Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over het bericht 'Tegenslag voor aardgasvrij maken van woonwijken: voor¬loper Purmerend loopt vertraging op'
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Tegenslag voor aardgasvrij maken van woonwijken: voorloper Purmerend loopt vertraging op» (ingezonden 19 oktober 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
26 oktober 2021).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat het gasvrij maken van de Purmerendse proeftuin Overwhere-Zuid
(als onderdeel van het Programma Aardgasvrije Wijken) opnieuw vertraging heeft opgelopen
omdat de planning onhaalbaar is en de kosten buitensporig hoog zijn?1
Antwoord 1
Het is mij niet bekend dat de planning onhaalbaar is. De gemeente heeft de planning
met ruim vier maanden verschoven. De redenen hiervoor zijn op 14 september 2021 gemeld
aan de gemeenteraad en hebben betrekking op de gevolgen van corona op het participatieproces,
extra benodigde tijd om de woninginventarisaties te doen en de benodigde ontwikkeling
van alternatieve aansluitmethoden op het warmtenet. Begin november zijn bewonersavonden
gepland om te spreken over de concrete aanpak voor de betrokken bewoners.
Daarnaast is mij niet bekend dat de kosten buitensporig hoog zijn. Uitgangspunt is
en blijft dat er voor de bewoners van deze proeftuin gekomen wordt tot een betaalbaar
aanbod. De gemeenteraad van Purmerend heeft besloten dat de bewoners in de proeftuin
kosteloos kunnen overstappen op het warmtenet.
Vraag 2
Ziet u Purmerend nog altijd als «voorloper» en «voorbeeld» in de energietransitie?
Antwoord 2
Purmerend was één van de eerste proeftuinen waar daadwerkelijk aardgasvrije woningen
gerealiseerd werden. In die zin is Purmerend, maar ook een aantal andere proeftuinen,
koploper. Omdat via de proeftuinen geleerd wordt wat wel en niet werkt in relatie
tot de wijkgerichte aanpak, betekent het zijn van koploper niet dat alles per definitie
voorbeeldig uitpakt.
Vraag 3
Bent u ertoe bereid om – nadat dit «voorbeeldige» project eerder al was komen stil
te liggen – nu definitief de stekker uit deze «voorloper» te trekken?2 Zo nee, hoe kunt u de 7,3 miljoen euro subsidie, die Purmerend voor dit project van
het Rijk ontvangt, nog langer goedpraten?
Antwoord 3
Nee, hiertoe ben ik niet bereid. Het is ook niet mogelijk omdat de middelen voor de
proeftuinen van de eerste ronde zijn verstrekt via een decentralisatie-uitkering.
Gemeenten hoeven bij deze uitkeringsvorm over de uitgave geen verantwoording af te
leggen aan het Rijk. De financiële verantwoording verloopt via de jaarrekening van
de gemeente.
De gemeente Purmerend is nog steeds van plan om met deze middelen te komen tot de
aangekondigde aardgasvrije oplossingen. Dit blijkt ook uit de uitvoeringsstrategie
die op 22 april 2021 door de gemeenteraad van Purmerend is aangenomen.
Het blijft belangrijk om op basis hiervan te leren hoe gekomen kan worden tot verdere
opschaling van de wijkgerichte aanpak.
Vraag 4
Hoe reageert u op de uitspraken van de verantwoordelijke Purmerendse D66-wethouder
Van Meekeren dat een proeftuin «omgeven is met veel onzekerheden» en dat de hoge kosten
«horen bij het experimentele karakter»?
Antwoord 4
Het is logisch dat in deze fase van de wijkgerichte aanpak er veel onzekerheden zijn.
Dat is ook de reden om vooruitlopend op een grootschalige aanpak eerst proeftuinen
te doen om te leren wat er nodig is voor een goede uitvoering en de onzekerheden te
reduceren. Ook is het zo dat de kosten in deze fase relatief hoog zijn en dat een
Rijksbijdrage nodig is voor de proeftuinen om te kunnen komen tot een haalbare businesscase
en betaalbaar aanbod voor de bewoners.
