Schriftelijke vragen : Rechtszekerheid na de Brexit
Vragen van de leden Van der Staaij en Bisschop (beiden SGP) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over rechtszekerheid na de Brexit (ingezonden 2 november 2021).
Vraag 1
Klopt het dat bij internationale juridische contractuele geschillen1 met een Britse wederpartij tot aan de Brexit voor Nederlandse (rechts)personen met
name de Europese verordeningen Brussel I-bis (of: EEX I-Vo) en Rome I-Vo (gezamenlijk)
een sluitend antwoord boden op de drie formele hobbels van (i) de bevoegdheid van
de rechter, (ii) het toepasselijk recht en (iii) de erkenning en tenuitvoerlegging
van het vonnis?
Vraag 2
In hoeverre zijn het oude EEX-verdrag en het Verdrag van Rome nog van toepassing op
internationale juridische contractuele geschillen met een Britse wederpartij – mede
gelet op het feit dat de EEX I-Vo en Rome I-Vo deze beoogden te vervangen – ook in
het licht van de brief van de regering van het Verenigd Koninkrijk van 29 januari
2021 dat dit niet het geval is?
Vraag 3
Beaamt u dat een bilateraal verdrag uit 1967 (Trb. 167, 197), zowel binnen het domein van het arbeidsrecht als daarbuiten, onvoldoende aanknopingspunten
biedt voor de derde «hobbel» van erkenning en tenuitvoerlegging van een vonnis wanneer
de Britse wederpartij weigert zich te onderwerpen aan de rechtsmacht van de Nederlandse
rechter?
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat hiermee sinds het einde van de overgangsperiode van de Brexit
(1 januari 2021) een vacuüm bestaat bij (arbeids)rechtelijke geschillen tussen een
Nederlandse partij en een Britse wederpartij omdat de EU-verordeningen waarop contracten
gebaseerd waren niet langer leidend zijn voor de oplossing van die geschillen, met
name voor wat betreft de tenuitvoerlegging?
Vraag 5
Erkent u dat dit de rechtsbescherming voor Nederlandse en andere EU-burgers ingewikkeld
maakt, en hiermee de kans groter is dat er vonnissen gewezen worden die – uiteindelijk
– niet ten uitvoer gelegd (kunnen) worden in het Verenigd Koninkrijk?
Vraag 6
Beaamt u dat een rechtzoekende hiermee reëel risico loopt op een vonnis waar je in
de praktijk niets mee kunt, en zo ja, wat betekent dat voor zijn of haar rechtspositie?
Vraag 7
Beaamt u dat een passende oplossing zou zijn om het Verenigd Koninkrijk te laten toetreden
tot het Verdrag van Lugano, waar bijvoorbeeld ook Zwitserland en Denemarken partij
bij zijn?
Vraag 8
Waarom heeft de Europese Commissie het toetreden van het Verenigd Koninkrijk tot dit
verdrag verhinderd?
Vraag 9
Wilt u in EU-verband, waaronder bij de Europese Commissie, aandringen op toetreding
van het Verenigd Koninkrijk tot het Verdrag van Lugano, en zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Welke (andere) maatregelen wilt u nemen om de rechtspositie voor Nederlanders en Nederlandse
bedrijven bij juridische geschillen met een Britse wederpartij te versterken en rechtszekerheid
te garanderen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.