Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de derde voortgangsrapportage van de corona steunregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)(Kamerstuk 35420-411)
2021D41612 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 7 oktober
2021 inzake de derde voortgangsrapportage van de corona steunregeling Tegemoetkoming
Vaste Lasten (TVL) (Kamerstuk 35 420, nr. 411).
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord/Reactie van de Minister
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de derde voortgangsrapportage
van de coronasteunregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Zij maken zich echter,
zorgen over een aantal aspecten. Vandaar dat zij nog een aantal vragen en opmerkingen
hebben.
De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat het van groot belang is dat, ondanks dat
de economie weer is aangetrokken en veel bedrijven weer zonder steun van de overheid
kunnen, ondernemers die hier nog wel van afhankelijk zijn deze steun ook snel krijgen
zodat ook zij de crisis kunnen overleven.
De leden van de VVD-fractie maken zich nog steeds grote zorgen over het tempo van
behandeling van TVL-aanvragen voor Q2 en Q3 2021. In een eerder schriftelijk overleg
over de uitvoeringproblemen rondom het steunpakket bij de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) hebben zij reeds vragen gesteld over de uitvoering van deze regelingen.
Deze willen zij hier graag nogmaals herhalen. Wat is de reden dat de uitbetalingen
van de steun zo lang op zich laten wachten? Is de Minister het met deze leden eens
dat ondernemers die afhankelijk zijn van de TVL om te overleven niet een kwartaal
kunnen wachten om hun rekeningen te betalen? Zo ja, hoe gaat de Minister ervoor zorgen
dat de uitbetaling van de steun sneller gaat verlopen? Kan de Minister deze vragen
apart beantwoorden?
De leden van de VVD-fractie brengen in herinnering dat de toenmalige Staatssecretaris
Keijzer in mei omtrent de bezwaarprocedures nog aangaf dat zij geen mogelijkheid en
geen noodzaak zag om de behandeling van deze gevallen bij een externe partij te beleggen.
Zij gaf tevens aan dat de RVO 15 extra fte juridische expertise heeft ingehuurd om
deze gevallen en andere bezwaren zo snel mogelijk af te kunnen handelen. Inmiddels
stelt de Minister dat het RVO extra capaciteit heeft moeten inzetten om de bezwaren
binnen de wettelijke termijnen te kunnen afhandelen en blijkt de halve juridische
afdeling voltijds bezig te zijn met het afhandelen van de bezwaren in de TVL. De leden
van de VVD-fractie vragen daarom of het kabinet nog steeds van mening is dat er voldoende
capaciteit is om de bezwaren binnen de termijnen af te handelen? Door de vele berichten
die de leden van de VVD-fractie ontvangen van ondernemers waar de termijnen keer op
keer verlengd worden, vragen de leden of de Minister de noodzaak inziet om te kijken
naar aanvullende capaciteit. Zo ja, welke stappen is de Minister voornemens te zetten?
De leden van de VVD-fractie constateren dat er in deze rapportage ook wordt teruggekomen
op de afronding van de definitieve vaststelling van de TVL1. Deze zou zijn afgerond
voor het eind van 2021 en wordt nu bijgesteld naar halverwege 2022. Deze leden vragen
daarom hoe het kan dat deze vaststelling pas ruim een half jaar later gedaan kan worden.
Wat is er voor nodig om deze vaststelling alsnog voor het eind van 2021 te realiseren?
Is de Minister bereid alles op alles te zetten om dat ook te regelen?
Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie met interesse kennisgenomen van de uitspraak
van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) over de registratie van een
onderneming bij de Kamer van Koophandel ten opzichte van het starten van de ondernemingsactiviteiten.
Hoe duidt de Minister deze uitspraak? Wat is de reden dat er niet voor is gekozen
om de gevolgen van deze uitspraak actief te communiceren? Wat zijn de mogelijke gevolgen
voor andere lopende procedures en daarmee andere ondernemers? Kan de Minister dit
in kaart brengen, zodat lopende procedures niet onnodig verlengd worden? Welke stappen
zijn er inmiddels bij de RVO genomen om recht te doen aan deze uitspraak? Zal deze
uitspraak met terugwerkende kracht worden gehonoreerd? Kan de Minister deze vragen
los van elkaar beantwoorden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de derde voortgangsrapportage
van de corona steunregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Zij willen de Minister
hier nog enkele vragen over stellen.
