Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over de vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren (ingezonden 8 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 1 november 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 456.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van RTL Nieuws van 6 oktober 2021: «Gasprijs door het
dak – maar de kraan in Groningen blijft vrijwel dicht», waarin staat: «Dat de prijs
zo hoog is, komt omdat de voorraden op een historisch laag niveau staan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het NOS-bericht waarin staat: «Door zorgen over de gasvoorraden
voor komende winter, is de gasprijs opnieuw flink gestegen.»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met het bericht «Gas- en stroomprijzen bereiken recordhoogtes» van 7 oktober
2021 in NRC waarin staat: «De vraag naar gas stijgt fors. Huishoudens komen vermoedelijk
niet in de knel, aangezien «laagcalorisch gas» goed op voorraad is.»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK)
in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden De Vries en Erkens (beiden
VVD) bevestigt dat de gasopslagen voor het laagcalorische gas dat voor huishoudens
bedoeld is, jaarlijks juist in voldoende mate gevuld zijn (waaronder gasopslag Norg)?4
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Bent u bekend met het artikel «Kabinet breekt begroting open voor compensatie stijgende
energierekening» van 7 oktober 2021 in de Volkskrant, waarin staat dat de gasopslag
bij Norg juist niet voldoende bevoorraad is en dat het kabinet nu onderzoekt hoe de
gasvoorraden snel kunnen worden aangevuld?5
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Hoe verklaart u de tegenstrijdige berichten over de omvang van de gasvoorraden? Is
gas, bedoeld voor huishoudens, nu wel of niet in voldoende mate op voorraad, zoals
de Staatssecretaris van EZK beweert? Zo ja, hoe kan het dan dat de gasprijzen voor
huishoudens al zijn gestegen? Zo nee, waarom beweert de Staatssecretaris van EZK dit
dan?
Antwoord 6
De gasmarkt is een mondiale markt en de gasprijzen worden niet bepaald door de omvang
van de Nederlandse gasvoorraden. In heel Europa en Azië zijn de gasprijzen gestegen
door diverse ontwikkelingen zoals omschreven in de antwoorden van de Minister van
Economische Zaken en Klimaat op Kamervragen van Kamerlid Erkens (Brief met kenmerk:
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 19). Met een vulgraad van ruim 80% zijn de L-gasopslagen, waar de huishoudens van afhankelijk
zijn ruim voldoende gevuld voor een normale of koude winter. Hierdoor is er geen directe
zorg voor de leveringszekerheid van huishoudens.
Hoewel de gasprijzen op de groothandelsmarkt het afgelopen half jaar fors zijn gestegen,
laat het effect ervan op huishoudens een wisselend beeld zien. Huishoudens kopen hun
gas namelijk in op de kleinverbruikersmarkt en het hangt af van het afgesloten contract
of, en in welke mate, de hoge groothandelsprijzen worden doorberekend. Voor de huishoudens
die een contract met variabele tarieven hebben afgesloten, zullen grotendeels op 1 januari
de tarieven worden aangepast, en zal de stijging op de groothandelsmarkt worden doorberekend.
Huishoudens die een vast contract hebben afgesloten zullen, afhankelijk van de duur,
vooralsnog niet geconfronteerd worden met een tariefsverhoging. Ten slotte zullen
huishoudens die nu een nieuw contract willen afsluiten ook geconfronteerd worden met
tarieven waar de hoge groothandelsprijzen in zijn verwerkt.
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat de olie- en gasmarkt erom bekend staan grillig te zijn en
dat de energieprijzen onvoorspelbaar kunnen zijn?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat, indien het kabinet ervoor kiest om huishoudens afhankelijk
te houden van gas, terwijl de markt voor fossiele brandstoffen bekend staat om de
volatiliteit, er dan een extra verantwoordelijkheid bij komt kijken om burgers te
beschermen tegen energiearmoede door juist de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
nu «vol gas» af te bouwen?
