Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over grootschalige energieopslagprojecten in Nederland (Kamerstuk 29023, nr. 270)
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over grootschalige energieopslagprojecten in Nederland (ingezonden 1 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yesilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
            23 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022 nr. 444.
         
Vraag 1
            
Welke rol ziet u voor grootschalige duurzame energieopslag in het Nederlandse elektriciteitssysteem
               richting 2030 toe en daarna?
            
Antwoord 1
            
De volatiliteit van duurzame energiebronnen leidt tot een grote behoefte aan flexibiliteit
               in het toekomstige energiesysteem. De flexibiliteitsmiddelen die kunnen worden ingezet
               zijn o.a. uitwisseling met andere landen, vraag- en/of aanbodsturing en opslag. Zowel
               klein- als grootschalige energieopslag installaties zijn onmisbaar voor congestiemanagement
               in het elektriciteitsnet en voor kort- en langdurige opslag. Er is overigens geen
               sprake meer van een Nederlands elektriciteitssysteem, maar van een Europese elektriciteitsmarkt,
               waarbij de prijzen steeds meer convergeren en de ontwikkelingen in de EU-landen niet
               los van elkaar kunnen worden bekeken. Energieopslag is dus één van de vormen van flexibiliteit
               die nodig is in het toekomstige energiesysteem. Daarbij speelt ondergrondse energieopslag
               een belangrijke rol in het behouden van de balans tussen vraag en aanbod van energie
               op grote schaal richting 2030 en daarna. Ik heb de Tweede Kamer recent geïnformeerd
               over de verwachte ontwikkelingen op het gebied van ondergrondse energieopslag, de
               uitdagingen en welke acties nodig zijn om de potentie van de diepe ondergrond te benutten
               ten behoeve van de energietransitie (Kamerstuk 29 023 nr. 270). Tot zeker 2030 leveren de gascentrales de benodigde flexibiliteit in het elektriciteitssysteem
               terwijl we overschakelen naar een meer duurzaam energiesysteem. Daarna zullen CO2-vrije gassen, zoals groen gas en waterstof, een grotere rol spelen in het aanbieden
               van regelbaar vermogen.
            
Vraag 2
            
Welke instrumenten en financiële regelingen worden nu ingezet om het gebruik van energieopslag
               te bevorderen? Welke budgetten zijn daarvoor beschikbaar? Welke knelpunten er in de
               huidige wet- en regelgeving en hoe vermindert u deze knelpunten?
            
Antwoord 2
            
In lijn met de Europese Elektriciteitsverordening (EU 2019/943) en -richtlijn (EU
               2019/944) zijn het marktpartijen die investeren in productiecapaciteit en opslag van
               elektriciteit. Ook aan de vraagkant zijn het marktpartijen die investeren in (industriële)
               processen of aanpassing daarvan om een flexibeler vraag te creëren. Al deze marktdeelnemers
               zijn verantwoordelijk voor de onbalans die zij in het systeem veroorzaken en ze zijn
               ook financieel aansprakelijk voor de onbalansen. Vanuit dit systeem zijn er sterke
               prikkels om ook in situaties van bijvoorbeeld weinig aanbod van wind en zon, vraag
               en aanbod in evenwicht te houden. De hogere prijzen die op die momenten ontstaan,
               maken dat investeringen in flexibiliteit kunnen worden terugverdiend. In combinatie
               met het ETS voor elektriciteitsopwekking en grote industriële installaties met uiteindelijk
               tot netto 0 afnemende CO2-uitstootrechten, zal uiteindelijk ook de flexibiliteit per saldo CO2-vrij worden. Om te zorgen dat er voldoende flexibiliteit in het systeem is en om
               innovatieve projecten te bevorderen zijn er nationale en Europese instrumenten beschikbaar.
               Er zijn bijvoorbeeld verschillende flexibiliteitstechnieken die worden gestimuleerd
               met de SDE++ (zoals industriële boilers), de DEI (zoals ondergrondse waterstofopslag
               in zoutcavernes), MOOI (zoals batterijen), TSE (zoals energieopslag in ionische vloeistoffen)
               en TKI toeslag (zoals conversie t.b.v. systeembalans). Daarnaast zijn er Europese
               subsidies beschikbaar, zoals STEPS (STorage of Energy & Power Systems) om innovatieve
               projecten te ondersteunen voor energieopslag en flexibilisering van elektriciteitssystemen.
               Van 2018 t/m 2020 is er in totaal € 40,3 miljoen besteed aan energieopslagprojecten
               vanuit publieke middelen in Nederland (bron: RVO). Zie hieronder de grafiek met publieke
               middelen uitgegeven per subsidieregeling van 2018–2020.
            