De leden van de D66-fractie delen de zorgen van de Minister dat de coronacrisis voor
sommige ondernemers nog niet voor bij is. Deze leden herkennen dat ook het derde kwartaal
veel creativiteit en uithoudingsvermogen heeft gevraagd van de ondernemers en hebben
hier, net als de Minister, veel bewondering voor. De voorgenoemde leden ontvangen
signalen van ondernemers dat zij zich zorgen maken over de coronaontwikkelingen en
mogelijke maatregelen die genomen worden. Is de Minister van mening dat het opnieuw
instellen van de TVL het juiste instrument is als ondernemers worden beperkt door
eventuele coronamaatregelen? Zijn er lessen uit de TVL te trekken waarmee de TVL verbeterd
kan worden indien deze opnieuw moet worden ingezet?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse gelezen dat inmiddels 125 aanvragen
voor de Bruine Vloot regeling zijn goedgekeurd. Deze leden vragen wat de reden was
van afwijzing voor de overige 20 aanvragen. Denkt de Minister dat het begrote totale
budget van 9,6 miljoen voldoende is? Wat gebeurt er als er onderbesteding is van dit
budget? Wat zijn de mogelijkheden als er meer aanvragen zijn voor dit budget dan de
begrote 9,6 miljoen?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen dat nieuwe aanvragen voor de TVL vertraagd
raken doordat de verwerkingstijd bij RVO is opgelopen. Deze leden benadrukken dat
vertraging in de uitkering leidt tot grote problemen bij ondernemers. Kan de Minister
toelichten om hoeveel situaties het gaat dat de beslistermijn niet gehaald wordt?
Zijn er mogelijkheden om deze ondernemers te helpen, bijvoorbeeld met het uitkeren
van een voorschot? Hierbij willen de voorgenoemde leden benadrukken dat een mogelijke
oplossing niet mag leiden tot vertraging van de behandeling van schrijdende individuele
zaken die op menselijk niveau niet kunnen wachten.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat het aanpassen van mkb-aanvragen naar grote ondernemingen veel capaciteit vergt van RVO. Kan de Minister toelichten
wat de verschillen in bedragen zijn als deze groep behandeld wordt als mkb-bedrijf
versus als grote onderneming? Is er een (wettelijke) termijn waarop al deze aanvragen
moeten zijn aangepast? Of kan dit ook op een later moment? Dit met oog op de grote
waarde die de voorgenoemde leden hechten aan capaciteit inzetten voor schrijdende
situaties en het voorkomen van vertragingen in de beslistermijn van nieuwe aanvragen.
De leden van de D66-fractie willen het belang van maatwerk en individuele betaalregelingen
onderstrepen. Deze leden hebben daarom met interesse kennisgenomen van maatwerk in
terugbetaalschema’s en het persoonlijk contact dat RVO zoekt met de ondernemers. Deze
leden vragen hoe gereageerd wordt op deze persoonlijke aanpak van RVO. Zijn er lessen
te trekken uit deze handelwijze voor andere werkzaamheden van RVO?
De leden van de D66-fractie zijn tenslotte opgelucht te lezen dat de TVL in Q3 al
fors minder nodig was dan in Q2. Dit betekent dat vele ondernemers in Q3 weer konden
ondernemen. De leden vragen de Minister wel om de vinger aan de pols te houden en
de Kamer te informeren als de verwachting is dat door mogelijke maatregelen bepaalde
sectoren wederom steun nodig hebben. De voorgenoemde leden zien uit naar de volgende
voortgangsrapportage in het eerste kwartaal van 2022.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de derde voortgangsrapportage
van de coronasteunregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Zij hebben daarover
de volgende vragen en opmerkingen, en vragen de Minister deze zo spoedig mogelijk
te beantwoorden, gelet op het sluiten van de TVL Q3 op 29 oktober 2021.
De leden van de CDA-fractie hebben signalen ontvangen dat Nederlandse midden- en kleinbedrijven
met een negatief eigen vermogen op 31 december 2019 geen TVL kunnen aanvragen, omdat
de Europese Unie (EU) aanvankelijk stelde dat een negatief eigen vermogen onder «onderneming
in financiële moeilijkheden» valt. Deze leden vragen de Minister of dit klopt en of
het klopt dat Nederland dit criterium in de eerste TVL-ronde nog niet toepaste (ondanks
EU-wetgeving), waardoor bedrijven toch TVL konden aanvragen. Klopt het dat Nederland
dit criterium in volgende TVL-rondes wel toepaste, juist toen de EU ruimere steunmogelijkheden
aan mkb-bedrijven toestond (en een negatief eigen vermogen niet langer een criterium
was van «onderneming in financiële moeilijkheden»)? De leden van de CDA-fractie vragen
de Minister of Nederlandse mkb-bedrijven hierdoor zijn benadeeld. Kan de Minister
deze gang van zaken toelichten? Wat zijn de mogelijkheden om de TVL1-randvoorwaarden met betrekking tot negatief eigen vermogen alsnog door te trekken naar de afrekening
van de TVL, in de geest van de EU-verruiming, en benadeelde ondernemers tegemoet te
komen?
Het valt de leden van de CDA-fractie op dat van de 263 aanvragen voor de Bruine Vloot-regeling,
de RVO er inmiddels 145 heeft toegewezen en 20 afgewezen. Binnen welke termijn zullen
de resterende aanvragen zijn behandeld?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de verwerkingstijd van aanvragen die sinds de
TVL Q4 2020 handmatig verwerkt worden is toegenomen met 50% en beslistermijnen niet
gehaald worden. Daarbij schrijft de Minister dat de wendbaarheid die de RVO eerder
nog in kon zetten met extra mensen, intussen volledig is benut. Was het niet mogelijk
geweest hierop te anticiperen en op tijd op te schalen, daar de coronacrisis reeds
anderhalf jaar aan de gang is?
