Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Podt, Ceder en Ellemeet over het rapport van de Afdeling advisering van de Raad van State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met het regelen van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene asielprocedure en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen
Vragen van de leden Podt (D66), Ceder (ChristenUnie) en Ellemeet (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het rapport van de Afdeling advisering van de Raad van State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met het regelen van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene asielprocedure en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen (ingezonden 12 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 524.
Vraag 1
Hoe wordt de wijziging in de procedure tot nu toe ervaren? Wat gaat er goed? Wat gaat
er minder goed en wat wordt daar aan gedaan? Wordt de tijdswinst die verwacht werd
ook daadwerkelijk gerealiseerd? Zo nee, hoe komt dat?
Antwoord 1
De wijziging van het Vreemdelingenbesluit is 26 juni 2021 ingegaan. Gelet op het korte
tijdsbestek kan nog weinig gezegd worden gedaan over de ervaringen. De IND ziet het
echter als een groot voordeel dat gedurende de aanmeldfase nu een globaal beeld kan
worden verkregen van de reden van de asielaanvraag. Dit maakt het mogelijk om al in
een vroeg stadium de inschatting te maken of sprake is van een asielmotief dat extra
aandacht en tijd nodig heeft. Doordat het eerste gehoor is samengevoegd met het aanmeldgehoor
is de procedure bovendien efficiënter geworden. De IND-medewerkers die destijds werden
ingezet op eerste gehoren, kunnen nu worden ingezet op andere onderdelen van de asielprocedure.
Vraag 2
Kunt u ingaan op de kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna:
de Afdeling) over het ontbreken van waarborgen voor de vreemdeling in de nieuwe aanmeldfase
zoals een medische check, juridische bijstand en onafhankelijke voorlichting?
Antwoord 2
Het kabinet is van oordeel dat de korte uitvraag van asielmotieven verantwoord kan
zonder dat al aan de door de Afdeling genoemde waarborgen is voldaan. De redenen waarom
het kabinet op dit punt van mening verschilt met de Afdeling advisering zijn uitgebreid
uiteengezet in het nader rapport bij het besluit waardoor de asielprocedure is gewijzigd.
Om herhalingen te voorkomen wordt verwezen naar dit stuk (Stcrt. 2021, 33182).
Vraag 3
Hoe wordt gegarandeerd dat de verklaringen gedaan in het nieuwe aanmeldgehoor, de
algehele geloofwaardigheidsbeoordeling van de vreemdeling niet negatief zullen beïnvloeden?
Antwoord 3
In artikel 3.108d, vijfde lid van het Vreemdelingenbesluit is neergelegd dat de door
de vreemdeling tijdens de aanmeldfase afgelegde verklaringen omtrent de asielmotieven
niet worden betrokken bij de beoordeling van de inwilligbaarheid van de aanvraag,
tenzij deze betrekking hebben op daden als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag,
andere zware strafbare feiten of relevant zijn in het kader van de bescherming van
de nationale veiligheid. Dit uitgangspunt is eveneens vastgelegd in paragraaf C1/2.1
van de Vreemdelingencirculaire en de openbare werkinstructie 2021/8.
Vraag 4
Waarom is er niet voor gekozen om de Rust- en Voorbereidingstijd (hierna: RVT) of
een deel daarvan (bijvoorbeeld de juridische bijstand) plaats te laten vinden vóór
het nieuwe aanmeldgehoor, zoals ook bepleit door onder andere de Afdeling, de Kinderombudsman,
de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) en UNHCR en in lijn zou zijn met
de Onderzoekscommissie-van Zwol, die het belang benadrukt van rechtsbijstand en onpartijdige informatievoorziening
zo vroeg mogelijk in de procedure?1
Antwoord 4
Zoals in paragraaf 5 (in het bijzonder paragraaf 5.2) van de nota van toelichting
bij het besluit waardoor de asielprocedure wordt gewijzigd (Stb. 2001, nr. 250) in reactie op de genoemde adviezen is aangegeven, is het zowel in het belang van
de vreemdeling als van de IND dat relevante informatie zo vroeg mogelijk in het proces
wordt vastgelegd. Inderdaad heeft op het moment dat het aanmeldgehoor plaatsvindt
nog geen contact met een rechtsbijstandverlener plaatsgevonden. Daargelaten dat de
Procedurerichtlijn niet voorziet in verplichte rechtsbijstandsverlening gedurende
de aanvraagfase, ziet de tijdens het aanmeldgehoor gevraagde informatie slechts op
basale informatie over de vreemdeling. Zoals uitgebreid is toegelicht in de genoemde
paragraaf van de nota van toelichting is er geen enkele reden om aan te nemen dat
de vreemdeling zonder rechtsbijstandverlener niet in staat zal zijn deze informatie
te verstrekken en is er evenmin reden om aan te nemen dat een zorgvuldig vervolg van
de procedure hierdoor in het gedrang zal komen. In het antwoord op de eerste vraag
in het genoemde nader rapport wordt hier eveneens op ingegaan. Toegelicht is dat de
vraag naar een korte opgave van de asielmotieven tijdens het aanmeldgehoor niet meer
inhoudt dan een eerste uitvraag naar die motieven en dat daarbij geen hoge eisen worden
gesteld aan het vermogen van de vreemdeling om daarover te verklaren.
