Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het ingrijpend wijzigen van asielbeleid zonder de Kamer daarover te informeren
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het ingrijpend wijzigen van asielbeleid zonder de Kamer daarover te informeren (ingezonden 24 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 oktober
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 4032.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Honderden asielkinderen dreigen zonder hun ouders
op te moeten groeien»?1
Antwoord 1
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar mijn brief van 24 augustus
jl.2 Hierin heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om af te zien van de door de
IND meer generiek gehanteerde werkwijze, waar in het betreffende bericht naar verwezen
wordt.
Vraag 2, 3
Klopt het dat u het beleid hebt gewijzigd zonder de Kamer te informeren? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Waarom heeft u de Kamer niet geïnformeerd en daarmee de Kamer de mogelijkheid om een
debat over deze beleidswijziging te voeren ontnomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2, 3
De door de IND gehanteerde werkwijze betrof geen beleidswijziging. Zoals uitgebreider
omschreven in mijn brief aan uw Kamer van 24 augustus jl., betrof het een invulling
van het begrip «alleenstaande» zoals dat volgt uit de Gezinsherenigingsrichtlijn.
In 2019 constateerde de IND in een individuele zaak een dusdanige afwijking van de
gebruikelijke gang van zaken dat van de IND in redelijkheid niet gevraagd kon worden
het gewenste nareisverzoek te honoreren. Vervolgens is de IND, met het oog op rechtsgelijkheid,
in enkele vergelijkbare gevallen tot eenzelfde oordeel gekomen, waarmee deze werkwijze
meer generiek werd gehanteerd. In maart 2021 is mij een nota voorgelegd waarin mij
is voorgesteld om deze door de IND meer generiek gehanteerde werkwijze los te laten.
Deze nota is in februari opgesteld. Dit vormde voor mij aanleiding te verzoeken om
een brede inventarisatie van de casuïstiek die zich mogelijk voor zou kunnen doen,
alvorens hier een beleidsmatige conclusie aan te verbinden. Deze inventarisatie, die
mij op 23 augustus 2021 heeft bereikt, vormde voor mij aanleiding om te besluiten
af te zien van de door de IND meer generiek gehanteerde werkwijze en deze slechts
toe te passen in gevallen waarin evident geen sprake is van «alleenstaand». Over dit
besluit heb ik uw Kamer onverwijld geïnformeerd.
Vraag 4
Waarom vindt u het nodig om de familie van kinderen die bij een ver familielid worden
opgevangen de mogelijkheid om na te reizen af te pakken? Kunt u in uw antwoord uitgebreid
stilstaan bij het belang van het kind, de betreffende Europese richtlijn en het Verdrag
inzake de rechten van het kind?
Antwoord 4
Om in aanmerking te komen voor gezinshereniging onder de voorwaarden van het nareisbeleid,
moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo geldt voor alleenstaande minderjarigen
dat zij daadwerkelijk alleenstaand dienen te zijn. Desalniettemin, het beleid heeft
ook ten doel de eenheid van het gezin te borgen, het belang van het kind te bewaken
en bij de uitvoering ervan zoveel mogelijk rekening te houden met de specifieke, individuele
omstandigheden die voor de asielstatushouder opgaan. Hierbij acht ik het echter wel
van groot belang dat een zorgvuldige, individuele beoordeling van deze voorwaarden
kan plaatsvinden. Daarom heb ik besloten af te zien van de door de IND meer generiek
gehanteerde werkwijze. Hierover heb ik u in mijn brief van 24 augustus jl. geïnformeerd.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de IND u negatief heeft geadviseerd over deze beleidswijziging?
Hoe bent u met dat advies omgegaan?
Antwoord 5
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar de brief die ik uw Kamer heb
gestuurd op 24 augustus jl. Daarin heb ik u aangegeven dat mij in maart 2021 enkele
procesmatige en juridische overwegingen zijn voorgelegd die zich mogelijkerwijs zouden
kunnen voordoen bij de door de IND gehanteerde werkwijze en werd voorgesteld om deze
meer generiek door de IND gehanteerde werkwijze los te laten. Dit vormde voor mij
aanleiding te verzoeken om een bredere inventarisatie, alvorens hier een beleidsmatige
conclusie aan te verbinden. Naar aanleiding van deze inventarisatie heb ik besloten
af te zien van de door de IND meer generiek gehanteerde werkwijze en deze slechts
toe te passen in gevallen waarin evident geen sprake is van «alleenstaand», conform
het ambtelijke advies.
Vraag 6
Kunt u deze beleidswijziging, betreffende ambtelijke nota’s en het juridisch bezwaar
dat in het krantenartikel wordt genoemd alsnog zo spoedig mogelijk met de Kamer delen
en in ieder geval voorafgaand aan een eventueel debat hierover?
Antwoord 6
Zoals uiteengezet in de antwoorden op de vragen 2 en 3 betrof de door de IND gehanteerde
werkwijze geen beleidswijziging. De betreffende ambtelijke nota’s en een door mij
opgevraagde tijdlijn zijn als bijlage3 bij deze beantwoording gevoegd.4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.