Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland, Amhaouch en Peters over het bericht ‘Kloosters kijken nog steeds uit naar coronasteun’
Vragen van de leden Palland, Amhaouch en Peters (allen CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Kloosters kijken nog steeds uit naar coronasteun» (ingezonden 17 augustus 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Ministers
van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 14 oktober
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 7.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kloosters kijken nog steeds uit naar coronasteun»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
(H)erkent u dat kloosters, maar ook kerken, moskeeën en andere religieuze instituten,
tot dusver weinig tot geen aanspraak hebben kunnen maken op coronasteun? Welke signalen
hebben u hierover bereikt?
Antwoord 2
Bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn er, na de eerder gestelde
vragen2, geen signalen binnengekomen dat religieuze instituten geen aanspraak kunnen maken
op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Deze groep valt ook niet in het bijzonder
op tussen de klanten die contact opnemen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) voor de TVL. RVO heeft nogmaals contact opgenomen met de Konferentie Nederlandse
Religieuzen (KNR) en heeft een vast aanspreekpunt in het leven geroepen voor leden
van de koepelorganisatie en andere religieuze instituten.
Vanuit de Ministeries J&V en SZW wordt er regelmatig gesproken met religieuze gemeenschappen
en organisaties. Bij deze ministeries zijn signalen ontvangen dat dat inkomsten zijn
teruggevallen als gevolg van de coronamaatregelen. SZW heeft naar aanleiding van deze
signalen contact gehad met een aantal religieuze koepels over de toegang tot de steunmaatregelen.
Vraag 3
Welke acties hebt u ondernomen om dit probleem te onderzoeken en op te lossen, nadat
wij hierover al eerder bij u aan de bel trokken (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar
2020–2021, nr. 2896).
Antwoord 3
Het kabinet beseft dat de beperkingen van de coronamaatregelen, met als doel het COVID-19-virus
in te perken, brede maatschappelijke gevolgen hebben. Veel instellingen, waaronder
religieuze organisaties, zijn hier hard door geraakt en ondervinden daar ook financiële
gevolgen van.
In eerdere antwoorden op twee sets vragen3 hebben wij aangegeven dat religieuze organisaties net als een uiteenlopende groep
werkgevers en ondernemers een beroep kunnen doen op de bestaande regelingen, zoals
de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo) en de TVL, mits ze aan de voorwaarden voldeden.
Er hebben twee gesprekken met de KNR plaatsgevonden, eenmaal met het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat (EZK) en eenmaal met RVO. RVO heeft toen ondersteuning
verleend bij het indienen van de aanvragen.
Ook heeft het Ministerie van SZW, na signalen te hebben ontvangen vanuit het Ministerie
van J&V, gesprekken gevoerd met een aantal andere religieuze koepels. Het Ministerie
van SZW heeft toen ondersteuning verleend bij het in kaart brengen van de steunmaatregelen
waar de religieuze organisaties aanspraak op zouden kunnen maken.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel en welke religieuze instituten in Nederland, zoals kloosters,
kerken en moskeeën, in aanmerking zijn gekomen voor de Noodmaatregel Overbrugging
Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en voor welke bedragen?
Antwoord 4
TVL: Religieuze instellingen
Aantal aanvragen
Afgewezen of ingetrokken
Toegekend
In behandeling
Bedrag toegekend
79
6
66
7
€ 1.001.482
Welke bedrijven en instituten gebruik hebben gemaakt van de NOW is inzichtelijk gemaakt
in de door UWV openbaar gemaakte NOW-registers4. Voor de NOW is niet afzonderlijk geregistreerd of religieuze instellingen gebruik
hebben gemaakt van de NOW. Daarom is het niet mogelijk om dit uit te splitsen en hier
een overzicht van te verstrekken.
Vraag 5
Wat zijn de voornaamste redenen waarom religieuze instituten ondanks financiële nood
ten gevolge van corona en een beroep op het steunpakket geen steun ontvangen? In hoeverre
spelen de organisatiestructuur en het gebruik maken van «eigen arbeid» hierbij een
rol?
Antwoord 5
De COVID-19-regelingen en -subsidies gelden voor een uiteenlopende groep werkgevers
en ondernemers en zijn vanwege de omvang en gewenste tijdigheid generiek van aard.
