Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de berichtgeving inzake Facebook
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichtgeving inzake Facebook (ingezonden 5 oktober 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 26 oktober
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Klokkenluider zegt dat Facebook Capitoolrellen heeft
gevoed»1 en «Van Haga vindt LinkedIn boycot paardenmiddel»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Deelt u de mening dat social mediagiganten politiek onpartijdig zouden moeten zijn?
Zo ja, wat vindt u van het feit dat LinkedIn mij verwijderd heeft vanwege de coronastandpunten
van Belang van Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?
Deelt u de mening dat meer dan 240.000 kiezers op mijn persoon een stem verdienen?
Zo ja, wat gaat u doen tegen blokkades van Belang van Nederland door social mediagiganten?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2, 3
Graag verwijs ik u naar de antwoorden op eerder gestelde vragen over het blokkeren
van Kamerleden door social-mediagiganten en de kamerbrief over content moderatie en
vrijheid van meningsuiting op online platformen.3 In deze Kamerstukken staat de positie van het kabinet over het modereren van online
content en het blokkeren van accounts op sociale media beschreven.
Vraag 4, 5
Wat vindt u van de berichtgeving dat Facebook een aantal zogeheten noodmaatregelen
bewust te vroeg heeft uitgeschakeld en zo de Capitoolbestorming heeft gevoed? Kunt
u uw antwoord toelichten, hoe wil u dit in Nederland tegengaan?
Deelt u de mening dat als de klokkenluider gelijk heeft, Facebook willens en wetens
heeft bijgedragen aan het optimaal beschadigen van president Trump en daarmee dus
de publieke opinie actief heeft beïnvloed? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4, 5
In het algemeen is het kabinet van mening dat online platformen zoals Facebook een
verantwoordelijkheid hebben om negatieve gevolgen van hun dienstverlening, zoals de
verspreiding van desinformatie, aan te pakken. Het kabinet kan niet beoordelen of
Facebook daadwerkelijk de desbetreffende noodmaatregelen bewust te vroeg heeft uitgeschakeld.
Op het gebied van desinformatie is er momenteel sprake van zelfregulering door de
online platformen (code of practice on online disinformation). Facebook heeft deze code ook ondertekend en committeert zich daarmee verschillende
maatregelen te nemen om de verspreiding van desinformatie te verminderen. Deze code
wordt naar verwachting eind 2021 herzien. Zoals eerder gemeld in de kabinetsreactie
op de Richtsnoeren van de Europese Commissie voor deze herziening erkent het kabinet
de tekortkomingen van de huidige gedragscode.4 Deze tekortkomingen zijn er o.a. op het gebied van toezicht. Het kabinet zal uw Kamer
d.m.v. een BNC-fiche informeren over het kabinetsstandpunt wanneer de vernieuwde code
is gepubliceerd.
Daarnaast worden in het Commissievoorstel voor de DSA zeer grote online platformen
onder meer verplicht om jaarlijks te onderzoeken of de inrichting van hun dienst systemische
risico’s met zich meebrengt, zoals de verspreiding van desinformatie die democratische
verkiezingsprocessen kan schaden. Als zij vaststellen dat dit het geval is dan moeten
ze maatregelen nemen om dat te adresseren. Bijvoorbeeld door aanpassing van aanbevelingsalgoritmes
of door deelname aan een gedragscode, zoals de genoemde vernieuwde gedragscode. Zij
moeten deze maatregelen ook door externe onafhankelijke auditors laten onderzoeken
en beoordelen. Daarnaast moeten gebruikers van zeer grote online platformen de mogelijkheid
krijgen om aanbevelingsalgoritmes zelf in te stellen of zelfs uit te schakelen. De
onderhandelingen over de DSA zijn momenteel gaande. Het kabinet maakt zich er hard
voor om deze elementen in het voorstel te behouden.
Vraag 6
Wat vindt u van het gegeven dat klokkenluider Frances Haugen, een voormalig medewerker
van Facebook, heeft verklaard dat de social mediagigant de groei van het platform
centraal stelt en er geen probleem mee heeft om daarbij verdeeldheid tussen haar gebruikers
te zaaien? Kunt u uw antwoord toelichten, met daarbij hoe u dit in Nederland wil tegengaan?
Antwoord 6
Online platformen kunnen een grote invloed hebben op de samenleving en het maatschappelijk
debat. Doordat aanbevelingssystemen de volgorde bepalen waarin de informatie wordt
aangeboden, beïnvloeden ze welke informatie door burgers wordt gezien. Wij zijn van
mening dat deze platformbedrijven een verantwoordelijkheid hebben bij de bescherming
van de samenleving tegen de gevolgen van het verspreiden van desinformatie. Om in
deze belangenafweging hun eigen verdienmodel voorop te stellen, vinden wij niet gepast.
De werking en het effect van deze aanbevelingssystemen is mij onbekend, omdat online
platformen hier geen inzicht in geven. Het vergroten van transparantie rondom deze
aanbevelingssystemen is ook onderdeel van de herziening van de eerdergenoemde Europese
gedragscode tegen desinformatie en de DSA. Zo stelt de DSA bijvoorbeeld voor om de
allergrootste online platformen te verplichten om hun aanbevelingssystemen aan te
passen wanneer deze systemische risico’s opleveren. Zoals bijvoorbeeld de verspreiding
van desinformatie die democratische verkiezingsprocessen kunnen schaden. Het kabinet
maakt zich er hard voor om deze elementen in het voorstel te behouden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.