Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Bontenbal over de stijgende energieprijzen
Vragen van de leden Erkens (VVD) en Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris en Minister van Economische Zaken en Klimaat over de stijgende energieprijzen (ingezonden 5 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 oktober 20210.
Er is op dit moment sprake van een unieke situatie op de gasmarkt en de hoge energieprijzen
hebben de volle aandacht van het kabinet. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen
van 7 oktober jongstleden is toegezegd dat het kabinet voorafgaand aan het commissiedebat
Klimaat en Energie van 14 oktober de Kamer per brief informeert over de koopkrachteffecten
van de huidige situatie op de energiemarkten. Daarnaast is toegezegd dat het kabinet
eventuele oplossingsrichtingen in kaart brengt, waarbij ook wordt gekeken naar de
maatregelen in de landen om ons heen. Het kabinet werkt op dit moment aan de uitvoering
van deze toezeggingen, maar kan deze vanwege de benodigde uitwerking niet voor het
commissiedebat Klimaat en Energie van 14 oktober aan uw Kamer doen toekomen. Het kabinet
zal hier voorafgaand aan de begrotingsbehandeling en de derde termijn van de Algemene
Financiële Beschouwingen op terugkomen. Daarbij zal het kabinet ook ingaan op de zorgen
rondom de betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie in relatie tot de verdere
ontwikkeling van het energiesysteem.
Vraag 1
Deelt u de ernstige zorgen over de snel stijgende energieprijzen (gas en elektriciteit)
voor huishoudens en bedrijven?
Antwoord 1
Ja, ik deel de zorgen. Er is terecht veel aandacht voor de betaalbaarheid van energie,
zeker nu wereldwijd de energieprijzen sterk stijgen. Het kabinet houdt de energieprijzen
en de consequenties daarvan scherp in beeld.
Vraag 2
Kunt u toelichten met welke scenario’s, omtrent de ontwikkeling van de energieprijzen
in de komende maanden, rekening wordt gehouden? Acht u een verdere stijging van de
energiekosten mogelijk?
Antwoord 2
De ontwikkeling van de energieprijzen is afhankelijk van de ontwikkelingen op de energiemarkt
(vraag en aanbod) en is daarom inherent onzeker. Waar de afgelopen jaren sprake was
van bijzonder lage prijzen, is er vanaf het voorjaar sprake van stijgende prijzen
waarbij er sinds de zomer sprake is van enorme prijspieken. Deze prijspieken worden
voor een groot deel verklaard door incidentele factoren, zo is er sprake van krapte
op de gasmarkt, als gevolg van onder andere een aantrekkende wereldeconomie na de
COVID-19-crisis en uitgelopen onderhoudswerkzaamheden. De verwachting is daarom op
dit moment dat de prijzen in de loop van volgend jaar weer zullen dalen. Dit zal echter
niet naar het niveau zijn van gedurende de COVID-19-crisis. De ramingen van de energieprijzen
zijn met veel onzekerheid omgeven, het is daarom niet met zekerheid in te schatten
of en in welke mate ze zullen dalen. We volgen de ramingen van onder andere de Europese
Commissie en de IEA nauwgezet.
Vraag 3
Welke economische sectoren hebben het meest te lijden onder deze stijgende energieprijzen?
Hoe groot schat u de impact in voor deze sectoren? Verwacht u faillissementen door
plotselinge liquiditeitsproblemen?
Antwoord 3
De sectoren waar de grootste impact van de hoge energieprijzen is zijn sectoren binnen
de energie-intensieve industrie, als bijvoorbeeld de zink- en aluminiumindustrie,
de kunstmestproductie en de glastuinbouw. Diverse bedrijven binnen deze sectoren hebben
door de hoge energieprijzen te kampen met een forse stijging van de kostprijzen van
hun producten. Of dit zal leiden tot faillissementen valt nu nog niet aan te geven.
Dat hangt af van verschillende factoren. In het geval bedrijven worden geconfronteerd
met liquiditeitsproblemen door de oplopende energieprijzen, dan kunnen zij met hun
bank/financier tot een oplossing zien te komen. Daarbij kunnen ze tevens gebruik maken
van de bestaande financieringsinstrumenten zoals deze via de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) beschikbaar zijn.
Vraag 4
Verwacht u, net zoals in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, ook in Nederland faillissementen
van energieleveranciers? Verwacht u een groter risico op faillissement bij kleinere
leveranciers?
