Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kathmann over de interpretatie van het begrip “wettige nakomelingen” in artikel 25 en artikel 31 van de Grondwet
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de interpretatie van het begrip «wettige nakomelingen» in artikel 25 en artikel 31 van de Grondwet (ingezonden 22 september 2021).
Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken), mede namens de Minister van Binnenlandse
            Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 12 oktober 2021).
         
Vraag 1, 2, 3, 4, 5
            
Hoe legt u de term «wettige nakomelingen» als verwoord in de artikelen 25 en 31 van
               de Grondwet uit?
            
Vallen kinderen voortkomend uit een wettig huwelijk tussen het staatshoofd en iemand
               van hetzelfde geslacht volgens uw lezing onder de term «wettige nakomelingen» zoals
               beschreven in de artikelen 25 en 31 van de Grondwet?
            
Vallen adoptiekinderen onder de term «wettige nakomelingen» als verwoord in de artikelen
               25 en 31 van de Grondwet?
            
Vallen kinderen voortkomend uit donatie van zaad of In Vitro Fertilisatie (IVF) met
               draagmoeder onder de term «wettige nakomelingen» als verwoord in de artikelen 25 en
               31 van de Grondwet?
            
Vindt u dat in een moderne constitutionele monarchie, wettige nakomelingen ook voort
               zouden moeten kunnen komen uit adoptie, donatie of IVF met draagmoederschap en dat
               deze kinderen daarmee recht hebben op troonopvolging?
            
Antwoord 1, 2, 3, 4, 5
            
Het kabinet vindt dat de erfopvolger ook kan trouwen met een persoon van hetzelfde
               geslacht en ziet geen beletsel voor een toestemmingswet voor een huwelijk van een
               erfopvolger met een persoon van hetzelfde geslacht. Het kabinet ziet dus niet dat
               een troonopvolger of de Koning afstand zou moeten doen van de troon wanneer hij/zij
               zou willen trouwen met een partner van hetzelfde geslacht.
            
Wat betreft de gevolgen van zo’n huwelijk voor de grondwettelijke erfopvolging, merk
               ik het volgende op. Het doel van de grondwettelijke bepalingen over erfopvolging is
               om op objectieve en eenduidige gronden vast te stellen op wie het koningschap overgaat
               en hierdoor de staatkundig gewenste zekerheid te bereiken omtrent de erfopvolging.
            
Het moderne familierecht biedt veel ruimte aan het maatschappelijk leven voor het
               (doen) vestigen van familierechtelijke betrekkingen. Het is onvermijdelijk dat er
               fundamenteel een spanning is met het gesloten systeem van erfopvolging in de Grondwet,
               dat juist beoogt om op objectieve en eenduidige gronden vast te stellen op wie het
               koningschap overgaat. Het is duidelijk wie Koning is en wie hem opvolgt. In het kader
               van de behandeling van een toekomstige toestemmingswet kan door de regering en de
               Staten-Generaal zo nodig nader stil worden gestaan bij de afstammingsrechtelijke positie
               van kinderen geboren uit het desbetreffende huwelijk in relatie tot het dan geldende
               afstammingsrecht.
            
Het is niet dienstig om nu vooruit te lopen op een dergelijke weging omtrent de erfopvolging
               in het kader van een toestemmingswet. Dit is te zeer afhankelijk van de feiten en
               omstandigheden van het specifieke geval, die, zoals je ook terugkijkend kunt vaststellen
               bij het familierecht, door de tijd heen ook kunnen veranderen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister-president - 
              
                  Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.