Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht dat de bank voortaan je studieschuld kan opzoeken
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de bank voortaan je studieschuld kan opzoeken (ingezonden 13 oktober 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën (ontvangen
12 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hypotheek nodig? Bank kan voortaan je studieschuld
opvragen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat banken in het kader van hypotheekaanvragen in de toekomst de mogelijkheid
krijgen om, indien de klant daar toestemming voor geeft, gegevens over studieschulden
op te vragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO)? Wat vindt u van deze
ontwikkeling?
Antwoord 2
Consumenten kunnen sinds enkele jaren een deel van de gegevens die nodig zijn voor
het aanvragen van een hypotheek op een andere wijze aanleveren. Dit door toestemming
te geven aan een app, zoals Ockto of iWize, om bepaalde gegevens op te halen en te
delen met de hypotheekadviseur en kredietverstrekker. Deze optie was al beschikbaar
voor gegevens van het UWV, Mijnpensioenoverzicht en MijnOverheid. Tot voor kort moesten
(oud-)studenten de benodigde gegevens over hun studieschuld zelf via DUO opvragen en doorgeven
aan de hypotheekverstrekker. Sinds 11 oktober jl. is het ook mogelijk voor de (oud-)
student om de gegevens bij DUO via bovengenoemde apps bij de hypotheekverstrekker
aan te leveren. Een dergelijk initiatief kan leiden tot meer gebruiksgemak. Dit initiatief
verandert niets aan de rechten en plichten van (oud-) studenten en kredietverstrekkers,
maar heeft alleen invloed in de wijze waarop aan die verplichting kan worden voldaan.
Burgers hebben op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) het
recht om eigen persoonsgegevens bij de overheid digitaal in te zien. Zij hoeven niet
nader te motiveren met welk doel ze de gegevens willen inzien. Burgers kunnen vervolgens
zelf besluiten om deze gegevens te delen met derden, zoals in het geval van een hypotheekaanvraag.
In eerdere beantwoording van Kamervragen2 van het lid Futselaar ben ik al ingegaan op deze ontwikkeling.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit het voor starters nog moeilijker maakt om een huis aan te
schaffen?
Antwoord 3
De zoektocht van starters naar een betaalbare koopwoning is in de afgelopen jaren
steeds ingewikkelder geworden door de sterk oplopende prijzen. Ik deel echter niet
de mening dat dit initiatief het moeilijker maakt voor starters. Financiële verplichtingen,
zoals een studieschuld, zijn namelijk altijd al van invloed geweest op de hoogte van
de maximale hypotheek. Dit is onveranderd door deze mogelijkheid. Het via een app
ophalen van gegevens bij DUO kan leiden tot meer gebruiksgemak in het aanleveren van
informatie over studieschulden. Hiermee kan het aanvragen van een hypotheek voor consumenten
eenvoudiger worden.
Vraag 4
Deelt u de zorg dat de toestemming die klanten moeten geven voor de inzage in deze
gegevens in de praktijk neer zal komen op dwang, omdat kredietverstrekkers dit als
eis zullen stellen? Hoe gaat u dit voorkomen?
Antwoord 4
Ik deel deze zorg niet. Dit initiatief past namelijk binnen een bredere ontwikkeling
die de dienstverlening aan de consument verbetert. Dit door het eenvoudiger aanleveren
van gegevens die nodig zijn voor een hypotheek. De (oud-)student is al verplicht om
bij een hypotheekaanvraag eventuele studieschulden op te geven. Deze gegevens kunnen
nu ook via een app direct bij de kredietverstrekker worden aangeleverd. Een aantal
kredietverstrekkers biedt hun klanten deze mogelijkheid. Een kredietverstrekker kan
eisen stellen aan hoe bepaalde gegevens aangeleverd moeten worden. Bijvoorbeeld omdat
hiermee de kosten voor het aanvraagproces lager worden. Op dit moment zijn er geen
aanwijzingen dat kredietverstrekkers eisen dat (oud-)studenten de gegevens over studieschulden
alleen via de app van Hypotheek Data Netwerk (HDN) aan kunnen leveren.
Vraag 5
Welke instanties of bedrijven kunnen toegang krijgen tot de genoemde app om inzage
te krijgen in studieschuld?
