Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Maatoug over de uitspraak van de rechter inzake het verlopen van de inburgeringstermijn
Vragen van het lid Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitspraak van de rechter inzake het verlopen van de inburgeringstermijn (ingezonden 15 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Wiersma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
18 oktober 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 juni 2021
waarin u in het ongelijk bent gesteld inzake het terug te betalen leenbedrag bij een
geringe overschrijding van de inburgering met sterk verminderde verwijtbaarheid?1
Antwoord 1
Ja, van die uitspraak heb ik kennisgenomen.
Vraag 2
Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 10 juni jl. waarin
u in het ongelijk bent gesteld inzake het terug te betalen leenbedrag bij geringe
overschrijding van de inburgering?2
Antwoord 2
Ja, ik ben bekend met deze uitspraak.
Vraag 3, 4 en 5
Kunt u uiteenzetten waarom u in de eerstgenoemde rechtszaak wel heeft besloten om
in hoger beroep te gaan en niet tegen de laatstgenoemde vergelijkbare uitspraak van
de rechter?
Hoe rijmt u het in hoger beroep gaan in de eerstgenoemde zaak met uw eerder gecommuniceerde
voornemen om de scherpe kanten van het huidige inburgeringsbeleid te verzachten?
Hoe rijmt u dit met uw antwoorden op eerdere Kamervragen waarin u stelt dat de Dienst
Uitvoering Onderwijs (DUO) samen met uw ministerie bij de beoordeling van toekomstige
vergelijkbare gevallen rekening zal houden met de overwegingen in de uitspraak van
rechtbank Noord-Holland?3
Antwoord 3, 4 en 5
Samen met DUO zoek ik in de uitvoeringspraktijk voortdurend naar oplossingen in schrijnende
situaties en wordt er, binnen de kaders van de huidige wet, maatwerk geleverd. Daarbij
wordt rekening gehouden met de verschillende gerechtelijke uitspraken. De uitspraak
van 10 juni jl. van de rechtbank van Noord-Holland heeft ertoe geleid dat er met een
andere blik naar kwijtschelding van de lening bij een verwijtbare termijnoverschrijding
wordt gekeken. Omdat hiervoor nieuw beleid moet worden ontwikkeld, worden uitkomsten
van toekomstige rechtszaken door mijn ministerie samen met DUO beoordeeld. Hierover
zijn werkafspraken met DUO gemaakt. Helaas is daarbij over het hoofd gezien dat bij
de uitspraak van de rechtbank Gelderland, eveneens van 10 juni, al hoger beroep was
aangetekend. Hoewel dit beroep op basis van puur juridische overwegingen te rechtvaardigen
was, past dit niet in de nieuwe beleidslijn die nu samen met DUO wordt ontwikkeld.
Het hoger beroep is daarom ingetrokken.
Vraag 6
Deelt u de mening dat gelet op de recente jurisprudentie, bij het terug laten betalen
van de sociale lening een evenredige belangenafweging moet worden gemaakt als de inburgeringstermijn
(net) niet is gehaald? Bent u het ermee eens dat bij deze belangenafweging het doel
van het geven van goede start aan de ingeburgerde in acht wordt genomen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Ik deel die mening. In dit verband zou ik u dan ook willen wijzen op het feit dat
recent de internetconsultatie is gestart van een ministeriële regeling tot wijziging
van de Regeling inburgering waarin gedeeltelijke kwijtschelding van de (inburgerings)lening
op aanvraag van de inburgeringsplichtige onder voorwaarden mogelijk wordt gemaakt.4 Verder wordt, zoals hierboven gezegd, samen met DUO in de uitvoeringspraktijk voortdurend
gezocht naar oplossingen in schrijnende situaties en wordt er binnen de kaders van
de huidige wet maatwerk geleverd, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende
gerechtelijke uitspraken.
Zie hiervoor ook de antwoorden op de vragen 8 tot en met 12
Vraag 7
Heeft u in de eerstgenoemde zaak expliciet gekeken of het advies van de arts van Argonaut
zorgvuldig tot stand is gekomen zoals de vergewisplicht uit artikel 3:9 Algemene wet
bestuursrecht voorschrijft? Zo nee, waarom niet? Op welke manier geeft u in andere
zaken uiting aan de vergewisplicht ten aanzien van de adviezen van Argonaut?
Antwoord 7
Ja, DUO heeft in de uitvoering een controle ingebouwd in het kader van de vergewisplicht.
Een verzoek om verlenging op medische gronden wordt – door speciaal daarvoor door
DUO aangestelde en bevoegde medewerkers – op relevante zaken gecontroleerd en ingevuld.
Daarna stuurt deze medewerker het dossier naar de medische adviseur (Argonaut), die
een advies opstelt om al dan niet de inburgeringstermijn te verlengen en voor welke
duur.
Er wordt dan – door de hiervoor genoemde medewerkers – gecontroleerd of het advies
is gebaseerd op alle medische informatie en of het advies logisch en inhoudelijk juist
is beargumenteerd. Tenslotte wordt een besluit genomen om de aanvraag verlenging van
de inburgeringstermijn toe te kennen dan wel af te wijzen.
In geval van bezwaar en/of beroep wordt deze (medische) procedure herhaald. Dan wordt
nogmaals nagegaan of het advies is gebaseerd op de juiste medische informatie en of
het logisch en inhoudelijk kloppend is. Bij twijfel wordt contact opgenomen met de
medisch adviseur voor een herbeoordeling van het advies.
Nieuwe medische informatie geeft aanleiding voor een nieuwe beoordeling, conform de
hierboven beschreven procedure.