Antwoord 4
Het is helaas niet uit te sluiten dat ook in Nederland energieleveranciers failliet
zullen gaan als gevolg van de hoge inkoopprijzen voor gas. Of deze situatie tot een
faillissement zal leiden valt nu nog niet aan te geven. Dat hangt af van meerdere
omstandigheden, zoals de type contracten die de leveranciers afsluiten. Mijn ministerie
staat in nauw contact met de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de landelijk netbeheerders
om in dat geval de leveringszekerheid van consumenten te garanderen en mensen indien
nodig snel over te zetten naar een andere leverancier.
Of een kleinere leverancier meer risico loopt is op voorhand niet te zeggen. Het risico
dat een leverancier loopt hangt van meerdere factoren af. Een aantal factoren zal
ik hier toelichten. Allereerst is van belang op welke manier de leverancier de energie
inkoopt. Is veel van de benodigde energie al enige tijd geleden tegen een bepaalde
prijs ingekocht, of moet nu nog een bepaald percentage van de energie worden ingekocht
tegen nu geldende prijzen? Dit is vervolgens niet los te zien van de vraag welk type
contracten het bedrijf met zijn klanten heeft en of die vergelijkbaar zijn met het
inkoopprofiel. Met andere woorden: een leverancier met veel klanten met vaste prijs
contracten die daarvoor nu nog moet inkopen zal het moeilijker hebben dan een leverancier
die deze vaste prijs contracten in het verleden al heeft afgedekt tegen prijzen van
dat moment. Ook is het de vraag hoe men de winter van 2020/2021 is doorgekomen. Het
was relatief lang koud en dat zou de liquiditeitspositie van leveranciers verminderd
kunnen hebben. En tenslotte hangt het af van de vraag hoeveel contracten er op korte
termijn opnieuw moeten worden ingekocht. Deze inkoop zal moeten worden voorgefinancierd
zonder dat daar direct inkomsten tegenover staan.
Vraag 5
Wat betekenen de stijgende energieprijzen voor Nederlandse huishoudens? Kunt u aangeven
welke extra kosten deze huishoudens maken op hun energierekeningen ten opzichte van
voorgaande jaren?
Antwoord 5
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert samen met het Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL) jaarlijks een actueel beeld van de energierekening. Het CBS
brengt daarbij ook de spreiding in kaart door middel van een tiental huishoudprofielen
met elk een bijbehorend gas- en elektriciteitsverbruik. Deze huishoudprofielen houden
onder meer rekening met verschillende typen woningen, zowel oud als nieuw, en gezinsgroottes.
In onderstaande tabel de energierekening voor de verschillende profielen op basis
van prijzen van januari 2020, januari 2021 en september 2021 geschetst op basis van
de genoemde cijfers van het CBS.
Tabel 1: indicatie omvang totale energierekening (in €) voor groepen huishoudens (op
basis van CBS- gegevens)
Prijzen jan ’20
Prijzen jan ’21
Prijzen sep ’21
Gemiddeld verbruik 2021
1.552
1.513
1.774
Een bewoner in nieuw, klein appartement
875
820
969
Een bewoner in oud, klein appartement
1.010
950
1.124
Een bewoner in oude, kleine rijwoning
1.250
1.170
1.396
Een bewoner in oude, middelgrote rijwoning
1.475
1.385
1.599
Twee of meer bewoners in oud, klein appartement
1.320
1.235
1.488
Twee of meer bewoners in oude, kleine rijwoning
1.615
1.515
1.792
Twee of meer bewoners in nieuwe, middelgrote rijwoning
1.595
1.495
1.769
Twee of meer bewoners in oude, middelgrote rijwoning
1.830
1.720
2.035
Twee of meer bewoners in oude, grote rijwoning
2.415
2.270
2.686
Twee of meer bewoners in oude, grote vrijstaande woning
2.905
2.730
3.232
De exacte invloed die hogere gas- en elektriciteitsprijzen hebben op de energierekening
van een huishouden hangt af van het type contract met de energieleverancier. Ongeveer
45 procent van de Nederlandse huishoudens heeft een variabel contract. In de regel
worden de variabele tarieven op 2 momenten in het jaar aangepast, in juli en in januari.
Dit betekent dat het grootste deel van de huishoudens de prijsstijging per 1 januari
gaat merken.
Het CBS en het PBL komen in het voorjaar met een nieuwe raming voor het jaar 2022.
Vraag 6
Hoe groot is de invloed van flexcontracten en variabele tarieven in de stijgende lasten
van huishoudens? In hoeverre worden huishoudens beschermd, ook vanuit het perspectief
van consumentenbescherming, tegen extreme prijspieken in deze contracten?
