Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal, Inge van Dijk en Peters over Europese Missie voor 100 klimaat neutrale steden tegen 2030
Vragen van de leden Bontenbal, Inge van Dijk en Peters (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de bijdrage van de rijksoverheid aan de realisatie van de EU Horizon missie 100 Klimaatneutrale- en slimme steden tegen 2030 (ingezonden 13 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ontvangen 13 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 3760.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat de Europese Commissie op 30 juni jongstleden de «Europese
Missie voor 100 klimaat neutrale steden tegen 2030 – door en voor burgers» (hierna
«Klimaat Missie») heeft goedgekeurd als één van de vijf Horizon Europe missies?1 Bent u tevens bekend met de doelen, planning en lopende voorbereidingen door de Europese
Commissie, als onderdeel van het nieuwe Horizon Europa werkprogramma 2021–2022?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met die missie en ik ondersteun de doelen hiervan. EZK en OCW hebben
uw Kamer eerder geïnformeerd over de doelen, planning en lopende voorbereidingen door
de Europese Commissie, als onderdeel van het nieuwe Horizon Europe werkprogramma 2021–20222. Om verwarring te voorkomen, de door u genoemde Klimaatmissie wordt in de Europese
context (en hierna) aangeduid als de «Cities Mission» – Stedenmissie. Dit omdat er
ook een missie is over klimaatadaptatie.3Belangrijkste doelstelling van de Stedenmissie is om 100 Europese steden voor 2030
te transformeren naar klimaatneutraliteit en zo de levenskwaliteit en duurzaamheid
in Europa te verhogen.
Vraag 2
Kunt aangeven hoe de gewenste Nederlandse actieve betrokkenheid, zoals benadrukt in
de brief aan de Kamer van 25 april 2019 (Kamerstuk 22 112, nr. 2791), bij het vervolgtraject van de Europese Klimaat Missie is ingevuld door de rijksoverheid
en de betrokken ministeries? Welk ministerie heeft hier de regie en in welke inzet
en acties heeft zich dit vertaald? Op welke manier levert deze Europese Klimaat Missie
een bijdrage aan de doelen uit het Klimaatakkoord en de Klimaatwet?
Antwoord 2
Een belangrijk deel van de benodigde acties om de missies te bereiken, ligt op het
gebied van onderzoek en innovatie. OCW en EZK verzorgen als verantwoordelijke ministeries
voor Horizon Europe de coördinatie van de verschillende missies, ten behoeve van de
opname in het Horizon Europe Werkprogramma. BZK en EZK voeren samen de regie over
deze Stedenmissie en zijn vertegenwoordigd in de door de Europese Commissie georganiseerde
gremia over de missie en de Horizon Europe programmering. De uitdagingen van de missies
gaan verder dan alleen onderzoek en innovatie alleen. De Commissie heeft op 29 september
2021 een formele mededeling gedaan over de missies en daarmee de missies ook in de
bredere beleidscontext geplaatst. Hierover wordt Uw Kamer in november middels een
BNC-fiche geïnformeerd.
Vooruitlopend op de aanname van de missie is op 14 en 21 juni jl. het online evenement
«100 Climate Neutral Cities in Europe by 2030» georganiseerd door RVO en het Enterprise Europe Netwerk. Dit in opdracht van de
Ministeries van BZK, BZ en in samenwerking met VNG en FME (ondernemersorganisatie
voor de technologische industrie). Doelgroepen voor dit event waren steden en bedrijfsleven.
Vanuit de missieraad voor de Stedenmissie en door verantwoordelijken voor de missie
bij de Europese Commissie is zowel bij de opening van het evenement als in specifieke
deelsessies toelichting gegeven over de missie, de onderwerpen en de stand van zaken
rond de ontwikkeling. Tijdens het evenement stond de vraag centraal hoe steden geholpen
kunnen worden om zo snel mogelijk klimaatneutraal te worden. Daarbij lag de focus
op missiegedreven innovatie, investeringen en burgerparticipatie. Daarnaast heeft
de rijksoverheid in de afgelopen periode met de VNG, met diverse individuele gemeenten
en met het Klimaatverbond (de vereniging van decentrale overheden die samenwerken
op het gebied van adaptatie en mitigatie) gesproken over hun interesse in deze missie.
