Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Agnes Mulder en Kuik over de overstromingen in Zuid-Soedan (Jonglei State)
Vragen van de leden Agnes Mulder en Kuik (beiden CDA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de overstromingen in Zuid-Soedan (Jonglei State) (ingezonden 27 oktober 2021).
Antwoord van Minister De Bruijn (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 12 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekent met het bericht: «Drowned land: hunger stalks South Sudan's flooded villages»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de actuele situatie is?
Antwoord 2
Zuid-Soedan kent grote humanitaire noden door een samenkomst van overstromingen, geweld
en de bijbehorende ontheemding. Het coördinerende orgaan voor humanitaire zaken van
de Verenigde Naties (OCHA) bericht dat op dit moment 8.3 miljoen mensen humanitaire
hulp behoeven.
De genoemde overstromingen in Zuid-Soedan zijn de ergste sinds 1964. 750,000 mensen
verdeeld over 29 provincies hebben sinds mei van dit jaar te maken met overstromingen.
37 procent van hen bevindt zich in Jonglei. De zwaarst getroffen gebieden zijn Jonglei,
Unity, Northern Bahr el Ghazal en Upper Nile. Scholen, huizen, gezondheidsinstellingen
en waterbronnen zijn ondergelopen waardoor mensen moeite hebben om te voorzien in
hun basisbehoeften.
Vraag 3
Is er sprake van acute hongersnood?
Antwoord 3
De meest recente IPC (Integrated Food Security Phase Classification) analyse stelt dat 7.2 miljoen mensen in Zuid-Soedan voedselonzekerheid ervaren (IPC
3 of hoger op een schaal van 5), waarvan 2.4 miljoen zich in IPC 4 (emergency) en 108.000 mensen zich in hongersnoodachtige omstandigheden bevinden (IPC 5). De
zwaarst getroffen provincies zijn Jonglei, Warrap en Northern Bahr el Ghazal.
OCHA bericht dat 483.000 vrouwen en 1.4 miljoen kinderen in Zuid-Soedan ondervoed
zijn. Voor meer dan twee-derde van de mensen in de door overstromingen getroffen gebieden
is er sprake van voedselonzekerheid. Sinds augustus zijn de voedselprijzen met 15
procent gestegen.
Vraag 4
Kunt u aangeven of in Zuid-Soedan meer ziekten zoals malaria voorkomen sinds de overstromingen?
Antwoord 4
Meerdere VN-agentschappen berichten over de toename van infectieziekten zoals malaria,
hepatitis E, diarree en de mazelen als gevolg van de overstromingen.
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre er Nederlandse hulpmiddelen, hetzij noodhulp hetzij structurele
ontwikkelingshulp, naar deze regio zijn gestuurd?
Antwoord 5
Als het gaat om het lenigen van humanitaire noden in Zuid-Soedan steunt Nederland
organisaties die in het land actief zijn: VN-organisaties als UNHCR, UNICEF en WFP
en ook het Rode Kruis. Dat doen we met onze algemene – ongeoormerkte – financiering
die deels in Zuid-Soedan wordt besteed, onder andere aan herstel van infrastructuur
zoals de bouw van dijken en drainagekanalen.
De uit het Nederlandse noodhulpbudget gefinancierde Dutch Relief Alliance (een Nederlands
consortium van ngo’s) is ook actief in Zuid-Soedan. Deze financiering bedraagt voor
2.021 EUR 8,5 miljoen. De hulp richt zich op voedselzekerheid, onderdak, water en
sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg, waaronder COVID response.
Tenslotte draagt Nederland bij aan het VN country based pooled fund voor Zuid Soedan (het South Sudan Humanitarian Fund) waar NL met EUR 8,3 miljoen een van de grootste donoren is. Dit fonds heeft USD
20 miljoen (ruim EUR 17 miljoen) beschikbaar gesteld voor humanitaire hulpverlening
in de door overstromingen geteisterde regio’s. Een deel daarvan wordt ook gebruikt
om de noden die ontstaan zijn naar aanleiding van de overstromingen op te lossen.
Nederland richt zich sinds 2018 eveneens op klimaatmitigatie. Eind dit jaar verwacht
het kabinet een groot 4 jarig programma te starten met het VN Migratie agentschap
IOM ter waarde van EUR 11 miljoen. Het programma zich zal richten op het bevorderen
van de klimaatweerbaarheid van Jonglei.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe de Zuid-Sudanese overheid al dan niet optreedt tegen de overstromingen?
Antwoord 6
De Zuid-Soedanese overheid stelt uit eigen middelen USD 10 miljoen (EUR 8,6 miljoen)
ter beschikking voor het adresseren van overstroming gerelateerde problemen. Dit bedrag
is echter nog niet gecommitteerd. De besteding hiervan wordt samen met OCHA uitgedacht.
