Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat een asielgezin uit het AZC Heerlen mag worden gezet voor het weigeren van een te kleine sociale huurwoning
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een asielgezin uit het AZC Heerlen mag worden gezet voor het weigeren van een te kleine sociale huurwoning (ingezonden 21 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
3 november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Asielgezin weigert te kleine sociale huurwoning met
vier slaapkamers, mag uit AZC Heerlen worden gezet»?1
Antwoord 1
Ja, dat bericht is mij bekend. Ik heb hier tevens een andere set Kamervragen van de
leden Kops, Markuszower en Wilders (PVV) over beantwoord (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 494).
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Uit cijfers van het COA blijkt dat in veruit de meeste gevallen waarin een statushouder(sgezin)
een woning in eerste instantie weigert, zij deze alsnog accepteert wanneer de gevolgen
van de weigering duidelijk worden. Ook in dit specifieke geval lijkt de weigering
op een misverstand te berusten, zo blijkt uit het krantenartikel waar u zelf in vraag
8 naar verwijst.
Vraag 3
Welk signaal vindt u dat dit statushoudersgezin geeft aan al die Nederlandse gezinnen
die ook graag voorrang hadden gekregen voor een grote sociale huurwoning?
Antwoord 3
Wat mij betreft gaat het er om hoe door het COA en gemeenten met deze situaties wordt
omgegaan. Gemeenten en het COA zijn zich bewust van de grote schaarste aan (sociale)
huurwoningen in Nederland; mede daardoor hebben statushouders slechts zeer beperkt
de mogelijkheid om een toegewezen woning te mogen afslaan om te wachten op een nieuw
aanbod. Een onterechte weigering kan leiden tot ontzegging van de opvang bij het COA
en uiteindelijk tot ontruiming. Een uitgebreidere toelichting op de woningweigeringprocedure
van het COA vindt u terug in mijn antwoorden op de vragen van de leden Kops, Markuszower
en Wilders.
Vraag 4 en 5
Hoe vaak komt het voor dat statushouders een sociale huurwoning weigeren? Wilt u een
overzicht per regio per jaar en per gezinssamenstelling geven?
Wat zijn de redenen dat statushouders een sociale huurwoning weigeren? Wilt u een
overzicht per regio en per gezinssamenstelling geven?
Antwoord 4 en 5
Vanaf juli 2013 (start clientèle systeem bij COA) zijn 1.696 woningweigeringsprocedures
gestart bij het COA. Dat zijn er gemiddeld 200 per jaar. Tussen 2016 en 2020 zijn
gemiddeld ca. 23.000 vergunninghouders per jaar gehuisvest. Van het totale aantal
woningweigeringen zijn er 98 terecht en 1.598 onterecht bevonden. Van de onterecht
bevonden woningweigeringen heeft ruim 90% de woning alsnog geaccepteerd, dan wel zijn
de statushouders zelf vertrokken, of stonden de statushouders administratief ingeschreven,
waardoor geen ontruimingsprocedure gestart hoefde worden. Voor 137 onterechte woningweigeringen
is een ontruimingsprocedure opgestart (zie antwoord 6 voor de woningweigeringsprocedure).
De kleine groep terecht bevonden woningweigeraars is begeleid naar een nieuwe woning.
– Van de 137 gestarte procedures hebben 121 woningweigeringen alsnog tot aanvaarding
van het woningaanbod geleid, dan wel zijn de vergunninghouders voor uitspraak van
de rechtbank zelf uit de locatie vertrokken.
– In 11 zaken is vervolgens een ontruimingstitel verkregen.
– In 5 zaken is de ontruimingstitel door de rechtbank geweigerd.
De reden van de weigering wordt niet geregistreerd. Het gaat doorgaans om:
– Woning te klein, onderhoud van de woning niet goed, huur te hoog, gedeelde woning
(voor alleenstaanden);
– Te ver van voorzieningen (school, universiteit, winkels, openbaar vervoer)
– Medisch: hoogtevrees, niet kunnen traplopen, te ver van arts/ziekenhuis.
– Persoonlijke woonwensen: te ver van familie, sociaal netwerk, kerk. Willen scheiden
en niet bij partner willen wonen.
– Werk gevonden en te ver van werk bemiddeld.