Antwoord 8
De markten voor elektriciteit en gas zijn onderverdeeld in groothandelsmarkten en
kleinverbruikersmarkten. De consument op de kleinverbruikersmarkt heeft de vrijheid
om door zijn contractkeuze mee te bewegen met de prijzen op de groothandelsmarkten.
Indien de consument kiest voor lange termijncontracten kan het risico op blootstelling
aan extreme, korte termijn prijsfluctuaties in de tarieven worden beperkt. Bij contracten
met variabele tarieven worden de tarieven op gezette tijden aangepast, in de regel
op 1 januari en op 1 juli, aan de situatie op de groothandelsmarkten waardoor het
risico op blootstelling aan prijsfluctuaties toeneemt. Door energiebesparende maatregelen
te treffen kan wel het energieverbruik, en daarmee de bloostelling aan volatiele energieprijzen,
beperkt worden. Om huishoudens te helpen bij het verduurzamen van hun woning heeft
het kabinet bijvoorbeeld het Nationaal Warmtefonds opgericht en worden subsidies voor
eigenaar-bewoners (ISDE) en VvE’s (SEEH) beschikbaar gesteld waarmee huishoudens ondersteund
worden bij het isoleren van hun woning. Ook heeft het kabinet bij de Miljoenennota
cumulatief 514 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de start van een Nationaal Isolatieprogramma
voor huur- en koopwoningen.
De huidige prijspieken op de groothandelsmarkt voor gas reflecteren de huidige krapte
op de mondiale gasmarkt. In de antwoorden op de Kamervragen van Kamerlid Erkens (Brief
met kenmerk: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 19) en in de Kamerbrief bij deze antwoorden is ingegaan op de oorzaken, die naar verwachting
deels tijdelijk zijn als gevolg van de opleving van de economieën na de wereldwijde
COVID-19 maatregelen.
Wat betreft de groothandelsmarkt voor elektriciteit is de verwachting dat door het
toenemend aandeel van fluctuerend duurzaam vermogen de prijsfluctuaties op de groothandelsmarkt
zullen toenemen. Nu al is zichtbaar dat op momenten met veel productie van wind- en
zonne-energie de handelsprijzen zeer laag zijn en treden er kortstondige prijspieken
op bij momenten dat er juist weinig duurzame productie is. Dit betekent dat het afbouwen
van de afhankelijkheid van aardgas niet per definitie leidt tot minder volatiliteit
in de energieprijzen, maar in een verschuiving naar volatiliteit op een andere markt.
Vraag 9
Welke maatregelen heeft het kabinet de afgelopen jaren getroffen om energiearmoede
die hieruit voortkomt te voorkomen?
Antwoord 9
Het kabinet wil dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Het
kabinet monitort de energierekening nauwgezet, hiertoe heeft het kabinet het CBS en
het PBL gevraagd jaarlijks een update van de energierekening te publiceren. TNO heeft
recent in samenwerking met het CBS een onderzoeksrapport uitgebracht waarin energiearmoede
in Nederland in kaart is gebracht. Hierin wordt niet alleen naar de betaalbaarheid
van de energierekening gekeken maar ook naar de kwaliteit van de woningen en in welke
mate bewoners (financieel) in staat zijn deze te verduurzamen. Het onderzoek van TNO
bevestigt het beeld dat het verduurzamen van woningen zowel kan leiden tot een lagere
energierekening, meer comfort en minder gezondheidsklachten voor huishoudens als dat
het resulteert in klimaatwinst. Het kabinet vindt het daarom van belang hier stappen
in te blijven zetten. Om huishoudens te helpen bij het verduurzamen van hun woning
heeft het kabinet bijvoorbeeld het Nationaal Warmtefonds opgericht en worden subsidies
voor eigenaar-bewoners (ISDE) en VvE’s (SEEH) beschikbaar gesteld waarmee huishoudens
ondersteund worden bij het isoleren van hun woning. Ook heeft het kabinet bij de Miljoenennota
cumulatief 514 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de start van een Nationaal Isolatieprogramma
voor huur- en koopwoningen.
