Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de implementatie van het nieuwe gevangenisregime onder de Wet Straffen en Beschermen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de implementatie van het nieuwe gevangenisregime onder de Wet Straffen en Beschermen (ingezonden 10 september 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 25 oktober 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 93.
Vraag 1
Hoe reflecteert u op de beginmaanden van de nieuwe werkwijze met de Wet Straffen en
Beschermen in de penitentiaire inrichtingen? Waren alle penitentiaire inrichtingen
(p.i.»s) er klaar voor om met de Wet Straffen en Beschermen van start te gaan per
1 juli? Zo ja, waaruit is dat gebleken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
In de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet is hard gewerkt aan de
(gedeeltelijke) invoering per 1 juli 2021. Er is anderhalf à twee jaar lang geïnvesteerd
in de medewerkers met betrekking tot de inwerkingtreding van de Wet SenB. Er is een
landelijk implementatieteam ingericht en per vestiging een expertteam. Dit om stapsgewijs
alle medewerkers mee te nemen in de ontwikkelingen en daarbij ook helder te maken
wat er van hen gevraagd wordt in relatie tot de invoering van de Wet. Daarnaast is
met het Opleidingsinstituut DJI het opleidingsaanbod aangepast zodat ook nieuwe medewerkers
meteen op de juiste manier worden opgeleid. Er zijn beleidskaders en werkinstructies
ontwikkeld en vervolgens verspreid binnen de inrichtingen. Dit is zowel middels koude
overdracht via de mail richting de vestigingen en via intranet gedaan, als ook middels
warme overdracht. Het bovengenoemd implementatieteam heeft op de vestigingen medewerkers
begeleid bij het werken volgens deze nieuwe instructies en kaders. Naast het uitrollen
van werkinstructies en beleidskaders in het veld is ook uitvoerig gecommuniceerd over
de (nadere) regelgeving. Op twee momenten heeft een Gate Way Review plaatsgevonden
om te zorgen dat alle aandachtspunten voor de invoering in beeld waren en de nodige
maatregelen werden genomen om op tijd voor de invoering klaar te zijn. Daarmee waren
de PI’s klaar voor de invoering van de wet SenB. Wel zijn er nog zaken die voor verbetering
en doorontwikkeling vatbaar zijn. Zo waren er bij de inwerkingtreding van de wet nog
geen nieuwe verlofaanvraagformulieren beschikbaar, waarop in vraag 3 wordt gedoeld.
Deze zijn inmiddels gereed en zullen op korte termijn in gebruik worden genomen.
Vraag 2
Zijn alle verlofaanvragen die voor 1 juli zijn ingediend beoordeeld volgens de toen
nog geldende regels? Zo nee, waarom zijn deze aanvragen niet (volgens de toen geldende
regels) beoordeeld?
Antwoord 2
Alle verlofaanvragen ingediend voor 1 juli 2021 die zagen op verlof dat vóór 1 juli
2021 zou worden genoten, zijn beoordeeld volgens de toen geldende regels. Wanneer
een verzoek zag op algemeen verlof na 1 juli is deze afgewezen omdat er na 1 juli
geen mogelijkheden meer waren voor algemeen verlof. Een gedetineerde kon dan wel,
mits hij aan de voorwaarden daarvoor voldeed, een aanvraag indienen voor de nieuwe
«verlofsoorten» kort- of langdurend re-integratieverlof.
Vraag 3
Klopt het dat het na 1 juli een tijd niet overal mogelijk was om verlof aan te vragen,
omdat de nieuwe aanvraagformulieren er simpelweg nog niet waren?
Antwoord 3
Het per 1 juli nog niet beschikbaar hebben van nieuwe aanvraagformulieren heeft het
aanvragen van verlof niet in de weg gestaan. Verlof kan namelijk worden aangevraagd
via de bestaande formulieren. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 1, zijn de
nieuwe formulieren inmiddels gereed. Deze zullen op korte termijn in gebruik worden
genomen.