Antwoord 5
Instanties of bedrijven kunnen geen gegevens van burgers bij DUO opvragen. De burger
geeft toestemming om bepaalde gegevens via de app te delen met de kredietverstrekker.
Vraag 6
Wat is het kabinetsstandpunt ten aanzien van de registratie van studieschuld en het
meewegen van studieschuld in het kader van hypotheekaanvragen?
Antwoord 6
Het kabinet vindt het belangrijk dat hypothecaire kredieten op verantwoorde wijze
worden verstrekt. Voor verantwoorde kredietverlening geldt voor de kredietaanbieder
de wettelijke plicht om bij het bepalen van de maximale hypotheek rekening te houden
met financiële verplichtingen zoals een studieschuld. De (oud-)student is daarnaast
verplicht om bij een hypotheekaanvraag eventuele studieschulden op te geven. De terugbetaling
van een studieschuld drukt namelijk op het besteedbaar inkomen van een (oud-)student.
Het is daarom ook in zijn of haar belang om bij een hypotheekaanvraag een eventuele
studieschuld eerlijk op te geven. Daarmee wordt voorkomen dat de hypotheeklasten te
hoog worden, met mogelijke betalingsproblemen als gevolg. Voor studieschulden wordt
vanwege het bijzondere karakter met de bijbehorende sociale terugbetaalvoorwaarden
een lagere wegingsfactor gehanteerd bij een hypotheekaanvraag dan voor consumptieve
kredieten.
DUO houdt vanwege de uitvoering van de studiefinanciering de studieschuld bij van
elke (oud-) student. De (oud-)student kan via Mijn DUO een persoonlijk inzicht krijgen
van de hoogte van de studieschuld en eventuele aflossingen. Het bijhouden van de studieschulden
door DUO en een persoonlijk inzicht bieden is een wezenlijk andere situatie dan een
registratie bij bijvoorbeeld het Bureau Krediet Registratie (BKR). Het kabinet gaat
niet over tot een BKR-registratie voor studieschulden.
Vraag 7
Herinnert u zich uw uitspraken over de registratie van studieschuld bij het Bureau
Krediet Registratie (hierna: BKR), namelijk dat dit afschrikwekkend zou zijn? Deelt
u de mening dat de ontwikkelde app waarmee de studieschuld opgevraagd kan worden door
kredietverstrekkers, in feite op iets vergelijkbaars neerkomt als een BKR-registratie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De app maakt het mogelijk om benodigde gegevens bij een hypotheekaanvraag op een gebruiksvriendelijkere
manier aan te leveren, indien toestemming gegeven is door de hypotheekaanvrager. De
app verandert niets aan de huidige gang van zaken rondom het aanvragen van een hypotheek,
waarbij het al verplicht is om eventuele studieschulden op te geven. Studieschulden
worden ook niet op een andere manier geregistreerd dan voorheen. Het komt daarom niet
overeen met een BKR-registratie.
Vraag 8
Wat is bij de invoering van het leenstelsel exact beloofd ten aanzien van het meewegen
van studieschuld bij hypotheekaanvragen? Kunt u uitvoerig uiteenzetten of de beloften
die het kabinet destijds heeft gedaan wel zijn nagekomen? Is destijds beloofd dat
studieschuld niet zou meewegen bij een hypotheekaanvraag? Zo nee, wat is wel beloofd?
Antwoord 8
Bij invoering van het leenstelsel is het uitvoerig gegaan over de weging van studieschulden
bij hypotheekaanvragen. Dit is onder meer het geval geweest in het verslag3, het nader verslag4 en tijdens de behandeling in de Tweede Kamer5. Er is toen niet beloofd dat studieschulden niet zouden worden meegewogen bij een
hypotheekaanvraag. In het kader van verantwoorde kredietverstrekking zou het onverstandig
zijn deze niet te betrekken bij het bepalen van de maximaal verantwoorde hypotheek.
Studieschulden hadden voor invoering van het leenstelsel een wegingsfactor van 0,75%.
In de verslagen en de behandeling is aangegeven dat er afspraken waren gemaakt met
de Nederlandse Vereniging van Banken en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Er
is afgesproken dat het studievoorschot aanleiding bood om de wegingsfactor te verlagen
naar 0,45%. Deze verlaging was mogelijk omdat de maandlasten grofweg halveerden door
de verlenging van de terugbetaaltermijn en door de socialere terugbetaalvoorwaarden.