Op provinciaal niveau wordt er op verschillende manieren opgetreden tegen de overstromingen.
Zo zijn er dijken aangesterkt, tijdelijke opvang verschaft en additionele levensmiddelen
zoals voeding en water verstrekt. Verschillende provinciale overheden geven aan de
vraag naar hulp niet op de benodigde schaal te kunnen voorzien door financiële en
operationele tekortkomingen. De internationale gemeenschap vult hier gedeeltelijk
de financiële behoefte voor herstel van infrastructuur en humanitaire hulp.
Vraag 7
Kunt u aangeven of, en hoe, er wordt samengewerkt met de Zuid-Sudanese regering in
Jonglei State om de nood te lenigen?
Antwoord 7
Naast bovengenoemde noodhulp aan Jonglei en andere provincies, is Nederland regelmatig
in gesprek met provinciale en nationale overheidsvertegenwoordigers, waaronder die
in Jonglei, over hun rol in overstromingspreventie en -mitigatie en het bevorderen
van voedselzekerheid.
Het IOM programma genoemd in vraag 5 richt zich op ondersteuning van lokale Zuid-Soedanese
gemeenschappen om klimaatkennis en weerbaarheid te vergroten.
Vraag 8
Kunt u aangeven in hoeverre de EU in Zuid-Soedan actief is in de strijd tegen water
en de strijd tegen hongersnoden?
Antwoord 8
De EU is een van de grootste humanitaire donoren in Zuid-Soedan. Een significant deel
van het EU-budget in Zuid-Soedan wordt uitgegeven aan vraagstukken gerelateerd aan
preventie, respons en mitigatie van overstromingen en hongersnoden.
Ook speelt de EU een coördinerende rol in de respons van EU-lidstaten en maatschappelijke
partners. Daarnaast oefent de EU delegatie regelmatig druk uit op de overheid van
Zuid-Soedan om een grotere rol op zich te nemen in deze respons.
Vraag 9
De plaatselijke bevolking heeft zoveel wateroverlast nog nooit eerder meegemaakt.
Kunt u aangeven of onderzocht is wat de oorzaak voor deze overlast is? Schrijft u
deze toe aan klimaatverandering?
Antwoord 9
Volgens de VN is er een combinatie van verschillende factoren in het spel: overvloedige
regenval in Zuid-Soedan en in de bovenstroomse landen van de Nijl, alsmede het dichtslibben
van gedeelten van de Nijl.
Diverse instellingen, waaronder onderzoekinstituten in Zuid-Soedan, doen onderzoek
naar de oorzaken en gevolgen van overstromingen in Zuid-Soedan en de regio. Dat klimaatverandering
daar een grote rol in speelt is onmiskenbaar.
Vraag 10
In hoeverre wordt deze regio ondersteund door westerse programma’s in de klimaat adaptatie
en mitigatie opgave?
Antwoord 10
Westerse donoren, waaronder verschillende EU-bondgenoten, zijn grote financiers van
humanitaire noden in Zuid-Soedan, ook wanneer die gerelateerd zijn aan klimaatverandering.
Het aantal donoren dat proactief inzet op adaptatie en mitigatie is kleiner. Nederland,
Noorwegen en Zweden nemen hier een voortrekkersrol in. Nederland draagt ook via humanitaire
fondsen zoals het CERF en Disaster Relief Emergency Fund (DERF) (IFRC) bij aan het
anticiperen op natuurrampen.
Vraag 11
Kunt u aangeven op welke wijze de conflicten en het geweld in Zuid-Soedan (Jonglei
State) bijdragen aan de huidige situatie?
Antwoord 11
Het conflict draagt op twee manieren bij aan voedselonzekerheid in Zuid-Soedan.
De Voedsel en Landbouw Organisatie (FAO) van de VN heeft aangetoond dat er een rechtstreeks
verband bestaat tussen het conflict en de voedselproductie. Waar 10 jaar geleden bijna
alle Staten in Zuid-Soedan meer voedsel produceerden dan nodig voor de eigen inwoners,
geldt dat nu nog maar voor een of twee staten. De rest kan nauwelijks de helft van
de eigen bevolking voeden. Hierdoor werd al een enorme druk gelegd op de humanitaire
hulpverlening, wat nu nog wordt vergroot door de overstromingen. Tegelijkertijd hebben
humanitaire organisaties (WFP, FAO) steeds meer moeite om de benodigde fondsen voor
urgente hulpverlening binnen te halen.
Daar komt bij dat als gevolg van de grote noden en uitzichtloosheid steeds meer hulpkonvooien
van internationale en nationale organisaties worden overvallen voor voedsel en andere
zaken. De hulpverlening wordt hiermee nog complexer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.