Het kabinet deelt de zorgen rondom de hogere energieprijzen en monitort de situatie
nauwgezet. Om op korte termijn huishoudens tegemoet te komen in de stijgende energierekening
als gevolg van de hoge gasprijzen heeft het kabinet besloten tot incidentele aanpassingen
in de energiebelasting (Kamerstuk 29023–272). Of een huishouden de energierekening
kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven aan energie, maar ook van het besteedbare
inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven het huishouden. Het kabinet weegt daarom
in de koopkrachtbesluitvorming jaarlijks integraal alle plussen en minnen voor huishoudens,
waaronder de energierekening.
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat burgers niet de dupe zouden mogen worden van falend energiebeleid
van overheden? Op welke vlakken is het kabinet tekortgeschoten?
Antwoord 10
Het doel van het klimaat- en energiebeleid van het kabinet is gericht op het garanderen
van betrouwbare, betaalbare en schone energie. Daarvoor is er een nationaal en Europees
raamwerk van wetten en regels en monitoring opgezet. Daarnaast zijn er de klimaatambities
om onze energiehuishouding in 2050 CO2-neutraal te hebben. Deze energietransitie vraagt veel van de samenleving en overheden
moeten voortdurend monitoren in hoeverre de doelen, zeker ook voor burgers haalbaar
blijven en bijsturen waar nodig.
De huidige hoge prijzen op de gasmarkt zijn een mondiaal verschijnsel. Het internationale
energie agentschap (IEA) constateert dan ook dat elk land geconfronteerd wordt met
hogere gasprijzen, ongeacht de marktordening of de stand van eventuele gasopslagen.
Er is met de aangekondigde incidentele aanpassing in de energiebelasting (Kamerstuk
29 023-272) een substantiële stap gezet om huishoudens tegemoet te komen in de stijging in de
energierekening. Het kabinet blijft een vinger aan de pols houden om de effecten op
de koopkracht en leveringszekerheid te monitoren.
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat wanneer de Staatssecretaris van EZK in de beantwoording
van de vragen van de VVD-fractie over leveringszekerheid van gas schrijft: «Ik blijf
de exploratie- en exploitatie-activiteiten van gaswinning op zee volgen om te kijken
of de gaswinning in Nederland niet versneld afneemt.» (blz.5), zij dan bezig is om
huishoudens afhankelijk te houden van gas? Kunt u deze vraag beantwoorden met ja of
nee, gevolgd door een toelichting?
Antwoord 11
De overheid voert op meerdere terreinen, als onderdeel van het klimaatakkoord, actief
beleid om de gasconsumptie in Nederland te verminderen. In het kader van de Commissievoorstellen
uit het fit for 55 pakket zal dit beleid geïntensiveerd moeten worden. Een transitie
naar een CO2-vrije samenleving vergt echter tijd en de gasconsumptie zal ook volgens de KEV2020
raming nog meerdere jaren plaatsvinden. Op 20 maart 2020 heeft het kabinet met haar
visie op waterstof en groen gas (Kamerstuk 31 239, nr.486) het belang onderstreept van duurzame moleculen in ons toekomstige energie- en grondstoffensysteem
en aangegeven op welke wijze ondersteuning nodig is. De overheid moet naast de inzet
op uitbreiden van duurzame opties, de uitrol van een waterstofeconomie en het stimuleren
van energie-efficiëntie ook blijven inzetten op het zekerstellen van voldoende gasstromen
naar Nederland. Van oorsprong was Nederland een exportland, maar door het versneld
sluiten van het Groningenveld zijn we een importland geworden. Het is dan ook van
belang de diversificatie van bronnen en routes voor gas in het oog te houden, zodat
we niet afhankelijk worden van enkele grote gasaanbieders. Gaswinning in Nederland
is daarbij één van de opties om de leveringszekerheid te garanderen. In februari 2021
is een gezamenlijke brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister
van Buitenlandse Zaken verzonden over strategische afhankelijkheden en geopolitieke
aspecten in het energiedomein (Kamerstuk 21 501-33-845).
