Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat student Peter kanker kreeg, maar beurs volledig moet terugbetalen
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat student Peter kanker kreeg, maar beurs volledig moet terugbetalen (ingezonden 6 oktober 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
4 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 479.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Student Peter (26) kreeg kanker, maar moet beurs
volledig terugbetalen: «Je wordt als fraudeur gezien»»?1
Antwoord 1
Allereerst betreur ik de situatie waarin deze student zich bevindt. Het is vreselijk
dat een nog jonge student getroffen wordt door een ernstige ziekte. Ik ben me er ook
van bewust dat het besluit om een deel van de uitwonende beurs terug te vorderen grote
gevolgen voor deze student heeft.
Vraag 2
Kunt u zich voorstellen dat de studenten in beide casussen andere dingen aan hun hoofd
hadden dan bij DUO melden dat zij tijdelijk thuis woonden of een verklaring regelen
waarin staat dat er geen contact meer is bij een van de ouders?2 3
Antwoord 2
Ik begrijp zeker dat een student die ernstig ziek is, zich volledig op het herstel
wil richten. Daarom vind ik dat DUO studenten die aangeven ernstig ziek te zijn, zelf
actief moet wijzen op het aanpassen van het woonadres in het kader van de uitwonende
beurs als de student ten tijde van de ziekte bij de ouders gaat wonen. Ook kan ik
me heel goed voorstellen dat het erg pijnlijk kan zijn om te moeten verklaren dat
je ouder geen rol in je leven heeft gespeeld. Aangezien de student vraagt om een aanvullende
beurs, zonder dat er rekening wordt gehouden met het inkomen van de ouders, vind ik
wel dat deze hier enig bewijs voor aan moet leveren. De inspanning die dit kost moet
wel redelijk zijn. In zijn algemeenheid is het in deze zaken heel belangrijk om de
omstandigheden goed mee te wegen en een besluit te nemen. Ook als een besluit in het
nadeel van de student uitpakt, probeert DUO in de uitvoering ervan zo goed als mogelijk
rekening te houden met de omstandigheden van de student en mee te denken over een
mogelijke oplossing.
Vraag 3
Bent u bereid om contact op te nemen met de studenten in kwestie en coulance te betrachten
bij een oplossing hiervoor?
Antwoord 3
DUO heeft besloten om niet het gehele bedrag terug te vorderen. Over de periode dat
de student ernstig ziek was hoeft geen studiefinanciering te worden terugbetaald.
Daarnaast zal de boete worden gematigd tot € 0,–. DUO wil studenten die door een ernstige
ziekte worden getroffen helpen om te zorgen dat zij niet in de problemen komen met
hun studiefinanciering en had dat bij deze student ook willen doen. Dat betekent dat
DUO de student had kunnen wijzen op het aanpassen van het woonadres als de woonsituatie
is gewijzigd, toen deze aangaf door ziekte langer gebruik van studiefinanciering te
willen maken. Aangezien niet aannemelijk is gemaakt dat de student voor de tijd van
ziekte wel uitwonend was, wordt het verschil tussen de uitwonende en thuiswonde beurs
dat is opgebouwd voor de tijd dat de student ziek werd, wel teruggevorderd.
Voor de volledigheid vermeld ik dat de eerstgenoemde zaak nog voor de rechter dient
in hoger beroep. Ik kan u op dit moment niets melden over de uitkomst.
Ook heeft DUO inmiddels contact opgenomen met de student die problemen heeft met het
aanvragen van de aanvullende beurs om een oplossing te vinden.
Vraag 4
Hoe vaak zijn er de afgelopen zes jaar door DUO controleurs op pad gestuurd om bij
studenten te controleren of zij wel of niet frauderen? Welke protocollen hanteren
deze controleurs?
Antwoord 4
Jaar
Aantal huisbezoeken
2016
2.080
2017
1.508
2018
1.519
2019
1.468
2020
1.025
In 2021 hebben tot nu toe 660 huisbezoeken plaatsgevonden. Er is rekening gehouden
met ongeveer in totaal 1.100 bezoeken voor dit jaar.