Vraag 8 t/m 12
Bent u voornemens beleid vast te stellen over wat valt onder een geringe overschrijding
van het inburgeringstermijn dat in aanmerking komt voor kwijtschelding van de terugbetaling
van de sociale lening? Hoe wordt bepaald wanneer sprake is van een «geringe overschrijding»?
Klopt het dat u in uw antwoorden op eerdere Kamervragen stelt u dat «in de huidige
regelgeving geen mogelijkheid van gedeeltelijke kwijtschelding van de lening bestaat»5? Deelt u de mening dat Artikel 4.13 van het Besluit inburgering u wel een grondslag
geeft voor het regelen hiervan? Waarom blijft een dergelijke regeling vooralsnog uit?
Kunt u uiteenzetten hoe volgens u de regelgeving aangepast dient te worden om een
gedeeltelijke kwijtschelding van de lening mogelijk te maken?
Bent u voornemens de huidige Wet inburgering, Besluit inburgering of Regeling inburgering
zodanig aan te passen dat een gedeeltelijke kwijtschelding van de lening ook mogelijk
is? Zo nee, waarom niet?
Welke voorzieningen treft u voor niet-procederende inburgeraars die eerder een geringe
termijnoverschrijding hadden, maar wel de sociale lening moesten terugbetalen of aan
het terugbetalen zijn?
Antwoord 8 t/m 12
In de beantwoording op eerdere Kamervragen6 heb ik aangegeven dat ik, met de inzichten van nu, opnieuw zou gaan kijken naar het
huidige stelsel en de positie van de veelal kwetsbare groep inburgeraars daarin. Ik
heb tevens aangegeven dat ik een verkenning zou uitvoeren naar verbetermogelijkheden
binnen het huidige stelsel. Ook wil ik mij inzetten om een aantal hardheden en (te)
strenge onderdelen van de wet- en regelgeving zo veel als mogelijk te verzachten.
Op een aantal punten is reeds gebleken dat meer maatwerk wenselijk en mogelijk is.
Wel vind ik het belangrijk dat inburgering niet vrijblijvend is en dat er serieuze
inspanningen van inburgeraars gevraagd worden.
Dit laat onverlet dat het in een aantal situaties buitenproportioneel en in strijd
met het doel van de inburgering kan zijn, wanneer de gehele lening wordt teruggevorderd.
Eén van de verbetervoorstellen betreft dan ook het mogelijk maken van gedeeltelijke
kwijtschelding van de terug te betalen lening bij een (geringe) verwijtbare termijnoverschrijding.
Via een wijziging van de Regeling inburgering wil ik – in eerste instantie – gedeeltelijke
kwijtschelding van de lening op aanvraag van de inburgeringsplichtige onder voorwaarden
mogelijk maken (zie ook de beantwoording van vraag 6). Artikel 4.13 van het Besluit
inburgering biedt daar inderdaad een grondslag voor.
Daarnaast is het wenselijk om dit ook ambtshalve toe te kunnen passen. Hiervoor is
een wetswijziging noodzakelijk, waarmee het mogelijk wordt deze ambtshalve toekenning
uit te werken in een algemene maatregel van bestuur. Bij deze uitwerking zal dan eveneens
bekeken worden welke maatregelen kunnen worden getroffen voor bestaande gevallen.
Een voorstel voor deze wetswijziging is thans in internetconsultatie7.
Vraag 13
Klopt het dat momenteel de gronden voor niet-verwijtbare termijnoverschrijding staan
opgesomd in een beleidsregel?8 En dat u eerder heeft bevestigd dat dit een niet-limitatieve opsomming9 is en ten aanzien van beleidsregels is er een inherente afwijkingsbevoegdheid? Klopt
het dat in de nieuwe Wet inburgering 2021 niet uitdrukkelijk wordt gesproken van een
eventuele «gedeeltelijke verwijtbaarheid» voor de verlenging van de inburgeringstermijn?
Vindt u dat de inherente afwijkingsbevoegdheid wordt verloren, omdat de opsomming
van de gronden wordt opgenomen in een ministeriële regeling? Bent u, gelet op de eerdere
uitspraak van rechtbank Gelderland, van plan hier maatwerk mogelijk te maken?
Antwoord 13
Ja, het klopt dat in deze beleidsregel een niet-limitatieve opsomming wordt gegeven
van omstandigheden wanneer in ieder geval geen sprake is van verwijtbaarheid.
Verder bevat de nieuwe Wet inburgering 2021 de mogelijkheid om de inburgeringstermijn
te verlengen als het overschrijden van de termijn niet aan de inburgeringsplichtige
te verwijten valt. In het Besluit inburgering 2021 en de Regeling inburgering 2021
zijn de situaties beschreven waarin hiervan in ieder geval sprake is. Ook is in dat
kader geregeld dat verlenging van de termijn eveneens aan de orde kan zijn als er
sprake is van een andere niet verwijtbare individuele omstandigheid (zonder die omstandigheid
te specificeren), omdat het niet mogelijk is om vooraf alle situaties te voorzien
waarin een verlenging van de inburgeringstermijn gerechtvaardigd is (zie artikel 4.1,
eerste lid, onderdeel i, van de Regeling inburgering 2021).
Tot slot bestaat het voornemen10 om een hardheidsclausule in de Wet inburgering 2021 op te nemen, waarmee het voor
gemeenten en DUO mogelijk wordt om geheel af te zien van het opleggen van een boete,
indien dit leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, ook in situaties van
verwijtbaarheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.