Vraag 4
Klopt het dat een gedetineerde pas na terugkomst van een lang verlof een nieuwe «lang-verlofaanvraag»
kan indienen, dat voor het beoordelen van een lang-verlofaanvraag een beslissingstermijn
staat van 6 weken, en dat het daardoor kan voorkomen dat een gedetineerde niet één
keer in de maand met verlof kan (waar hij wel recht op zou hebben), maar dus slechts
één keer in de anderhalve maand, als de volledige beslissingstermijn wordt gebruikt?
Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 4
Het klopt dat een gedetineerde pas na terugkomst van een verlof een nieuwe verlofaanvraag
kan doen. Het verloop van het vorige verlof is immers van belang om goed te kunnen
besluiten over het al dan niet toekennen van een volgend verlof. Dit staat ook in
de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (Rtvi). De termijn waarbinnen beslist
moet worden is niet vastgelegd in regelgeving, in de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw)
of in de Rtvi. Ook in de memorie van toelichting staat hierover niets beschreven.
In de jurisprudentie van de RSJ wordt ook niet gesproken over een zes weken termijn.
De directeur zal waar mogelijk binnen een redelijke termijn beslissen over de verlofaanvraag.
Als voor een gedetineerde geldt dat hij op enig moment elke maand met langdurend re-integratieverlof
kan (en dit uiteraard past in zijn D&R-plan en ook aan de overige voorwaarden is voldaan)
dan wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat dit ook tijdig wordt beslist.
Desondanks kan het toch voorkomen dat het besluit te laat komt en de gedetineerde
later met verlof gaat. Overigens hecht ik eraan te benadrukken dat het niet automatisch
zo is dat iedere gedetineerde maandelijks langdurend re-integratieverlof toegekend
krijgt. De lengte en frequentie van het verlof komt voort uit een persoonsgericht
traject waarbij onder meer de re-integratiedoelen centraal staan.
Vraag 5
Kunt u uiteenzetten hoeveel gedetineerden er de eerste maanden van 2021 gemiddeld
in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) verbleven? Hoeveel gedetineerden
verblijven op dit moment gemiddeld in een beperkt beveiligde afdeling (bba)? Hoeveel
procent van de bba-plaatsen zijn op dit moment gevuld?
Antwoord 5
Van januari t/m juni 2021 verbleven er gemiddeld 144 gedetineerden in een ZBBI. Op
peildatum 14 september 2021 verbleven er 141 gedetineerden op een BBA, waarmee 46%
van de BBA-capaciteit werd bezet.
Vraag 6
Klopt het dat de nieuwe regeling voor het penitentiair programma (PP) pas per 1 december
wordt ingevoerd en dat dit tot gevolg heeft dat de mensen die op dit moment in aanmerking
komen voor zowel de bba als het PP nu dus kiezen of ze naar de bba willen of met een
enkelband naar huis willen? Zo ja, wat betekent het voor een succesvolle re-integratie
als mensen het regime van de bba op deze manier kunnen ontlopen?
Antwoord 6
Het klopt dat de nieuwe regeling voor het PP, en het daarop getroffen overgangsrecht,
per 1 december wordt ingevoerd. Dit betekent dat er voor gedetineerden twee mogelijkheden
zijn: re-integratieverlof voor extramurale arbeid (binnen de BBA) of deelname aan
PP.
De gedetineerde kan een aanvraag doen voor verlof voor extramurale arbeid of deelname
aan het PP. De vestigingsdirecteur geeft vervolgens een persoonsgericht advies over
welk traject het beste past bij de re-integratiedoelen van de gedetineerde. Een persoonsgericht
traject is immers een belangrijke basis voor een zo succesvol mogelijke re-integratie.
Bij beide modaliteiten neemt de selectiefunctionaris, mede op basis van het advies
van de vestigingsdirecteur, de beslissing over de toekenning van het verlof voor extramurale
arbeid dan wel over de deelname aan het PP.
