Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat Daan niet met het taxibusje naar speciale school mag, omdat de gemeente vindt dat hij wel met de bus kan
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat Daan niet met het taxibusje naar speciale school mag, omdat de gemeente vindt dat hij wel met de bus kan (ingezonden 24 september 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 26 oktober
2021).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de tienjarige Daan niet net als zijn klasgenoten met een taxibusje
naar school mag gaan, omdat de gemeente Woudenberg vindt dat hij wel met het openbaar
vervoer kan?1
Antwoord 1
Naar aanleiding van de berichten over Daan en zijn klasgenoten heb ik contact op laten
nemen met de betreffende gemeente. Voor mij staat namelijk voorop dat leerlingen die
recht hebben op leerlingenvervoer, dat ook krijgen en de gemeente daarin voorziet.
De gemeente Woudenberg heeft mij inmiddels laten weten dat Daan dit schooljaar met
een taxibusje naar school wordt vervoerd. Dat betekent dat hij niet (meer) met het
openbaar vervoer met begeleiding hoeft te reizen.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het leerlingenvervoer ligt namelijk
al sinds 1987 bij de gemeenten. De VNG stelt met in achtneming van de wettelijke kaders
een modelverordening leerlingenvervoer op, op basis waarvan gemeenten een verordening
opstellen, waarmee zij aangeven hoe zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van het leerlingenvervoer invullen.
Gemeenten hebben de wettelijke plicht «passend vervoer» aan te bieden als een leerling
vanwege zijn beperking niet zelfstandig kan reizen. Uitgangspunt van de regeling leerlingenvervoer
is een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zo nodig met begeleiding.
Ook kan een fietsvergoeding worden verstrekt. Onder bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld
voor die leerlingen die wegens hun lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische
handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, kunnen ouders voor
hun kind aanspraak maken op aangepast vervoer, in taxi’s of taxibusjes.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de gemeente de zorgen en inschatting van de ouders en de directeur-bestuurder
van de school over de noodzaak tot leerlingenvervoer voor Daan naast zich neerlegt
in haar besluit en zelfs na het gegrond verklaren van het bezwaar door de bezwaarschriftencommissie
van de gemeente bij dit besluit blijft? Wat is het oordeel van ouders en professionals
uit het onderwijs dan nog waard?
Antwoord 2
De gemeente Woudenberg heeft mij laten weten dat er ook vorig schooljaar een recht
op leerlingenvervoer is toegekend. Dit betrof een vergoeding voor openbaar vervoer
met begeleiding. Bij de nieuwe aanvraag voor dit schooljaar is op basis van nieuwe
informatie vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs het besluit genomen om
Daan dit schooljaar met een taxibusje te gaan vervoeren.
Vraag 3
Bent u het eens dat het belachelijk is dat de gemeente heeft voorgesteld opnieuw een
onafhankelijk onderzoek te doen naar Daans gedrag, terwijl er al onafhankelijk onderzoek
is geweest voor het toekennen van de toelaatbaarheidsverklaring? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 3
De gemeente Woudenberg heeft mij laten weten dat zij voor de aanvraag voor leerlingenvervoer
voor dit schooljaar advies heeft gevraagd aan het samenwerkingsverband passend onderwijs,
die de toelaatbaarheidsverklaring voor Daan heeft afgegeven. Dit advies heeft er toe
geleid dat de gemeente besloten heeft Daan met een taxibusje te gaan vervoeren.
Vraag 4
Wat zou volgens u voorop moeten staan: leerlingenvervoer zodat leerlingen passend
onderwijs kunnen krijgen zonder enige belemmering of de financiën van de gemeente?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 1, waarbij ik heb toegelicht dat gemeenten de wettelijke
plicht hebben om passend vervoer aan te bieden als een leerling vanwege zijn beperking
niet zelfstandig kan reizen. Daarbij is het uitgangspunt dat het recht van de leerling
voorop dient te staan en dat financiële overwegingen uiteraard geen invloed mogen
hebben op het al dan niet toekennen van passend vervoer voor een leerling.
Vraag 5
Hoeveel geld geeft de gemeente Woudenberg uit aan leerlingenvervoer en hoeveel daarvan
is niet voor leerlingenvervoer op basis van toelaatbaarheidsverklaringen, maar op
basis van religie of levensovertuiging?
Antwoord 5
De gemeente Woudenberg heeft mij gemeld dat de afgelopen jaren de kosten voor leerlingenvervoer
ruim € 500.000 per jaar waren. Daarbij is bekend dat geen enkele leerling alleen vanuit
levensovertuiging gebruik maakt van het leerlingenvervoer.
Vraag 6
Ontvangt u meer signalen van ouders en/of scholen over gemeenten die geen leerlingenvervoer
toewijzen aan leerlingen die het hard nodig hebben? Zo ja, hoeveel signalen zijn dit
de laatste vijf jaar geweest, waar gaat het precies mis en wat heeft u met deze signalen
gedaan?
Antwoord 6
Er komen af en toe signalen over knelpunten in het leerlingenvervoer bij mij terecht.
Deze knelpunten zijn divers van aard. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven
ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het vervoer bij de gemeenten.
Indien er vaker signalen zijn over een bepaalde thematiek, zoals recent over de lange
reistijden van leerlingen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs, voer ik daarover
het gesprek met de VNG, als vertegenwoordiger van gemeenten en die de modelverordening
leerlingenvervoer opstelt.
Vraag 7
Zou een toelaatbaarheidsverklaring niet voldoende bewijs moeten zijn om automatisch
in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer indien gewenst, zodat ouders zich kunnen
richten op hun kind in plaats van strijd moeten voeren met onwelwillende gemeenten?
Bent u bereid dit te regelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, niet alle leerlingen die een toelaatbaarheidsverklaring voor het (voortgezet)
speciaal onderwijs krijgen, komen altijd in aanmerking voor leerlingenvervoer. Ook
reisafstand en de mate van zelfstandigheid van de leerling kunnen hierbij een rol
spelen. Daarnaast moet de gemeente nog de afweging maken op welke type vergoeding
een leerling recht heeft. Dit proces moet zorgvuldig worden doorlopen.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de gemeente Woudenberg om te komen tot een
oplossing voor Daan, zodat hij veilig en onder begeleiding naar school kan gaan met
zijn klasgenoten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Naar aanleiding van de berichten heb ik reeds contact op laten nemen met de betreffende
gemeente. Omdat Daan inmiddels met een taxibusje naar school wordt vervoerd, zijn
verdere gesprekken niet meer nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.