Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peters over het bericht dat Tilburgse kappers op blauwe plekken gaan letten in de aanpak tegen huiselijk geweld
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat Tilburgse kappers op blauwe plekken gaan letten in de aanpak tegen huiselijk geweld (ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 15 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 20.
Vraag 1
Kent u het bericht dat kappers in Tilburg speciaal worden getraind en gevraagd om
melding te maken van vermoedens van huiselijk geweld en dat ook wordt overwogen deze
training aan te bieden aan andere beroepsgroepen zoals schoonheidsspecialisten, tandartsen
en fysiotherapeuten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen deze trend om vermoedens van sociale problemen, zoals huiselijk
geweld, via georganiseerde meldpunten aan te pakken, terwijl een ieder die een vermoeden
heeft van huiselijk geweld hiervan ook nu al aangifte of melding kan doen?
Antwoord 2
Naast Veilig Thuis zijn er geen andere georganiseerde meldpunten voor het melden van
huiselijk geweld. Veilig Thuis heeft de wettelijke taak meldingen van huiselijk geweld
en kindermishandeling in ontvangst te nemen. Ook biedt Veilig Thuis zoals u weet advies.
Huiselijk geweld is een ernstig maatschappelijk probleem. Het signaleren ervan is
echter niet eenvoudig. Voor slachtoffers ligt de drempel om erover te praten of om
hulp te zoeken hoog. Het is daarom van belang dat professionals die te maken hebben
met mensen waar dit mogelijk speelt, weten wat de signalen zijn. Zo kunnen zij de
betrokkenen steunen en wijzen op de beschikbare hulp. Veilig Thuis kan hen daarbij
adviseren en ondersteunen.
Vraag 3
Onderschrijft u de analyse in het essay van de VNG «de makke van meldpunten», waarin
aangegeven wordt dat ondanks de goede intenties, er veel nadelen kleven aan het organiseren
van deze meldpunten, omdat dit afbreuk doet aan onderlinge vertrouwensrelaties, er
wantrouwen in de samenleving ontstaat en gezinnen onnodig in stress komen te verkeren
door (onterechte) meldingen?2
Antwoord 3
Het essay van de VNG, dat reflectief van aard is, belicht de keerzijde van meldpunten.
Het gaat onder andere in op de zorgen van reguliere hulpverleners dat melden afbreuk
kan doen aan vertrouwensrelaties, en het risico op het ontstaan van wantrouwen in
de samenleving. In reactie op deze beschouwing van de VNG, hecht ik er allereerst
aan te benadrukken dat het van groot belang is dat voor slachtoffers en plegers van
huiselijk geweld en kindermishandeling en voor mensen die zich als professional of
omstander zorgen maken over de veiligheid van mogelijke slachtoffers, een laagdrempelig
advies- en meldpunt als Veilig Thuis beschikbaar is. Ook is het wenselijk dat verschillende
signalen bijeen kunnen komen bij Veilig Thuis, en dat deze met kritische en onafhankelijke
blik worden bekeken, zodat beoordeeld kan worden of, en zo ja welke, hulp nodig is.
Dat neemt niet weg dat ik herken dat professionals vrezen dat de vertrouwensrelatie
met hun cliënt onder druk kan komen te staan als zij huiselijk geweld of kindermishandeling
vermoeden en dit met Veilig Thuis willen bespreken. Ook is het voor betrokkenen veelal
een zeer ingrijpende ervaring als vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling
worden gemeld door derden bij Veilig Thuis en Veilig Thuis hierover het gesprek aangaat.
Zeker wanneer na onderzoek blijkt dat de zorg die men had, niet gegrond was.
Om deze reden is zorgvuldigheid in de processen rondom een melding erg belangrijk.
