Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen die het lid Alkaya over de gebrekkige compensatieregeling voor woekerrentes van ABN AMRO
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over de gebrekkige compensatieregeling voor woekerrentes van ABN AMRO (ingezonden 21 september 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 14 oktober 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het tv-programma Kassa waar aandacht werd besteed aan de
woekerrentes van ABN AMRO? Bent u bereid in te grijpen in deze woekerrentekwestie
met honderdduizenden gedupeerden, die al veel te lang voortsleept?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een compensatie over de gehele looptijd gerechtvaardigd is conform
uitspraken van de Geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
(Kifid)4, en dat ook de financiële schade die klanten hebben ondervonden door het zogenaamde
rente-op-rente-effect gecompenseerd dient te worden (Net zoals Credit Agricole Consumer
Finance het doet, wat het gevolg is van het speerpuntklachtossier bij Kifid CvB 2019-005)?5
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat kredietverstrekkers transparant zijn over de kosten van
hun producten en onder welke voorwaarden deze kosten kunnen wijzigen. Consumenten
moeten altijd op basis van complete en begrijpelijke informatie een beslissing kunnen
nemen over het wel of niet afnemen van financiële producten. Waar dat in het verleden
niet is gebeurd verwacht ik dat kredietverstrekkers met hun klanten tot een passende
oplossing komen.
Consumenten kunnen zich met een klacht over hun krediet wenden tot hun kredietverstrekker.
Wanneer dat niet tot een bevredigend resultaat leidt, kunnen consumenten een klacht
indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) of naar de civiele
rechter stappen. Het Kifid heeft enkele richtinggevende uitspraken gewezen die inmiddels
hebben geleid tot enkele compensatieregelingen. Consumenten hebben de mogelijkheid
om mee te doen aan een dergelijke regeling. Enkele kredietverstrekkers zijn daarnaast
in overleg met de Consumentenbond Claimservice over compensatie. Ik blijf de ontwikkelingen
volgen en ik moedig overige kredietverstrekkers aan om te onderzoeken of de lijn die
Kifid heeft uitgezet in haar uitspraken ook gevolgen voor hen moet hebben. Wanneer
wordt besloten tot compensatie, verwacht ik dat kredietverstrekkers gelijke gevallen
in hun klantenbestand gelijk behandelen en zo veel mogelijk aansluiten bij de lijn
uit de uitspraken van het Kifid. In de regeling moet ten slotte helder worden uitgelegd
wat de voorwaarden voor compensatie zijn en waar de compensatie precies op ziet.
Daarnaast heb ik begrepen dat de AFM de reactie op de Kifid-uitspraken volgt en waar
nodig in contact treedt met kredietverstrekkers.
Vraag 3
Kunt u uitputtend opsommen wat de Nederlandse staat kan doen als grootaandeelhouder
van ABN AMRO en/of u als Minister om de gedupeerden te helpen bij het geheel schadeloos
stellen?
Antwoord 3
Het is niet aan mij om een compensatieregeling te beoordelen. Ik heb begrepen dat
het Kifid nog een aantal soortgelijke klachten in behandeling heeft. Bij sommige van
deze zaken wordt gekeken naar de startdatum voor de berekening van de compensatie
en de mogelijke financiële schade als gevolg van het rente-op-rente effect. Het is
aan het Kifid of de rechter om over deze geschilpunten te oordelen. Deze uitspraken
kunnen richtinggevend zijn voor compensatieregelingen.
Vraag 4
Bent u bereid om met ABN AMRO in gesprek te gaan met als doel de finale kwijting-bepaling,
die onderdeel uitmaakt van de compensatieregeling, te laten vervallen, zodat de (oud-)klanten,
die volgens de regeling gecompenseerd worden, recht blijven houden op extra compensatie
als dat – bijvoorbeeld door aanvullende uitspraken van het Kifid en/of de «gewone»
rechter – mogelijk zal blijken te zijn? Welke bescherming biedt u de slachtoffers
in deze kwesties verder?
Antwoord 4
Zoals ik ook heb laten weten in reactie op vragen van het Kamerlid Nijboer6, vallen aangelegenheden zoals het treffen van dit soort regelingen onder de verantwoordelijkheid
van (het bestuur van) ABN AMRO. Ik vind het positief dat ABN AMRO het gesprek over
deze kwestie met betrokkenen is aangegaan. Ik vind het tevens goed om te constateren
dat deze gesprekken tot resultaat hebben geleid en er een compensatieregeling uit
is voortgekomen samen met de Consumentenbond Claimservice.
