Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het bedreigen en intimideren van een raadslid
Vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bedreigen en intimideren van een raadslid (ingezonden 6 oktober 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
29 oktober 2021).
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat de burgemeester van Noardeast-Fryslân een raadslid heeft
bedreigd vanwege een hem onwelgevallige post op Facebook?1
Antwoord 1
De burgemeester van Noardeast-Fryslân, Johannes Kramer, en het desbetreffende raadslid,
Johan Talsma (BVNL), hebben desgevraagd laten weten dat zij een open gesprek met elkaar
hebben gevoerd naar aanleiding van de berichtgeving.2 In dat gesprek heeft de burgemeester aangegeven dat hij het raadslid er op heeft
gewezen dat uitingen zoals die in het betreffende Facebook-bericht consequenties kunnen
hebben, maar dat hij dit niet bedreigend heeft bedoeld. Het raadslid in kwestie heeft
kenbaar gemaakt tevreden te zijn met deze uitleg. Gelet op deze berichtgeving deel
ik de conclusie dat de burgemeester van Noardeast-Fryslân een raadslid heeft bedreigd
of geïntimideerd niet.
Vraag 2
Deelt u de mening dat raadsleden de vrijheid hebben om hun mening te ventileren, ook
op Facebook, en dat het daarbij als burgemeester niet past om raadsleden te bellen
met de eis om berichten te verwijderen, met daarbij de opmerking dat er «consequenties»
aan vastzitten als dat niet gebeurt? Zo ja, wat gaat u doen om een einde te maken
aan zulke dreigementen?
Antwoord 2
Net als ieder ander in Nederland hebben raadsleden het recht om vrijuit hun mening
te uiten, ook op sociale media. Als de inhoud van een bericht mogelijk schadelijk
is, kan een burgemeester een raadslid hierop wijzen, maar dreigementen of intimidatie
zijn uiteraard ontoelaatbaar. Zoals burgemeester Kramer en raadslid Talsma hebben
aangegeven na hun gesprek, is voor beide partijen duidelijk dat de burgemeester zijn
opmerking over mogelijke consequenties van het Facebook-bericht nooit bedreigend of
intimiderend heeft bedoeld.
Vraag 3
Deelt u de mening dat burgemeesters hun macht niet moeten misbruiken door raadsleden
te bedreigen en te intimideren? Zo ja, wilt u de burgemeester tot de orde roepen?3
Antwoord 3
Zoals hierboven aangegeven deel ik de conclusie dat in dit geval sprake is geweest
van bedreiging of intimidatie niet. Derhalve zie ik geen aanleiding om de burgemeester
van Noardeast-Fryslân tot de orde te roepen. Zie voorts het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.