Vraag 5
Hoe wordt in de nieuwe situatie om gegaan met asielmotieven die niet worden gemeld
in het nieuwe aanmeldgehoor maar wel worden aangedragen in het nader gehoor? Hoe wordt
voorkomen dat tegenstrijdigheden of onvolledigheden op dit punt de algehele geloofwaardigheidsbeoordeling
van de verklaring van de vreemdeling negatief beïnvloeden?
Antwoord 5
Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 3, worden in het aanmeldformulier of
tijdens het aanmeldgehoor opgegeven asielmotieven niet betrokken bij de beoordeling
van de inwilligbaarheid van de aanvraag. Wanneer tijdens het nader gehoor nieuwe of
tegenstrijdige asielmotieven worden aangedragen ten opzichte van de opgave in het
aanmeldformulier of tijdens het aanmeldgehoor, wordt dit niet aan de vreemdeling tegengeworpen.
Dit gebeurt alleen wanneer de afgelegde verklaringen betrekking hebben op daden als
bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, andere zware strafbare feiten
of indien de bescherming van de nationale veiligheid dit vereist.
Vraag 6
Wat voor verklaringen, afgelegd tijdens het nieuwe aanmeldgehoor, kunnen worden meegewogen
in het kader van de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling en inwilligbaarheid ten
behoeve van de asielaanvraag? Hoe wordt hierbij meegewogen wat de medische toestand
van een vreemdeling is, gelet op het feit dat de medische check voortaan pas na het
aanmeldgehoor plaatsvindt in de nieuwe procedure? En hoe wordt geborgd dat hier niet
onbedoeld ook asielmotieven worden meegewogen?
Antwoord 6
Verklaringen tijdens de aanmeldfase die niet zien op de asielmotieven, kunnen worden
meegewogen in het kader van de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling. Denk hierbij
onder meer aan verklaringen over identiteit, nationaliteit, gezinssamenstelling, opleiding,
werkzaamheden, woonomgeving en landen waar de vreemdeling voorafgaand aan de komst
naar Nederland heeft verbleven.
Het medisch advies vindt ook tijdens de nieuwe asielprocedure plaats voorafgaand aan
het nader gehoor en wel tijdens de rust- en voorbereidingstermijn. De IND houdt tijdens
het nader gehoor, de verdere procedure en bij de besluitvorming rekening met het medische
advies en eventuele psychische en/of medische problemen die zijn geconstateerd. Dit
geldt ook bij het eventueel tegenwerpen van bepaalde verklaringen die tijdens de aanmeldfase
zijn afgelegd. De werkinstructies WI 2021/12 Medische problematiek en horen en beslissen in de asielprocedure – Immigratie-
en Naturalisatiedienst (pucoverheid.nl)2 en WI 2021/9 Bijzondere procedurele waarborgen – Immigratie- en Naturalisatiedienst (pucoverheid.nl)3 geven hiertoe handvatten aan de IND medewerkers. De rechter kan aan de hand van de
besluitvorming toetsen of de IND heeft gehandeld in overeenstemming met artikel 3.108d,
vijfde lid van het Vreemdelingenbesluit.
Vraag 7
Hoe verzekert u, dat waar wordt geschreven in de reactie op de Afdeling dat «rekening
gehoudenkan worden met de kwetsbaarheid van de vreemdeling in de behandeling van de asielaanvraag»,
dit ook daadwerkelijk gebeurt?
