Schriftelijke vragen : Politie-ingrijpen bij demonstraties en de veiligheid van vreedzame demonstranten en journalisten.
Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over politie-ingrijpen bij demonstraties en de veiligheid van vreedzame demonstranten en journalisten (ingezonden 19 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de politieacties tegen demonstranten bij de Woonopstand in Rotterdam
op 17 oktober jl.?
Vraag 2
Kunt u een tijdlijn geven van alle gebeurtenissen die hebben geleid tot het politie-ingrijpen?
Kunt u daarin ook aangeven wanneer het politie-ingrijpen gepland werd? Kan ook een
tijdlijn worden gegeven van de gebeurtenissen tijdens het politie-ingrijpen?
Vraag 3
Op basis van welke signalen is tot politie-ingrijpen overgegaan? Van waar waren deze
signalen afkomstig? Of leidden gepleegde strafbare feiten tot het politie-ingrijpen?
Zo ja, welke gepleegde strafbare feiten waren dit?
Vraag 4
Was de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) betrokken
bij de totstandkoming van het politie-ingrijpen? Zo ja, op welke manier?
Vraag 5
Oordeelt u dat het opsplitsen van een demonstratie en zo een brede geweldstoepassing
de proportionele middelen waren om opvolging te geven aan signalen dan wel de constatering
van gepleegde strafbare feiten? Kun u uw oordeel onderbouwen?
Vraag 6
Waarom heeft de politie, zeker met het oog op het vreedzame karakter van de demonstratie,
ingezet op escalatie? Op welke manier is vervolgens geprobeerd in te zetten op deëscalatie
door de politie? Klopt het dat een burger het voortouw heeft genomen in deëscalatie?
Vraag 7
Klopt het dat politiehonden zijn ingezet bij het politie-ingrijpen in Rotterdam? Zo
ja, hoeveel honden zijn ingezet? Wat was de aanleiding voor de inzet van dit zware
geweldsmiddel? Vindt u de inzet van politiehonden tegen vreedzame demonstranten proportioneel?
Vraag 8
Is het gebruikelijk dat aan demonstraties agenten in burgerkleding deelnemen die verschillende
stickers op hun kleding dragen waarmee zij het doel van de demonstratie onderschrijven?
Is dit in Rotterdam gebeurd? Hoe dienen deze agenten in burgerkleding zich tegenover
burgers te identificeren als politie, alvorens zij overgaan tot geweldstoepassing?
Kunt u bevestigen dat deze politieagenten dit ook altijd hebben gedaan in Rotterdam?
Vraag 9
In welke mate is juist de politie, naar uw oordeel, debet aan het verstoren van een
vreedzame demonstratie? Wat vindt u überhaupt van het feit dat in een democratische
rechtsstaat een vreedzame demonstratie geen doorgang kan vinden door het handelen
van de politie? Hoe beoordeelt u in dat licht het handelen van de burgemeester van
Rotterdam, de heer Aboutaleb?
Vraag 10
Ziet u ook een patroon in het handelen van de Rotterdamse politie, die in 2020 een
vreedzame Black Lives Matter-demonstratie vlak voor het einde opbrak en in 2016 disproportioneel
ingreep tegen het Kick Out Zwarte Piet-protest om daar 168 arrestaties te verrichten,
waarvan geen tot vervolging leidde vanwege een gebrek aan bewijs of omdat arrestanten
ten onrechte werden aangemerkt als verdachte?1 Wat is uw oordeel daarover?
Vraag 11
Sluit u zich aan bij het oordeel van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten
(NJCM) die het politieoptreden bij de demonstratie hebben gezien en dit optreden «schokkend»
noemen?2
Vraag 12
Bent u bereid onderzoek in te stellen naar het handelen van de politie in Rotterdam?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties moeten volgens u hangen aan een disproportionele
geweldstoepassing door de politie?
Vraag 13
Welke maatregelen gaat u nemen een situatie zoals in Rotterdam in het vervolg te voorkomen?
Vraag 14
Klopt de berichtgeving van verschillende media dat zo’n 50 personen zijn gearresteerd
bij de Woonopstand in Rotterdam? Rechtvaardigt, naar uw oordeel, de arrestatie van
zo’n 50 personen, het opbreken van een demonstratie en de geweldstoepassing door de
politie tegen vreedzame demonstranten?
Vraag 15
Er zijn signalen binnengekomen dat de pers is gehinderd door de mobiele eenheid (ME)
in het verslag doen van de demonstratie en het politie-ingrijpen, zelfs na vertoon
van perskaart, kunt u dit bevestigen of ontkrachten? Indien dit is gebeurd, hoe oordeelt
u hierover?
Vraag 16
Hoeveel arrestanten zijn dezelfde avond of volgende dag zonder aanklacht vrijgelaten?
Hoeveel arrestanten worden vervolgd en hoe luidt de aanklacht tegen hen?
Vraag 17
Bent u op de hoogte dat ook in Amsterdam na afloop van het Woonprotest mensen gearresteerd
zijn? Hoeveel arrestanten zijn toen dezelfde avond of de volgende dag zonder aanklacht
vrijgelaten? Hoeveel arrestanten worden vervolgd en hoe luidt de aanklacht tegen hen?
Vraag 18
Het politie-ingrijpen in Rotterdam volgt op een week van politie-ingrijpen tegen klimaatdemonstraties
in Den Haag, oordeelt u dat bij de klimaatdemonstraties op een proportionele manier
gehandeld is door de politie ten opzichte van demonstranten? Kunt u uw oordeel onderbouwen?
Vraag 19
Gezien het feit dat bij demonstraties in Den Haag meerdere journalisten zijn gearresteerd,
hoe oordeelt u dat het politie-ingrijpen in Den Haag zich verhoudt tot de persvrijheid?
Deelt u de mening en onderschrijft u de Grondwet door te oordelen dat het onbestaanbaar
is dat journalisten worden gearresteerd terwijl zij van een demonstratie en het politie-ingrijpen
daarop verslag doen?
Vraag 20
Hoeveel arrestanten bij de klimaatdemonstraties in Den Haag zijn dezelfde dag van
hun arrestatie of de dag erna zonder aanklacht vrijgelaten? Hoeveel arrestanten worden
vervolgd en hoe luidt de aanklacht tegen hen?
Vraag 21
Wat doet, volgens u, het politie-ingrijpen zoals dat bij voornoemde demonstraties
in de verschillende steden heeft plaatsgevonden met het vertrouwen van burgers in
de politie? Wat is uw oordeel daarover?
Vraag 22
Welke nazorg bestaat voor de mensen die het doel waren van geweldstoepassing door
de politie?
Vraag 23
Deelt u de mening dat demonstranten in vrijheid gebruik moet kunnen maken van hun
grondrecht, zonder dat zij te maken krijgen met geweldstoepassing vanuit de politie?
Vraag 24
Hoe gaat u garanderen dat burgers, die gebruik willen maken van hun grondrecht te
demonstreren, in het vervolg niet te maken krijgen met geweldstoepassing door de politie
en dus hun grondwettelijke recht om te demonstreren wordt geborgd?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.H. Simons, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.