Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellemeet over het gebrek aan daadkracht om fatsoenlijke noodopvang voor asielzoekers in te richten
Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het gebrek aan daadkracht om fatsoenlijke noodopvang voor asielzoekers in te richten (ingezonden 20 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 november
2021). Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 606.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «750 vluchtelingen brengen nacht door in Ter Apel, terwijl
plek was voor 275»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat heeft u sinds de brief die u op 25 augustus 2021 verstuurde, waarin u aangaf het
Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) te hebben gevraagd in overleg met gemeenten
noodopvang in te richten, ondernomen om de druk in Ter Apel te verlichten en te zorgen
dat asielzoekers ten allen tijde fatsoenlijk worden opgevangen? Kunt u dit in een
korte tijdlijn omschrijven?2
Antwoord 2
Na het versturen van de brief op 25 augustus jl. hebben de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en ondergetekende op 30 augustus 2021 overleg gehad met
de commissarissen van de Koning in hun rol als Rijksheer over de opvangproblematiek
bij het COA en de achterstanden bij het uitplaatsen van vergunninghouders. Dit overleg
vindt sindsdien ongeveer elke drie weken plaats om de stand van zaken, voorgang en
de acties te bespreken ten aanzien van de opgaven rondom het creëren van extra opvangplekken
en het versnellen van huisvesting van vergunninghouders in gemeenten.
Op 18 oktober jl. is de acute opvangproblematiek ook besproken in het Veiligheidsberaad.
In het antwoord op vraag 3 wordt nader ingegaan op hetgeen tijdens dit beraad is besproken.
Op 20 oktober jl. heeft de voorzitter van de veiligheidsregio Groningen een bijstandsverzoek
gedaan op grond van artikel 51 Wet veiligheidsregio’s. In reactie hierop heeft het
kabinet de commissarissen van de Koning op 22 oktober jl. verzocht om op korte termijn
per provincie 100 extra opvangplekken te realiseren en exploiteren om Ter Apel te
ontlasten. In het antwoord op vraag 4 wordt nader ingegaan op de acties die naar aanleiding
van dit bijstandsverzoek zijn ingezet.
Daarnaast hebben leden van het Kabinet, het COA, medewerkers vanuit de Ministeries
van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het
Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en ikzelf in de afgelopen periode veel bilaterale contacten
gehad met provincies, gemeenten en andere betrokken partijen, zoals Defensie en woningcorporaties,
om extra opvangplekken te realiseren en de huisvesting van vergunninghouders naar
gemeenten te versnellen. Dit heeft tot nu toe geleid tot de realisatie van 6.500 extra,
veelal tijdelijke, opvangplekken en worden er verschillende defensielocaties ingezet
voor de opvang van (Afghaanse) asielzoekers. Daarnaast zijn er tussen 1 juli en 1 november
van dit jaar ruim 7.500 vergunninghouders gehuisvest in gemeenten. Ook ondersteunen
het Ministerie van BZK en het RVB gemeenten bij het beschikbaar maken van grond of
woningen voor bewoning van vergunninghouders. Echter, heeft dit wat langer de tijd
nodig om te renderen. Tot slot, wordt ingezet op het tijdelijk bieden van onderdak
aan vergunninghouders via de hotel- en accommodatieregeling. Deze regeling, die per
5 november jl. operationeel is, geeft gemeenten de mogelijkheid de aan hen gekoppelde
vergunninghouders tijdelijk onderdak aan te bieden in hotels en andersoortige accommodaties
binnen de gemeentegrenzen, terwijl zij verder werken aan het vinden van (definitieve
of tijdelijke) huisvesting.
Vraag 3
Klopt het, dat in het Veiligheidsberaad van maandag 18 oktober 2021 is besloten, dat
op korte termijn tussen de 800 en 1.500 slaapplekken bij moesten komen? Zo ja, welke
acties zijn na afloop van dat beraad in gang gezet om die doelstelling te realiseren,
en waarom heeft dit niet kunnen voorkomen dat in Ter Apel honderden mensen boven de
maximale capaciteit verblijven?