Professionals die, conform de wet verplichte meldcode, de stappen van de meldcode
volgen, zullen daarom voorafgaand aan een melding eerst de signalen die zij hebben
in kaart brengen, daarover met een collega overleggen en eventueel Veilig Thuis om
advies vragen. De volgende stap is dat de professional in principe altijd de vermoedens
bespreekt met de directbetrokkenen zelf. Dat is, mede gelet op de eventuele vertrouwensrelatie,
een belangrijke stap. Wanneer het, na een weging volgens het afwegingskader van de
betreffende beroepsgroep, tot een melding komt, volgt Veilig Thuis een zorgvuldige
procedure om de situatie te beoordelen. Het belang van het slachtoffer van huiselijk
geweld staat in deze werkwijze voorop. Het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld
en kindermishandeling is er op gericht bij te dragen aan het realiseren van veiligheid
en het organiseren van hulp aan slachtoffer(s) en pleger(s).
Vraag 4
Deelt u de mening dat mensen met problemen door deze manier van georganiseerd melden
door beroepsgroepen, wellicht huiverig kunnen worden om hun problemen kenbaar te maken
en wellicht minder hulp zullen vragen? Hoe weegt u dat risico en wat kan daar aan
gedaan worden?
Antwoord 4
Voorop staat dat in gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling, het in de
eerste plaats niet gaat om georganiseerd melden, maar om de mogelijkheid tot advies
vragen. Voor professionals en betrokkenen die zich oprecht zorgen maken is het van
belang dat zij ergens terecht kunnen voor advies of, indien nodig, voor het doen van
een melding. Voor slachtoffers is het bovendien vaak moeilijk om hulp te vragen. Uit
ervaringsverhalen blijkt dat veel slachtoffers op latere leeftijd zeggen zich niet
gezien of gehoord te hebben gevoeld. Ook spelen schaamte en angst een rol in deze
problematiek die zich veelal nog in de taboesfeer bevindt. Een laagdrempelig gesprek
met iemand die zij vertrouwen kan de stap zijn die zij nodig hebben om het geweld
bespreekbaar te maken en vervolgens hulp in te schakelen.
Tegelijkertijd herken ik dat sommige mensen niet om hulp durven te vragen, bijvoorbeeld
uit angst voor de gevolgen voor hun gezin of voor hun eigen veiligheid. Om die reden
is het van belang dat professionals zo goed mogelijk weten te handelen wanneer zij
mogelijke signalen herkennen en daarbij, in lijn met de stappen van de meldcode, advies
vragen. Daarnaast is het van belang om te zorgen dat voor iedereen duidelijk is dat
de rol van Veilig Thuis het waarborgen van veiligheid is, en dat zij zowel slachtoffer(s)
als pleger(s) helpen uit een onveilige situatie te komen.
Vraag 5
Hoe passen naar uw oordeel deze plannen van Tilburg in het voornemen van de regering
om het jeugdstelsel zo in te richten dat niet de melding en interventies buiten de
betrokkenen om centraal staan, maar de onderlinge steun en deskundige hulp?
Antwoord 5
Ik ondersteun het initiatief van de gemeente Tilburg om huiselijk geweld bespreekbaar
te maken en professionals die hiervoor openstaan (en niet onder de Wet verplichte
meldcode vallen) te informeren over de wijze waarop zij het gesprek aan kunnen gaan
met vermoedelijke slachtoffers van huiselijk geweld, en hoe zij met slachtoffers kunnen
meedenken over het vinden van de juiste hulp. In het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
wordt een nieuwe manier van werken geschetst om samenhangende hulp en steun te organiseren
voor het hele gezin. Dit gebeurt door het gezin centraal te stellen met inzet van
deskundige professionals die naast het gezin staan en met minder casusoverdrachten
tussen professionals. Belangrijk is dat kinderen en ouders worden gezien en gehoord
en van begin tot eind bij het proces betrokken worden. Het streven is daarnaast dat
dezelfde professionals het gezin begeleiden. Het belang van de oplettende rol van
professionals in het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling met gebruik
van de verplichte meldcode blijft onveranderd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.