Bij de uitwerking van de Stedenmissie is door de EU gekeken naar de Green Deal en
in het verlengde daarvan het Fit-for-55-pakket dat deze zomer is gepresenteerd: de
missie moet een meerwaarde hebben om het doel van 55% emissiereductie in 2030 en klimaatneutraliteit
in 2050 dichterbij te brengen. De geselecteerde steden zijn koplopers voor de transitie
die alle steden in Europa gaan doormaken: deze steden zetten in op klimaatneutraliteit
in 2030, waar andere steden dat punt uiterlijk in 2050 bereikt moeten hebben. Daarmee
zal de missie ook een bijdrage leveren aan de doelen uit het Klimaatakkoord en de
Klimaatwet.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het voor deelnemende Nederlandse steden, organisaties en bedrijven
essentieel is dat de Nederlandse overheid een actieve rol neemt bij invulling en vaststelling
van het Stedelijk Klimaat Contract als één van de belangrijkste instrumenten om de
Klimaat Missie te realiseren?
Antwoord 3
De doelen en ambities uit de missie onderschrijf ik. Of de rijksoverheid hierin een
grote rol moet spelen en hoe dat vorm zou kunnen krijgen, is op dit moment nog niet
duidelijk. BZK en EZK gaan hierover nader in gesprek met steden die voornemens zijn
mee te doen. In de Stedenmissiewordt als één van de instrumenten het «Climate City Contract» – Stedelijk Klimaat
Contract voorgesteld. Dit is geen juridisch bindend document, maar een Memorandum
of Understanding dat wordt omschreven als: «een nieuw mechanisme om EU steun aan steden
in de vorm van meer innovatie, betere regelgeving en geïntegreerde financiering. De
ondertekening vindt plaats door de burgemeester namens de lokale overheid en lokale
belanghebbenden, door de EC en door nationale of regionale autoriteiten.»4 Het Mission platform dat door de Commissie wordt opgericht helpt steden met het vormgeven
van de contracten in co-creatie met nationale overheden, regionale overheden en lokale
stakeholders. In de uitwerking van de voorgestelde missie is het aanmeld- en selectieproces
gericht op de relatie tussen steden en de Europese Commissie. De keuze is aan steden
om te participeren. De Commissie zet zich in dat de 100 deelnemende steden bestaan
uit een divers palet aan steden. Zowel steden die al goed op weg zijn naar klimaatneutraliteit,
als steden die nog in de startblokken staan kunnen geselecteerd worden voor de missie.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat Nederland als EU-lidstaat geacht wordt een volwaardig ondertekenende
partij te zijn van het op te stellen Stedelijk Klimaat Contract om de Klimaat Missie
uit te voeren? Op welke manier bent u bereid dit (financieel) vorm te geven en wat
gaan de Europese Commissie en de betrokken lokale overheden hiervan merken? Bij welk
ministerie dienen belangstellende steden zich te melden?
Antwoord 4
Bij het Stedelijk Klimaat Contract staat de ondertekening door de burgemeester van
de stad centraal. Daarnaast kunnen andere partijen, publiek en privaat, aanbevelingen
ondertekenen. De nationale overheid kan een dergelijke partij zijn. Zoals bij vraag
3 aangegeven gaan BZK en EZK nader in gesprek met steden die voornemens zijn mee te
doen aan deze missie. Op basis daarvan zal ik bepalen of de rijksoverheid ook medeondertekenaar
zal zijn.
De opzet van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord is eveneens
missiegedreven. De middelen worden hierin dan ook missiegedreven ingezet. De kansen
die de Stedenmissie biedt, worden afgewogen tegen andere (veelal nationale) mogelijkheden.
We zetten in op de maatregelen met de meeste impact. Ik laat me daarbij op dit onderwerp
adviseren door het missieteam voor missie B (Gebouwde Omgeving) van de Integrale Kennis
en Innovatieagenda.
Team IRIS van RVO werkt als contactpunt voor organisaties die willen meedoen aan Horizon
Europe. Daar kunnen organisaties terecht voor ondersteuning voor deelname aan de acties
die voortvloeien uit het Horizon Europe Werkprogramma. Dit geldt ook voor steden die
willen meedoen aan de Stedenmissie.