De aandelen in ABN AMRO zijn op afstand geplaatst en ondergebracht bij NLFI, onder
certificering van deze aandelen aan de staat. Een dergelijke schadeloosstelling behoort
tot de dagelijkse bedrijfsvoering van de onderneming en daar heeft de aandeelhouder
dan wel certificaathouder geen betrokkenheid bij. In de rol van certificaathouder
heb ik, noch NLFI in de rol van aandeelhouder, inzicht in de klantdossiers en hoe
deze zich verhouden tot de regeling. Ik kan dan ook geen algemene conclusie trekken
over de passendheid van de regeling in individuele gevallen. Als Minister van Financiën
vind ik het belangrijk dat ABN AMRO dit dossier tot een voor alle betrokkenen aanvaardbare
oplossing brengt. Ik zie de met de Consumentenbond getroffen compensatieregeling als
een belangrijke stap daarin. Het is aan de klanten die de regeling aangeboden krijgen
om daar al dan niet gebruik van te maken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het advies van Kifid in de kwestie over compensatie van woekerrentes
niet goed wordt gevolgd door ABN AMRO? Wat vindt u ervan dat andere banken ruimere
compensatieregelingen hebben ontworpen op basis van dezelfde uitspraak? Hoe verklaart
u dat?
Antwoord 5
Alle betrokken partijen hebben belang bij een voortvarende en complete afhandeling
van deze zaak. Een finale kwijting-bepaling is in het algemeen bedoeld om duidelijkheid
te verschaffen voor partijen en onzekerheid voor de toekomst weg te nemen. Een finale
kwijting-bepaling kan daarmee de afhandeling faciliteren. Het is wel belangrijk dat
consumenten weten dat een finale kwijting-bepaling onderdeel is van de compensatieregeling,
en dat zij begrijpen wat de gevolgen daarvan zijn. Consumenten die vinden dat zij
recht hebben op meer compensatie hoeven niet gebruik te maken van de compensatieregeling.
Zij behouden de optie om naar de rechter of naar het Kifid te stappen.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat ABN AMRO schermt met een «vangnetregeling», waardoor
klanten alsnog een betere compensatie zouden kunnen krijgen dan dat ABN AMRO op de
site gepubliceerd heeft? Vindt u het niet merkwaardig dat gedupeerden in deze zaak
zelf – volgens uitingen in de media – op basis van deze vangnetbepaling de schadeloosstelling
over de hele looptijd van de woekerrentes moeten claimen bij de ABN AMRO? Is deze
«vangnetbepaling» – waarover overigens geen informatie op de site van ABN AMRO te
vinden is – daarvoor bedoeld? Zo neen, wat gaat u eraan doen om betere informatie
verschaft te krijgen over de «vangnetbepaling»?
Antwoord 6
Het Kifid doet uitspraak in individuele klachtprocedures. Wel volgt Kifid dezelfde
lijn in soortgelijke zaken. In dit geval is ABN AMRO met de Consumentenbond Claimservice
op basis van een Kifid-uitspraak tot een gezamenlijke oplossing gekomen waarbij consumenten
met soortgelijke producten ook compensatie kunnen krijgen.
Ik vind het belangrijk dat aanbieders voor een voortvarende afhandeling zorgen van
zaken waarin het Kifid uitspraak heeft gedaan. Een compensatieregeling kan bijdragen
aan het afhandelen van soortgelijke zaken. Het is niet aan mij om de compensatieregeling
te beoordelen. Deze is overeengekomen tussen de kredietverstrekker en de Consumentenbond
Claimservice die gedupeerde klanten vertegenwoordigt. Ik ben daarin geen partij. Zie
ook mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de medewerkers van ABN AMRO bij het ontwerpen en ontplooien
van deze compensatieregeling blijkbaar het belang van anderen dan hun (oud-)klanten
(bijvoorbeeld u als grootaandeelhouder) voorop stellen en dat dit in contradictie
is met de door hen afgelegde bankierseed?7
Antwoord 7
Indien er schade is geleden moeten consumenten daar altijd passende compensatie voor
kunnen ontvangen. Als een «vangnetregeling» hieraan bijdraagt is dat positief. Het
is daarbij belangrijk dat alle betrokkenen gelijk worden behandeld en gelijk worden
geïnformeerd over deze optie. Indien consumenten via een «vangnetregeling» additionele
compensatie kunnen krijgen, moedig ik ABN AMRO aan om dat in haar communicatie met
betrokkenen duidelijk aan te geven.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat de medewerkers van ABN AMRO bij het ontwerpen en ontplooien
van deze compensatieregeling blijkbaar het belang van anderen dan hun (oud-)klanten
(bijvoorbeeld u als grootaandeelhouder) voorop stellen en dat dit in contradictie
is met de door hen afgelegde bankierseed?8
Antwoord 8
ABN AMRO en de Consumentenbond Claimservice hebben overeenstemming bereikt over een
compensatieregeling voor gedupeerde klanten. Het is evident dat banken wet- en regelgeving
moeten naleven. Dit betekent onder andere dat banken ervoor moeten zorgen dat bankmedewerkers
een eed of belofte afleggen en die naleven. Uit de eed en belofte volgt dat bankmedewerkers
een zorgvuldige afweging moeten maken tussen de belangen van alle partijen die bij
de onderneming zijn betrokken en hierbij het belang van de klant centraal stellen.
Indien een individuele bankmedewerker in strijd met de bankierseed of -belofte zou
handelen, is deze tuchtrechtelijk aan te spreken. De beoordeling hiervan is aan de
Tuchtcommissie Banken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.