komt niet in de plaats van
de primaire verantwoordelijkheid van de producent/importeur.
Onveilig gedrag is ook een belangrijke oorzaak van vuurwerkletsel en daarom zetten
we normaliter een publiekscampagne in om vooral de jongeren te wijzen op het belang
van voorzorgmaatregelen bij het afsteken van vuurwerk.
5. Vragen Denk-fractie over het Vuurwerkbesluit
De leden van de DENK-fractie vragen de Staatssecretaris of de brancheorganisatie haar
wensen en bedenkingen kenbaar heeft kunnen maken, voordat dit ontwerpbesluit bij de
Kamer werd voorgelegd. Kan de Staatssecretaris een samenvatting maken van deze wensen
en bedenkingen en deze aan de Kamer doen toekomen? Deze leden vragen of de Staatssecretaris
dit kan toesturen voordat een eventueel tweeminutendebat over dit onderwerp wordt
gehouden.
De leden van de DENK-fractie vragen welke soorten vuurwerk van categorie F3 door de
wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (Ract) niet langer
zijn aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier
gebruik. Welk soort F2-vuurwerk zal verboden worden bij ministeriële regeling? Waarom
wordt het vuurwerkverbod deels bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) en deels
bij ministeriële regeling geregeld? Deze leden ontvangen graag een reactie van de
Staatssecretaris.
De leden van de DENK-fractie zijn benieuwd wanneer de wijzigingen in werking zullen
treden. Verwacht de Staatssecretaris dat de Omgevingswet nog steeds op 1 juli 2022
in werking zal treden? Zo niet, welke gevolgen heeft dit dan voor deze AMvB?
De leden van de DENK-fractie maken zich zorgen over de strafrechtelijke handhaafbaarheid
van de begripswijzigingen in het stelsel van de Omgevingswet. Hoe wil de Staatssecretaris
de strafrechtelijke handhaafbaarheid van de begripswijzigingen in het stelsel van
de Omgevingswet borgen?
De leden van de DENK-fractie maken zich ook zorgen over de communicatie en begrijpelijkheid.
Welke communicatiestrategie en communicatiemiddelen heeft de Staatssecretaris voor
ogen om de uitvoering van het vuurwerkbeleid met de begripswijziging zo min mogelijk
te bemoeilijken? Tot slot vragen deze leden hoe de Staatssecretaris wil borgen dat
het vuurwerkbeleid begrijpelijk blijft voor de burger.
Antwoord
Iedereen is tijdens de voorhangperiode van de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit
in de gelegenheid geweest om een reactie op het in de Staatscourant gepubliceerde
voorstel in te dienen. In de reguliere gesprekken met de vuurwerksector is dit wijzigingsvoorstel
aangekondigd en op hoofdlijnen toegelicht. De vuurwerksector heeft daarbij de wens
geuit dat de opslageisen voor consumentenvuurwerk worden versoepeld, in die zin dat
aangewezen en niet aangewezen consumentenvuurwerk in dezelfde opslaglocaties mag worden
opgeslagen. Hierbij merk ik op dat uit het oogpunt van handhaving het ongewenst is
om consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk te vermengen in dezelfde opslaglocaties.
Daar komt bij dat de opslageisen voor professioneel vuurwerk aanzienlijk zwaarder
zijn dan de eisen voor consumentenvuurwerk.
Verder pleit ik ervoor om deze technische wijziging niet te belasten met inhoudelijke
beleidswensen om een snelle inwerkingtreding van de voorgenomen verbeteringen van
de handhaafbaarheid van het Vuurwerkbesluit te waarborgen. Voor de volledigheid voeg
ik daaraan toe dat de opslageisen voor vuurwerk na de invoering van de Omgevingswet
niet langer deel uitmaken van het Vuurwerkbesluit en dat een eventuele wijziging van
de opslageisen voor vuurwerk in het Besluit activiteiten leefomgeving moeten worden
verwerkt.