Net als elk andere organisatie kunnen religieuze instituten een beroep doen op de
bestaande regelingen zoals de NOW en TVL, zolang ze aan de voorwaarden voldoen. In
de TVL en NOW speelt de organisatiestructuur geen rol.
Voor de NOW is het van belang dat er sprake is van een minimale omzetdaling van 20%
en dat er werknemers zijn die sociaalverzekeringsloon (SV-loon) ontvangen. Voor de
SV-loongegevens wordt de Polisadministratie van UWV gehanteerd. Religieuze instellingen
zonder werknemers met sociaal verzekeringsloon (SV-loon) komen niet in aanmerking
voor de NOW.
Vraag 6
Waarom is er niet voor gekozen religieuze instituten op eenzelfde wijze te ondersteunen
als wijk- en buurthuizen of sportverenigingen?
Antwoord 6
De religieuze instituten worden op eenzelfde wijze ondersteund als wijk- en buurthuizen
of sportverenigingen. Zowel religieuze instituten als wijk- en buurthuizen of sportverenigingen
hebben toegang tot de TVL, mits ze aan de voorwaarden van de TVL voldoen. 79 religieuze
instituten hebben de TVL aangevraagd en 66 religieuze instituten hebben deze aanvraag
ook toegekend gekregen. Zeven TVL-aanvragen van religieuze instituten zijn nog in
behandeling.
Voor de NOW sluit dit aan bij het antwoord op vraag 5. Er wordt voor de NOW geen onderscheid
gemaakt tussen verschillende sectoren. Elke werkgever die voldoet aan voorwaarden
kon (voor de zesde aanvraagperiode kan dit tot en met eind september 2021) een NOW-aanvraag
indienen.
Vraag 7
Hoe verlopen de contacten met vertegenwoordigers van religieuze instituten? Klopt
het dat niet met de koepelorganisatie over bovengenoemde problematiek is gesproken?
Bent u bereid een dergelijk gesprek alsnog zo snel mogelijk te initiëren en de Kamer
hierover terug te koppelen?
Antwoord 7
De Minister van J&V heeft vanuit zijn functie als Minister voor eredienst namens het
kabinet regelmatig contact met vertegenwoordigers van religieuze koepelorganisaties.
Daarnaast wordt door het Ministerie van SZW, waar het samenleven betreft, regelmatig
gesproken met vertegenwoordigers van religieuze (koepel)organisaties. Zoals bij vraag
3 aangegeven, zijn er sinds het begin van de COVID-19-pandemie signalen ontvangen
over het wegvallen van inkomsten door corona en is vanuit het Ministerie van SZW contact
geweest met een aantal andere religieuze koepelorganisaties over de steunmaatregelen.
Ook RVO en EZK hebben contact gehad met de koepelorganisatie KNR over de problematiek
met betrekking tot de TVL.
Vraag 8
Deelt u de mening dat religieuze instituten een belangrijke, unieke rol in onze samenleving
vervullen? Ziet u ook hun kwetsbare positie als gevolg van teruglopende en/of veranderende
inkomstenbronnen, versterkt/versneld door de coronacrisis? Hoe wordt met religieuze
instituten meegedacht over hoe zij hun organisaties toekomstbestendig kunnen maken,
zodat zij de rol kunnen blijven spelen die ze nu hebben? Welke ideeën hebt u daar
zelf bij?
Antwoord 8
Vanwege hun focus op de maatschappij en hun centrale rol in het leven van veel Nederlanders
nemen religieuze instituten een bijzondere positie in. Religieuze instituten kunnen
een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken op
het terrein van sociale cohesie, maar ook op andere terreinen zoals eenzaamheid, opvang
en zorg. Op veel plekken in Nederland is op heel creatieve manieren geprobeerd alternatieve
invulling te geven aan de maatschappelijke functie die religieuze organisaties hebben.
Ook bij religieuze organisaties vinden veel creatieve initiatieven plaats om bijvoorbeeld
het contact met gelovigen te behouden. Het kabinet heeft blijvend oog voor de impact
van de crisis en de beperkende maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.