Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht 'Vrede in Bosnië onder druk: leider Serviërs morrelt aan voortbestaan staat'
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Vrede in Bosnië onder druk: leider Serviërs morrelt aan voortbestaan staat» (ingezonden 4 november 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vrede in Bosnië onder druk: leider Serviërs morrelt aan voortbestaan staat»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de provocaties van het Servisch lid van het roterende presidentschap
van Bosnië-Herzegovina, Milorad Dodik, en zijn partij SNSD, het Dayton verdrag, de
Europese toekomst van het land en vrede in de gehele regio ernstig ondermijnen?2
Antwoord 2
Het kabinet deelt dit standpunt, maar heeft tot nu toe geen aanwijzingen dat de Bosnisch-Servische
leiders, of andere partijen in het land, aansturen op een gewapend conflict. Desalniettemin
dragen de uitspraken en acties van de heer Dodik bij aan toenemende spanningen, ondermijnen
ze de politieke eenheid van Bosnië-Herzegovina en verhogen ze de risico’s op incidenten.
Het kabinet hecht, zeker in deze tijd, aan de positie van de Hoge Vertegenwoordiger
in Bosnië-Herzegovina en de EUFOR missie die toezien op de stabiliteit in het land.
Vraag 3
Bent u van mening dat de Hoge Vertegenwoordiger voor Bosnië en Herzegovina (OHR) de
inzet van zijn zogeheten «Bonn Powers» moet overwegen om deze schendingen van het
Dayton verdrag een halt toe te roepen mochten deze continueren? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, op wat voor manier stelt Nederland dit ter discussie binnen de Peace Implementation
Council?
Antwoord 3
De inzet van de Bonn-powers is een eigenstandige bevoegdheid van de Hoge Vertegenwoordiger.
Het is aan hem om te bepalen of en hoe hij deze bevoegdheden inzet. De Peace Implementation Council (PIC) steering board heeft de Bosnisch-Servische blokkade van staatsinstellingen scherp veroordeeld en
steun aan de Hoge Vertegenwoordiger Schmidt herbevestigd. Het kabinet steunt deze
verklaringen. Rusland heeft zich aan de verklaring van de PIC steering board onttrokken. Dat is een gemiste kans.
Vraag 4
Bent u van mening dat er, in navolging van de VS, (financiële) sancties door de EU
zouden moeten worden ingesteld tegen de verantwoordelijken voor deze ernstige ondermijning
van het Dayton verdrag en bedreiging voor de vrede in Bosnië-Herzegovina en de Westelijke
Balkanregio? Zo nee, waarom niet en wat voor optie(s) beschouwt u als alternatieve
effectieve oplossing van de huidige escalaties? Zo ja, wat doet u eraan om dit bij
uw collega-Ministers in Brussel aan te kaarten?
Antwoord 4
Het kabinet is in gesprek met EU-partners over de-escalatie van de situatie. Op de
Raad Buitenlandse Zaken van 15 november 2021 riep België namens de Benelux op tot
een duidelijke stellingname van de EU tegen revisionistische en polariserende retoriek
en dreigende aantasting van de eenheid en territoriale integriteit van het land. Daarnaast
blijft het kabinet zich zowel bilateraal als multilateraal uitspreken tegen maatregelen
die diepere etnisering van Bosnië en Herzegovina als gevolg hebben. Het kabinet is
er voorstander van dat we gezamenlijk optreden met de VS in Bosnië-Herzegovina, gezien
historische betrokkenheid bij de regio. De EU en de VS dienen zeer zorgvuldig te bezien
welke instrumenten het beste kunnen worden ingezet om de situatie te de-escaleren.
Hierin dienen ook overwegingen rondom precedentwerking meegenomen te worden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het belonen van deze provocaties een gevaarlijk precedent zou
scheppen voor toekomstige escalaties en de huidige situatie dus in geen enkel geval
mag leiden tot het sluiten van een deal waarbij er door de EU en VS concessies worden
gedaan aan Milorad Dodik?
Antwoord 5
De EU dringt erop aan dat een grondwetsherziening ter uitvoering van het arrest Sejdić-Finci
in elk geval deel uitmaakt van de herziening van het kiesstelsel, naast een kieswetsherziening.
Het kabinet steunt deze lijn en blijft zich zowel bilateraal als multilateraal uitspreken
tegen maatregelen die diepere etnisering van Bosnië en Herzegovina als gevolg hebben.
Op de Raad Buitenlandse Zaken van 15 november 2021 waarschuwde België namens de Benelux
voor stappen die het politieke bestel van het land langs diepere etnische lijnen verdelen
en die onvoldoende rekening houden met de relevante uitspraken van het EHRM.
Vraag 6
Heeft u kennis genomen van een gelekte notitie van VS-onderhandelaar Matthew Palmer
waaruit blijkt dat een groot deel van zijn inzet tijdens zijn huidige bezoek aan Bosnië-Herzegovina
is om aanpassingen aan de kieswet door te voeren, die mogelijk tot verdere segregatie
en de creatie van een de facto derde entiteit zouden leiden en daarmee in zou gaan
tegen eerder vastgestelde EU-principes en prioriteiten voor het land?3 Bent u het ermee eens dat deze veranderingen onder geen geding losgekoppeld kunnen
worden van grondwetswijzigingen die de gerelateerde arresten van het Europese Hof
voor de Rechten van de Mens (EHRM), en met name de zaak Sejdic-Finci, implementeren in het Bosnische kiessysteem om kiezersdiscriminatie te elimineren?
