Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over zieke dieren die alsnog op transport gaan
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over zieke dieren die alsnog op transport gaan (ingezonden 24 september 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 29 november
            2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 345.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Ongehoord: NVWA laat zieke dieren nog steeds naar buitenlandse
               slachthuizen exporteren» en de foto’s van «goedgekeurde» dieren voor vervoer?1, 2
Antwoord 1
            
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat als bij een zeug de baarmoeder buiten het lichaam hangt, er
               geen enkele twijfel bestaat dat dit dier ongeschikt is voor het transport?
            
Antwoord 2
            
Ja, ik deel deze mening. In de Europese transportverordening Vo (EG) 1/2005 staat
               dat dieren met een prolaps (een verzakking of uitzakking, het naar beneden zakken
               van een orgaan of orgaandeel, veelal door verslapping van het ondersteunend apparaat)
               niet vervoerd mogen worden.
            
Vraag 3
            
Zijn de bevindingen van de Vlaamse inspectiediensten, zoals geopenbaard door Ongehoord,
               bekend bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)? Zo ja, hoe zijn deze
               opgepakt binnen de NVWA?
            
Antwoord 3
            
Ja, deze zijn bekend bij de NVWA. De NVWA registreert alle meldingen. Aan de certificerende
               dierenartsen wordt vervolgens gevraagd om een verklaring op te maken. De bevindingen
               en afhandeling van de melding worden daarna teruggekoppeld naar de meldende lidstaat.
               De NVWA legt meldingen met voldoende achtergrondinformatie vast in het dossier van
               betrokkenen, bijvoorbeeld het bedrijf van herkomst, de vervoerder en het verzamelcentrum.
               Wanneer daartoe aanleiding is, wordt het toezicht geïntensiveerd. De NVWA onderzoekt
               hoe het interventiebeleid kan worden toegepast voor meldingen waarbij voldoende achtergrondinformatie
               over een overtreding beschikbaar is. De NVWA gebruikt de meldingen, inclusief beeldmateriaal,
               tevens als intervisie voor de certificerende dierenartsen om de uniformiteit van de
               beoordeling van transportwaardigheid te bevorderen.
            
Vraag 4
            
Hoe verklaart u dat een zeug met deze aandoening en ook andere varkens met duidelijk
               vast te stellen verwondingen, toch op transport zijn gegaan, ondanks dat dit in strijd
               is met de Europese transportverordening?
            
Antwoord 4
            
De sector draagt de eerste verantwoordelijkheid om alleen dieren te vervoeren die
               geschikt zijn voor het voorgenomen transport. De naleving van het sectorprotocol transportwaardigheid
               bij het selecteren geeft invulling aan die verantwoordelijkheid en draagt bij aan
               de juiste omstandigheden voor een zorgvuldige controle op transportwaardigheid. De
               NVWA houdt toezicht op de naleving van de Europese regels omtrent welzijn tijdens
               het vervoer van dieren op onder andere primaire bedrijven en verzamelcentra en handhaaft
               wanneer daar aanleiding toe is volgens het interventiebeleid.
            
Indien er een melding vanuit het buitenland komt dat het welzijn van de dieren bij
               aankomst niet in orde is, betekent dit niet altijd dat de dieren niet transportwaardig
               zijn bij exportcertificering voor het vertrek. De NVWA doet op basis van informatie
               uit de melding onderzoek naar de oorzaak en registreert deze informatie digitaal in
               het dossier van de betrokken ondernemer(s). De NVWA onderzoekt hoe het interventiebeleid
               kan worden toegepast voor meldingen waarbij voldoende achtergrondinformatie over een
               overtreding beschikbaar is.
            
Vraag 5 en 6
            
Hoeveel meldingen zijn er bij de NVWA binnengekomen dat niet-transportwaardige varkens
               zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen in het afgelopen jaar?
            
Hoeveel meldingen zijn er bij de NVWA binnengekomen dat niet-transportwaardige varkens
               zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen sinds de aankondiging dat de NVWA
               alleen nog maar varkens voor transport goedkeurt die geen zichtbare afwijkingen hebben?
            
Antwoord 5 en 6
            
Van 1 januari 2021 tot en met 21 oktober 2021 heeft de NVWA in totaal 17 meldingen
               ontvangen dat niet-transportwaardige varkens zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen.
               De NVWA heeft 9 buitenlandse meldingen ontvangen dat niet-transportwaardige varkens
               zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen sinds het op 1 augustus 2021 ingaan
               van de aangescherpte werkwijze. Voor een nadere toelichting verwijs ik uw Kamer naar
               mijn brief «Voortgang toezicht NVWA», die ik op 12 november jl. naar uw Kamer heb
               gestuurd (Kamerstuk 33 835, nr. 194).
            
Vraag 7
            
Kunt u een stand van zaken geven over de ontwikkeling van het sectorprotocol voor
               varkenstransport?
            
