Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de inval in kalverslachterij Ekro door 269 Libération Animale
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de inval in kalverslachterij Ekro door 269 Libération Animale (ingezonden 22 september 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 november 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 280.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de inval bij kalverslachterij Ekro door 269 Libération Animale?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waren er van tevoren inlichtingen die wezen op deze inval? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2
Lokaal waren er vooraf geen signalen binnengekomen over deze actie. Over al dan niet
lopende inlichtingenonderzoeken kan ik geen uitspraken gedaan.
Vraag 3
Heeft u een goed beeld van de dreiging afkomstig van dieren-activistische groepen?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord 3
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) duidt de mogelijke
dreiging vanuit activitistische dierenrechtenbewegingen periodiek in het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland (DTN).4 Daaruit blijkt dat de Nederlandse dierenrechtenbeweging al lange tijd klein is en
zich voornamelijk uit in vreedzame demonstraties. Soms maken enkele individuen heimelijk
videobeelden in bijvoorbeeld slachthuizen of konijnenfokkerijen om de omstandigheden
aan de kaak te stellen. In 2019 vonden in verschillende landen enkele internationale
bezettingsacties van boerenstallen plaats, bijvoorbeeld in Nederland, België en Frankrijk.
Hier waren enkele Nederlanders bij betrokken. Dit zijn samen met de inval door 269
Libération Animale meer vergaande uitzonderingen op de doorgaans niet-extremistische
beweging.
Vraag 4
Hoeveel prioriteit heeft het tegengaan van dit soort acties van dierenactivisten voor
de NCTV en andere veiligheidsdiensten?
Antwoord 4
Indien bij dergelijke acties door dierenrechtenactivisten de wet wordt overtreden
dan zal daar vanuit de overheid, net als bij de stalbezetting in Apeldoorn, direct
en adequaat tegen opgetreden worden. Zoals gezegd is er doorgaans bij acties vanuit
de dierenrechtenbeweging in Nederland spraken van activisme. Zolang acties van dierenactivisten
vallen binnen de grenzen van de democratische rechtsorde is er geen reden om deze
tegen te gaan. Indien de acties de grenzen van de democratische rechtsorde overschrijden
is er spraken van extremisme. Bij extremistische gedragingen treedt de overheid hard
op. Daartoe bestaat een breed bestuurlijk en wettelijk instrumentarium, met het doel
om extremisme en terrorisme te bestrijden, ongeacht de ideologische signatuur.
Vraag 5
Was u al voor de inval bekend met 269 Libération Animale?
Antwoord 5
Ja, deze groepering was mij reeds bekend.
Vraag 6
Definieert u de handelingen van 269 Libération Animale als terrorisme? Zo niet, waarom
niet?
Antwoord 6
Deze handelingen beschouwt de NCTV niet als terrorisme. De NCTV definieert het fenomeen
terrorisme namelijk als het uit ideologische motieven plegen van op mensenlevens gericht
geweld, dan wel het aanrichten van maatschappij-ontwrichtende zaakschade, met als
doel maatschappelijke ondermijning en destabilisatie te bewerkstelligen, de bevolking
ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Invallen of bezettingsacties als in het bericht over 269 Libération Animale kunnen
weliswaar leiden tot een korte onderbreking van werkzaamheden, maar zorgen niet voor
maatschappij-ontwrichtende schade.
Vraag 7
Definieert u 269 Libération Animale, een organisatie die democratische middelen afwijst,
als een terroristische organisatie? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, zie het antwoord op vraag 6. Het afwijzen van democratische middelen is onvoldoende
om een organisatie te bestempelen als een terroristische organisatie.
Vraag 8
Hoe kwalificeert u de vergelijkingen die 269 Libération Animale trekt tussen de vleesindustrie
en het naziregime, de Holocaust en de slavernij?
Antwoord 8
De vergelijking of gelijkstelling van hedendaagse ontwikkelingen in de vleesindustrie
met het naziregime, de Holocaust of de slavernij is in elke context zowel misplaatst
als ongepast.
Vraag 9
Baart het u zorgen dat het overgrote deel van de invallers afkomstig is uit het buitenland?
Antwoord 9
Nee. Zoals eerder aangegeven is de Nederlandse dierenrechtenbeweging klein en voornamelijk
activistisch van aard. Dat het overgrote deel van de invallers uit het buitenland
afkomstig is kan wijzen op een beperkte animo in Nederland voor dergelijke acties.
Vraag 10
Kunt u toelichten hoe buitenlandse extremisten een grote inval in het midden van Nederland
kunnen organiseren zonder dat veiligheidsdiensten of politie hen strobreed in de weg
legt?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 2. Zodra duidelijk werd dat ter plekke door de actievoerders
de wet werd overtreden is direct door de lokale autoriteiten opgetreden. In het algemeen
geldt dat het onmogelijk is alles te voorzien, te voorspellen en te voorkomen.
Vraag 11
Het doel van 269 Libération Animale is «niet om het publiek bewust te maken, maar
om concrete effecten als economische schade te veroorzaken», op welke manier wijkt
deze strategie af van de strategie die dierenactivisten tot noch toe hanteerden?
Antwoord 11
Zoals te lezen is bij de beantwoording op vraag 3 zijn de meeste acties vanuit de
dierenrechtenbeweging activistisch en incidenteel sprake van buitenwettelijke acties.
Daarmee past het binnen de duiding en beschrijving die door de NCTV in het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland gegeven is.
Vraag 12
Op welke wijze hoopt u deze nieuwe strategie te ondervangen?
Antwoord 12
Zie antwoord onder vraag 4.
Vraag 13
Overweegt u zwaardere bestraffing voor dit soort misdrijven, in de context dat 269
Libération Animale de actie, ondanks hun arrestatie en beboeting, als een «overwinning»
definieert? Zo ja, kunt u deze overwegingen zo snel mogelijk met de Kamer delen?
Antwoord 13
Nee.
Vraag 14
269 Libération Animale heeft al aangekondigd door te gaan met deze acties, op welke
manier gaat u proberen dit te voorkomen?
Antwoord 14
In navolging van eerdere incidenten in de landbouwsector heeft de politie in afstemming
met het Openbaar Ministerie de aanpak van openbare orde problematiek voortkomend uit
dierenrechtenactivisme en -extremisme in de landbouwsector tegen het licht gehouden.
Er is een handelingskader opgesteld dat gedeeld kan worden met de lokale driehoeken.
In het gesprek met de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland en de Producenten
Organisatie Varkenshouderij (POV) is tevens afgesproken dat de wederzijdse informatie-uitwisseling
wordt geïntensiveerd, en dat er contactpunten komen bij de politie zodat de samenwerking
en verdere uitwisseling geoptimaliseerd kan worden. Tenslotte is een aanvullend factsheet5 ter beschikking gesteld aan LTO Nederland en de POV over dit fenomeen en concreet
handelingsperspectief
Daarnaast zal er bij nieuwe en soortgelijke incidenten eveneens opgetreden worden.
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 15
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.