Schriftelijke vragen : Het ambtshalve toevoegen van een advocaat door een rechter aan een moeder die niet zelfredzaam is
Vragen van de leden Van Nispen en Kwint (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het ambtshalve toevoegen van een advocaat door een rechter aan een moeder die niet zelfredzaam is (ingezonden 11 november 2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant die ambtshalve
een advocaat toevoegt aan een moeder omdat zij niet zelfredzaam is, zonder dat daar
een wettelijke basis voor is?1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat iemand die de Nederlandse taal niet goed beheerst, noch in staat
is gebleken het ter zitting besprokene goed te begrijpen, zonder rechtsbijstand voor
de rechter verschijnt voor een cruciale zitting, namelijk het beëindigen van het gezag?
Hoe zou dit in de toekomst voorkomen kunnen worden?
Vraag 3
Wie draagt de kosten van de ambtshalve toegevoegde advocaat?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat er geen wettelijke grondslag is om in dit soort gevallen ambtshalve
een advocaat toe te voegen, terwijl dat evident in het belang van de rechtsbescherming
is? Deelt u de mening dat het goed is dat rechters dan op zoek gaan naar mogelijkheden
en met een beroep op het EVRM en een analoge toepassing van een vergelijkbare wettelijke
bepaling tot een rechtvaardige uitkomst komen?
Vraag 5
Bent u bereid om een wettelijke grondslag te creëren voor het toevoegen van een advocaat
aan belanghebbenden die niet zelfredzaam zijn? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.