Antwoord 7
De IND houdt gedurende de asielprocedure altijd rekening met een eventuele kwetsbaarheid
van een vreemdeling zowel tijdens de gehoren als tijdens de besluitvorming en deed
dit ook voor de wijziging van de procedure. In dit verband verwijs ik naar de bovengenoemde
werkinstructie inzake procedurele waarborgen. Een vreemdeling die meent dat onvoldoende
rekening is gehouden met kwetsbaarheden, kan dat bij de rechter aan de orde stellen.
Vraag 8
Hoe wordt rekening gehouden met inconsistenties tussen het aanmeldgehoor en het nader
gehoor indien in de RVT blijkt dat iemand geestelijke of andere medische problematiek
ervaart? Op welke wijze wordt de inbreng in het aanmeldgehoor dan (anders) gewogen?
Antwoord 8
Dit hangt af van de individuele zaak, zoals ook is opgenomen in paragraaf 6 van WI 2021/12 Medische problematiek en horen en beslissen in de asielprocedure – Immigratie-
en Naturalisatiedienst (pucoverheid.nl).4 Bij de geloofwaardigheidsbeoordeling houdt de IND rekening met de persoon van de
vreemdeling en diens achtergrond. Onder andere de (mentale, fysieke, intellectuele
etc.) toestand van de vreemdeling speelt een rol tijdens het proces van besluitvorming.
Er moet rekening worden gehouden met «verschonende omstandigheden», die gebreken in
de afgelegde verklaringen zouden kunnen verklaren (waaronder trauma en gezondheidsproblemen).
De ernst van het gebrek moet vanzelfsprekend in verhouding zijn met de aard van de
verschonende omstandigheid om het gebrek niet toerekenbaar te achten. De beoordeling
is steeds afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Vraag 9
Waarom is ondanks de kan-bepaling in artikel 3.3 van de memorie van toelichting om
minderjarigen apart te horen, er geen gebruik van gemaakt om dit verder bij ministeriele
regeling uit te werken? Hoe is verzekerd dat alleenstaande minderjarige asielzoekers
voorafgaand aan het nieuwe aanmeldgehoor voldoende rust en voorbereidingstijd krijgen?
Krijgen zij van te voren wel juridische bijstand?
Antwoord 9
Aangenomen wordt dat de vraagstellers doelen op het door meergenoemd besluit aan artikel
3.109a van het Vreemdelingenbesluit 2000 toegevoegde vijfde lid. Hieraan is uitwerking
gegeven in artikel 3.45a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt. 2021, 32590).
(...)
Ook alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) krijgen in de nieuwe procedure
geen juridische bijstand voorafgaand aan het aanmeldgehoor. Wel krijgen amv aan het
begin van de asielprocedure een voogd van Nidos toegewezen. Met Nidos is ook de afspraak
gemaakt dat amv na de aanmeldfase een rust- en voorbereidingstermijn van tenminste
drie weken krijgen.
Ik wil tevens benadrukken dat een amv een aanmeldgehoor krijgt dat speciaal is ontwikkeld
voor minderjarigen en alleen speciaal daartoe opgeleide medewerkers deze gehoren mogen
afnemen. Er wordt ook meer tijd voor een amv aanmeldgehoor ingeruimd dan voor een
gehoor met een volwassenen waarbij nadrukkelijk meer aandacht is voor uitleg van de
strekking van het gehoor. Nidos woont zo mogelijk het aanmeldgehoor van een amv bij.
Ook vind ik het goed te melden amv met voorrang worden ingepland in de Algemene Asielprocedure.
Vraag 10
Waarom kiest u ervoor het besluit door te voeren terwijl de Afdeling adviseert het
besluit niet te nemen, tenzij het wordt aangepast?
Antwoord 10
De redenen hiervoor zijn uiteengezet in het genoemde nader rapport.
Vraag 11
Vindt er een evaluatie plaats van de wijziging van dit besluit? Zo nee, waarom niet?
Kunt u alsnog toezeggen dat de wijziging na een jaar wordt geëvalueerd, of de doelen
daadwerkelijk worden behaald en in hoeverre het mogelijk blijkt de nieuwe invulling
van de procedure van alle noodzakelijke waarborgen te voorzien?
Antwoord 11
Medio 2022 zal een evaluatie van de gewijzigde procedure worden uitgevoerd die ik
met uw Kamer zal delen. De evaluatie zal ingaan op het behalen van de doelen en het
voldoen aan de benodigde procedurele waarborgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.