Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het artikel dat de Twentse corporatie Domijn met een truc de verhuurdersheffing omzeilt
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel dat de Twentse corporatie Domijn met een truc de verhuurdersheffing omzeilt (ingezonden 28 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
25 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 429.
Vraag 1
Kent u het artikel «Twentse corporatie Domijn omzeilt met truc de verhuurdersheffing»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat corporatie Domijn een fiscale truc uitvoert om belasting te
ontwijken?
Hoeveel corporaties hebben de betreffende fiscale truc uitgevoerd en voor hoeveel
geld?
Antwoord 2 en 3
De aanpak van belastingontwijking in internationaal verband is een speerpunt van het
Kabinet. Dat betekent echter niet dat belastingontwijking nationaal niet aangepakt
wordt. Voor individuele belastingplichtigen en hun belastingzaken geldt echter de
geheimhoudingsplicht2 en kan ik geen uitspraak doen. In zijn algemeenheid geldt voor de verhuurderheffing
het volgende.
Een verhuurder die in aanmerking wil komen voor de Regeling vermindering verhuurderheffing
kan een Voorlopige investeringsverklaring (VIV) aanvragen, mits de aanvrager verhuurderheffingsplichtig
is. Hierbij is van belang dat de VIV wordt afgegeven voor een woning resp. locatie,
en niet voor een aanvrager. De reden hiervoor is dat het vaak voorkomt dat de bouw
wordt gerealiseerd door een ontwikkelaar in opdracht van een verhuurder, die het project
na afronding overdraagt aan die verhuurder. De verhuurder kan na oplevering de Definitieve
investeringsverklaring (DIV) aanvragen, en deze in aftrek brengen in zijn aangifte
verhuurderheffing. Dit kan echter nooit tot een teruggave leiden. Indien de heffingsverminderingen
de verschuldigde verhuurderheffing overtreffen, kan het surplus van heffingsverminderingen
in één van de volgende drie jaren in aftrek gebracht worden. Hiermee wordt voorkomen
dat verhuurders die veel nieuwbouwprojecten uitvoeren en een relatief kleine woningvoorraad
hebben hun DIV niet in mindering kunnen brengen op de verhuurderheffing. Gelet op
voorstaande redenen is het niet mogelijk om te registreren voor welke objecten de
heffingsvermindering verzilverd is.
De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) voert de Regeling vermindering verhuurderheffing
uit. RVO beoordeelt of aanvragen voor een voorlopige en definitieve investeringsverklaring
voldoen aan de regelgeving. Daarbij heeft RVO zonodig overleg met de Belastingdienst,
die de heffingvermindering toekent. Elke casus wordt hierbij individueel beoordeeld.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de heffingskorting voor nieuwbouw van
sociale huurwoningen? Hoeveel corporaties hebben zich ingeschreven en voor hoeveel
geld?
Antwoord 4
Voor de jongste regeling, RVV Nieuwbouw 2020 is voor ruim 2,6 mld aan voorlopige investeringsverklaringen
afgegeven voor ruim 111 duizend woningen. Het aantal aanvragers is 267, waaronder
245 woningcorporaties. De woningcorporaties hebben 2,5 mld aan voorlopige investeringsverklaringen
ontvangen, en overige verhuurders 100 mln.
Vraag 6, 7, 8 en 10
Is het waar dat, zoals in het artikel is gesteld, gemeenten Losser, Haaksbergen, Enschede
en de Autoriteit Woningcorporaties de goedkeuring van de fiscale truc hebben gegeven
aan corporatie Domijn?
Klopt het dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat over de toekenning
van de heffingskorting? Zo ja, hoe kan het dan dat gemeenten Losser, Haaksbergen,
Enschede en de Autoriteit Woningcorporaties de goedkeuring van de fiscale truc hebben
gegeven aan corporatie Domijn?
Verwacht u dat de RVO de heffingskorting gaat toekennen en de fiscale truc gaat goedkeuren
aan corporatie Domijn?
Kunnen corporaties de betreffende fiscale truc uitvoeren volgens de regels van de
heffingskorting?
Antwoord 6, 7, 8 en 10
De Autoriteit woningcorporaties (AW) en gemeenten waarbinnen de corporatie actief
is moeten goedkeuring verlenen aan danwel een zienswijze geven op de overname van
een juridische entiteit door een woningcorporatie. Deze goedkeuring en zienswijze
staan volledig los van de toekenning van investeringsverklaringen dan wel heffingsverminderingen.
In mijn antwoord op de tweede en derde vraag heb ik aangegeven hoe de wettelijke regeling
werkt, dat RVO de verzoeken om een investeringsverklaring (VIV en DIV) behandelt en
de DIV als heffingsvermindering in aftrek gebracht kan worden in de aangifte verhuurderheffing
in het onderhavige jaar of één van de drie volgende jaren.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de heffingskorting is bedoeld voor nieuwe nieuwbouwplannen en
niet voor nieuwbouwplannen die al worden uitgevoerd?
Antwoord 9
De intentie van de Regeling vermindering verhuurderheffing is investeringen in de
sociale woningvoorraad te stimuleren.
Vraag 5, 11, 12 en 13
Deelt u de mening dat we geen fiscale truc horen te verwachten van een corporatie,
een maatschappelijke instelling?
Bent u bereid om de regels van de heffingskorting tegen het licht te houden en aan
te passen om te voorkomen dat corporaties een fiscale truc uitvoeren om belasting
te ontwijken?
Bent u bereid om een afspraak te maken met corporaties om geen fiscale truc uit te
voeren tot de regels van de heffingskorting zijn aangepast?
Deelt u de mening dat we horen te verwachten dat een corporatie, een maatschappelijk
instelling, zich aan de regels houdt en niet de randen van de regels opzoekt?
Antwoord 5, 11, 12 en 13
Vanzelfsprekend ga ik ervanuit dat woningcorporaties zich houden aan wet- en regelgeving.
De Regeling vermindering verhuurderheffing biedt voldoende waarborgen voor een zorgvuldige
toekenning van heffingsverminderingen. Overdracht van Definitieve investeringsverklaringen
kan lonend zijn in de uitzonderlijke gevallen waarbij een verhuurder niet zelf in
de gelegenheid is om zijn heffingskorting te verzilveren binnen de wettelijke termijn.
De overnemende rechtspersoon maakt hierbij gebruik van de groepsaangifte.
Overigens is de Regeling vermindering verhuurderheffing voor nieuwbouw op 1 juli 2020
gesloten voor nieuwe aanvragen. Aanpassing van de wet- en regelgeving kan niet met
terugwerkende kracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.