Antwoord 3
Tijdens het Veiligheidsberaad op 18 oktober jl. is de veiligheidsregio’s verzocht
om opties aan te leveren om op korte termijn 1.500 extra opvangplekken te kunnen realiseren.
In het Veiligheidsberaad is hierop door een aantal regio’s de bereidheid uitgesproken
hiermee aan de slag te gaan. Dit heeft tot een aantal nieuwe mogelijke opties geleid
om opvanglocaties te realiseren die door het COA zijn onderzocht. De door de veiligheidsregio’s
aangedragen opties zijn echter niet van dien aard dat hier op korte termijn extra
opvangplekken gerealiseerd kunnen worden.
Vraag 4
Heeft u overwogen een crisismaatregel te treffen voor het inrichten van extra slaapplekken
om de overbezetting in Ter Apel direct te verhelpen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom
heeft dit niet tot resultaat geleid?
Antwoord 4
Op 20 oktober jl. heeft de voorzitter van de veiligheidsregio Groningen een bijstandsverzoek
gedaan op grond van artikel 51 Wet veiligheidsregio’s. In reactie hierop heeft het
kabinet de commissarissen van de Koning op 22 oktober jl. verzocht om op korte termijn
per provincie 100 extra opvangplekken te realiseren en exploiteren om Ter Apel te
ontlasten. Dit verzoek heeft geresulteerd in bijna 700 extra opvangplekken. Vanuit
het kabinet is veel waardering voor de provincies die aan deze oproep gehoor hebben
gegeven.
Op 26 oktober jl. is met de commissarissen van de Koning in hun rol als Rijksheer
geconcludeerd dat, ondanks dat de problematiek niet volledig is opgelost, de reguliere
governance van Landelijke en Provinciale Regietafels weer aan zet is om deze opgave
aan te pakken. Dit is tijdens de Landelijke Regietafel van 3 november jl. bevestigd.
Daarmee is in gezamenlijkheid besloten dat het bijstandsverzoek van 20 oktober jl.
afgehandeld. Wel blijft de situatie ten aanzien van de asielopvang in het algemeen,
en Ter Apel in het bijzonder, grote aandacht van het kabinet behouden. Door veel partijen
wordt hard gewerkt om de opvangproblematiek het hoofd te bieden en de situatie ten
aanzien van aanmeldcentrum Ter Apel structureel te verbeteren.
Vraag 5
Ontkent u dat door te strakke budgettering en het daarmee gepaard gaande snelle afschalen
van de asielopvang na 2016 een wezenlijke factor zijn in de noodsituatie die nu is
ontstaan? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid te kijken naar de optie in de toekomst
een grotere buffercapaciteit aan opvangcapaciteit aan te houden?
Antwoord 5
De huidige opvangproblematiek heeft andere oorzaken dan die in 2015/2016. In 2015/2016
werd de problematiek veroorzaakt door een hoge asielinstroom. Op dit moment speelt
naast een hogere asielinstroom dan verwacht ook een achterstand in het uitplaatsen
van vergunninghouders naar gemeenten mee en zijn er, als gevolg van het opheffen van
COVID-beperkende maatregelen, in korte tijd veel nareizigers in het kader van gezinshereniging
Nederland binnengekomen. Het oplossen van deze problematiek ligt daarmee niet enkel
in het vergroten van de opvangcapaciteit, maar ook in het versnellen van het huisvesten
van vergunninghouders in gemeenten.
Daarnaast heeft het COA de afgelopen jaren doorlopend geprobeerd om het aantal beschikbare
opvangplekken aan te laten sluiten bij de capaciteitsprognose. Met dat doel zijn de
leden van de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT) in november 2019 al
gevraagd om extra opvanglocaties en het verlengen van aflopende locaties. Dit laatste
is goed gelukt, het eerste niet.