Vraag 5
Hoe kijkt u in dit licht terug op uw besluit dat «gemeenten over de uitgave van de
ontvangen subsidie géén verantwoording hoeven af te leggen aan het Rijk»? Deelt u
de conclusie dat u met deze carte blanche het ordinaire gesmijt met belastinggeld
door D66-klimaatwethouders, met alle rampzalige gevolgen van dien, zélf in de hand
werkt?
Antwoord 5
Zoals bekend heb ik op basis van het rapport van de Algemene Rekenkamer en de tussentijdse
evaluatie van het Programma Aardgasvrije Wijken de wijze van uitkering bij de tweede
ronde proeftuinen aangepast. Middels een specifieke uitkering vindt nu wel verantwoording
plaats over de middelen. Deze systematiek hanteer ik ook bij de derde ronde. Ondanks
het gebruik van een decentralisatie-uitkering bij de eerste ronde, heb ik niet de
indruk dat de proeftuinen de middelen anders besteden dan aan het aardgasvrij maken
van de proeftuin. Wel zijn er soms wijzigingen in de aanpak nodig op basis van de
opgedane ervaringen.
Vraag 6
Tot hoeveel volledig tevreden bewoners heeft het aardgasvrij maken van woningen tot
dusverre geleid? Hoe meet u deze tevredenheid überhaupt, aangezien er aan u geen verantwoording
wordt afgelegd?
Antwoord 6
Het precieze aantal tevreden bewoners in de proeftuinen is mij niet bekend. Wel doe
ik in nauw overleg met de proeftuinen bewonerstevredenheidsonderzoek om te monitoren
hoe het daarmee staat en om de aanpak te verbeteren. De wijkgerichte aanpak gaat namelijk
alleen werken als de bewoners goed betrokken zijn bij de aanpak en het merendeel tevreden
is over het proces en het resultaat. Ik heb uw Kamer op 29 juni 2021 het eerste rapport
over de bewonerstevredenheid gestuurd (Kamerstuk 32 847, nr. 760). Tevens maakt bewonerstevredenheid onderdeel uit van de monitor van het programma.
Ik zal in het kader van de jaarlijkse voortgangsrapportage in het voorjaar van 2022
hierop terugkomen.
Vraag 7
Hoe hebt u met uw volle verstand kunnen besluiten om nóg eens 50 miljoen euro aan
het Programma Aardgasvrije Wijken te verspillen? Beseft u wel dat dit belastinggeld
is?
Antwoord 7
De derde ronde proeftuinen legt de nadruk op aanpakken waarin de isolatie van woningen
en andere gebouwen centraal staat eventueel in combinatie met een stapsgewijze aanpak.
Dit is een waardevolle aanvulling op de technieken en aanpakken in de eerste twee
ronden. Tevens leidt het tot directe besparing van energie en vermindering van CO2 en een lagere energierekening bij de bewoner. Het betreft hier middelen vanuit de
Klimaatenvelop bestemd voor innovatieve aanpakken om te leren hoe gekomen kan worden
tot opschaling van de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het kabinet heeft op
basis van de totstandkoming van het Klimaatakkoord in 2019 besloten deze middelen
toe te kennen.
Vraag 8
Klopt het dat het doel van het Programma Aardgasvrije Wijken nog altijd is: «het opdoen
van kennis en ervaring»? Deelt u de mening dat er, gezien de tot dusverre opgedane
kennis en ervaring, maar één conclusie mogelijk is, namelijk: onmiddellijk stoppen
met deze onhaalbare en onbetaalbare klimaatgekte?
Antwoord 8
Nee, het doel van het Programma Aardgasvrije Wijken is nog steeds het leren op welke
wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Dat is meer dan
alleen het opdoen van kennis en ervaring. Ik deel niet de conclusie dat op basis van
de opgedane kennis en ervaring gestopt zou moeten worden met de wijkgerichte aanpak
en het Programma Aardgasvrije Wijken. Wel zal ik conform planning in 2022 het programma
evalueren. De opzet van de evaluatie zal ik uw Kamer vóór het einde van dit jaar toesturen.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het aanstaande Tweeminutendebat Klimaatakkoord
gebouwde omgeving?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.