Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over de uitzending van Omroep Gelderland ‘In het vizier van de Jager’ en het artikel ‘Dit is moderne slavernij: politiek wil vrouwen van brandmerk afhelpen'
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de uitzending van Omroep Gelderland «In het vizier van de Jager» en het artikel «Dit is moderne slavernij: politiek wil vrouwen van brandmerk afhelpen» (ingezonden 1 oktober 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 25 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Omroep Gelderland «In het vizier van de Jager»
en het artikel «Dit is moderne slavernij»: politiek wil vrouwen van brandmerk afhelpen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het ook zeer onwenselijk dat jonge vrouwen die slachtoffer zijn van loverboys
zelf moeten betalen voor de verwijdering van hun verplichte aangebrachte tatoeages
of andere aangebrachte brandmerken?
Antwoord 2
Het is vreselijk als een jonge vrouw wordt uitgebuit en onder druk een tatoeage of
brandmerk aangebracht krijgt. Mensenhandel is een ernstig misdrijf waarbij iemand
gedwongen wordt handelingen te verrichten. Dit kan grote gevolgen hebben voor het
slachtoffer.
In die gevallen waar een tatoeage of brandmerk onderdeel is geweest van de uitbuiting,
ben ik van mening dat camouflage of verwijdering uiteraard niet ten laste van het
slachtoffer zou moeten komen.
Vraag 3, 4, 7
Heeft u in beeld hoeveel slachtoffers van brandmerking er in Nederland zijn? Zo ja,
wilt u deze cijfers delen? Zo nee, zou dat gezien de terugkerende verhalen niet wenselijk
zijn? Kunt u in dit antwoord het advies van de lector Veiligheid in Afhankelijkheidsstudies,
mw. J. Jansen, betrekken?
Op welke wijze heeft de Staatssecretaris van VWS na toezeggingen in 2014 om te spreken
met zorginstellingen over het verwijderen van tatoeages van slachtoffers van loverboys,
gevolg gegeven aan dit voornemen?
Welke mogelijkheden heeft u om zo spoedig mogelijk daadwerkelijk hulp en een vergoeding
voor deze vrouwen mogelijk te maken en hoe gaat u hier werk van maken?
Antwoord 3, 4, 7
Er is niet bekend hoeveel slachtoffers van seksuele uitbuiting dit soort verplichte
tatoeages of brandmerken hebben. Uitvraag bij de Nationaal Rapporteur Mensenhandel
en Seksueel Geweld tegen Kinderen, de politie, Jeugdzorg Nederland en Valente, levert
geen concrete aantallen op. Wel geven zij aan dat het niet heel frequent voor komt
dat zorgorganisaties in de (vrouwen)opvang te maken hebben met deze problematiek.
In 2014 heeft de toenmalig Staatssecretaris van VWS gesproken met de jeugdhulpinstellingen
en besproken dat het verwijderen of herstellen van tatoeages als onderdeel van de
behandeling van het slachtoffer gezien moet worden. De inschatting vanuit de hulpverlening
was destijds dat het gaat om kleine aantallen slachtoffers waarbij onder dwang tatoeages
zijn aangebracht. Destijds heeft de Staatssecretaris aangegeven dat als er signalen
van instellingen zijn, hij deze graag hoort zodat bekeken kan worden wat het probleem
precies is en hoe een oplossing gevonden kan worden.
Net als prof. dr. Janssen, lector Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties, ben ik van
oordeel dat dit een zeer ernstige praktijk is en dat de brandmerking of tatoeage een
slachtoffer keer op keer herinnert aan het verleden. En dat er daar waar het spaak
loopt iets gedaan moet worden voor de slachtoffers. Mijns inziens wordt de oplossing
juist ook gevonden in het bieden van de juiste zorg en ondersteuning aan deze slachtoffers.
Ten aanzien van een vergoeding staat voorop dat de dader de schade dient te vergoeden.
Het slachtoffer kan zich in het strafproces voegen als benadeelde partij om de schade
die het slachtoffer door het strafbare feit heeft geleden te vorderen bij de dader.
Slachtoffers van loverboys hebben als slachtoffers van mensenhandel in de regel recht
op gratis rechtsbijstand door een advocaat. De overheid kan een door de rechter toegewezen
vergoeding van schade aan het slachtoffer innen bij de dader en slachtoffers kunnen
8 maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis een voorschot krijgen op het
nog te innen bedrag. Slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven die hun schade
niet of nog niet op de dader hebben kunnen verhalen, kunnen daarnaast een beroep doen
op het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Slachtoffers van loverboys kunnen als slachtoffer
van mensenhandel in beginsel in aanmerking komen voor een uitkering van het Schadefonds
Geweldsmisdrijven. Een slachtoffer kan een aanvraag indienen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Afhankelijk van het letsel komen slachtoffers in aanmerking voor verschillende letselcategorieën.
