Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de besteding van door de ACM opgelegde boetes
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de besteding van door de ACM opgelegde boetes (ingezonden 30 september 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 11 november 2021).
            Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 276.
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op het oordeel van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat producent
               Samsung zich tussen januari 2013 en december 2018 op ongeoorloofde wijze schuldig
               heeft gemaakt aan opdrijving van online verkoopprijzen van televisies1?
            
Antwoord 1
            
Het afstemmen van verkoopprijzen van leveranciers met detailhandelaren is ingevolge
               artikel 6 van de Mededingingswet verboden (verticale prijsbinding). De ACM houdt toezicht
               op de naleving van de mededingingswet. Het opleggen van een boete van een overtreding
               van de mededingingsregels kan daar een gevolg van zijn.
            
Vraag 2
            
Deelt u de opvatting dat consumenten hiermee jarenlang financieel zijn benadeeld?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2
            
Ja, voor zover dit consumenten betreft die een televisie hebben aangeschaft bij een
               partij die door Samsung beïnvloed is de verkoopprijs aan te passen.
            
Vraag 3
            
Kunt u concretiseren waar door de ACM opgelegde boetes -die de schatkist van het Rijk
               invloeien- de afgelopen jaren aan zijn besteed, of belanden deze per definitie op
               de grote hoop?
            
Antwoord 3
            
De EZK-begroting kent een taakstellende raming voor de boete-ontvangsten van ACM van
               € 30,2 mln. per jaar. Deze ontvangsten vormen daarmee een regulier onderdeel van de
               EZK-begroting; daarom is er geen specifieke besteding aan te wijzen. Afwijkingen ten
               opzichte van de raming worden daarom opgevangen binnen de gehele EZK-begroting.
            
Vraag 4, 5, 6, 7
            
Indien dat laatste het geval is, bent u het dan eens dat er in de praktijk feitelijk
               geen relatie is tussen de bestrafte overtreding en de besteding van de daarvoor opgelegde
               boete? Zo nee, waarom niet?
            
Deelt u de mening dat een directer verband tussen overtreding en besteding van de
               boete meer recht zou doen aan het principe van compensatie van de benadeelde consumenten?
               Zo nee, waarom niet?
            
Bent u het eens dat boetes die door de ACM worden opgelegd in dat kader zoveel mogelijk
               zouden moeten terugvloeien naar de benadeelde consumentengroep, bijvoorbeeld in de
               vorm van gerichte btw- of accijnsverlagingen? Zo nee, waarom niet?
            
Zo ja, op welke wijze gaat u hier invulling aan geven?
Antwoord 4, 5, 6, 7
            
Om perverse prikkels te voorkomen worden boete-ontvangsten niet gebruikt om gericht
               beleid in hetzelfde domein te financieren. Daarnaast kent de Rijksbegroting een scheiding
               tussen reguliere uitgaven en ontvangsten van ministeries en belastinginkomsten. Een
               boeteopbrengst kan daarom niet worden gebruikt voor een verlaging van belastingen.
            
Als een bedrijf de wet overtreedt, kan dit leiden tot schade bij consumenten. Deze
               consumenten kunnen zowel individueel als collectief een privaatrechtelijke vordering
               tot schadevergoeding indienen bij de burgerlijke rechter. Sinds 1 januari 2020 bestaat
               in Nederland de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA).2 De WAMCA stelt belangengroepen in staat om voor een groep gedupeerden een collectieve
               vordering tot schadevergoeding in te dienen. Met de WAMCA hebben consumenten(organisaties)
               een effectief en efficiënt instrument in handen om schadeveroorzakende bedrijven in
               rechte aan te spreken.
            
Toezichthouders als de ACM hebben daarnaast de mogelijkheid om bij overtredingen bestuursrechtelijke
               sancties op te leggen, waaronder een boete. Een bestuursrechtelijke sanctie heeft
               een punitief karakter en is gericht op het voorkomen van dergelijke gedragingen in
               de toekomst.
            
De hierboven geschetste mechanismen vervullen beide een eigen functie en vullen elkaar
               aan. Ik ben van mening dat consumenten in Nederland over goede mogelijkheden beschikken
               om schadevergoeding te vorderen en op deze manier genoegdoening te krijgen. Het ligt
               dan ook niet voor de hand om bestuursrechtelijke boetes (ook) voor dit doel in te
               zetten.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