Het is niet mogelijk om bovenstaande cijfers op te splitsen naar gezinssamenstelling
en regio, dit wordt niet bijgehouden.
Vraag 6
Welke rol speelt Vluchtelingenwerk in het begeleiden van statushouders naar woningen
en in het geval dat statushouders een sociale huurwoning weigeren?
Antwoord 6
VluchtelingenWerk kan op verzoek van een gemeente een rol spelen in de begeleiding
van statushouders naar een (sociale) huurwoning. Op locaties van het COA kan VluchtelingenWerk
een vergunninghouder begeleiden naar huisvesting in een gemeente. De rol van VluchtelingenWerk
verschilt per gemeente. Een aantal gemeenten maakt gebruik van VluchtelingenWerk bij
huisvesting en inburgering van vergunninghouders in de gemeente door mee te gaan naar
de woning en te helpen bij invullen van de benodigde formulieren. Er zijn ook gemeenten
die daar geen gebruik van maken. Vanuit de rijksoverheid wordt VluchtelingenWerk hier
niet voor ingezet.
Vraag 7
Welke overheidssubsidies ontvangt Vluchtelingenwerk voor het begeleiden van statushouders
naar woningen?
Antwoord 7
VluchtelingenWerk Nederland heeft een structurele subsidierelatie met de Ministeries
van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Jaarlijks wordt op
aanvraag van VluchtelingenWerk een subsidiebeschikking afgegeven op basis van het
werkplan en de begroting. Met de Raad voor Rechtsbijstand wordt eveneens een structurele
subsidierelatie onderhouden.
Om de activiteiten van VluchtelingenWerk in de centrale opvanglocaties, gericht op
voorlichting en begeleiding gedurende de asielprocedure, te kunnen financieren kent
het Ministerie van J&V meerdere subsidies toe:
– gericht op het opleiden, trainen en verstrekken van advies ter ondersteuning aan de
begeleiding van asielzoekers. Voor deze steunfunctie is een subsidie toegekend van
€ 1.655.000;
– voor de begeleiding van asielzoekers in de eerste fase van de asielprocedure, de tijdelijke
noodvoorzieningen en de vrijheidsbeperkende locaties is € 6.819.000 toegekend;
– voor de tolkendiensten werd € 1.410.000 gesubsidieerd door DRV. In totaal dus € 9.884.000
vanuit het Ministerie van J&V.
De subsidie van het Ministerie van SZW is gericht op het opleiden, trainen en verstrekken
van advies aan vrijwilligers en betaalde medewerkers, die toegelaten vluchtelingen
begeleiden bij hun integratie in de Nederlandse samenleving. Voor de Steunfunctie
is in 2020 een subsidie toegekend van € 1.070.000.
Met de Raad voor Rechtsbijstand is een overeenkomst gesloten voor het verlenen van
rechtsbijstand aan vluchtelingen in de eerste fase van de asielprocedure. De bijdrage
van de Raad is in 2020 € 1.068.000 geweest.
Bron: Jaarrapport 2020 Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland
Vraag 8
Bent u bekend met het bericht «Statushouders die huis weigerden: «Snap dat ik een
grote fout heb gemaakt, we hadden blij moeten zijn»»?2
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 9
Ik ben niet in de positie om een oordeel te vellen over persoonlijke gevallen. Als
deze twee statushoudersgezinnen door een misverstand en problemen met de vertaling
van Nederlandstalige brieven in deze situatie terecht zijn gekomen dan betreur ik
dat.
Vraag 10
Wat zijn de gevolgen van de uitspraak van de rechter voor dit statushoudersgezin?
Vraag 11
Deelt u de mening dat dit statushoudersgezin niet beloond moet worden voor het weigeren
van een sociale huurwoning en alsnog een grotere sociale huurwoning krijgt?
Antwoord 10 en 11
In principe mag een statushouder na het weigeren van een woning en verkrijgen titel
uit een AZC gezet worden. Gezien het feit dat de weigering op een misverstand blijkt
te berusten verblijft het gezin, op verzoek van de gemeente, nog steeds in de opvang.
Het is aan de betreffende gemeente en het COA om dit statushoudersgezin uiteindelijk
opnieuw aan een woning te koppelen. De gemeente is op zoek naar een woning.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.