Vraag 12
Waarom heeft het kabinet de Kamer niet geïnformeerd tegen welke prijs het kabinet
de leveringszekerheid van gas wil borgen, ook niet nadat eerder genoemde leden onlangs
nog vragen hadden gesteld over de leveringszekerheid van gas? Vindt u ook niet dat
dat belangrijke informatie is die onmisbaar is voor het wel of niet goedkeuren van
het energiebeleid door de volksvertegenwoordigers?
Antwoord 12
Het borgen van leveringszekerheid van gas vindt plaats binnen een raamwerk van wet-
en regelgeving. Daarbij is er een belangrijke rol weggelegd voor marktwerking met
marktpartijen die een leveringsplicht hebben en ook voor de netbeheerder die verantwoordelijk
is voor voldoende transportcapaciteit en piekleveringen bij koudeperiodes van -9 tot
-17 graden Celsius. Er moet bij leveringszekerheid onderscheid gemaakt worden tussen
beschermde afnemers, zoals huishoudens, en niet-beschermde afnemers zoals grootverbruikers.
In Nederland gebruiken alle beschermde afnemers laagcalorisch gas. Hoogcalorisch gas
wordt vooral gebruikt door industriële grootverbruikers.
In verband met het verminderen van de winning uit en voorgenomen sluiting van het
Groningenveld zijn daarom voor de komende jaren afspraken gemaakt met NAM en haar
aandeelhouders Shell en ExxonMobil over het vullen van de laagcalorische opslag Norg
met inachtneming van de leveringszekerheid. De Kamer is daarover op 9 maart jl. geïnformeerd
(Kamerstuk 33 529, nr. 850). Hiermee wordt bereikt dat kan worden voldaan aan de leveringszekerheid van de laagcalorische
gebruikers. Met de huidige vulgraad van ruim 80% is de opslag voldoende gevuld om
de leveringszekerheid van de beschermde afnemers te borgen. Voor de industriële grootverbruikers
zie ik geen noodzaak om extra eisen op te leggen.
Er is op een markt geen sprake van één prijs voor leveringszekerheid. Marktpartijen
kunnen zich in een marktmodel voor een deel indekken tegen leveringszekerheidsrisico’s.
Denk daarbij aan het vullen van gasopslagen, het vooraf inkopen van gas op forwardmarkten
of het aangaan van lange termijn contracten. Dergelijke verzekeringen hebben een kostprijs.
Marktpartijen zullen aan de hand van hun eigen risicoprofiel bepalen welk risico zij
willen afdekken.
Vraag 13
Wat is de rol van grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol, in
de energiearmoede in Nederland?
Antwoord 13
Er is geen aanwijzing dat er onvoldoende concurrentie is op de markten voor olie-
en gas. De huidige olie- en gasprijzen komen dan ook niet tot stand door marktgedrag
van specifieke marktpartijen, maar reflecteren ontwikkelingen op de wereldmarkt. Voor
nadere toelichting over de oorzaken van de huidige situatie op de gasmarkt verwijs
ik u naar de antwoorden van de Minister van Economische Zaken en Klimaat op Kamervragen
van Kamerlid Erkens (Brief met kenmerk: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022,
nr. 19).
Vraag 14
Kunt u uitsluiten dat de grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol,
gaan meeprofiteren van de financiële tegemoetkoming voor de energierekening van huishoudens,
die uit Nederlands belastinggeld zal worden betaald? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
De recent aangekondigde, incidentele, financiële tegemoetkoming in de energiebelasting
(Kamerstuk 29 023-272) is een tegemoetkoming aan de vraagkant in de stijging van de energierekening voor
huishoudens en mkb via de energiebelastingen. Daarmee is er geen direct profijt voor
partijen aan de aanbodkant. Daarbij zijn beide bedrijven handelaren in grondstoffen
zoals aardgas en bieden ze niet direct gas aan op de eindverbruikersmarkt.
