Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over het openbaar maken van gegevens op 16 juli 2021 in het kader van de WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) met als onderwerp Lelystad Airport
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het openbaar maken van gegevens op 16 juli 2021 in het kader van de WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) met als onderwerp Lelystad Airport (ingezonden 10 augustus 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
            de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 3 november 2021). Zie ook
            Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3763.
         
Vraag 1
            
Hoe kunt u garanderen dat er sprake is van een evenwichtige belangenafweging terwijl
               de Nederlandse Staat ook aandeelhouder is van luchthaven Schiphol en KLM en dus een
               direct financieel belang heeft bij de opening van Lelystad Airport?1
Antwoord 1
            
Bij de besluitvorming over Lelystad Airport heeft de regering zich aan wettelijke
               procedures te houden die zijn vastgesteld om de belangen van burgers en ondernemers
               te beschermen. Aan de procedure met betrekking tot de legalisatie van meldingen heb
               ik mij bij de uitvoering van mijn taak als bevoegd gezag op grond van de Wet natuurbescherming
               te houden. Deze taak staat los van politieke afwegingen en overheidsdeelneming in
               de Naamloze Vennootschappen van luchthavens. In haar rol van aandeelhouder laat de
               Staat de bedrijfsvoering aan het bedrijf zelf; het bedrijf geeft uitvoering aan het
               strategisch plan van de onderneming.
            
Vraag 2
            
Hoe verantwoordt u, gezien het feit dat de agrarische sector in Nederland volledig
               wordt uitgekleed vanwege de stikstofproblematiek, het openen van een vliegveld dat
               dus nog niet in werking is of was ten tijde van de PAS-uitspraak van de Raad van State
               op 29 mei 2019 terwijl dat vliegveld een aanzienlijke bijdrage gaat leveren aan stikstofdepositie
               in Nederland?2
Antwoord 2
            
Het is een politiek besluit om het vliegveld te openen. Om dat te kunnen besluiten,
               is voor luchthaven Lelystad een toekenning van stikstofruimte nodig. Het legaliseren
               van de melding is een van de manieren waarop dat mogelijk is.
            
Vraag 3
            
Kunt u het feit dat de stikstofruimte uit de Warme Sanering Varkenshouderij volledig
               gebruikt lijkt te worden voor Lelystad Airport en zo het gevoel bevestigt dat leeft
               in de agrarische sector dat de sector moet wijken voor andere economische belangen
               en het stikstofbeleid dus helemaal niet gaat over natuurverbetering, ontzenuwen of
               toelichten?
            
Antwoord 3
            
Bij de toebedeling van ruimte uit de Warme Sanering Varkenshouderij wordt gekeken
               voor welke meldingen geldt dat de beschikbare ruimte de stikstofdepositie-effecten
               afdekt. Op basis daarvan wordt gekeken welke meldingen met deze ruimte gelegaliseerd
               kunnen worden. Vanwege de locatie van de effecten van deze maatregel is het technisch
               onmogelijk de melding van Lelystad met deze maatregel te legaliseren. Het is dus onjuist
               dat stikstofruimte uit de Warme Sanering Varkenshouderij gebruikt zal worden voor
               het legaliseren van Lelystad Airport.
            
Vraag 4
            
Hoe denkt u nog draagvlak in de agrarische sector te krijgen voor stikstofmaatregelen?
Antwoord 4
            
Ik heb veelvuldig contact met verschillende landbouworganisaties en individuele boeren.
               Uit die gesprekken komt steeds naar voren dat de stikstofproblematiek complex is.
               Het vraagt zowel van het kabinet als van de sectororganisaties veel inspanning om
               gedragen oplossingen te vinden en tegelijkertijd perspectief voor de lange termijn
               te creëren.
            
Vraag 5
            
Welke argumenten heeft u om op deze wijze invulling te geven aan legalisatie voor
               Lelystad Airport terwijl agrarische bedrijven nog minstens 2 jaar moeten wachten?
            
Antwoord 5
            
Bij het bepalen van welke melding gebruik mag maken van stikstofruimte, is een systematiek
               ingericht waar de opgave met objectieve criteria wordt ingevuld, zoals het al dan
               niet hebben van een handhavingsverzoek. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen
               verschillende sectoren. Deze systematiek is uitgebreid beschreven in de (ontwerp)Regeling
               tot wijziging van de Regeling natuurbescherming en de Omgevingsregeling (nieuwe versie
               Aerius Calculator en wijziging stikstofregistratiesysteem).
            