Antwoord 6
De energielasten van huishoudens bestaan uit een maandelijks voorschotbedrag aan hun
energieleverancier dat doorgaans is gebaseerd op het verwachte jaarverbruik (plus
belastingen en netwerkkosten). Hierdoor worden de energiekosten evenredig over het
jaar in rekening gebracht terwijl de kosten van het daadwerkelijke verbruik sterk
fluctueren over het jaar omdat huishoudens in de zomer doorgaans veel minder energie
verbruiken dan in de winter.
Of de hogere energieprijzen effect hebben op de lasten van huishoudens, is zeer afhankelijk
van het type contract dat zij zijn aangegaan. Ruim 45% van de huishoudens heeft een
contract voor onbepaalde tijd. Vaak zijn dit contracten met een variabele prijszetting
(flexibele prijzen), die maandelijks opzegbaar zijn. Meestal stellen de energieleveranciers
de tarieven per 1 januari en 1 juli vast. Het kan ook voorkomen dat een energieleverancier
vaker dan twee keer per jaar de tarieven aanpast. Dit moet dan wel opgenomen zijn
in de algemene voorwaarden.
Voor het merendeel van de groep met variabele contracten geldt dat zij de hogere energie
prijzen in ieder geval per 1 januari 2022 zullen gaan merken. Ook de huishoudens met
een éénjaarscontract (16%, over het algemeen met een vaste prijsstelling), zullen
binnen nu en één jaar de prijsstijging voelen doordat het contract afloopt en ze ofwel
kiezen voor een nieuw vast contract, ofwel een contract met variabele prijzen. Tegelijkertijd
geldt dat meer dan een derde van de huishoudens (37%) een contract heeft voor langere
tijd (2–5 jaar). Vaak zijn dit contracten met vaste prijzen, zolang hun contract niet
afloopt krijgen deze huishoudens niet te maken met de hogere energieprijzen. Deze
contracten zijn normaalgesproken duurder om af te sluiten, maar beschermen de houders
nu tegen hoge energieprijzen en die zijn nu (achteraf gezien) dus goedkoper uit. Ook
voor deze groep huishoudens zal een deel te maken hebben met een aflopend contract
op korte termijn en daarmee hogere kosten.
In Nederland gelden geen maximum energietarieven. In Nederland is sprake is van een
zeer concurrerende energiemarkt. Er zijn veel aanbieders die zowel elektriciteit als
gas leveren, er is veel diversiteit aan aanbod, en Nederland kent al jaren een van
de hoogste percentages voor overstappen («switchen») in de EU.
De meeste huishoudens zullen ongetwijfeld verrast zijn door de recente prijsstijgingen.
Als zij hun energierekeningen niet op tijd kunnen betalen, kunnen zij met hun energieleverancier
een betalingsregeling treffen of kiezen voor een traject bij een schuldhulpverleningsinstantie.
Hierbij gelden specifieke plichten voor zowel huishoudens, leveranciers en netbeheerders.
Zo mag de energielevering in beginsel niet worden beëindigd in de winterperiode en
mogen huishoudens niet worden afgesloten van energie als zij betrokken zijn bij een
traject voor schuldhulpverlening. Als het de leveranciers en netbeheerders niet lukt
met het huishouden een oplossing te vinden of het niet lukt contact te krijgen, geven
zij contactgegevens en de hoogte van de betalingsachterstand door aan de gemeente.
Vanuit de gemeentelijke schuldhulpverlening wordt vervolgens contact gezocht met het
huishouden om een aanbod voor schuldhulpverlening te doen en zo afsluiting van energie
te voorkomen.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om deze prijspieken bij extreme prijsschommelingen af te
vlakken voor huishoudens met flexcontracten of variabele tarieven?
Antwoord 7
De stijgende energieprijzen hebben de volle aandacht van het kabinet, dit is een urgent
probleem. Naast de uitwerking motie Hermans is het kabinet is bezig met het uitwerken
van een maatregelen waarmee een deel van de prijsstijging gecompenseerd kan worden.
Wij hopen hier binnenkort meer duidelijkheid over te kunnen geven. Daarnaast werkt
het kabinet op dit moment aan de uitvoering van de motie Hermans (Kamerstuk 35 925, nr.13). Hierin wordt 500 miljoen euro beschikbaar gesteld voor verlaging van de belastingen
op energie, waarvan 375 miljoen euro voor verlaging van de 1e schijf elektriciteit en belastingvermindering en 125 miljoen euro voor verlaging
van de 2e en 3e schijf elektriciteit. Het kabinet verwacht de uitwerking hiervan in oktober gereed
te hebben.