Vorig jaar is een wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
(Ract) in werking getreden per 1 december 2020, waarbij knalstrengen en enkelschotsbuizen
in categorie F3 niet langer zijn aangewezen als consumentenvuurwerk. Daarnaast zijn
het knalvuurwerk en knalstrengen, de losse vuurpijlen en de losse enkelschotsbuizen
in categorie F2 niet langer aangewezen als consumentenvuurwerk. Kort gezegd zijn knalvuurwerk
en vuurpijlen verboden en de enkelschotsbuizen die veel als knalvuurwerk worden gebruikt
door jongeren.
In de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit wordt mijn bevoegdheid om vuurwerk
aan te wijzen als consumentenvuurwerk beperkt tot vuurwerk van categorie F2. Daarmee
wordt vastgelegd dat vuurwerk van categorie F3 niet meer zal worden aangewezen als
consumentenvuurwerk. De bevoegdheid in het Vuurwerkbesluit en de Ract zijn daardoor
met elkaar in overeenstemming.
De inwerkingtreding van de technische wijziging van het Vuurwerkbesluit is voorzien
zo spoedig mogelijk na de invoering van de wetgeving van de Omgevingswet, omdat de
wetsteksten daarop aansluiten. De invoering van de Omgevingswetgeving is gepland voor
1 juli 2022. De procedure tot vaststelling van de Technische wijziging van het Vuurwerkbesluit
wordt vervolgd met het vragen van advies aan de Raad van State en de EU-notificatie.
De wijziging zal z.s.m. na inwerkingtreding van de Omgevingswet in werking treden.
Een eventueel uitstel van de Omgevingswetgeving heeft daarmee tot gevolg dat dit voorstel
ook later in werking treedt.
De begrippen consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk die met de invoering van
de Omgevingswet komen te vervallen, worden met de Technische wijziging teruggebracht
in het Vuurwerkbesluit om de strafrechtelijke handhaafbaarheid van het Vuurwerkbesluit
te waarborgen. Het herstel van deze ingeburgerde begrippen dient ook de begrijpelijkheid
van het vuurwerkbeleid voor de burgers. Het Openbaar Ministerie heeft nadrukkelijk
aandacht gevraagd voor het belang van een goed en begrijpelijk onderscheid tussen
toegestaan en verboden vuurwerk voor consumenten en dit is gehonoreerd in het wijzigingsvoorstel.
Ik ga ervan uit dat met het behoud van de bestaande begrippen consumentenvuurwerk
en professioneel vuurwerk de begrijpelijkheid voor de burgers is geborgd, omdat deze
begrippen al ongeveer 20 jaar in gebruik zijn en geen problemen opleveren voor de
uitvoeringspraktijk.
6. Vragen BBB-fractie over diverse onderwerpen
Het lid van de BBB-fractie vindt het van belang dat er op een veilige manier vuurwerk
afgestoken kan worden. Een goede etikettering en omschrijving is belangrijk, maar
het is de vraag of dit voldoende helpt om onveilig vuurwerk uit te bannen. Dit lid
ziet dit als een stap in de goede richting. Van de ongevallen met vuurwerk waarbij
mensen op de spoedeisende hulp (SEH) terechtkomen blijkt echter dat 50% van de ongevallen
veroorzaakt wordt door illegaal vuurwerk. Kan de staatsecretaris aangeven hoe deze
wijzing van het vuurwerkbesluit bijdraagt aan minder illegaal vuurwerk? En aanvullend:
is er een plan om meer in te zetten op het aanpakken van illegaal vuurwerk?
Het lid van de BBB-fractie is verbaasd over het feit dat de steunmaatregelen voor
de ondernemers die getroffen zijn door het vuurwerkverbod tijdens de jaarwisseling
van 2020–2021 nu pas hun beslag krijgen. Kan de staatsecretaris aangeven wat de reden
is dat dit zolang duurt?
