Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over het gedogen van ernstig dierenleed door botbreuken, bloedingen en ontwrichtingen bij tientallen miljoenen kuikens per jaar
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het gedogen van ernstig dierenleed door botbreuken, bloedingen en ontwrichtingen bij tientallen miljoenen kuikens per jaar (ingezonden 27 oktober 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 724.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat u de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft opgedragen
om niet meer handhavend op te treden tegen het vangen van kippen aan de poten bij
pluimveebedrijven, ondanks het feit dat de rechter eerder dit jaar bevestigde dat
de Europese Transportverordening het verbiedt om dieren bij de poten op te tillen?1
Antwoord 1
Dit is niet correct. De IG NVWA neemt eigenstandig besluiten over de inspecties en
handhaving. In lijn met de brief van de Europese Commissie van 3 augustus jl., waarover
ik uw Kamer in de beantwoording van schriftelijke vragen van lid Van der Plas (BBB)2 heb ingelicht, en na overleg met LNV maakt de NVWA nu een pas op de plaats ten aanzien
verdere inspecties op de vangmethode zolang een eenduidige interpretatie van de EU-norm
ontbreekt.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat kuikens die ondersteboven aan hun poten bij elkaar worden geharkt
en met meerdere tegelijk in kratten worden gegooid of gepropt hier ernstig letsel
zoals bloedingen, gebroken vleugels of andere botbreuken door kunnen oplopen, wat
ook volgens de NVWA zorgt voor ernstig lijden?3
Antwoord 2
Zoals ik ook in de eerdergenoemde beantwoording op schriftelijke vragen van lid Van
der Plas (BBB) aangaf, ben ik evenals de NVWA van oordeel dat de huidige vangmethode,
waarbij meerdere dieren per hand aan de poten worden vastgehouden en ondersteboven
hangen, niet diervriendelijk is. Bij het vangen van pluimvee moet het uitgangspunt
zijn, dat het ontstaan van letsel ongeacht de vangmethode te allen tijde voorkomen
dient te worden. Samen met de NVWA blijf ik in gesprek met de sectorpartijen om hen
ervan te overtuigen om over te stappen op een meer diervriendelijke vangmethode. Daarbij
wordt graag gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die sommige NGO’s hebben met
alternatieve vangmethoden.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat u niet de uitspraak van de rechter opvolgt, maar een advies
van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) wil afwachten om te bekijken
of een verbod op het vangen aan de poten noodzakelijk en gerechtvaardigd is?4
Antwoord 3
Zoals ik eerder heb aangegeven, wil ik graag het advies van EFSA afwachten daar ik
uit de brief van de Europese Commissie opmaak dat het verbod in de transportverordening
niet van toepassing zou moeten zijn op pluimvee. Het aanstaande EFSA-rapport moet
dan ook uitwijzen of het vangen van pluimvee bij de poten geheel verboden dient te
zijn, dan wel onder voorwaarden toch toegelaten kan worden.
Overigens merk ik graag op dat de uitspraak van de rechter volledig is opgevolgd door
de NVWA. De voorzieningenrechter heeft op 29 april jl., naar aanleiding van een niet
in behandeling genomen handhavingsverzoek, bepaald dat de NVWA moest onderzoeken of
de drie pluimveeservicebedrijven die in het verzoek werden genoemd bij het vangen
in overtreding waren van de Europese transportverordening5. Vervolgens moest de NVWA uiterlijk op 10 juni jl. beslissen of handhavend moet worden
opgetreden tegen deze bedrijven. Hieraan is gevolg gegeven. Er zijn inspecties uitgevoerd,
waarbij overtredingen werden geconstateerd. Dit heeft geleid tot het opleggen van
boetes.
Vraag 4
Herinnert u zich dat de EFSA in 2004 concludeerde dat bij 4,5% van de vleeskuikens
ontwrichtingen ontstaan door het ruwe vangproces en dat 3% van de vleeskuikens en
tot wel 41% van de leghennen hierdoor botbreuken oploopt?6
Antwoord 4
Ik ben bekend met deze EFSA publicatie.
Vraag 5
Klopt het dat juridisch alleen zaken mogen worden gedoogd als er op korte termijn
uitzicht is op legalisatie? Kunt u bevestigen dat dit hier niet zo is, aangezien aanpassing
van de Europese Transportverordening pas in 2023 is voorzien en het allerminst zeker
is dat EFSA zal adviseren om het verbod op het aan de poten optillen van kippen in
te trekken?
Antwoord 5
Vanwege de huidige onduidelijkheid zal de NVWA nu geen inzet plegen op dit specifieke
gebod (zie ook vraag 1). Het is inderdaad nog onduidelijk wat de EFSA hierover zal
adviseren. Om te waarborgen dat het Nederlandse beleid aansluit bij de meest recente
Europese wetenschappelijke inzichten, wil ik in ieder geval dit advies afwachten.
Vraag 6 en 7
Kunt u bevestigen dat Nederlands onderzoek uitwijst dat er grote bloedingen ontstaan
bij gemiddeld 4,5% van de vleeskuikens die op deze manier worden gevangen en dat dit
betekent dat hier jaarlijks 27 miljoen kuikens aan lijden?7 Zo nee, om hoeveel dieren gaat het dan?
Kunt u bevestigen dat er vleugeldislocaties, ofwel ontwrichtingen, ontstaan bij gemiddeld
1,5% tot 3,9% van de vleeskuikens die op deze manier worden gevangen en dat dit betekent
dat hier jaarlijks 9 tot 23 miljoen kuikens aan lijden? Zo nee, om hoeveel dieren
gaat het dan?
Antwoord 6 en 7
Ik ben bekend met dit onderzoek, dat mede is gefinancierd door het Ministerie van
LNV. Deze getallen worden niet centraal bijgehouden dus ik kan de jaarlijkse aantallen
niet bevestigen, noch ontkennen.