Vraag 8
Hoe gaan andere Europese landen om met de snel stijgende energiekosten? Kunt u een
overzicht geven van de beleidskeuzes van andere landen? Specifiek kijkend naar beleidskeuzes
die huishoudens beschermen tegen extreme prijsschommelingen? Kunt u daarbij in ieder
geval aandacht besteden aan de situatie in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland,
België en Spanje?
Antwoord 8
Gezien er sprake is van een Europese energiemarkt is er ook in andere Europese landen
sprake van snel stijgende energiekosten door de hogere gasprijzen. Daarbij wordt net
als in Nederland vooral gekeken naar nationale maatregelen om de energierekening voor
huishoudens op een betaalbaar niveau te houden. In het Verenigd Koninkrijk is de energieprijs
die leveranciers kunnen doorberekenen aan huishoudens gemaximeerd. In Frankrijk is
aangekondigd dat de regering de gasprijs bevriest tot april 2022 om de energierekening
betaalbaar te houden. Deze gasprijs wordt anders elke maand herzien. De elektriciteitsprijs
zal vermoedelijk ook worden bevroren tot april 2022, welke anders twee keer per jaar
wordt herzien. In Duitsland is geen extra beleid aangekondigd. In België is het sociale
tarief uitgebreid en verlengd. Dit sociale tarief is een gunstig tarief voor elektriciteit
en/of aardgas voor bepaalde huishoudens. Het tarief is identiek in heel België, ongeacht
de energieleverancier of netbeheerder. In Spanje zijn maatregelen genomen om winsten
van energiebedrijven extra te belasten en deze inkomsten ten goede te laten komen
aan consumenten en het maximeren van de stijging van gasprijzen. Daarnaast zijn belastingen
op elektriciteit en gas tijdelijk verlaagd. De omstandigheden kunnen per land erg
uiteenlopen, bijvoorbeeld het aantal energiebedrijven en of een land gereguleerde
tarieven heeft. Dit is bepalend voor het type maatregel dat genomen kan worden.
Vraag 9
Is de energiemarkt zoals we die nu kennen, geschikt voor een energievoorziening met
een groot aandeel variabele energiebronnen? Laten de recente ontwikkelingen niet zien
dat er geïnvesteerd moet worden in regelbaar, klimaatneutrale elektriciteitsproductie?
Hoe gaat u deze markt organiseren? In welke mate zou kernenergie een rol kunnen spelen
in het dempen van pieken in de elektriciteitsprijzen?
Antwoord 9
De energiemarkt zoals we deze nu kennen biedt een goede basis voor het stimuleren
van de verschillende onderdelen van het toekomstige energiesysteem. Naast de variabele
energiebronnen zijn opslag, flexibele vraag, internationale uitwisselingen en CO2-vrije regelbare bronnen nodig. De CO2-vrije regelbare bronnen kunnen bijvoorbeeld bestaande centrales zijn die andere CO2-vrije brandstoffen inzetten dan kolen en aardgas. Onder het ETS neemt het aantal
emissierechten steeds verder af, waardoor CO2-vrije regelbare bronnen een steeds betere kans krijgen ten opzichte van fossiele
regelbare bronnen. Het systeem van programmaverantwoordelijkheid1 zorgt er uiteindelijk voor dat elektriciteit die verkocht is ook geleverd moet worden,
ook als zon en wind op dat moment minder elektriciteit leveren. Opslag, flexibele
vraag, internationale uitwisselingen en CO2-vrije regelbare bronnen zullen hier een steeds grotere rol in spelen. Kernenergie
heeft net als wind en zon hoge vaste kosten en relatief lage variabele kosten. Kernenergie
is daarmee vooral geschikt om zoveel mogelijk elektriciteit of waterstof te produceren
en minder geschikt voor alleen productie in een beperkt aantal uren per jaar. Kernenergie
zou in een deel van de basisvraag van elektriciteit kunnen voorzien. De meer flexibele
toekomstige vraag naar elektriciteit van bijvoorbeeld elektrisch vervoer, elektrolyse,
(hybride) warmtepompen en e-boilers zullen dan als eerste inspelen op het aanbod van
elektriciteit uit wind en zon. Omdat de elektriciteitsprijzen steeds meer Europees
bepaald worden, is het effect van de Nederlandse elektriciteitsmix op de elektriciteitsprijzen,
en daarmee ook de pieken daarin, beperkt.
Vraag 10
Bent u bereid om, vanwege de urgentie van het onderwerp, antwoorden op deze vragen
uiterlijk 15 oktober 2021 te delen met de Kamer?
Antwoord 10
Ik deel de urgentie en heb gestreefd naar zo spoedig mogelijke beantwoorden van de
vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.