Sinds dit jaar zijn er middelen beschikbaar om reservecapaciteit aan te houden. Op
de langere termijn gaat het om ongeveer 2.000 opvangplekken. Voor een geleidelijke
toename van het aantal asielzoekers in de opvang kan reservecapaciteit helpen om de
groei op te vangen. Ook bij een afname van het aantal asielzoekers kunnen middelen
ten behoeve van reservecapaciteit helpen om locaties niet meteen af te stoten, maar
aan te houden als reservecapaciteit.
Vraag 6 en 7
Vanaf wanneer was u bekend en duidelijk dat het stokken van de doorstroom van statushouders
naar huisvesting in gemeenten dit najaar een aanzienlijke extra druk op de opvangcapaciteit
zou leggen?
Vanaf wanneer was u bekend en duidelijk dat de crisis in Afghanistan en de nareis
aan de hand van de door de IND-taskforce afgehandelde vertraagde zaken dit najaar
een aanzienlijke extra druk op de opvangcapaciteit zou leggen?
Antwoord 6 en 7
Gemeenten hebben al langer moeite met het volledig realiseren van de taakstelling
vergunninghouders. Bij gemeenten en provincies vraag ik dan al langere tijd aandacht
voor dit onderwerp, omdat het langer dan de overeengekomen veertien weken verblijven
in de asielopvang van vergunninghouders capaciteitsdruk oplevert bij het COA.
Met het toenemen van de asielinstroom en het grotere aantal nereizigers dat naar Nederland
kwam en het achterblijven van de uitstroom van vergunninghouders naar gemeenten, nam
de bezetting in de COA-opvang vanaf mei 2021 geleidelijk toe. In de zomer werd duidelijk
dat op korte termijn extra inzet nodig was. Zeker in combinatie met de komst van de
Afghaanse evacués. Hierop heb ik, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, op 24 augustus jl. een brief gestuurd aan de commissarissen van
de Koning, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders om aandacht te vragen voor de
nijpende situatie bij het COA en op te roepen om extra opvangplekken te realiseren
of om huisvesting van vergunninghouders in gemeenten te versnellen.
Vraag 8
Kunt u de beslisnotities en/of andere achterliggende stukken die zijn gebruikt voor
het opstellen van de Meerjarige Productie Prognose (MPP) en het daaraan gekoppelde
capaciteitsbesluit van voorjaar 2021 aan de Kamer zenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals ik ook in de beleidsreactie op de WODC-rapportage «Governance Meerjaren Productie
Prognose» van 12 juli jl. heb aangegeven vergroot het openbaar stellen van de MPP
niet alleen de onderlinge kennisuitwisseling van de betrokken partners van de migratieketen,
maar maakt het de MPP ook toegankelijker voor externe partijen. In het jaar 2022 worden
de mogelijkheden voor openbaarstelling in kaart gebracht en een besluit gemaakt.
Het capaciteitsbesluit van het COA wordt reeds gepubliceerd op de website van het
COA.
Vraag 9
Welke maatregelen neemt u op korte termijn om te kunnen garanderen dat in de u resterende
ambtstermijn geen asielzoeker meer op een stoel of een stuk karton hoeft te slapen?
Antwoord 9
Zoals in het antwoord op vraag 2 ook al aangegeven zijn het COA, het Ministerie BZK,
het RVB en ikzelf doorlopend in gesprek met provincies, gemeenten en andere betrokken
partijen over het realiseren van extra opvangplekken en het versnellen van het huisvesten
van vergunninghouders in gemeenten. Daarnaast worden verschillende defensielocaties
ingezet om (Afghaanse) asielzoekers op te vangen. Dit om te borgen dat asielzoekers
die naar Nederland komen op een adequate manier kunnen worden opgevangen.
Vraag 10
Hoeveel alleenstaande kinderen verblijven momenteel in de noodopvang of de crisisnoodopvang?
Antwoord 10
In principe verblijven er geen alleenstaande kinderen in noodopvanglocaties tussen
volwassenen. Er is nu geen sprake van crisisnoodopvang.