Vraag 15
Wat heeft het kabinet de afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat extreme fluctuaties
in de olie- en gasprijzen, doorwerken in de energierekening van huishoudens?
Antwoord 15
De eindverbruikersmarkt voor gas is dusdanig georganiseerd dat er voldoende concurrentie
is tussen meerder marktpartijen. Er worden zoals eerder aangegeven door deze partijen
meerdere producten aangeboden, waarbij de consument kan kiezen de energietarieven
langjarig vast te leggen of juist niet.
Vraag 16
Bent u ermee bekend dat investeren in duurzame vormen van energieopwekking dergelijke
schommelingen juist zou kunnen opvangen?
Antwoord 16
Zie antwoord op vraag 8.
Vraag 17
Erkent u dat de volatiliteit van de gasmarkt, die nu gevoeld wordt, laat zien dat
er juist nu een enorme impuls nodig is in de duurzame energietransitie? Waarom houdt
u deze transitie op door in te zetten op gas?
Antwoord 17
Zie antwoord op vraag 11.
Vraag 18
Waarom doet het kabinet het stelselmatig voorkomen in het energiedossier (bijvoorbeeld
als het gaat over doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en voldoen aan het
Klimaatakkoord van Parijs) alsof er maar twee opties zijn: eigen gas en Russisch gas,
in plaats van duurzame energie, eigen gas en Russisch gas? Erkent u dat het zo logisch
is dat de keuze altijd op gas valt en nooit op duurzame energie, en dat de inzet op
gas op deze manier altijd te rechtvaardigen is, ook in het licht van het Klimaatakkoord
van Parijs?
Antwoord 18
Zie antwoord op vraag 11.
Vraag 19
Vindt u het eerlijk om duurzame energie uit te sluiten en net te doen alsof het kabinet
alleen maar kan kiezen tussen eigen gas en Russisch gas? Zo ja, waarom vindt u het
eerlijk om de beleidsoptie waaraan u zich gecommitteerd heeft, stelselmatig uit te
sluiten? Zo nee, bent u bereid om duurzame energie vanaf nu wel altijd mee te wegen
in de afweging van beleidsopties in het energiedomein? Waarom wel of niet?
Antwoord 19
Zie antwoord op vraag 11.
Vraag 20
Bent u het ermee eens dat de transitie naar duurzame energie de energierekening betaalbaarder
en voorspelbaarder maakt? Zo ja, kunt u dan ook bevestigen dat compensatie voor de
energierekening van huishoudens niet ten koste gaat van subsidies voor duurzame energie?
Zo nee, wat verklaart dat u zich niet aansluit bij deze algemeen geaccepteerde kennis?
Antwoord 20
De huidige situatie rond de onverwacht sterk gestegen gas- en elektriciteitsprijzen
toont aan dat het lastig is lange termijn uitspraken te doen over ontwikkeling prijzen.
Zie antwoord op vraag 8 voor een nadere toelichting over de volatiliteit van de gas-
en elektriciteitsprijzen. Hoe verder we zijn in de energietransitie, hoe minder afhankelijk
we zullen worden van specifieke energiebronnen uit een beperkte groep landen. Die
diversificatie kan bijdragen aan de voorspelbaarheid en betaalbaarheid van de energierekening.
Energiebesparing als onderdeel van de energietransitie draagt al op korte termijn
bij aan de betaalbaarheid van de energierekening.
De incidentele compensatie van de energierekening (Kamerstuk 29 023-272) en de verdere uitwerking van de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13) wordt bekostigd uit algemene middelen en gaat daarom niet ten koste van subsidies
voor duurzame energie. Met het oog op de klimaatdoelen zijn de begrotingsmiddelen
voor duurzame energieopties juist gestegen in de begroting voor 2022 (Kamerstuk 35 925, nr. 1).
Vraag 21
Kunt u deze vragen beantwooren voorafgaand aan de derde termijn van de Algemene Financiële
Beschouwingen?
Antwoord 21
Ik deel de urgentie en heb gestreefd naar zo spoedig mogelijke beantwoording.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.