Vraag 6
            
Hoe gaat u het gebrek aan vertrouwen in een rechtvaardig stikstofbeleid oplossen?
Antwoord 6
            
De overbelasting van natuur door stikstof is een feit. Ik heb veelvuldig contact met
               verschillende landbouworganisaties en individuele boeren. Uit die gesprekken komt
               steeds naar voren dat de stikstofproblematiek complex is. Het vraagt zowel van het
               kabinet als van de sectororganisaties veel inspanning om gedragen oplossingen te vinden
               en tegelijkertijd perspectief voor de lange termijn te creëren.
            
Vraag 7
            
Hoe gaat u waarborgen dat er via de correcte wegen, op democratische wijze, afwegingen
               worden gemaakt, gezien het feit dat uit het WOB-besluit blijkt dat er voortdurend,
               via appjes en mailtjes, gezocht wordt naar manieren om buiten de wet om te opereren
               zoals via een ander rekenmodel voor Lelystad Airport en zelfs een beroep op de bevoegdheid
               van de Minister om af te wijken van de wet en de 30% afroming niet voor Lelystad Airport
               te laten gelden?
            
Antwoord 7
            
Bij de besluitvorming over Lelystad Airport heeft de regering zich aan wettelijke
               procedures te houden, die zijn vastgesteld om de belangen van burgers en ondernemers
               te beschermen. Aan de procedure met betrekking tot de legalisatie van meldingen heb
               ik mij bij de uitvoering van mijn taak als bevoegd gezag op grond van de Wet natuurbescherming
               te houden. De ambtelijke advisering verliep en verloopt binnen de kaders van de wet.
            
Vraag 8
            
Hoe komt u bij de stellingname dat Lelystad Airport te goeder trouw de melding in
               het kader van de Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft gedaan terwijl verderop in
               de stukken valt te lezen dat andere PAS-melders die bij nader inzien boven de 1 mol
               depositie uitkwamen NIET te goeder trouw zullen hebben gehandeld, gezien het feit
               dat uit de gegevens blijkt dat «te goeder trouw» onderwerp van gesprek is?
            
Antwoord 8
            
De veronderstelling van het bevoegd gezag is dat in beginsel elke melding te goeder
               trouw is ingediend. Dat geldt ook voor de melding van Lelystad Airport. Verder is
               het voor het bevoegd gezag niet mogelijk om vast te stellen of dat al dan niet terecht
               is. Zodoende is dit geen onderdeel van het verificatieproces. In de passage over dit
               onderwerp (wob stuk 56a, pagina 116) wordt verwezen naar gemelde activiteiten waarvan
               de maximale bijdrage meer dan 1 mol/ha/jaar bedroeg.
            
Vraag 9
            
Wat rechtvaardigt deze verdachtmaking naar andere melders en wat rechtvaardigt het
               idee dat Lelystad Airport wel te goeder trouw heeft gehandeld?
            
Antwoord 9
            
Zoals ik in de beantwoording van vraag 8 toelicht, de veronderstelling van het bevoegd
               gezag isdat in beginsel elke melding te goeder trouw is ingediend3.
            
Vraag 10
            
Waarom ging het proces gewoon door terwijl bekend was dat de stikstofberekeningen
               niet klopten?
            
Antwoord 10
            
In de Kamerbrief van 24 april 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 82) heb ik aangegeven dat de legalisatie van de meldingen is gestart, waarbij alle meldingen
               hetzelfde stappenplan doorlopen. Stap één van de legalisatie bestaat uit het verifiëren
               of de toenmalig ingevoerde gegevens nog actueel zijn. De verificatie van de gegevens
               door het bevoegd gezag (LNV) vindt momenteel plaats.
            
Vraag 11
            
Kunt u bovenstaande vragen één voor één beantwoorden en wel vóór 1 september 2021?
Antwoord 11
            
Ik heb de vragen één voor één beantwoord. Het is niet gelukt de beantwoording voor
               1 september te versturen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Mede namens
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.