Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ginneken over de voortgang op interlandelijke adoptie
Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de voortgang op interlandelijke adoptie (ingezonden 2 november 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 15 november 2021).
Vraag 1
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de verkenning naar een nieuw stelsel
voor interlandelijke adoptie?
Antwoord 1
Ik informeer uw Kamer voor het einde van 2021 over de uitkomsten van de verkenning
naar de toekomst van interlandelijke adoptie.
Vraag 2
Hoeveel adopties zijn er tussen het stopzetten van de procedures eerder in 2021 en
het beantwoorden van deze vragen nog uitgevoerd?
Antwoord 2
Vanaf 8 februari 2021 tot 9 november 2021 heeft de Centrale autoriteit toestemming
gegeven voor de opneming van 40 kinderen. Dat betekent niet dat al deze kinderen reeds
in hun adoptiegezin zijn opgenomen. In een aantal situaties moet de procedure in het
land van herkomst nog worden afgerond.
Vraag 3
Welke signalen heeft u ontvangen van de vergunninghouders omtrent het kunnen blijven
bestaan als organisatie ondanks dat er weinig tot geen adopties kunnen worden uitgevoerd?
Antwoord 3
De vergunninghouders hebben mij laten weten welke impact de opschorting op hun organisatie
heeft vanwege het uitblijven van aanmeldingen van nieuwe aspirant-adoptiefouders.
Ik ben hierover met hen in gesprek. Mij is bekend dat door de afgekondigde opschorting,
vergunninghouders problemen ondervinden bij het voortzetten van hun organisatie. Een
ander signaal dat de vergunninghouders afgeven is dat, vanwege het feit dat er geen
nieuwe instroom aan aspirant-adoptiefouders is, het steeds moeilijker wordt om beschikbare
geschikte ouders te vinden voor kinderen die baat hebben bij interlandelijke adoptie.
De relatie met de landen van herkomst en indirect dan ook het voortbestaan van hun
organisatie, komt onder druk te staan.
Vraag 4
Wat zijn de uitkomsten van de gesprekken met de vergunninghouders en aspirant-adoptiefouders?
Antwoord 4
Er worden gesprekken gevoerd met de vergunninghouders om te komen tot een gedegen
regeling waardoor en waarmee zij hun activiteiten kunnen voortzetten in afwachting
van het definitieve besluit met betrekking tot de toekomst van interlandelijke adoptie.
Uitgangspunt hierbij is dat de procedures blijven voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen
zoals vóór de opschorting. Een dergelijke regeling is voor 2021 met één vergunninghouder
reeds overeengekomen. Voor de overige vergunninghouders zit dit in een afrondende
fase. Ook wordt met de vergunninghouders gesproken over een regeling voor 2022. De
Centrale autoriteit ontvangt sporadisch berichten van aspirant-adoptiefouders die
zich zorgen maken over de toekomst van interlandelijke adoptie en/of hun eigen procedure.
Doorgaans informeren de vergunninghouders de aspirant-adoptiefouders over de recente
ontwikkelingen.
Vraag 5
In hoeverre is het mogelijk om bepaalde adoptieroutes waar voldoende waarborgen tegen
misstanden zijn ingebouwd en waarover geen tot nauwelijks signalen over misstanden
zijn vernomen weer te openen, zoals toegezegd te onderzoeken tijdens het laatste commissiedebat
over Interlandelijke Adoptie?
Antwoord 5
De commissie Joustra heeft geconstateerd dat er sprake is van inherente kwetsbaarheden
in het adoptiesysteem. Om deze kwetsbaarheden specifieker te duiden wordt thans door
de Centrale autoriteit een landenanalyse opgesteld waarin dit wordt beschreven. Deze
landenanalyse maakt onderdeel uit van de verkenning naar de toekomst van interlandelijke
adoptie. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 informeer ik u hierover voor
het eind van 2021. Ik vind het niet aangewezen om bepaalde landen reeds open te stellen
voordat een besluit is genomen over de toekomst van interlandelijke adoptie.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de oprichting van het expertisecentrum?
Antwoord 6
Er is een zorgvuldig traject met belangenorganisaties van geadopteerden en stakeholders
ingezet voor de inrichting van het expertisecentrum interlandelijke adoptie. In december
2021 wordt de ontwerpfase afgerond waarin gezamenlijk met belangenorganisaties en
stakeholders wordt nagedacht over hoe het centrum eruit zou moeten komen te zien.
Op basis van deze opbrengst wordt uw Kamer eind 2021 geïnformeerd over de voorziene
inrichting van het expertisecentrum.
Vraag 7, 8
Hoeveel mensen hebben zich gemeld bij het expertisecentrum en met welke hulpvragen?
Hoeveel mensen zijn er al geholpen door het expertisecentrum en op welke manier?
Antwoord 7, 8
Het expertisecentrum is nog niet operationeel. Zoals ik uw Kamer in mijn brief van
9 juni 2021 heb bericht, wordt gestreefd naar een in de basis functionerend expertisecentrum
in de eerste helft van 2022.1 Dat wil zeggen dat geadopteerden terecht kunnen bij het expertisecentrum voor enige
ondersteuning, maar dat de omvang van de te bieden ondersteuning nog verder wordt
ontwikkeld en uitgebouwd. Op dit moment kunnen geadopteerden voor ondersteuning terecht
bij het Fiom en organisaties die geadopteerden al ondersteunen bij zoektochten naar
biologische ouders en/of familie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.