Het is dus mogelijk dat een gedetineerde die aan de voorwaarden voor zowel verlof
voor extramurale arbeid als PP voldoet, in een BBA geplaatst wordt omdat dit het best
bij zijn traject past. De gedetineerde spreekt enkel zijn voorkeur uit, maar het is
de selectiefunctionaris die beslist.
Vraag 7
Klopt het dat in de zbbi gedetineerden recht hadden op tweemaal 3 uur sport in de
week en tweemaal 1,5 uur tijd voor boodschappen, maar dat in de bba gedetineerden
nu slechts 3,5 uur sport en 1,5 uur tijd voor boodschappen in de week hebben? Zo ja,
waarom is gekort op deze uren?
Antwoord 7
Voor de ZBBI gold dat gedetineerden recht hadden op 3,75 uur sport per week en 7 uur
voor voeding, winkelen en gezamenlijk eten per week. Met de komst van de BBA is een
nieuwe modaliteit neergezet. De BBA heeft als doel om gedetineerden via werk succesvol
en veilig te laten re-integreren in de samenleving met als ambitie een betaalde baan
na hun detentie. Bij het samenstellen van het beleidskader voor de BBA, waarin onder
meer de activiteiten als sport en recreatie zijn opgenomen, is de Pbw als uitgangspunt
genomen. Voor recreatie, persoonlijke verzorging, luchten, sport, bibliotheek, bezoek,
boodschappen (recreatie), educatie, medische zorg staat totaal 30 uur, waarvan er
10 buiten de BBA kunnen plaatsvinden. Daarnaast zijn er nog 33 uur vrij te besteden
op de BBA. Met deze verdeling is geen sprake van inperking. De uren zijn enkel gekwantificeerd,
wat maakt dat deze persoonsgericht ingezet kunnen worden, en daarmee ook controleerbaar
zijn. De BBA voldoet dan ook in ruime mate aan hetgeen de Pbw stelt. De uren voor
deze activiteiten vanuit de BBA zijn landelijk vastgesteld, de exacte invulling wordt
opgenomen in het persoonlijk D&R-plan.
Vraag 8
Hoe kijkt u nu terug op de invoering van deze wijzigingen in de regels? Wat gaat u
doen om de geconstateerde problemen op te lossen?
Antwoord 8
Ik ben onverminderd overtuigd van het nut en de noodzaak van de invoering van de Wet
SenB. De voorbereiding op de inwerkingtreding van deze wet is een uitvoerig en intensief
traject geweest. Inmiddels staat de basis en zijn de betrokken organisaties in staat
uitvoering te geven aan de wet. De komende periode staat in het teken van kwalitatieve
doorontwikkeling. Als daarbij knelpunten aan het licht komen zullen deze naar bevind
van zaken worden beoordeeld en indien nodig worden opgelost.
Vraag 9
Bent u ervan overtuigd dat het gewijzigde regime in de gevangenissen leidt tot vermindering
van recidive en een betere terugkeer van gedetineerden in de samenleving, zodat nieuwe
slachtoffers worden voorkomen?
Antwoord 9
Ja. De Wet SenB doet meer recht aan de doelen die bij de uitvoering van gevangenisstraffen
centraal staan: het bieden van genoegdoening aan de samenleving en het voorkomen dat
een gedetineerde opnieuw de fout ingaat. Met de Wet SenB wordt de tijd in de gevangenis
beter benut. Samen met DJI, reclassering en de gemeente gaat de gedetineerde actief
aan de slag met zijn gedrag en re-integratie om terugval te voorkomen. Een gedetineerde
die inzet en goed gedrag toont, wordt binnen detentie beloond door (meer) interne
vrijheden en verlof. Gedetineerden krijgen kansen om te werken aan een beter leven
na detentie. Hiermee kan herhaalde criminaliteit worden voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.