Het lid van de BBB-fractie wil ook nog graag reageren op de Tijdelijke subsidieregeling
vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer en de aanbieding van de signaalrapportage
van de ILT. De regeling is inmiddels (bijna een jaar na het verbod) opengesteld (en
weer gesloten) en aanvragen zijn ingediend. Dit lid hoopt op een spoedige uitbetaling
en afronding. Kan de Staatssecretaris de Kamer op korte termijn informeren over de
status van de afhandeling hiervan? Dit lid verzoekt de Staatssecretaris daarbij concreet
te zijn met cijfers over het aantal en omvang van de aanvragen en het aantal en de
omvang van de afgehandelde aanvragen (in cijfers). Kan de staatsecretaris daarnaast
aangeven wat de reden is dat de afhandeling zo lang duurt? De jaarwisseling van 2020–2021
is immers al tien maanden geleden.
Het lid van de BBB-fractie vraagt tot slot of de eerder toegezegde vergoedingen voor
de vuurwerkbranche nu in stand blijven.
Antwoord
Er zijn geen gegevens voorhanden over de hoeveelheid illegaal vuurwerk dat in omloop
is. De invloed van deze wijziging van het Vuurwerkbesluit op de hoeveelheid illegaal
vuurwerk is niet te duiden. Wel wordt in een aantal artikelen de handhaafbaarheid
verbeterd bijv. door de definities van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk
te herstellen en ook misleidende aanbiedingen voor vuurwerk op internet aan te kunnen
pakken. De verwachting is dat deze verbeteringen de bestrijding van illegaal vuurwerk
ten goede komt. De opsporing en handhaving van illegaal vuurwerk is een taak van de
politie en het Openbaar Ministerie en de inzet daarop heeft vorig jaar geresulteerd
in de inbeslagname van 122.815 kg illegaal vuurwerk. Dit jaar is tot en met 14 november
147.210 kg in beslag genomen. Bij de bestrijding van illegaal vuurwerk wordt nauw
samengewerkt met onze buurlanden.
Ieder jaar zet de politie onder gezag van het Openbaar Ministerie stevig in op de
opsporing van illegaal vuurwerk. De opsporing vindt plaats door informatie gestuurd
op zoek te gaan naar aanbieders van vuurwerk. Dit betreft zowel de online als offline
handel. Daarnaast controleert de politie steekproefsgewijs auto’s in de grensgebieden
op illegaal vuurwerk dat Nederland wordt ingebracht.
Het ontwerpen van een subsidieregeling en het regelen van de uitvoering daarvan kost
veel tijd mede door de beoordeling door de Europese Commissie. De daadwerkelijke uitvoering
van de regeling vindt binnen de reguliere termijnen plaats. Het eerste deel van de
subsidieregeling voor de detailhandelaren is voor de zomer opengesteld, afgerond en
inmiddels uitbetaald. In totaal hebben 875 aanvragers subsidie ontvangen.
Het tweede deel van de subsidieregeling voor de opslag en vervoer van consumentenvuurwerk
was van 1 tot 18 oktober jl. opengesteld. Deze openstelling heeft langer op zich laten
wachten, omdat vanwege de hoogte van de subsidie een toets op verboden staatssteun
door de Europese Commissie nodig was. In totaal zijn er 32 aanvragen binnengekregen.
Rvo is inmiddels gestart met het uitbetalen van de voorschotten.
Ik ben blij met deze spoedige voortgang en ik ga ervan uit dat het totale pakket aan
maatregelen de ondernemers ondersteunt bij het doorstaan van de coronacrisis.
Ook dit jaar zal het kabinet, gezien het nieuwe tijdelijke vuurwerkverbod, zorgdragen
voor een passende compensatie voor de branche. Ondernemers kunnen voor een tegemoetkoming
ook aanspraak maken op de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19. Daarnaast
komt het kabinet met een tegemoetkoming specifiek voor de branche. De verdere invulling
wordt de komende tijd nader uitgewerkt, waarbij ook rekening zal worden gehouden met
het specifieke karakter van de sector, te weten dat de verkoop van dit vuurwerk slechts
gedurende drie dagen per jaar mag plaatsvinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier