Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over het afschot van wilde zwijnen
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het afschuwelijke recordafschot van wilde zwijnen op de Veluwe (ingezonden 14 oktober 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 394.
Vraag 1
Kent u de berichten «Recordafschot wilde zwijnen door voedseltekort in Veluwse bossen»
en «Een zware winter zorgt niet voor sterfte bij zwijnen, dat doet de jacht»?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat u geen nationaal overzicht heeft van de afschotcijfers, de vergeven
afschotvergunningen en hoeveel zwijnen en/of herten er zijn geteld? Zo ja, hoe kunt
u dan inhoud geven aan uw eindverantwoordelijkheid voor de natuur? Zo nee, kunt u
deze cijfers met de Kamer delen?
Antwoord 2
Dat klopt, dit overzicht heb ik niet. Toezicht op afschotcijfers is een gedecentraliseerde
verantwoordelijkheid van provincies. Faunabeheereenheden rapporten aan de desbetreffende
gedeputeerde staten. Faunabeheereenheden publiceren deze vervolgens op hun website
en deze is voor eenieder te raadplegen.
Systeemverantwoordelijkheid neem ik door toe te zien of het systeem functioneert en
of een ieder in staat is zijn eigen rol te vervullen. Het Rijk is verantwoordelijk
voor de kaders en ambities en de provincies zijn verantwoordelijk voor het invullen
en uitvoeren van dit beleid. De keuze of de provincies maatregelen nemen die daarvoor
zijn benoemd of andere – vergelijkbare of betere – maatregelen, is de verantwoordelijkheid
van de provincies. Desgewenst kunnen Rijk en provincies hierover in overleg treden.
Vraag 3
Controleert u de faunabeheerplannen van de provincies om invulling te geven aan uw
eindverantwoordelijkheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe vaak controleert u deze
plannen en hoe?
Antwoord 3
Nee, zoals ik in het antwoord op vraag 2 aangeef wordt door de gedeputeerde staten
van de provincies toezicht gehouden op de faunabeheerplannen. Ik zie dit niet als
mijn verantwoordelijkheid.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe u invulling geeft aan uw eindverantwoordelijkheid met betrekking
tot de staat van de natuur, wanneer u geen overzicht heeft van de draagkracht van
leefgebieden en hoe deze zich tot elkaar verhouden?3
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Deelt u het inzicht dat u, als eindverantwoordelijke, een overzicht zou moeten hebben
van de getelde dieren, de afschotcijfers en de omvang van de populaties in alle Nederlandse
leef- en natuurgebieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat u dit opstellen?
Antwoord 5
Zoals ik bij vraag 2 heb aangegeven zie ik het niet als onderdeel van mijn systeemverantwoordelijkheid
om overzichten en cijfers bij te houden. Provincies zijn hierin bevoegd gezag.
Vraag 6
Klopt het dat er landbouwenclaves zijn op de Veluwe? Kunt u aangeven hoeveel hectare
deze omvatten en wat er wordt verbouwd? Welk gedeelte van de gebieden is deugdelijk
afgeschermd om schade van in het wild levende dieren te voorkomen?
Antwoord 6
Ja, er zijn landbouwenclaves op de Veluwe aanwezig. In totaal wordt 7.524 hectare
(ha) (GDI, 2021) geheel omsloten door Natura 2000-gebied; daarvan is 3.006 ha in agrarisch
gebruik en dus aan te merken als landbouwenclave. In volgorde van afnemende oppervlakte
gaat het met name om grasland, snijmaïs, granen en aardappelen. Daarnaast vindt er
ook agrarisch gebruik plaats binnen het Natura 2000-gebied Veluwe; het gaat daarbij
om kleine locaties die mede van belang zijn voor de vogelsoorten waarvoor het gebied
is aangewezen. De omvang hiervan is 2.190 ha akker- en grasland. Deze oppervlakte
is dus Natura 2000-gebied.
Op veel plekken zijn maatregelen getroffen om de gebieden af te schermen, bijvoorbeeld
zwijn-kerende rasters rond de agrarische enclave Uddel Elspeet. Om welk deel van de
landbouwenclaves het gaat, is niet exact bekend.
Vraag 7
Hoeveel hectare van deze landbouwgebieden wordt meegerekend als Natura 2000-gebied?
Antwoord 7
2.190 ha akker- en grasland, zie mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Hoeveel hectare van deze landbouwgebieden is ingetekend als nog niet gerealiseerde
natuur?
Antwoord 8
Dit is terug te vinden in het Natuurbeheerplan (NBP) van de provincie4. In het NBP begrenzen en beschrijven provincies de gebieden waar beheerders subsidie
kunnen krijgen voor het beheer en de ontwikkeling van natuur, agrarische natuur en
landschapselementen. De begrenzing is aangeduid op twee kaarten, de beheertypenkaart
en de ambitiekaart. Op de beheertypenkaart staat de actuele natuursituatie voor het
(agrarisch) natuurbeheer. Op de ambitiekaart staat de ambitie van de provincies voor
de (agrarische) natuur. Het NBP wordt vastgesteld en gewijzigd bij besluit van gedeputeerde
staten van de provincies.
Vraag 9
Is er onderzoek gedaan naar de gevolgen voor trek- en zwerfgedrag van wolven wanneer
hun leefgebied verstoord wordt door jacht op hun prooidieren en wat de effecten kunnen
zijn voor hun foerageergedrag met betrekking tot landbouwhuisdieren? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten?
Antwoord 9
Tot op heden is niet gebleken dat wolven verstoord worden door het beheer van grote
hoefdieren. Wanneer wolven in gebieden komen met meerdere prooisoorten (dam-, edelhert,
ree en wild zwijn) die in voldoende omvang aanwezig zijn, is het risico op predatie
van landbouwhuisdieren laag. Wolven hebben een duidelijke voorkeur voor wilde dieren.
Vraag 10
Is het u bekend dat jagers met name mannelijke dieren schieten en daarmee de natuurlijke
populatiedynamiek kunstmatig beïnvloeden? Zo nee, waarom niet en bent u bereid daar
nader onderzoek naar te verrichten? Zo ja, hoe beoordeelt u het kunstmatig beïnvloeden
van de natuurlijke populatiedynamiek en bent u bereid hier paal en perk aan te stellen?
Antwoord 10
Navraag bij de provincie Gelderland leert mij dat er in absolute aantallen meer vrouwelijke
dieren worden geschoten dan mannelijke. Interpretatie en aansturing is aan gedeputeerde
staten. Het is niet aan mij om te treden in de afwegingen en besluiten die de provincie
hierbij neemt.
Vraag 11
Kunt u aangeven of er nog gejaagd mag worden in delen van de Veluwe die mogelijk afgesloten
worden vanwege toeristische drukte?5
Antwoord 11
Faunabeheer vindt uit oogpunt van veiligheid bij voorkeur plaats op rustige plekken.
De precieze locatie is een afweging die de jachthouder maakt.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.