Een huisbezoek dient altijd uitgevoerd te worden door twee bevoegde controleurs. Controleurs
dienen zich te legitimeren en mogen alleen met instemming van de bewoner het huisbezoek
uitvoeren. Tijdens het huisbezoek wordt vastgesteld wat de feitelijke woonsituatie
van de student is door een verklaring van de student of bewoner op te nemen en de
woonruimte van binnen te bekijken. Er wordt onder andere vastgesteld of de aanwezige
eigendommen aan de student toebehoren en of de woning genoeg slaapplekken bevat voor
alle bewoners.
De controleurs zijn verplicht om aan de (hoofd)bewoners en/of de betreffende student
aan te geven dat ze niet verplicht zijn om antwoord te geven op de vragen. Dit wordt
ook in de verklaring opgenomen en deze wordt aan de (hoofd)bewoner of de student voorgelegd
en door deze ondertekend.
De controleurs moeten tenminste drie pogingen doen om het huisbezoek af te leggen,
op verschillende dagen en dagdelen. Als de hoofdbewoner weigert mee te werken aan
het huisbezoek, kunnen de controleurs om het telefoonnummer van de student vragen,
een buurtonderzoek doen of via de ouders van de student proberen met de student in
contact te komen. Als de hoofdbewoner aangeeft dat de student niet meer in de woning
woonachtig is, wordt gevraagd vanaf welke datum dat het geval is en hoe de woonsituatie
was voor de verhuizing.
Vraag 5
Bestaat er een mogelijkheid dat er coulance wordt betracht in dit soort casussen?
Waarom wordt er in bepaalde casussen enkel naar regeltjes gekeken en niet naar de
context?
Antwoord 5
Er is zeker een mogelijkheid dat coulance wordt betracht door DUO in zaken met betrekking
tot studiefinanciering. Bij het nemen van een besluit wordt naar alle omstandigheden
gekeken en een afweging gemaakt. Het beleid voor terugvordering ligt vast in wet-
en regelgeving, daarin worden proportionaliteit en de menselijke maat geborgd, hetgeen
tot matiging of kwijtschelding kan leiden. De Wet studiefinanciering 2000 kent verder
een hardheidsclausule, die is bedoeld voor situaties waarin de toepassing van de wet
leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Vraag 6
Wat vindt u van het argument dat de jurist van DUO aandraagt, namelijk dat de student
geen huur betaalde aan zijn tante en soms boodschappen voor haar deed? In hoeverre
vindt u dit relevant in deze casus?4
Antwoord 6
Ik kan niet ingaan op deze specifieke casus. In het algemeen geldt dat het niet noodzakelijk
is dat huur wordt betaald om aan te tonen dat een student uitwonend is. Zeker als
een student bij familie inwoont kan dit het geval zijn. Als een student (tijdelijk)
weer thuis woont, maar aantoont wel alle kosten voor een uitwonende student te hebben
gehad, kan dat als een verzachtende omstandigheid worden meegenomen. Andersom geldt
ook dat als een student niet alle kosten voor een uitwonende student, zoals huur,
heeft gehad, maar wel de uitwonende beurs heeft ontvangen die voor het betalen van
deze kosten is bedoeld, dit ook wordt meegenomen in de afweging.
Vraag 7
Klopt het dat bij de aanvraag van een aanvullende studiebeurs een kopie van de beschikking
van de rechtbank voldoende is als de student het inkomen van die ouder buiten beschouwing
wil laten? Zo ja, waarom zegt DUO in bepaalde gevallen dan dat dit niet voldoende
is?5
Antwoord 7
Als het gezag van de ouder is beëindigd, dan kan het inkomen van de ouder inderdaad
buiten beschouwing worden gelaten als de beschikking van de rechtbank waarin staat
dat het gezag is beëindigd kan worden overlegd. Verder zijn er verschillende gronden
op basis waarvan het inkomen van een ouder buiten beschouwing gelaten kan worden bij
het vaststellen van het recht op aanvullende beurs. Bijvoorbeeld als een kind niet
erkend wordt, er sprake is van conflicten tussen ouder en kind, of iemand vluchteling
is en de ouders nog in het buitenland wonen. De bewijsvoering verschilt van situatie
tot situatie. Waar mogelijk wordt gewerkt met officiële overheidsdocumenten en beschikkingen
van rechtbanken, maar wanneer hiermee niet of onvolledig de persoonlijke situatie
kan worden aangetoond zal DUO om extra informatie vragen.