Tot 1 januari 2021 is de wegingsfactor gelijk gebleven aan 0,45%. Per 1 januari 2021
geldt een nog lagere wegingsfactor van 0,35% voor studieschulden onder het leenstelsel,
naar aanleiding van een advies van het Nibud6. Deze verlaging is naar aanleiding van de lage rente op studieschulden.
Vraag 9
Op welke wijze weegt studieschuld op dit moment mee bij kredietverstrekking? Welke
wegingsfactor heeft studieschuld? Hoe staat deze wegingsfactor in verhouding tot andere
wegingsfactoren? Acht het kabinet deze wegingsfactor als bevorderlijk voor de kansen
van starters om een woning aan te schaffen?
Antwoord 9
De wegingsfactor ten opzichte van de oorspronkelijke hoofdsom van een studieschuld
of ander krediet, geeft weer wat de maandlast van de schuld is die meegerekend moet
worden bij het bepalen van de maximale hypotheek. De wegingsfactor bij de verstrekking
van hypothecair krediet is per 1 januari 2021 verankerd in de Regeling hypothecair
krediet. Voorafgaand daaraan, heeft het Nibud onderzoek gedaan naar het verantwoord
meewegen van de studieschuld bij hypotheek aanvragen.7 Op basis daarvan is de wegingsfactor voor de studieschuld in 2021 vastgesteld op
0,65% voor een schuld onder het oude stelsel en 0,35% voor een schuld onder het leenstelsel.
Studieschulden in het leenstelsel kennen een lagere wegingsfactor omdat de terugbetaaltijd
en daarmee ook de maandlasten een stuk lager zijn dan bij studieschulden in het oude
stelsel. Gelet op de rente van thans 0% op studieschulden is dit de laagste door het
Nibud verantwoord geachte wegingsfactor. Zoals de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties uw Kamer ook heeft laten weten in de brief over de leennormen
20228, blijft deze daarom voor 2022 gelijk.
De wegingsfactor voor studieschulden is in vergelijk met andere wegingsfactoren laag.
Ter vergelijking: voor consumptief krediet is de wegingsfactor 2%. Het verschil komt
door het bijzondere karakter van studieschulden met de bijbehorende sociale terugbetaalvoorwaarden.
Bij het bepalen van de maximale hypotheek wordt ook rekening gehouden met eventuele
andere financiële verplichtingen zoals alimentatieverplichtingen en erfpachtcanonbetalingen.
De gedachte achter de wegingsfactor is het nastreven van verantwoorde kredietverstrekking.
Starters hebben het lastig op de woningmarkt, en recent onderzoek van de AFM9 toont ook aan dat juist starters potentieel extra kwetsbaar zijn. Die kwetsbaarheid
zou alleen maar groter worden als schulden niet op de juiste manier worden meegewogen
bij kredietverstrekking.
Vraag 10
Kan het kabinet uiteenzetten hoe het meewegen van studieschuld bij kredietverstrekking
invloed heeft op de kansen van starters om een woning aan te schaffen? Zijn hier statistische
gegevens over beschikbaar?
Antwoord 10
Er zijn geen statistische gegevens beschikbaar over de invloed van een studieschuld
op de zoektocht van koopstarters naar een woning. Ik ben evenwel van mening dat starters
het niet makkelijk hebben op de woningmarkt. Het woningaanbod is beperkt en de concurrentie
is groot. De huizenprijzen stijgen hard en de maximale hypotheek wordt bepaald door
allerlei factoren, waaronder de hoogte van het inkomen en het meewegen van financiële
verplichtingen zoals een studieschuld. Ik vind het echter ook belangrijk dat starters
een verantwoorde hypotheek afsluiten.
Het kabinet wil dat er voldoende woningen voor starters zijn. Daarom is de bouw van
extra woningen topprioriteit. Die woningen staan er echter niet meteen. Daarom nemen
we ook maatregelen om starters op korte termijn te helpen om een woning te kopen.
Bijvoorbeeld door starters tot 35 jaar vrij te stellen van overdrachtsbelasting (bij
een woning tot € 400.000) en door het verbeteren van de informatievoorziening voor
starters op de woningmarkt.
Het meewegen van de studieschuld bij het aanvragen van een hypotheek is overigens
niet specifiek gericht op starters, ook doorstromers met een studieschuld moeten deze
opgeven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.