Slachtoffers van mensenhandel maken een gerede kans om een uitkering te krijgen van
het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Met de uitkering kunnen slachtoffers de kosten
voor het verwijderen van tatoeages/littekens betalen. De hoogte van de tegemoetkoming
varieert van € 1.000 tot € 35.000, afhankelijk van de ernst van het letsel. De tegemoetkoming
die het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeert is een ongedifferentieerd bedrag waar
ook bv. de kosten voor het weghalen van een gedwongen tatoeage uit gefinancierd kunnen
worden.
Indien jeugdhulpinstellingen of vrouwenopvang organisaties hulp en opvang bieden aan
een slachtoffer van seksuele uitbuiting waarbij een tatoeage of brandmerk is aangebracht,
wordt per individu gekeken wat er aan zorg en ondersteuning nodig en mogelijk is om
de tatoeage te camoufleren of te laten verwijderen. De hulp en ondersteuning is gericht
op alle gevolgen (de zichtbare en de onzichtbare) van wat zij hebben meegemaakt en in bijna alle gevallen
is er sprake van trauma, maar ook kunnen er schulden zijn. Als de vrouw/het meisje
de tatoeage of het brandmerk wil laten camoufleren of verwijderen is dat onderdeel
van de bredere aanpak naar herstel en regie over het eigen leven. In de praktijk wordt
bijvoorbeeld in sommige gevallen door tatoeëerders aangeboden de tatoeage gratis te
laten camoufleren. Ook kan er gebruik gemaakt worden van mogelijkheden bij de jeugdhulpinstellingen
of vrouwenopvang organisaties die hiervoor een noodpotjeof een steunfonds inzetten.
Zeer incidenteel wordt een aanvraag bij Fonds Slachtofferhulp overwogen.
Vraag 5
Wanneer heeft u, nadat eerder is gesteld dat het vergoeden van verwijderen van tatoeages
geen probleem zou zijn, vernomen dat het ontbreken van een medische noodzaak door
het Zorginstituut Nederland wordt genoemd als reden om toch geen vergoeding toe te
kennen? Hoe beoordeelt u deze argumentatie?
Antwoord 5
Dit ziet waarschijnlijk op de vraag of het verwijderen van tatoeages voor vergoeding
uit de basisverzekering in aanmerking kan komen. De redenering dat dit niet het geval
kan zijn is het gevolg van de regelgeving die we op dit gebied hebben. Om het verwijderen
van tatoeages voor vergoeding vanuit het basispakket in aanmerking te laten komen,
is het vaststellen van de medische noodzaak van belang.
In beginsel valt het verwijderen van een tatoeage daarom alleen onder het verzekerde
basispakket op het moment dat er sprake is van een medische noodzaak. Dat houdt in
dat er somatische klachten van een bepaalde omvang optreden die toe te wijzen zijn
aan het hebben van de tatoeage.
Ik begrijp vanuit het nieuwsartikel dat het bij deze vrouwen niet gaat om somatische
klachten ten gevolge van het brandmerk, maar om de psychische klachten die zij ervaren.
Psychische klachten gelden niet als indicatiecriterium bij plastisch chirurgische
ingrepen, zoals het verwijderen van een tatoeage. Wel kan uiteraard psychische begeleiding
aan de orde zijn vanuit de geestelijke gezondheidszorg of jeugdhulp.
Vraag 6
Heeft u contact gehad met Zorgverzekeraars Nederland over schrijnende situaties die
hierdoor kunnen ontstaan? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?
Antwoord 6
Ja, ik heb contact gehad met ZN over het verwijderen van tatoeages. Zoals ik in het
antwoord op vraag 5 heb aangeven, betreft het verwijderen van tatoeages en brandmerken
alleen de verzekerde zorg als er sprake is van een medische indicatie. In deze gevallen
zullen zorgverzekeraars de verwijdering vergoeden. Wanneer er geen medische indicatie
is om de tatoeage of het brandmerk te verwijderen biedt de Zorgverzekeringswet geen
mogelijkheid tot vergoeding. Als het wenselijk is om het verwijderen van tatoeages
en brandmerken in dit soort situaties te vergoeden, zal een alternatieve bekostiging
moeten worden gevonden. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 7.
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor de behandeling van de begroting Volksgezondheid, Welzijn en
Sport beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.