Zo ja, hoe gaat u zich hiervoor inzetten?
Antwoord 6
Ik heb kennis genomen van het nieuwsartikel over Eurocommissaris Varhelyi in Politico.
Het kabinet streeft naar een uitbreidingsproces gebaseerd op merites, waarbij voortgang
afhankelijk is van de implementatie van de hervormingen.
Dit is ook de inzet van het gehele college van de Europese Commissie, inclusief de
Commissaris voor uitbreiding en nabuurschap Várhelyi. Objectieve monitoring en rapportage
spelen vanzelfsprekend een belangrijke rol bij deze inzet en Nederland draagt het
belang hiervan ook consistent in EU-verband uit. Conform de motie van de leden Kamminga
en Amhaouch4, speelt Nederland daarnaast zelf een actieve rol in de monitoring van voortgang in
de landen, met ambassades in vijf van de Westelijke Balkan landen, door Nederlandse
deelname aan monitoringsmissies en door input te leveren op de voortgangsrapporten
op basis van eigen bevindingen.
Het kabinet is van mening dat het door de Commissie op 19 oktober gepubliceerde voortgangsrapport
over Servië gedetailleerd en objectief is (zie ook het antwoord op vraag 7). De Commissie
constateert in het voortgangsrapport dat er sprake is van een nieuw momentum in het
hervormingsproces. Daarnaast concludeert de Commissie dat Servië de hervormingen zal
moeten voortzetten, versnellen en verdiepen. Het kabinet onderschrijft deze conclusie.
Tegelijkertijd is het advies van de Commissie over het openen van twee clusters wat
het kabinet betreft te optimistisch. Dit zou geen recht doen aan de belangrijke zorgen
die er in de praktijk nog steeds zijn op het terrein van de rechtsstaat en fundamentele
vrijheden.
Vraag 7
Heeft u kennis genomen van de berichtgeving in Politico
5, waar op basis van een analyse van interne documenten van de Europese Commissie en
hoge ambtenaren binnen de Commissie wordt geconcludeerd dat Eurocommissaris voor Nabuurschap
en Uitbreiding Olivér Várhelyi en zijn kabinet geprobeerd hebben om zorgen over de
rechtsstaat de bagatelliseren, teksten over de rechten van LHBTI-personen uit Commissiedocumenten
te schrappen en het toetredingsproces van Servië te bevorderen? Wat is uw appreciatie
van deze inzet van Eurocommissaris Várhelyi? Deelt u de zorgen over het bagatelliseren
van de rechtstaat en LHBTI-rechten? Bent u bereid deze zorgen in EU-verband over te
brengen?
Antwoord 7
In de kabinetsappreciatie van het jaarlijkse uitbreidingspakket die uw Kamer op 12 november
is toegekomen6, stelt het kabinet dat er sprake is van een beginnend nieuw momentum in het hervormingsproces
in Servië. Het kabinet beschouwt deze ontwikkelingen als voorzichtig positief, en
is van mening dat er met name op het gebied van corruptiebestrijding en mediavrijheid
veel meer moet gebeuren. Het kabinet verwelkomt de grotere betrokkenheid van de Servische
regering bij de hervormingen, maar implementatie op kernpunten blijft selectief. Zo
is van een overtuigend trackrecord van vervolgingen op het gebied van high-level corruptie en georganiseerde misdaad nog geen sprake. Hier zal het kabinet op blijven
toezien.
Tegelijkertijd deelt het kabinet de analyse van de Commissie dat er op het gebied
van grondwetsherziening, o.a. bedoeld om de onafhankelijkheid van de rechtspraak te
versterken, voortgang kan worden geconstateerd, zeker in vergelijking met voorgaande
jaren. De hernieuwde Servische betrokkenheid bij de rechtsstaatshervormingen kan in
het kader van de herziene uitbreidingsmethodologie beloond worden met het instemmen
met een bescheiden stap in de toetredingsonderhandelingen met Servië. Dit past bij
de Nederlandse strikt en fair benadering ten aanzien van het uitbreidingsproces en
helpt om druk op Servië te houden om te hervormen.
Het openen van twee clusters, zoals door de Commissie voorgesteld, is wat het kabinet
betreft te optimistisch. Voortgang in het toetredingsproces is immers afhankelijk
van voortgang op het terrein van de rechtsstaat. Het openen van twee clusters zou
geen recht doen aan de belangrijke zorgen die er in de praktijk nog steeds zijn op
het terrein van de rechtsstaat en fundamentele vrijheden. Gezien het toenemende belang
van samenwerking met Servië op energieterrein, ook vanuit geopolitiek oogpunt, ligt
het in de rede om ten aanzien van Cluster 4, Green Agenda and Sustainable Connectivity, waar het hoofdstuk energie onderdeel van is, bescheiden stappen te zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.