Antwoord 7
            
Op 30 september 2021 hebben de NVWA en de sector een akkoord bereikt over het ingediende
               sectorprotocol transportwaardigheid. Dit sectorprotocol geeft aan dat de sector de
               dieren beoordeelt en vervoert conform de Europese richtsnoeren. Het is van toepassing
               voor zowel het nationaal als internationaal transport van dieren. Aanvullend voorziet
               het protocol in een werkwijze ten aanzien van het vervoer onder voorwaarden van licht
               gewonde of licht zieke dieren, waarvoor het vervoer geen extra lijden oplevert. Alle
               aangeslotenen hebben dit protocol met ingang van 14 oktober 2021 in gebruik genomen.
            
Vraag 8
            
Hoe verklaart u dat nog meerdere ernstig verwonde of verzwakte runderen op transport
               zijn gegaan, ondanks dat het nieuwe protocol voor rundertransport vanaf april 2021
               is ingegaan?
            
Antwoord 8
            
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 9
            
Hoeveel meldingen zijn er bij de NVWA binnengekomen dat niet-transportwaardige runderen
               zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen sinds april 2021?
            
Antwoord 9
            
De NVWA heeft sinds 30 april 2021 twee meldingen ontvangen dat niet-transportwaardige
               runderen zijn binnengekomen bij buitenlandse slachthuizen (peildatum 21 oktober 2021).
               30 april 2021 is de startdatum van ingebruikname door de sector van de Europese richtsnoeren
               transportwaardigheid en het NVWA-toezicht daarop.
            
Vraag 10
            
Kunt u toezeggen de Kamer halfjaarlijks op de hoogte te houden van het effect dat
               de huidige maatregelen hebben op de naleving van de transportverordening, bij voorkeur
               in de vorm van het aantal meldingen dat binnenkomt bij de NVWA over de transportwaardigheid
               van dieren en de snelheid waarmee deze meldingen zijn afgehandeld?
            
Antwoord 10
            
Zie hiervoor mijn brief «Voortgang toezicht NVWA» die ik op 12 november jl. naar uw
               Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 835, nr. 194). Daarin heb ik aangegeven dat een effect op basis van het aantal meldingen niet
               goed te geven is. Mijn verwachting is echter dat de maatregelen zullen bijdragen aan
               een betere borging van het dierenwelzijn. Ik zal uw Kamer informeren over de stand
               van zaken van de naleving van de transportverordening.
            
Vraag 11 en 12
            
Deelt u de mening dat slim cameratoezicht op strategische plekken bij exportverzamelplaatsen
               zou kunnen bijdragen aan minder van dit soort misstanden?
            
Kunt u toelichten in hoeverre dit naar aanleiding van uw toezegging bij het commissiedebat
               over het niet handhaven door de NVWA op exportverzamelplaatsen inmiddels als concept
               is uitgewerkt om eventueel te betrekken bij het bredere wetsvoorstel over cameratoezicht
               in slachthuizen?
            
Antwoord 11 en 12
            
Cameratoezicht op (export)verzamelcentra levert naar verwachting inderdaad een bijdrage
               aan de borging van het dierenwelzijn. Zie hiervoor mijn brief «voortgang toezicht
               NVWA», die ik op 12 november jl. naar uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 835, nr. 194).
            
Vraag 13
            
Is de interventieladder voor overtredingen inmiddels aangepast, zoals besproken in
               het eerder genoemde commissiedebat? Zo ja, kunt u aangeven in hoeverre hier sprake
               is van een verscherping, zodat overtredingen die geconstateerd worden steviger beboet
               worden om herhaling te voorkomen?
            
Antwoord 13
            
De NVWA bepaalt als onafhankelijke toezichthouder welke sanctie wordt opgelegd bij
               een overtreding, bijvoorbeeld een waarschuwing of een boete. In het specifiek interventiebeleid
               van de NVWA is neergelegd welke maatregel past bij welke overtreding. Of er een boete
               of een waarschuwing gegeven wordt, is afhankelijk van de impact die de overtreding
               heeft op het door de regelgeving te beschermen (publieke) belang. Welke interventie
               daadwerkelijk wordt opgelegd is ook afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
               Naast bestraffing van de overtreding zijn proportionaliteit en de menselijke maat
               daarbij belangrijke toetsstenen: in rechtszaken wordt dit altijd grondig getoetst.
               Een verzoek om direct over te gaan tot het opleggen van boetes doorkruist deze principes
            
De wijze waarop de NVWA haar interventiebeleid vorm geeft, wordt constant gemonitord
               en waar nodig aangepast. Zie ook mijn brief «Voortgang toezicht NVWA» (Kamerstuk 33 835,  nr. 194), waarin ik uw Kamer nader geïnformeerd heb over de mogelijke modaliteiten van een
               «three strikes out», dan wel een puntensysteem en het inverventiebeleid van de NVWA.
            
Vraag 14
            
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, in elk geval voor het tweeminutendebat
               over het niet handhaven door de NVWA op exportverzamelplaatsen en het commissiedebat
               NVWA?
            
Antwoord 14
            
Ik heb mij ingezet om uw vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.