 Specifiek voor grootschalige waterstofopslag is in de Rijksbegroting 2022 € 35 miljoen
               gereserveerd voor de ontwikkeling van de eerste projecten t.b.v. de waterstof backbone. Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2021 ook bevestigd dat de dubbele heffing van energiebelasting
               bij energieopslag per 1 januari 2022 definitief stopt. Via een algemene maatregel
               van bestuur zullen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot de exploitant van
               het energieopslagsysteem, waardoor het gunstiger wordt om energieopslagprojecten te
               bewerkstelligen. Met deze set van instrumenten streeft het kabinet er naar om energieopslag
               projecten te bevorderen en flexibiliteit in het energiesysteem te vergroten.
            
Vraag 3
            
Kunt u toelichten of er nog andere initiatieven genomen worden, of in ontwikkeling
               zijn, om grootschalige energieopslag verder te stimuleren?
            
Antwoord 3
            
Naast de activiteiten al benoemd in het antwoord op vraag 2 heb ik een traject opgestart
               om tot een beleidskader te komen voor ondergrondse energieopslag. Ik verwijs u naar
               Kamerstuk 29 023 nr. 270 voor meer informatie hierover.
            
Vraag 4
            
Kunt u een inventarisatie geven van projecten, waar gebruik wordt gemaakt van duurzame
               energieopslag, die in de pijplijn liggen voor de komende jaren? Kunt u daarbij ook
               een overzicht verschaffen van de projecten die ontwikkelt worden in de samenleving,
               in verscheidene stadia van ontwikkeling? Kunt u daarbij uw appreciatie van de individuele
               projecten aangeven?
            
Antwoord 4
            
Zoals in de antwoorden op vraag 1 en 2 aangegeven gaat het om flexibiliteit, waarin
               opslag één van de mogelijkheden is. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om kleinschalige
               opslag in batterijen, het slim laden van elektriciteit in auto's of warmteopslag in
               bijvoorbeeld e-boilers. Uit de gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
               (RVO) blijken dat er 77 projecten tussen 2018–2020 subsidie hebben gekregen voor energieopslag.
               Sommige zijn nog gaande en er zijn nieuwe projecten gestart met en zonder subsidie
               voor o.a. batterijen, power-to-gas (P2G), warmte opslag, compressed air energy storage
               (CAES), pompaccumulatie (OPAC) en ondergrondse waterstofopslag. Op 28 april 2021 heeft
               de Tweede Kamer de Integrale Infrastructuurverkenning 2030–2050 ontvangen waarin ook
               de benodigde flexibiliteit in kaart is gebracht (Kamerstuk 32 813 nr. 684). TenneT monitort jaarlijks de leveringszekerheid, waarbij wordt gekeken naar alle
               vormen van flexibiliteit, waaronder opslag. Het is niet mijn rol om de individuele
               projecten te appreciëren.
            
Vraag 5
            
Bent u bereid om de haalbaarheid van deze projecten verder te gaan verkennen?
Antwoord 5
            
Zoals in de antwoorden op de vorige vragen aangegeven, gaat het om een totaal aan
               flexibiliteit. TenneT monitort jaarlijks de leveringszekerheid. Uit de monitorrapportages
               die TenneT de afgelopen jaren heeft gepubliceerd – en ook uit de meest recente – blijkt
               dat de leveringszekerheid van elektriciteit de komende jaren op orde is.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.