Voorts lezen de leden van de CDA-fractie in de brief dat het, vanwege het bereiken
van het staatssteunplafond, nu voorkomt dat bedrijven wel TVL Q3 2021 aan hebben gevraagd
maar niet in aanmerking komen voor een subsidie. Dit betreft ongeveer 1.100 (verbonden)
ondernemingen. Begrijpen de leden van de CDA-fractie het goed als zij stellen dat
deze bedrijven verder wel aan de voorwaarden voor TVL-subsidie voldoen, maar toch
tussen wal en schip vallen? Komt er voor deze bedrijven alsnog zicht op een oplossing?
Staan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de RVO met elk van de betreffende
bedrijven in contact?
De leden van de CDA-fractie lezen dat ter uitvoering van de motie-Amhaouch c.s. over
een oplossing voor schrijnende gevallen die buiten de TVL vallen (Kamerstuk 35 669, nr. 19) de RVO een «bijzondere gevallen procedure en -commissie» in het leven heeft geroepen.
Van de 448 bijzondere gevallen zijn er 23 langs de commissie gegaan en hiervan zijn
er 9 gehonoreerd, zo merken de leden van de CDA-fractie op. De leden van de CDA-fractie
vragen de Minister of hij inzicht kan geven in de achtergrond van de bijzondere gevallen
die zich hebben gemeld, de reden(en) van afwijzing of doorverwijzing en waarom maar
zo weinig bijzondere gevallen zijn gehonoreerd.
Tenslotte zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd hoe vaak gebruik is gemaakt van
de bezwaarprocedure voor de TVL en wat daarvan de uitkomsten waren, te weten afgewezen
of (gedeeltelijk) toegekend. In hoeveel gevallen heeft beroep bij het CBb tot een
andere uitkomst geleid dan bij het maken van bezwaar?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben in een eerder schriftelijk overleg (Kamerstuk
35 420, nr. 263) vragen gesteld over starters. Deze leden begrijpen dat het optuigen van een nieuwe
regeling veel werk kost. Zij willen in dit schriftelijk overleg dan ook hun waardering
uitspreken voor de medewerkers van de uitvoeringsorganisaties die al ruim anderhalf
jaar, met succes, keihard werken om het Nederlandse bedrijfsleven overeind te houden.
In de voortgangsrapportage lezen de leden van de ChristenUnie-fractie dat de TVL bestaat
uit diverse openstellingen, waaronder een gerelateerde startersregeling. Deze leden
lezen dat er voor circa € 13 miljoen aan subsidie is toegekend en er ruim 1300 aanvragen
zijn ontvangen. Lag dit bedrag en dit aantal in de lijn der verwachting? Wat is de
invloed geweest van het laat beschikbaar maken van een startersregeling op de hoogte
van de toegekende subsidie en de ontvangen aanvragen? Als de startersregeling eerder
op poten was gezet, waren er dan meer starters voor in aanmerking gekomen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de voortgangsrapportage TVL. Zij
is tevreden met de inzet van de Minister om ondernemers zoveel mogelijk te ondersteunen
om de voor hen negatieve gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen. Toch is er
ook zorg, met name over de ondernemers die niet onder deze regeling vallen. Ook is
er zorg over het te vroeg stoppen van de regeling voor ondernemers, simpelweg omdat
met het vervallen van maatregelen de klanten (en dus de omzet) niet meteen terug zijn.
Heeft de Minister hier al signalen over gehad?
Het valt het lid van de BBB-fractie op dat de verwerkingstijd van aanvragen die handmatig
verwerkt worden sinds de TVL Q4 2020 is toegenomen met 50%. Hoe lang is deze verwerkingstijd
en zijn daar ondernemers door in de knel gekomen? De BBB-fractie staat op het standpunt
dat voorkomen moet worden dat door toedoen van vertragingen aan de kant van de overheid
ondernemers in de problemen komen. Deelt de Minister dit standpunt en, zo ja, welke
acties worden op dit punt ondernomen?
Het lid van de BBB-fractie vraagt of de enorme inspanningen van de RVO op dit dossier,
waarvoor zij waardering heeft, ten koste zijn gegaan van andere werkzaamheden van
de RVO. Zo ja, welke werkzaamheden zijn dat dan?.
Het lid van de BBB-fractie vraagt welke stappen er worden ondernomen om het totale
bedrag van € 104 miljoen aan onterecht uitbetaalde subsidiegelden terug te ontvangen.
Ook vraagt het lid van de BBB-fractie of inzichtelijk is in hoeveel gevallen het gaat
om bewust misbruik. Is er een protocol om te voorkomen dat bedrijven die onbewuste
fouten hebben gemaakt worden weggezet als fraudeurs? Dit om te voorkomen dat we een
tweede toeslagenaffaire krijgen. Wat is de procedure als er sprake is van bewust misbruik?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Azarkan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.