Vraag 5
Deelt u tevens de mening dat deelname van de juiste Nederlandse steden aan de Klimaat
Missie gebaat is bij effectieve en duidelijke selectiecriteria waaraan voldaan moet
worden, waaronder bewezen triple helix inzet met betrokkenheid van burgers, kennisintensiteit
op duurzaamheid klimaat en energie en scheiding van publieke geldstromen? Welke criteria
zijn er vanuit de rijksoverheid al gedeeld met de Europese Commissie en hoe gaat u
ervoor zorgen dat bovenstaande elementen eveneens onderdeel worden van de selectiecriteria?
Antwoord 5
De Commissie geeft aan dat steden zelf moeten beslissen of ze wel of niet een voorstel
indienen. Centrale overheden hebben hierbij geen veto of verplichting om de aanvraag
van individuele steden mede te ondertekenen. De door u genoemde selectiecriteria maken
deel uit van de voorgestelde missie (zie o.a. Annex V – Selection Process and Criteria
vanaf p. 39 van het document in bijlage). Het elegante van deze aanpak is juist de
focus op de missie om klimaatneutrale steden te realiseren. De rijksoverheid ziet
geen aanleiding hier extra randvoorwaarden aan toe te voegen. Wat het Rijk wel van
belang vindt is de mate van betrokkenheid van de gemeente. Het is in dat kader positief
te constateren dat een aantal gemeenteraden het indienen van een voorstel voor de
Stedenmissie heeft omarmd.
De Commissie geeft aan dat maatschappelijk draagvlak en actieve betrokkenheid van
burgers, bedrijfsleven en kennisinstellingen essentieel zijn om deze transitie naar
klimaatneutraliteit te laten slagen. Het Rijk onderschrijft dit uitgangspunt. Hoe
dit in de praktijk wordt georganiseerd zal per stad verschillen. Voor de acties die
onder Horizon Europe worden opengesteld, gelden de reguliere criteria op basis van
excellentie en impact.
Vraag 6
Welke financiële bijdrage is er via de Europese Commissie vanuit Horizon Europe beschikbaar
voor deelnemende Nederlandse steden? Op welke manier bent u voornemens de diverse
beschikbare financiële Europese instrumenten, waaronder de Green Deal en Recovery
and Resilience Facility, aan te spreken en in te zetten voor de realisatie van de
Klimaat Missie in de deelnemende Nederlandse steden?
Antwoord 6
De missies als zodanig vormen onderdeel van de tweede pijler van Horizon Europe en
beogen complementair te zijn aan de inspanningen vanuit de thematische clusters en
partnerschappen onder deze pijler, maar ook aan andere onderdelen van Horizon Europe.
Voor de eerste drie jaar van Horizon Europe is maximaal 10% van het jaarbudget van
pijler twee beschikbaar voor missies5. De bedragen die per missie beschikbaar zijn onder het Horizon Europe Werkprogramma
2021–2022 worden momenteel besproken met lidstaten en vloeien voort uit de implementatieplannen.
Voor de Stedenmissie is vooralsnog € 300 mln gereserveerd.
Voor de Stedenmissie zal het budget naar verwachting grotendeels ingezet worden voor
onderzoek en innovatie, primair op vlak van transport en energie. Het gaat daarbij
niet om vooraf geografisch geoormerkte bedragen aan landen of steden. Ook wordt hiermee
de realisatie van een platform ter ondersteuning van steden in co-creatie van Stedelijke
klimaatcontracten en met advies op vlak van investeringen en financiering mogelijk
gemaakt.
De Europese Commissie verwacht voor de missies dat nationale en regionale overheden
en de private sector zelf ook fors investeren en dat er vanuit andere relevante EU-programma’s
bijgedragen zal worden. Hier kan de Commissie uiteraard geen garanties voor geven.
Wel zal de Commissie aan geselecteerde steden een «mission label» toekennen. Dit kan
dienen als een soort waarde keurmerk waarmee steden mogelijk een preferentiële behandeling
krijgen bij andere fondsen. Tegelijk blijven de standaardregels van de diverse programma’s
en regelingen van kracht.
Het is primair aan de steden om verschillende vormen van financiering aan elkaar te
verbinden. RVO en de betrokken departementen kunnen hier in ondersteunen. Nationaal
instrumentarium wordt breed ingezet op die onderwerpen waar de meeste impact te behalen
is voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. We hebben daarin geen «fast lane»
voor de voorlopers gecreëerd en hebben ook niet die intentie. De betrokken departementen
staan open voor signalen van steden met interesse in de missie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.