Vraag 11
Hoeveel alleenstaande kinderen hebben momenteel geen voogd toegewezen gekregen, geen
toegang tot onderwijs en/of geen toegang tot adequate zorg?
Antwoord 11
Alle amv’s krijgen een voogd toegewezen. Binnen drie maanden na aankomst in Nederland
hebben kinderen recht op onderwijs. Dit recht is ook voor amv’s geborgd. Daarnaast
hebben alle amv’s toegang tot de adequate zorg.
Zorg is voor Nidos wel de begeleide amv’s (Bama’s). Deze jongeren komen met volwassen
familieleden of bekenden Nederland binnen en worden met deze volwassenen doorgeplaatst
naar noodopvangvoorzieningen. Zij zijn via Ter Apel niet direct in beeld bij Nidos.
Ook voor hen moet er in de voogdij worden voorzien aangezien zij zonder ouders Nederland
zijn binnengekomen.
Vraag 12
Welke maatregelen neemt u om te garanderen dat de capaciteit voor opvang van alleenstaande
kinderen op zeer korte termijn dusdanig wordt vergroot, dat geen alleenstaande kinderen
meer in (crisis)noodopvang hoeven te worden geplaatst?
Antwoord 12
Sinds eind augustus zoeken zowel Nidos als COA via alle beschikbare kanalen naar uitbreiding
van opvangplekken voor amv’s. Er zijn oproepen gedaan aan gemeenten, provincies en
woningbouwcorporaties. Daarnaast hebben COA en Nidos (jeugd)zorginstellingen benaderd
middels een schriftelijke oproep via Jeugdzorg Nederland en andere brancheorganisaties.
Deze acties hebben vooralsnog helaas tot onvoldoende nieuwe opvangplekken geleid,
zowel voor het COA als Nidos.
Het COA heeft momenteel onvoldoende plekken binnen de specifieke amv-opvang. Via een
aantal maatregelen is er binnen de reguliere opvang toch aparte tijdelijke opvang
voor amv’s gecreëerd. Daarnaast is aan gemeenten en provincies dringend hulp gevraagd
bij het realiseren van extra opvangplekken. Die gevraagde opvangplekken zijn er op
dit moment echter nog niet en dit leidt tot een acuut tekort, dat in het bijzonder
drukt op de Centrale opvanglocatie voor amv’s in Ter Apel. Omdat deze druk raakt aan
de veiligheid en leefbaarheid op deze locatie, heb ik in overleg met COA en Nidos
besloten eenmalig alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) die de leeftijd
van 17,5 jaar hebben bereikt en op peildatum 1 november door het COA worden opgevangen
versneld door te laten stromen naar reguliere opvanglocaties voor meerderjarigen.
Ik heb begrip voor de zorg die Nidos nadrukkelijk heeft uitgesproken vanuit haar taak
als wettelijk vertegenwoordiger over de gevolgen die deze stap heeft voor de betreffende
groep amv’s. Echter ook voor Nidos is het duidelijk dat er op dit moment geen andere
optie voorhanden is. Voor de komende periode zal gefaseerd gekeken worden of de noodzaak
tot uitvoering van dit besluit er voor de gehele groep nog steeds is. Dit is uiteraard
afhankelijk van de beschikbare opvang.
Vraag 13
Kunt u aangeven op welke wijze u de mogelijke inrichting van opvang voor Alleenstaande
Minderjarige Vreemdelingen (AMV) in een voormalige gevangenis in Zoetermeer kindvriendelijk
denkt te kunnen realiseren?
Antwoord 13
Het is op dit moment is de inzet van de voormalige gevangenis in Zoetermeer niet concreet
uitgewerkt.
Vraag 14
Kunt u deze vragen, gelet op de noodsituatie in de opvang momenteel, uiterlijk vrijdag
29 oktober beantwoorden?
Antwoord 14
Gezien de grote dynamiek op dit onderwerp is het helaas niet gelukt om deze vragen
voor 29 oktober 2021 te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.