Vraag 8
Bij hoeveel leghennen in de Nederlandse pluimveehouderij worden jaarlijks botbreuken,
bloedingen en ontwrichtingen geconstateerd?
Antwoord 8
Deze getallen worden niet centraal bijgehouden.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat uit onderzoek is gebleken dat het aandeel vleugeldislocaties
tijdens en door het slachtproces toeneemt naar gemiddeld 7,9% van de vleeskuikens,
wat neerkomt op bijna 47,5 miljoen kuikens per jaar en dat dit in 7 van de 8 gevallen
gepaard gaat met een open wond? Indien dit aantal niet klopt, om hoeveel dieren gaat
het dan?
Antwoord 9
Dit volgt inderdaad uit de steekproef die in dit onderzoek is genomen. Deze getallen
worden niet centraal bijgehouden dus ik kan de jaarlijkse aantallen niet bevestigen,
noch ontkennen.
Vraag 10
Kan een vleugeldislocatie, waarbij het kraakbeen van het ellebooggewricht losraakt
van de botgroeiplaat en er in sommige gevallen een bot naar buiten steekt, reden zijn
voor het afkeuren van een kuiken voor humane consumptie?8 Zo ja, hoeveel dieren worden er per jaar om deze reden na de slacht afgekeurd? Wat
vindt u er van dat deze dieren zijn gefokt, gebruikt en gedood om te eindigen in de
destructie?
Antwoord 10
Een open dislocatie van de vleugel of een dislocatie waarbij een bloeding is ontstaan,
vormt een risico voor de voedselveiligheid. Alleen de aangedane vleugel is dan ongeschikt
voor menselijke consumptie en wordt verwijderd. Het is dus niet het gehele dier dat
wordt afgekeurd. De betreffende delen worden als dierlijk bijproduct afgevoerd van
het slachthuis en als zodanig verder verwerkt. Er wordt niet centraal bijgehouden
welke aantallen dit betreft.
Vraag 11
Herinnert u zich dat, tot het moment dat de NVWA intensief ging controleren op dit
zogenoemde «vangletsel» bij kuikens, slechts bij 45% van de pluimveebedrijven de regelgeving
om verwondingen of bloedingen tijdens het vangen te voorkomen werd nageleefd en dat
de NVWA zich zorgen maakte over de naleving na deze intensieve handhavingsperiode?9
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Wat verwacht u van uw vrijblijvende gesprekken met de sector over de overgang naar
meer diervriendelijke vangmethodes zoals het rechtop vangen, nu naar schatting nog
meer dan 99,5% van de kippen in Nederland aan de poten wordt gevangen? Waar baseert
u uw verwachting op?
Antwoord 12
De sector heeft een plan van aanpak opgesteld en betrekt dierenwelzijnsorganisaties
bij dit plan. Ik kijk uit naar de voortgang en realiseer me daarbij goed dat het een
grote omslag zal zijn, als alle pluimveebedrijven andere vangmethodes moeten gaan
inzetten.
Vraag 13
Erkent u dat u, door uw opdracht om niet meer handhavend op te treden tegen het aan
de poten vangen van kippen, ernstig dierenleed gedoogt bij tientallen miljoenen kippen?
Antwoord 13
De NVWA maakt nu een pas op de plaats ten aanzien van verdere inspecties op de vangmethode
maar zij blijft zich onverminderd inzetten op het algemenere gestelde verbod in de
transportverordening om «dieren te vervoeren of laten vervoeren op zodanige wijze
dat het de dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkent». De NVWA ziet
toe op vangletsel bij pluimvee via een systematiek van controles achteraf in het slachthuis.
Op basis van deze inspecties, die zowel steekproefsgewijs als risicogericht worden
uitgevoerd, kunnen boetes in de keten worden opgelegd. De handhaving is in mei van
dit jaar verder aangescherpt en eind september/begin oktober zijn op alle grote slachthuizen
intensieve inspecties uitgevoerd. Ik verwijs uw Kamer naar het nieuwsbericht dat de
NVWA hierover heeft gepubliceerd10.
Vraag 14
Erkent u dat de rechter heeft bevestigd dat u de mogelijkheid en de wettelijke plicht
heeft om ernstig dierenleed te voorkomen, aangezien de Europese Transportverordening
het verbiedt om dieren bij de poten op te tillen en daarvoor op dit moment geen uitzonderingen
kent?11
Antwoord 14
De voorzieningenrechter heeft dit niet tijdens de zitting uitgesproken. Het vonnis
heb ik toegelicht in antwoord op vraag 3. De uitspraak is opgevolgd.
Vraag 15
Waarom onderneemt u hierop geen actie en gedoogt u dit ernstige dierenleed terwijl
u zegt van oordeel te zijn dat de huidige vangmethode, waarbij meerdere dieren per
hand aan de poten worden vastgehouden en ondersteboven hangen, niet gewenst en niet
diervriendelijk is?12
Antwoord 15
In afwachting van de meest recente Europese wetenschappelijke inzichten van de EFSA
is nog geen eenduidige interpretatie van de EU-norm voorhanden waarop mijn inzet op
het specifieke verbod op vangen aan de poten bepaald kan worden. De NVWA zet ondertussen
de inspecties op vangletsel onverminderd voort. Verder zet ik me in het kader van
de aanstaande herziening van de Europese transportverordening samen met gelijkgestemde
lidstaten in voor het verplicht stellen van goede praktijken voor het vangen van pluimvee,
zoals die uit de het Europese Animal Transport Guides project13.
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één en voor de behandeling van de begroting van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beantwoorden?
Antwoord 16
Ik heb me ingespannen om de vragen zo goed en zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.