Dan gaat het veelal om (aanvullende) recente verklaringen van bijvoorbeeld ouders
en deskundigen. Dit kan bijvoorbeeld een studiebegeleider, een maatschappelijk werker,
een psycholoog of jeugdzorg zijn.
Vraag 8
Bent u van mening dat studenten pas fraudeur zijn als daadwerkelijk is geconstateerd
dat er sprake is geweest van fraude en dat er tot die tijd terughoudend moet worden
opgetreden als het gaat om boetes en controleurs?
Antwoord 8
Die mening deel ik. DUO gaat zorgvuldig te werk bij het vaststellen van misbruik of
oneigenlijk gebruik van studiefinanciering. Een vergissing of fout is snel gemaakt
en niet iedereen die een fout maakt, moet worden gezien als fraudeur. Daadwerkelijke
handhaving moet binnen proporties blijven, maar misbruik mag tegelijkertijd ook niet
lonen. Boetes worden alleen opgelegd nadat is vastgesteld dat er misbruik heeft plaatsgevonden.
Waar het gaat om mogelijk misbruik van de uitwonende beurs is het noodzakelijk om
ter plaatse te controleren of een student daar daadwerkelijk woonachtig is. De controle
vindt alleen plaats als de student daaraan meewerkt en de student wordt ook in de
gelegenheid gesteld om bewijs aan te leveren voor het woonachtig zijn op die locatie.
Zonder deze controles kan misbruik van de uitwonende beurs niet effectief worden bestreden.
Vraag 9
Wat gaat u doen om dit soort schrijnende situaties in de toekomst te voorkomen? Hoe
gaat u ervoor zorg dragen dat DUO een meer menselijke aanpak in dit soort situaties
gaat hanteren in plaats van puur de regeltjes te volgen?
Antwoord 9
DUO gaat allereerst studenten die aangeven ernstig ziek te zijn, en daardoor verlenging
van de studiefinanciering krijgen, helpen om te zorgen dat er hierdoor geen probleem
met de studiefinanciering ontstaan. Ook zal een student of debiteur die zich op dat
moment in een situatie bevindt waarin een (financieel) besluit met grote gevolgen
deze situatie kan verergeren, daar op dat moment niet mee worden geconfronteerd. Pas
als de situatie verbeterd is neemt DUO contact op over het besluit. Vanzelfsprekend
worden ziekte of andere ernstige omstandigheden meegewogen bij de totstandkoming van
een besluit. Dit geldt ook voor zaken die al speelden voor de periode dat de student
ziek werd. Het is dan wel noodzakelijk dat de student DUO hiervan op de hoogte stelt.
Verder gaat DUO onderzoeken hoe het proces van aanvragen van de aanvullende beurs
voor studenten van wie de ouder(s) buiten beeld is/zijn kan worden vergemakkelijkt.
Om misbruik te voorkomen is het nodig dat dit daadwerkelijk wordt aangetoond, maar
ik realiseer mij terdege dat dit kan leiden tot pijnlijke situaties.
Ik hecht er wel aan te benoemen dat ik mij niet herken in de suggestie dat DUO in
casussen zoals deze «puur de regeltjes volgt». In deze en andere gevallen waar vermoedens
bestaan van misbruik, doet DUO gedegen onderzoek waarbij ook individuele omstandigheden
van de student of debiteur worden meegewogen. Tot terugvordering wordt niet lichtzinnig
overgegaan. Op deze wijze zoekt DUO naar een balans tussen twee doelen waar uw Kamer
waarde aan hecht: handhaving waar nodig en coulance waar rechtvaardig. Dat laat onverlet
dat DUO altijd op zoek blijft naar verbetering in dezen – zoals in dit geval duidelijk
wordt uit de coulance die achteraf tot stand komt.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Westerveld
(GroenLinks) en De Hoop (PvdA), ingezonden 1 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z16947).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.