Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk en Idsinga over het artikel 'De Tweede Kamer opnieuw geschoffeerd…'
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA) en Idsinga (VVD) aan Staatssecretaris van Financiën over het artikel «De Tweede Kamer opnieuw geschoffeerd...» (ingezonden 19 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
            (ontvangen 22 oktober 2021).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bovengenoemd artikel?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Waarom heeft u ervoor gekozen zowel bij het wetsvoorstel excessief lenen als bij de
               wetsvoorstellen bij het pakket Belastingplan 2022 niet meer integraal in te gaan op
               commentaren van onder andere de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en het
               Register Belastingadviseurs (RB), wanneer de Kamer daarom expliciet vraagt?
            
Antwoord 2
            
Het kabinet is bij de beantwoording van de vragen van uw Kamer ook ingegaan op de
               vragen van de NOB en het RB. Deze beantwoording heeft niet integraal plaatsgevonden,
               maar zoveel mogelijk bij het betreffende onderdeel, daar waar een fractie heeft gevraagd
               om op een specifiek onderdeel te reageren. Hiervoor is gekozen omdat de vragen van
               deze beroeps- en belangenorganisaties doorgaans voor een belangrijk deel overlappen
               met vragen die reeds gesteld zijn door leden van uw Kamer zelf.
            
Vraag 3, 4, 5, 6
            
Bent u van plan om deze werkwijze in de toekomst voort te zetten?
Deelt u onze mening dat integraal ingaan op de commentaren van belang is om twee redenen,
               namelijk ten eerste dat de vragen van technisch experts serieus genomen dienen te
               worden vanwege hun brede expertise en ervaring met de praktische uitwerking van wetgeving
               die de Kamer kan helpen in haar rol nieuwe wetgeving kritisch te controleren en ten
               tweede dat antwoorden op deze technische vragen en nadere toelichting van de wetgever
               essentieel zijn voor de praktijk en de rechtspraak bij de toepassing van deze wetgeving?
            
Deelt u daarom onze mening dat te allen tijde serieus dient te worden omgegaan met
               het verzoek van de Kamer integraal in te gaan op technische commentaren?
            
Indien u onze mening op de vragen 4 en 5 niet deelt kunt u dan toelichten waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5, 6
            
Het kabinet gaat rondom de totstandkoming van fiscale wetgeving veelvuldig in gesprek
               met beroeps- en belangenorganisaties. Dit betreft organisaties die doorgaans veel
               expertise in huis hebben. Deze expertise kan bijdragen aan de totstandkoming van betere
               wetgeving. Diezelfde organisaties kunnen daarbij het parlement informeren door eventuele
               kritische commentaren te delen met parlementariërs. Zo kunnen ook Kamerleden deze
               technische expertise benutten. Tegelijkertijd acht het kabinet het van belang om prudent
               om te gaan met het, als ware het vanzelfsprekend, betrekken van specifieke beroeps-
               en belangenorganisaties in het parlementaire proces en andere beroeps- en belangenorganisaties
               niet. Het kabinet hecht aan een evenwichtig dialoog met de verschillende geluiden
               uit de samenleving.
            
In de nota’s naar aanleiding van het verslag van de wetsvoorstellen in het pakket
               Belastingplan 2022 is getracht een balans te vinden tussen bovenstaande uitgangspunten.
               Over de toekomstige werkwijze ga ik dan ook graag met uw Kamer in gesprek.
            
Vraag 7
            
Kunt u alsnog met spoed ingaan op de commentaren van de NOB en het RB voor zover u
               dat nog niet hebt gedaan en ons de antwoorden vóór vrijdag 22 oktober 2021 doen toekomen,
               zodat die nog kunnen worden meegenomen in de wetsbehandeling op maandag 25 oktober
               2021?
            
Antwoord 7
            
Het kabinet zal de commentaren van de NOB en het RB op korte termijn van een reactie
               voorzien. De verwachting is dat uw Kamer deze reactie medio volgende week ontvangt.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.